~8~Koen~

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

P.O.V. Koen
"Moeten we in het tweepersoonsbed gaan slapen?" vraag ik gespannen. "Hoeft niet", zegt het meisje. "We kunnen ze ook van elkaar af schuiven." Louise trekt een kastje open en haalt er 2 dekbedden uit. Dan haalt ze het grote dekbed van het bed af en schuift de bedden van elkaar af. "Kan jij een bed opmaken?" vraagt ze. "Ehm ja, denk ik?" Ze gooit me de spullen toe. Ik pak de dikke deken van de stapel. Ik heb mijn moeder wel eens die dikke in die dunne zien doen, dus dat is misschien de bedoeling. Ik pak de dunne deken en zoek de opening. Na 3 keer hem hebben omgedraaid, vind ik eindelijk de opening. Gotcha. Snel zoek ik de punten, maar voor ik het weet valt de deken over me heen en val ik. "Louise!" schreeuw ik. Ik denk dat ze me aankijkt, want de schiet enorm in de lach. "Koen, wat heb je nou weer gedaan?" vraagt ze half boos. "Sorry hoor, ik kan er toch ook niks aan doen dat ik dit niet kan?" Terwijl Louise het bed opmaakt, word ik gebeld. Het is Thomas.

"Yo Koen!"
"Ehm, hoi Tho, waarom bel je?"
"Waar ben je? Ik sta voor je huis."
"Je staat voor mijn huis? Ik ben niet thuis!"
"Precies ja! Waar ben je?"
"In Breda"
"Louise was toch ook in Breda? Ben je haar achtervolgd? Jij stalker!"
"Nee, ik ben met Louise naar Breda gegaan."
"Dus het is eindelijk aan?"
"Thomas, doe even normaal. Nee, nog niet, maar dat is wel mijn plan."
"Succes jongen. Wanneer ben je weer thuis?"
"Morgenmiddag"
"Morgenavond afspreken dan?"
"Ik zal kijken of ik kan."
"Oké, chiao!"

Ik hang op. "Wie was dat?" vraagt Louise. "Tho." Ik probeer haar nog een beetje te helpen, maar het gaat steeds slechter. "Misschien is het handig als je stopt met helpen, zo komt het nooit af", zegt Louise lachend. Beteuterd kijk ik haar aan. "Ja, misschien is dat wel beter." Terwijl ik op haar bed neerplof maakt zij het bed op. "Wat voor kleding heb je, Koen?" vraagt ze als ze klaar is. "Ik heb het in mijn tas zitten, wacht even", zeg ik tegen haar terwijl ik naar beneden ren, mijn tas pak en weer naar boven loop. Boven haal ik de spullen uit mijn tas. "Wow, leuk shirt. Heb je dat zelf uitgekozen?" vraagt ze. "Nee, hoezo?" vraag ik. "Dacht het al. Het is meer een shirt voor Thomas." Ik geef haar een duw waardoor ze op het bed valt. "Jij gemeen kind!" roep ik. Dan haalt Louise haar kleding uit haar tas. "Heb je dit al gezien?" Ik knik en zeg: "Thomas en ik waren jullie gevolgd." Ze moet lachen. "Ik wilde natuurlijk wel kleding die bij die van jou paste." Dan gaan we onze tassen uitpakken. "Gaan we TV kijken?" vraagt ze. "Mja, het is zaterdag, toch? Wie Is De Mol is op." Snel sprint ze naar beneden. "Het is al 5 voor half 9!" roept ze. We gaan op de bank zitten en zetten de TV aan.

De volgende morgen maakt Louise me om 10 uur wakker. "Waarom moet je me nou zo vroeg wakker maken?" zeg ik kreunend. "Vroeg? We moeten om 11 uur bij Iris zijn, slimmerd, en volgens mij wilde jij nog douchen, dus chopchop, je bed uit!" Ze trekt me onder de dekens vandaan. "Nee, laat me slapen!" roep ik. "Prima, dan ga ik eerst douchen", zegt ze en ze loopt naar de badkamer.

Na een kwartier loopt ze weer de kamer binnen. "Koen, je moet écht opstaan! Over drie kwartier moeten we bij Iris zijn!" Zuchtend loop ik naar de badkamer. Na het douchen ga ik aankleden. Dan loop ik naar beneden, want over een half uur moeten we bij Iris zijn en het is een kwartier lopen. Snel ga ik aan tafel zitten. Ik pak een broodje en smeer hem. "Snel, Koen! We moeten zo gaan!" Snel prop ik een broodje in mijn mond en trek mijn jas aan. Dan lopen we naar buiten.

Na een kwartiertje lopen komen we aan bij een grote stal. "Je weet zeker dat het hier is?" vraag ik. Louise knikt en duwt de deur open. We worden begroet door een meisje met roodblonde haren. Ze heeft een tuinbroek van spijkerstof aan. "Hey Louise!" roept ze. Ze staat te schilderen. "Hoi Iris, dit is Koen", zegt Louise en ze wijst op mij. "Hoi", zeg ik. "Jullie zijn de eerste", zegt Iris. "Heb jij enig idee wie de prins is?" vraagt Louise. "Mijn vader zegt elk jaar: dit jaar móét Sjors het wel zijn. En elk jaar is hij het niet!" Louise moet lachen en ik snap er niks van. "Is het raar als ik nu vraag: hoezo de prins?" Iris slaat haar hand voor haar hoofd. "Heb je het Koen niet uitgelegd?" vraagt ze. "Nee, ik dacht dat hij iets van carnaval af wist", antwoordt Louise. "Ho ho ho, ik weet wel iets. Carnaval is heel veel pilsjes tanken." Louise barst in lachen uit en Iris kijkt geïrriteerd. "1: wij mogen nog geeneens bier drinken. 2: carnaval gaat niet alleen over bier drinken. Met carnaval heb je een prins", begint Iris. Die tijdens carnaval als een soort burgemeester figureert", gaat Louise verder. "Natuurlijk heeft die prins ook nog zijn gevolg, namelijk zijn prinses, adjudant, hofdame, raad van elf en dansgarde. Hetzelfde heb je bij de jeugd. Het is trouwens elk jaar een heel spannend ding wie er nou prins wordt." Iris gaat weer verder met schilderen. "Daarom vroeg ik het net ook aan Iris", vult Louise haar aan. "Ik weet niet wat er zich allemaal afspeelt hier." Dan komen er anderen binnen. "Dat zijn de broers Jochem en Tijn, Jochem is de oudste. Hoi Tijn, hoi Jochem!" De jongens komen naar mij toe. "Jij moet Koen zijn. Zit je al bij ons in de groepsapp?" vraagt de langste van de twee. "Is die er dan?" vraag ik. Louise knikt en pakt haar telefoon. "Ik voeg je wel even toe." Dan komen er nog 2 meiden binnen. "Dat zijn Roos en Evi", zegt Iris. De een heeft zwart haar en de ander heel licht blond haar, bijna wit. "Je zou niet zeggen dat ze zussen zijn, hè? Evi is geadopteerd." Zo heb ik meteen antwoord op de vraag wie wie is. Ik haal mijn telefoon uit mijn zak en kijk op WhatsApp.

Kaas groep
Louise: de persoon die ik net heb toegevoegd is Koen, hij is nu bij Iris
U: kan iedereen zijn naam zeggen, dan weet ik wie wie is
+31 6 36786336: ik ben Iris, danku vriendelijk
+31 6 52949163: Evi
+31 6 36194618: Tijn is mijn naam
+31 6 58204725: ik ben Job maar ik ben er niet
+31 6 10471047: Roos
+31 6 47204729: hoezo zou ik mijn naam moeten zeggen als ik hem niet ken?
Iris: Sterre, doe niet zo flauw. Dat is Sterre, Koen

Als iedereen er is, neemt Iris het woord. "Vandaag gaan we de eerste laag schilderen. Pak een kwast en een pot verf. De lijnen zijn al getekend en in elk stuk staat de kleur." We lopen naar de potten verf. Louise trekt me mee naar de potten. "Gaan wij deze kleur verven?" vraagt ze. Ze wijst op een pot met zandkleurige verf. Ik knik. "Volgens mij moet daar heel veel mee geschilderd worden." We pakken een kwast en beginnen aan de voorkant van de kar, waar een auto voor staat. "Wie gaat er de auto rijden?" vraag ik. "Iris' vader", antwoordt Louise. Naast ons staat een meisje met donkerbruin krullend haar te verven. "Hoe ging het deze week bij jou op school, Ster? Is het nog te overleven?" vraagt Louise aan het meisje. "Oh, dus jij bent Sterre!" roep ik. "Nou, het valt wel mee hoe druk het is. Ze blijven er wel op hameren dat het het examenjaar is, maar dat is niet heel irritant." Sterre kijkt mijn kant uit. "Oh, dus jij bent Koen! Ik ben Sterre." Ze geeft me een hand. Verbaasd schudt ik haar hand. "Dus jij zit bij Louise in de klas?" Ik knik. "Samen met onze vrienden, natuurlijk. Jij doet VMBO, toch?" Ze knikt. "Ik hoop dat ik na dit jaar door kan naar HAVO, want ik wil heel graag docent op de basisschool worden." Ik strijk een paar keer over het hout voor ik de kwast in de verf duw. "Je hebt wel een accent", zegt Sterre. "Goh", zeg ik. "Ik kom uit Haarlem, natuurlijk heb ik dan een accent. Ik zeg er toch ook niks over dat jij een accent hebt?" Ik probeer het vriendelijk te zeggen, maar het komt er heel snauwerig uit. "Sorry, ik wist niet dat je boos werd", zegt het meisje zacht. Meteen heb ik al spijt van wat ik heb gezegd. "Sorry, ik had ook niet zo moeten reageren." Sterre kijkt meteen al weer blijer.

Na anderhalf uur loop ik weer met Louise naar haar opa en oma. "Vond je de mensen aardig?" vraagt ze. "Ja, Tijn en Jochem waren wel aardig. In het begin was Sterre wel een beetje een bitch, maar later verdween dat wel." Louise knikt. "Sterre is inderdaad soms wel een bitch tegen mensen die ze niet kent." We komen de kamer binnen en we gaan onze tassen inpakken.

"Dag meisje, het was leuk dat je er was." Truus geeft Louise een knuffel. "En Koen, het was ook leuk dat jij er was. Kom gerust nog maar eens vaker." Ik knik. "Misschien komen we nog vaker van tevoren, maar met carnaval zijn we er. Ik zal vragen aan mama of we er met de prinsenonthulling ook zijn, maar ik denk het wel." Truus knikt. "Bedankt dat ik mocht slapen", zeg ik. Ik moet natuurlijk ook wel netjes over komen. "Geen dank, het was leuk om je hier te hebben." We lopen de deur uit. "Houdoe!" roept Louise. Zo lopen we naar het busstation.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro