Hoofdstuk 23 - Gravenwerfstraat

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Melody had het portier van Dominiques auto al opengetrokken, toen ze realiseerde dat ze hier niet hoorde te zijn. Ze mocht het terrein van het Niverium niet verlaten en tegen de tijd dat ze dit hadden uitgelegd was het te laat. 'Jullie kunnen beter alleen gaan, ik mag hier niet weg.'

'We gaan niet zonder jou,' zei Dominique vastbesloten. 'Ga op de grond achterin liggen, dan zien ze je vast niet. Het is donker.'

Noah trok de mat uit de auto. 'We kunnen dit over je heen leggen.'

'Oké.' De oude Melody zou dit nooit hebben aangedurfd, maar haar vrienden zaten in de problemen. Ze moesten het risico nemen. Ze kroop achterin en ging op de vloer liggen en Noah en Dominique legden de mat over haar heen, waarna de twee voorin sprongen.

'Waar moeten we heen?' Riep Noah terwijl Dominique de parkeergarage uit scheurde.

'Gravenwerfstraat 24,' antwoordde Melody. Haar hart bonsde in haar keel. Nerveus keek ze naar het scherm van haar mobiel. Dianne had haar laatste bericht niet meer gelezen. Zouden ze wel op tijd zijn? Ze kon alleen maar hopen dat het goed zou komen.

'Mel, we zijn zo bij de poort,' waarschuwde Noah.

Melody drukte haar scherm uit en rustte haar hoofd op de bodem van de auto. Ze voelde het voertuig tot stilstand komen.

'Goedenavond jongelui,' klonk een vriendelijke mannenstem. 'Jullie pasjes graag.'

Er klonk wat gerommel, voor Dominique antwoordde. 'Alstublieft.'

Er viel een korte stilte, waarin slechts twee zachte pling geluiden klonken. Geschrokken keek Melody naar haar mobiel, maar het scherm was niet opgelicht. Het kwam niet van haar.

'Bedankt, het is allemaal goed. Rij voorzichtig en onthoud: niet rijden met alcohol op.'

'Komt goed,' beloofde Dominique. 'Fijne avond.'
De auto kwam langzaam in beweging. Melody's hart bonsde luid, maar een voorzichtige lach brak door op haar gezicht. Het was gelukt. Ze waren van het terrein af.

'De kust is veilig,' zei Noah nadat ze door een paar bochten waren geslingerd.
Melody duwde de mat aan de kant en kwam overeind, waarna ze op de achterbank ging zitten. 'Dat ging makkelijker dan ik verwacht had.'

'Die beveiliger ziet nooit wat,' zei Dominique met een klein lachje.

Melody zag Noah in de reflectie van de spiegel knikken, zijn gezicht stond serieuzer dan het hare.

'Hebben jullie dit vaker gedaan?' Melody keek hen met grote ogen aan.

'Een paar keer, maar nog nooit met personen,' zei Dominique met een knipoog. 'Dit is hoe we soms een paar kratjes bier naar binnen smokkelen.'

'Hoe jij een paar kratjes bier naar binnen smokkelt,' verbeterde Noah haar met een zucht. 'Nou wat is het plan? Hoe gaan we het aanpakken als die gast er nog is?'

'Ik kan me vermommen als een hond,' stelde Dominique voor. 'En jij kan mijn of Melody's gave kopiëren als het nodig is.'

'Ik heb te weinig controle over haar gave.'

'Dan hebben we twee honden.' Dominique keek in de spiegel. 'Melody durf jij je gave te gebruiken als het nodig is?'

'Ik denk het.' Ze moest wel. Haar vrienden waren in gevaar. Of nu wel of geen controle had, als het er op aankwam, moest ze hen helpen.

De rest van de autorit waren ze alle drie stil. Zelfs Dominique lachte niet meer. Het was alsof ze allemaal dezelfde gedachten hadden. Ze mochten dan wel sterke gaven hebben, konden ze echt een verschil maken? Wat als ze te laat waren?

Het duurde misschien vijf minuten voor ze in het centrum waren, maar het voelde als een eeuwigheid. Dianne was al die tijd offline gebleven. Er was geen teken van leven, niks. Alles wat ze konden doen, was hopen dat het goed zou komen.

Dominique parkeerde de auto op een volgepropt parkeerterrein niet al te ver van de club. Zodra ze de auto uitstaptten werden ze begroet door de bonkende muziek. Het snelle ritme zorgde er alleen maar voordat Melody's hard nog sneller klopte.
Noah had de navigatie op zijn telefoon geopend en stond met Dominique over het scherm gebogen. 'Het is deze straat in en dan de tweede rechts. Ik denk dat wij ons moeten vermommen, want als ze ons betrappen op het gebruik van gaven in het openbaar...'

Dominique knikte en keek heen en weer, voor ze naar Melody stapte. 'Wat voor een hond heb je altijd al willen hebben?'

'Iets groots,' antwoordde Melody. De enige hond die ze ooit had gewild, was de Teckel van de buren, maar die ging hen nu niet helpen.

'Oké.' Dominique wisselde met Noah voor haar lichaam razendsnel van vorm veranderde, tot er in haar plaats een enorme pitbull stond. Het dier had een grijze vacht en er dropen druppels slijm uit haar bek.

Noah knikte goedkeurend. 'Laten we dit doen. Het gaat goed komen, Mel.'

'Ik hoop het,' zei ze zacht.

'Natuurlijk wel. Dit is niks vergeleken met wat we in de les doen.' Hij schonk haar een kleine glimlach. 'Ik spreek je over een paar minuten.' Toen nam ook zijn lichaam nam vorm van een pitbull aannam.

Melody keek naar de twee identieke honden. Als ze niet wist dat het mensen waren, had ze het nooit geraden. Niemand zou weten dat ze hier met z'n drieën waren. Ze haalde diep adem. Het was tijd om haar vriendinnen te redden. Ze haastte zich de straat in, de twee honden liepen met haar mee, elk aan een zijde. Ze keken net als haar oplettend om zich heen, hun tanden ontbloot en klaar om toe te slaan.

Ze passeerden ze een groep jonge vrouwen op een kruispunt. Allemaal droegen ze korte jurkjes. Sommigen hadden neon armbanden. Ze keken angstig naar de honden. Melody schonk hen een kleine glimlach. 'Ze doen niks.'

'Kun je ze niet aanlijnen,' antwoordde een van de vrouwen met een trillende stem.

'Dat hoeft niet.' Melody liep haastig langs hen heen. Ze hoorde hun stemmen fluisteren, maar verstaan deed ze het niet. Ze had geen tijd om zich zorgen te maken over wat ze zeiden.

Haastig liep ze door, tot ze bij de Gravenwegstraat was. Het weggetje dat tussen twee gebouwen liep, vormde een vreemd contrast met de andere straten. Het was krap en er waren geen vrolijke lichtjes meer, maar het geluid van de club dreunde nog even luid. De stress was gevuld met metalen vuilnisbakken en achteruitgangen. Er waren een paar slecht onderhouden struiken die tegen de gebouwen omhoog kropen en een stapel vuilniszakken, maar geen spoor van Dianne of Lucile.

De enige persoon die te zien was, was een man van een jaar of dertig. Hij stond naast een van de deuren tegen de muur geleund, met zijn donker capuchon over zijn hoofd getrokken en een sigaret nonchalant tussen zijn vinger geklemd. Hij keek haar richting uit. 'Hé schat, ben je je honden aan het uitlaten?'

Melody liep aarzelend dichterbij, moest ze hier echt zijn? Er kroop een rilling over haar rug. Waren Dianne en Lucile hier nog? Was dit wel de juiste straat? 'Nee, ik zoek mijn vriendinnen.'

'Vriendinnen...' De man keek haar aan, voor hij een blik op de pitbulls wierp. 'Ben je niet wat te jong om hier 's nachts alleen rond te lopen?'

'Ik ben niet alleen.' Melody glimlachte aarzelend. 'Ze bijten.'

'Oh ik twijfel er niet aan dat ze bijten.' De man lachte net iets te hard. 'Maar wie zoek je precies? Ik heb wel twee meisjes de club uit zien komen.'

'Had een rood haar?' Melody keek hem aan.

De man knikt. 'Ja, het waren twee jonge dingen. De een had rood haar en de ander wit. Ze hadden van die zwarte jurkjes aan. Er liep een man achter hen aan.'

Dat moesten ze wel zijn. 'Welke kant gingen ze op?' Melody schreeuwde het bijna. Waren ze te laat?

De man wees in de richting waar ze vandaan kwam. 'Daarheen, zo de doodlopende steeg in.' Hij lachte hard.

'Bedankt.' Melody klemde haar kaken stevig op elkaar. Als je twee meiden in nood zag deed je toch iets? Maar hij was gewoon rustig zijn sigaretje blijven roken, of meerdere sigaretten. De grond bij zijn voeten was bezaaid met peuken.

'Als ik jou was zou ik opschieten. Ik weet niet wat die man van plan is.'

Ze wierp een blik op de twee pitbulls. 'Ga maar, jullie zijn sneller dan ik. We hebben geen tijd.' Direct spurtten Dominique en Noah weg.

Ze wilde hen achterna lopen, maar toen sprak de man weer.

'Zo dat zijn slimme honden,' zei hij langzaam. Hij nam nog een trek van zijn sigaret. 'Of zijn het geen honden?'

Een rilling trok door Melodies lichaam. Hoe wist hij het? 'Het zijn gewoon honden.'

De man grijnsde. Rook ontsnapte uit zijn neusgaten. 'Vast en jij bent geen begaafde... Ik heb ze wel vaker gezien. Kindjes van het Niverium die denken dat ze de hele wereld aan kunnen. Maar nu zijn die hondjes van je er niet meer.'
Een zwaar gevoel vulde haar lichaam. Deze man... het klopte niet. Hij was meer dan alleen een engert en hij had hen zojuist volledig om de tuin geleid. 'Mijn vrienden gingen niet die steeg in, hè?' Melody keek hem aan. Ze voelde haar lichaam koud worden. 'Wat heb je met ze gedaan?'

'Oh, maak je geen zorgen. Ze zitten gewoon veilig binnen.' Hij wees naar een roestige deur tegenover hen. 'Ga je mee kijken? Er is vast nog wel plek over.'

Melody keek van hem naar de deur en toen naar de richting waarin Dominique en Noah waren verdwenen. Het was een val geweest. Wat wilde hij van haar? Dit kwam niet goed. Moest ze om hulp schreeuwen? Was dit het moment dat het er op aankwam? Haar ogen dwaalden naar haar vingertoppen. Kon ze dit wel?

'Dat hoef je niet te proberen.' De man drukte zijn sigaret tegen de muur aan. 'Als je jouw gave onder controle had gehad, had ik het wel geweten. Jij zou hier helemaal niet moeten zijn.'

'Hoe weet je dat?' Melody keek hem met grote ogen aan.

Hij grijnsde zo breed, dat zijn gelige tanden zichtbaar werden. 'Je bent niet de enige met een gave.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro