Hoofdstuk 35

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik kan het niet. Ik heb al te veel dingen gedaan die ik niet had moeten doen. Me mee laten slepen in een ijdele hoop en dromen dat het goed zou komen. Of dat ik wakker zou worden. Ergens is die hoop er nog steeds, dat dit niet echt is en dat je me met rust zal laten, terwijl ik diep van binnen weet dat je dat niet gaat doen. Dus ik doe wat mijn hart me vertelt en schud mijn hoofd. 'Ik houd te veel van je.'

Het moment dat die woorden haar lippen verlaten, weet ik dat het voorbij is. Je hebt haar te pakken met je vlijmscherpe klauwen. Ik bijt hard op mijn lip, kijk haar nog een keer aan en ren.

Haar voetstappen volgen me door de gangen, maar ze is niet zo snel als ik. Misschien omdat ze in tegenstelling tot mij nooit voor haar problemen heeft hoeven te vluchten. Ruby stond vast als een rots, zelfs als je er hard tegenaan sloeg of een bus rode verf overheen goot. Ze vluchtte niet, ze vocht. Misschien was dit verhaal anders geëindigd als ze niet zo was geweest.

Misschien had dit verhaal nooit anders kunnen zijn.

En misschien is dat jouw schuld.

Ik weet niet waar ik naartoe moet. De gangen zijn leeg en lang. Ze lijken zelfs eindeloos. De deuren zijn nog steeds op slot en ik weet dat agent Parcel me niet op tijd gaat redden. Heeft rennen dan nog wel zin? Kan ik überhaupt ontsnappen aan mijn einde?

Haar stem volgt me. Het gezang dat tot in de diepste gangen van de school doordringen, alsof ze naast me staat en toch zo ver weg is. 'Alsjeblieft, stop!' smeek ik, wetend dat het zinloos is. 'Het hoeft niet zo te gaan!'

'De andere optie is een loophole,' is haar antwoord. 'Is dat wat je wil?' Een monsterlijke lach borrelt op uit haar keel. 'Geloof me, het is beter zo. Je hebt de juiste keuze gemaakt.' Dan zingt ze weer verder. Haar voetstappen komen dichterbij. Ze gaat me ditmaal echt vermoorden. Er is geen uitweg meer. Dat ik van haar houd, is niet belangrijk. Liefde overwint veel, maar niet alles. Het is niet genoeg om ons een ander einde te geven.

Zelfs als ik harder probeer te rennen en luister naar de dreunende voetstappen die ik nauwelijks kan plaatsen, blijft een stemmetje in mijn hoofd zeuren. "Het heeft geen zin". Ben jij het, die in mijn oor fluistert? Gehijg klinkt overal vandaan. Hoe ver ik ook ren, welke richting ik ook op ga, ik kom steeds op dezelfde plek uit, tot ik gedwongen word op te houden. Mijn benen branden, mijn hoofd tolt en mijn longen schreeuwen om meer zuurstof.

'Ben je uitgerend?' vraagt Ruby als ik eenmaal tot stilstand gekomen ben. 'Of wil je nog doorgaan? Ik kan nog wel even.' Ze beweegt het mes zachtjes heen en weer.

Bijna wil ik weer gaan rennen, maar steeds hetzelfde blijven doen en een ander resultaat verwachten is een teken van gekte. Alhoewel... als er iemand verdient gek te worden, ben ik het wel. Na alles wat er gebeurd is... 'Nee Ruby,' probeer ik in een zo vast mogelijke stem te zeggen. 'Ik ben klaar.' Het is een complete leugen, ik ben niet klaar en ik ben er zeker niet klaar voor. Maar welke andere keuze heb ik? Langzaam gek worden? Blijven rennen? Hopen dat jij genade toont?

Dat hoofdstuk hebben we allang gehad.

'Mooi, ik ook.' Ze loopt mijn richting uit als een tijger die zijn prooi besluipt. Dodelijk. 'Moet ik je nog om laatste woorden vragen of doen we niet aan dat cliché?'

'Je weet wat ik zal zeggen,' zeg ik. 'Heeft het nog zin dat ik ze uitspreek?'

'Er is vast iemand die het graag zou willen horen. Maar of diegene het verdient?' Ze lacht weer. 'Ik heb wel laatste woorden.'

Ik knik. 'Ik luister,' fluister ik. Een brok ontstaat in mijn keel, niet-wetend wat ik kan verwachten. Hopend op iets wat me geruststelling zal bieden.

'It's hurting so bad,' Ze steekt het mes mijn richting uit als ze de woorden van Bluefire fluistert. Het doorboort mijn bovenbeen. 'There is something blooming in the pain.'

Ze trekt het wapen los. Nog een schok van pijn schiet door me heen. Ik bijt hard op mijn lip om een schreeuw binnen te houden. Veel tijd om na te denken heb ik niet, voordat ze het mes in mijn buik steekt. Haar ogen zijn donker als de nacht. Alsof ze een monster is.

Ik krimp ineen en laat een zachte jammer ontsnappen. Zij voelt ijs- en ijskoud. Waar ooit een vlam van liefde was, is nu slechts een ijzig hart. Ik kan nauwelijks nog ademen en ergens probeer ik het ook niet meer. De randen van mijn gezichtsveld komen steeds dichterbij en mijn leven vloeit weg met elke ademteug.

'A little fire flower inside my head, makes you wish that you were dead,' zingt ze verder. Ze steekt steeds opnieuw in mijn buik. Onze kleren zijn doordrenkt met bloed. Het moet het mijne zijn, maar had net zo goed het jouwe kunnen zijn. Ik denk niet dat Ruby nog verschil tussen ons ziet. Jij zit in onze wereld en mijn dood lijkt de enige manier om je hier weg te 

'Ruby red, Scarlet dead, guess who's next?'

Einde verhaal

Ga terug naar HOOFDSTUK 33

Of begin helemaal opnieuw in HOOFDSTUK 6


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro