Hoofdstuk 12

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Langzaam wordt mijn zicht weer beter. Ik hoor in de verte stemmen. "Dank u dokter, komt u morgen weer terug?" Dat lijkt Theodorus wel. Een instemmend gebrom. Die stem ken ik niet. Zal dat de dokter zijn? Ik probeer mijn ogen open te maken, maar ze werken niet mee. Mijn hoofd doet zoveel pijn en in mijn gedachten gil ik om de pijnscheuten die ik in mijn buik voel. Ik merk dat ik weer wegglip, ik probeer het tegen te houden maar ik krijg het niet voor elkaar. Ik raak weer buiten bewustzijn.

Ik wordt weer wakker, voor de tweede keer met enorme hoofdpijn. Ik kijk voorzichtig opzij van mij. Eerst zie ik een stoel, er zit iemand op. Ik probeer mijn hoofd te draaien om te kijken wie er op de stoel zit. Van de beweging wordt ik enorm misselijk en snel doe ik mijn ogen weer dicht. Na een paar minuten doe ik mijn ogen weer langzaam open. Ik probeer te focussen op de persoon naast mij. Een jurk, een vrouw. Oké, dus niet Theodorus of een of andere dokter. Ik kijkt verder, een mooie, duur uitziende jurk. Dus het is niet mevrouw Geertje en ook niet Leentje. "Hé, je bent wakker." Dat klinkt als Madelina... Ik kijkt weer naar de vrouw en tot mijn verbazing is het inderdaad Madelina. Met een bezorgt glimlachje kijkt ze me aan. "Hoe voel je je?" Ik denk even na, slecht: hoofdpijn, buikpijn, heel warm, duizelig, dorst. Ik probeer om water te vragen. "Whgtrgh." Er komt niet meer dan rare klanken uit mijn mond en mijn keel doet nu behoorlijk zeer. Madelina helpt me voorzichtig overheid en duwt een kussen in mijn rug. Ik kijk verwonderlijk om me heen, waar is de rest? Madelina lijkt me te begrijpen. "Het is nu zondag, je hebt vrijdag en zaterdag geslapen. De rest is nu naar de kerkdienst." Madelina pakt een beker water en duwt die tegen mijn lippen aan. "Hier, drink wat. Je hebt waarschijnlijk heel erg dorst. Mevrouw Geertje heeft gisteren je geprobeerd te laten drinken, maar je slikte niet." Met moeite krijg ik het voor mekaar om de beker leeg te drinken. Uitgeput laat ik met terug in bed vallen. Ik wil graag vragen waarom uitgerekend Madelina bij mij is gebleven, maar mijn stem werkt niet mee. Alsnog lijkt ze me weer te begrijpen. "Je vraagt je af waarom ik hier zit. Ik weet dat we vaak ruzie hebben, ik vind jou vaak brutaal en vaak snap ik je gewoon helemaal niet. Maar ik woon al 3 jaar met jou samen en je bent het zusje van mijn man, mijn stiefzusje. Ook al denk je van niet, ik houd echt van je. Net als dat ik van Theodorus, Badelog, Duna en zelfs mevrouw Geertje houd."Ik probeer te glimlachen. Ook al snap ik vaak niets van haar en kan ze erg verwaand doen, ik houd ook van haar. "De anderen wouden graag voor je bidden en daarom ben ik hier gebleven, voor het geval je wakker zou worden." Legt Madelina met een zachte stem uit. Ze streelt zachtjes mijn haar. "Ga maar weer slapen." Fluisterde ze zachtjes. Ik doe mijn ogen dicht en val meteen weer in een diepe en vaste slaap.

Nu ik voor de derde keer wakker word, voel ik me wel beter. Ik kijk naast me en na even te focussen, zie ik dat Badelog naast me zit. "Hoi." Mijn stem klinkt raar en schor. Snel kijkt Badelog op en een glimlach verschijnt op haar gezicht. "Goedemiddag, het is vandaag maandag, voor als je het wilt weten." Ik krimp een beetje in elkaar. Ik voel me dan wel beter, maar ik heb nog steeds erg veel hoofdpijn en Badelogs schelle stem maakt het er niet beter op. Badelog ziet het. "Oh, sorry." Mompelt ze nu zachtjes. Ik denk na, het is nu maandagmiddag. Dat betekent dat ik vanaf vrijdagochtend heb liggen slapen, met een korte onderbreking gisteren. Waarom ben ik zo ziek dat ik zo lang heb liggen slapen? Ik was toch gewoon ongesteld? Nee, van 'gewoon ongesteld' lig je niet 3 dagen te slapen. Badelog komt terug de kamer binnen, ik had niet eens gemerkt dat ze de kamer was uitgelopen. Niet veel later komt er een oud man mijn kamer binnen komen. "Dokter?" Kraakt mijn stem vragend. De dokter knikt. "Hoe voelt u uw nu?" Vraagt de dokter. "Pijn." Mompel ik zacht. "Hoezo ben ik zo ziek geworden?" Vraag ik er nog achteraan. De dokter gaat op de stoel naast het bed zitten. "U heeft een virus opgelopen. Ik weet niet welke en hoe, maar het is een nare. Doordat u gestel was verzwakt omdat u ongesteld was..." Ik kijk beschamend naar de grond. Zoiets hoor ik niet met een man te bespreken. De dokter lijkt het niet te merken. "Had het virus vrijspel en werd u binnen een korte tijd heel ziek. Om u beter te maken heb ik een aderlating bij u gedaan en hebben we allemaal hard om uw herstel gebeden." Ik kijk naar mijn arm en zie dat er een grote snee is gemaakt op mijn pols. Bij een aderlating snijd de dokter de pols van de zieke open en laat het vervuilde bloed eruit lopen. Zo wordt het lichaam gereinigd. Ik kijk bedenkelijk naar de wond. Vader denkt dat aderlatingen juist slecht zijn voor de zieke, maar bij mij heeft het blijkbaar wel geholpen. "Blijf de komende week nog in bed, drink veel water en eet zo veel mogelijk fruit. Dan komt het allemaal goed. Ik kom over 2 dagen weer even bij u kijken." Zegt de dokter terwijl hij een klopje op mijn hand geeft. Dan vertrekt hij uit mijn kamer. Theodorus komt de kamer binnengelopen. Ik probeer op te staan, hij houd me tegen. "Laat me eruit Theodorus. Ik moet voor Duna zorgen." Theodorus schud zijn hoofd. "Jij mag van de dokter het bed niet uit, sorry, doktersvoorschrift. En goedemiddag." Ik mompel goedemiddag terug en ga weer in met liggen. Misschien is het ook niet zo'n gek idee om nog even te blijven liggen. "Oké, dan blijf ik nog even in mijn bed." Ik kijk naar mijn dekens en mijn ogen worden groot. "Theodorus, waarom is mijn deken vol met bloed?" Vraag ik met een piepstemmetje. "Je hebt dagen in bed gelegen terwijl je ongesteld was, vind je het gek dat er overal bloed ligt! Daarbij, heeft de dokter ook een aderlating bij jou gedaan, weet je nog?" Theodorus kijkt me aan met en duh-gezicht. "Zou je aan mevrouw Geertje willen vragen of ze mijn bed wilt verschonen? Ik ga hier niet in slapen." Piep ik nog steeds. Theodorus knikt en helpt me uit bed, zet me op de stoel en gaat op zoek naar mevrouw Geertje. Ik probeer ondertussen mijn evenwicht te houden, wat een moeilijke opgave blijkt te zijn.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro