Hoofdstuk 18

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Jij'

Zodra de woorden mijn lippen verlaten wordt de ruimte muisstil. Ruby krimpt ineen. Haar schouders schokken, terwijl ze haar ogen sluit. Haar lippen maken zich los van elkaar, alsof ze wil schreeuwen, maar zakken dan terug, als een bloem die zich sluit. Ze knikt langzaam. 'Dat is eerlijk.'

Ik schrik bij het horen van de woorden. Het gaat als een bliksemschicht door me heen, omdat dat niet is wat ze zou moeten te zeggen. Ze hoort te schreeuwen, woest te worden, terug te vechten, maar in plaats daarvan zegt ze dit. Ik weet of ik dat zou hebben kunnen zeggen. Kan je dit überhaupt wel eerlijk noemen?

Jij zit veilig, jij wordt niet gepakt. Je hebt jezelf heel slim uit de keuzemogelijkheden gehouden, terwijl je ons voor een onmogelijke keus hebt geplaatst. Misschien moeten we jou pakken, in plaats van elkaar. 'Ik heb geen keus,' fluister ik zacht, terwijl mijn hand zich om de hare vouwt.

Ze knikt opnieuw. 'Hoe wil je het doen?' Het klinkt bijna als een normale vraag. Misschien is de dood wel vanzelfsprekend voor haar geworden, maar ik ben nog niet zover. Zou het in een andere realiteit makkelijker zijn? Of ben ik er nooit echt klaar voor om alles wat we hadden te laten gaan. Een kunstwerk scheur je niet aan stukken, een boek verbrand je niet en je hart gooi je niet op de grond. Zij hoort niet te breken, al heeft ze mijn wereld aan scherven geslagen.

'Hoe wil je het doen?' herhaalt Ruby opnieuw. Onze tijd begint op te raken.

Niet. Ik wil het niet doen. 'Ik wil je geen pijn doen,' zeg ik, wetend dat het onmogelijk is. Sterven doet pijn. Ergens voelt het alsof ik er ervaring mee heb, alsof ik al honderd keer ben vervaagd tot stof, ook al weet ik zeker dat ik nog steeds leef.

Ze staat op en loopt naar de gang. Haar voetstappen vervagen, mij de valse hoop gevend dat ik haar niets hoeft aan te doen. Dat jij dit niet zult doen. Maar je leest verder, je ogen glijden over het scherm, je keuze staat vast en dus leven wij verder. Als twee poppen in een muziekdoos. We zitten vast in de dans die jij voor ons gemaakt hebt. Jij windt het doosje op en wij dansen. Waar is onze vrijheid hierin? 

Ook ik kom overeind en zet een stap van de piano vandaan. Dat moment zal ik vasthouden, maar terugkomen zal het niet doen. Ik kan niet achteruit, net als jij dat niet doet.

Voorzichtig pakt ze mijn handen vast. Ze legt het mes in mijn hand vallen, waarna ze mijn vingers over het wapen vouwt, zodat ik het mes vast heb. Daarna zet ze een stap achteruit. Ik kan het haar bijna horen zeggen: "Doe het."

'Nee... Ik kan dit niet.' Ik wil het niet. Waarom doe je dit? Waarom doe je mij... ons dit aan? Waarom stop je niet. Stop!

Ik klem mijn kaken op elkaar. Ik probeer het wel. Ik probeer het tegen te houden, zo hard als ik kan, maar hoe verder jij gaat, hoe minder controle ik heb. 'Ik houd van je,' fluister ik. 'Ik heb hier nooit voor gekozen.' Mijn hand vouwt zich strakker om het handvat van het mes.

'Ik houd ook van jou, maar dit is niet ons verhaal. Het gaat er niet om hoeveel we van elkaar houden. Het doet er niet toe hoeveel pijn dit ons doet.' Ik kan haar stem horen schokken. Tranen wellen op haar ogen, maar ze heeft gelijk. Wij zijn niet belangrijk.

Ik kijk haar aan en houd de tranen binnen. Dat gun ik je niet. Er heeft zich al genoeg pijn en drama afgespeeld. Voorzichtig stap ik naar haar toe, de punt van het mes vooruitstekend.

Ik weet niet of ik het kan.

Haar hand vouwt zich nogmaals om de mijne en brengt het mes naar haar borst toe. Ik kan nauwelijks ademen. Tranen prikken in mijn ogen, maar ik dwing mezelf om niet weg te kijken. De punt van het mes maakt een gat in haar blouse en langzaam vormt er zich een rode vlek rond het metaal. Ik piep, ook al is zij degene die doorboort wordt. Ik kan bijna voelen wat zij voelt. Wetend hoe het is.

Stop!

Stop, ik smeek je. Laat me dit niet doen. Ik doe alles, maar dit niet. Laat me dit stoppen.

maar jij wel.

Was dit wat je wilde?

Nee, ik weet dat je niet zo bent. Als je wel zo was, zou er iets goed mis met je zijn. Maar het maakt niet uit dat je dit nooit had gepland. Doodslag heet dat. Moord zonder voorbedachten rade. Je bent nog steeds schuldig. Er vloeit nog steeds bloed en dit boek eindigt nog steeds hetzelfde.

Met branderige ogen en een loodzwaar hart kom ik overeind. Haar prachtige ogen zijn gedoofd, starend in de eindeloze leegte. Ze is weg.

Vanbinnen ben ik koud. IJskoud. Ik stap over haar lichaam heen, pak haar rugzak van de grond en stap het lokaal uit, zonder nog achterom te kijken.

De gang is donkerder dan ik me kan herinneren, gehuld in de duizenden tinten zwart en rood die de nacht sieren. De lampen flikkeren op het ritme van een geluid dat ik herken, maar niet kan plaatsen.

Nu loop ik de school uit. Nu ga ik naar huis en het verhaal eindigt. Eind goed al goed. Mijn voeten verplaatsen zich richting de deur aan het einde van de veel te lange gang.

Een geluid doet me bevriezen. Een geneurie dat overgaat in zang van een nummer dat ik maar al te goed ken. Het is niet voorbij... of wel?

'I understand that you will feel guilt, when your soul discovers a few empty bones. My soul of light is already gone.' Ik herken de stem die ze zingt. Ik weet wat ze bedoeld. De deur komt op me af, al verroer ik me niet. Mijn koude vingers gaan naar het handvat van de deur. Het voelt warm aan, alsof iemand het al eerder vast heeft gehad. Een oceaan van woede sleurt me mee als ik besef wat je hebt gedaan.

Je hebt het niet geëindigd.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro