Hoofdstuk 8

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Weer thuis aangekomen, loopt mevrouw Geertje meteen naar de keuken met haar mand. Ik leg de stof voor mijn jurk in de kamer van mevrouw Geertje. Zo kan mevrouw Geertje, wanneer ze tijd heeft, de jurk maken.  Op de weg naar de woonkamer kom ik Leentje tegen, de dienstmeid van Madelina. "Hallo juffrouw Leentje." Leentje glimlacht verlegen. "U hoeft me echt geen juffrouw te noemen." Ik haal mijn schouders op. "Maar ik doe het toch." Zij is hier in huis zo verlegen, wat ik wel snap: zou ik ook zijn als ik voor Madelina zou moeten werken. Misschien is ze buitenshuis minder verlegen en kunnen we gewone gesprekken voeren en misschien wel vriendinnen worden. Het klink misschien heel triest, maar ik heb geen vriendinnen. Ik heb het niet zo op meiden zoals Madelina, ze zijn zo, ehm, oppervlakkig. Ze leven van hun nieuwe jurken, roddels en zwartmakerij van anderen.

Ik zou graag met de heren willen discussiëren over politiek, maar ten eerste: ik krijg, als meisje van 16 jaar, niets te horen over politiek en ten tweede: ook al wist ik er iets van, dan mag ik toch niet met mee discussiëren met de heren omdat ik een meisje van 16 jaar ben. En ten derde: ik vind politiek een super saai, maar dat maakt voor het verhaal niet uit! Ik vind handel wel interessant, net als geschiedenis en wetenschap! En daar mag ik niet over meepraten. Nee, ik mag met de vrouwen over die ene irritante dienstmeid praten, of over de gouvernante die een dief blijkt te zijn.

Ik ben zo in gedachten verzonken, wat trouwens erg vaak gebeurt, dat ik heb gemist dat Leentje mij iets vroeg. "Ehm, excuses, ik heb uw vraag niet gehoord." Ik heb waarschijnlijk nu rode wangen en concentreer me op Leentjes vraag. "Heeft u mij ergens mee nodig?" Ik trek mijn wenkbrauwen op. Dan bedenk ik me dat ik waarschijnlijk een tijdje naar Leentje heb lopen staren en dat ze zich ongemakkelijk voelde. Mijn wangen worden nog roder. "Oh, nee. Ehm, wacht. Volgens mij gaat Madelina zo naar haar vriendinnen toe, dan heeft u even tijd, toch?" Leentje knikt. Ik ga het gewoon proberen. "Zou u mij dan misschien willen rondleiden in het arme gedeelte van de stad?" Leentje kijkt een beetje ongemakkelijk mij aan. "Mag dat wel van uw broer?" Ik bijt op mijn lip, Theodorus zou mij vermoorden als hij wist dat ik erheen zou gaan. "Hij... Hij... Heeft er niets op tegen, als ik een goede toermeesteres heb. Die mij veilig houd." Leentje lijkt te twijfelen. "Maar u zou heel erg opvallen met uw rode kleren." Ik schud mijn hoofd. Mevrouw Geertje heeft mij leren naaien en naast poppenkleertjes, heb ik 1 jurk voor mijzelf genaaid (zie foto). Het is een oude jurk en is een beetje verkleurd. "Ik doe dan andere kleren aan, ik zal niet eens opvallen." Leentje lijkt overtuigd te zijn en knikt haar hoofd. "Oké, ik zal u begeleiden, als u..." Op dat moment komt Madelina binnenlopen. "Leentje, waar is dat bontje? Waar heb jij dat gelaten?" Leentje houd snel haar mond en kijkt naar de grond. Madelina kijkt van Leentje naar mij en weer terug. "Heb ik iets onderbroken?" Leentje schud haar hoofd. "Fijn, want je wordt betaald om voor mij te zorgen. Jij staat in dienst van mij. Het zou toch heel raar zijn als jij in míjn tijd tegen juffrouw Rosafiere staat te praten." Leentje slikt moeizaam. Madelina draait zich om naar mij. "En het zou wel heel raar zijn als jij gezellig staat te kletsen met iemand die ver onder jouw stand staat." Ik trek mijn schouders op. "Dan is het maar goed ook dat wij niet 'gezellig met elkaar staan te kletsen'. Maar dat ik gewoon even vroeg waar juffrouw Leentje iets neer heeft gezet." Madelina lacht spottend. "Juffrouw Leentje? Noem je haar zo? Ga je mij dan ook vertellen dat je haar met u aanspreekt?" Ik rol met mijn ogen. "Waarom niet? Ik zeg ook mevrouw Geertje en ik zeg u tegen haar." Madelina zucht dramatisch. "Dus, jij zegt u tegen een dienstmeid? En jij hebt dan wel het lef om mij met je aan te spreken?" Ik mijn hoofd sla ik mezelf tegen, nou ja, mijn hoofd. "Ja, en weet je waarom? Omdat jij mijn schoonzus bent. Ik sprak jou aan met u en juffrouw toen je nog niet was getrouwd, daarna ben ik je met jij aan gaan spreken. Aangezien je bent getrouwd met mijn broer." In mijn ooghoek zie ik Leentje haar lach proberen in te houden en zelf ben ik ook wel tevreden met mijn reactie. Ik ben beschaaft, zoals het hoort, maar zet haar wel op haar plaats. Madelina is hierdoor blijkbaar chagrijnig geworden. Ze draait zich om en snauwt tegen Leentje dat ze het bontje voor haar moet halen. Leentje loopt gauw weg. In stilte staan we tegenover elkaar, allebei niet van plan weg te lopen. Dan komt Leentje weer terug. "Mevrouw Madelina, hier is uw bontje." Leentje drapeert het over Madelina's schouders en met een opgeheven hoofd loopt Madelina het huis uit. Wanneer de deur dichtslaat kan ik mijn lach niet meer inhouden. "Ik hoor het niet te zeggen, maar wat een stijve tut is mijn schoonzus toch. Met haar wijde rok en haar gepoederde gezicht. Maar haar haren zitten wel prachtig, dat heeft u zeker gedaan?" Leentje knikt. Ik loop richting mijn kamer. "Ik trek gauw mijn jurk aan, dan kunnen we gaan."

Niet veel later kom ik weer de trap naar beneden. Ik heb mijn zelfgemaakte jurk aangetrokken, jammer genoeg heb ik veel steken laten vallen en is de jurk niet geheel symmetrisch genaaid. Maar daardoor lijk ik wel arm. Ik heb al mijn sieraden afgedaan en mijn haren in een strakke knot in mijn nek gedaan. Daaroverheen heb ik een wit mutsje, zoals alle vrouwen van de middenstand en lager het dragen. Ik draai een rondje. "Zo goed?" Ik weet dat ik er niet rijk uitzie, met mijn slecht genaaide jurk. Leentje kijkt bedenkelijk. "U ziet er niet rijk uit, maar alle vrouwen daar dragen zwarte of donkere kleding. Dus u zult wel opvallen. Maar het is wel goed." Ik zie dat Leentje haar witte schort heeft afgedaan en heeft alleen een simpel, zwart jurkje aan en een wit mutsje op. "Oké, laten we gaan."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro