SW @natura1500 opdracht 1

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Zuchtend stap ik uit mijn huisje, dat midden in het bos staat. Mijn ouders zijn weer lekker chagrijnig, en zoals altijd reageren ze dat op mij af.

Om wat stoom af te blazen ga ik altijd een rondje hardlopen in het bos. Veel mensen zeggen dat het er gevaarlijk is, en er één of ander eng wezen woont, maar ik weet wel beter. Ik woon hier al zolang als ik me kan herinneren, en ik heb nog nooit een vreemd of eng wezen gezien. Mijn ouders ook niet, dus het bestaat niet, of ze doen alsof het niet bestaat en geven er niet om als ik doodga, maar dat lijkt me sterk.

Voor een ochtend in de zomer is het trouwens nog best wel fris, merk ik. Ik doe het vestje dat ik voor de zekerheid mee heb genomen aan en begin aan mijn rondje.

Huiverend denk ik terug aan gisteren. Tijdens de les hadden we het over vermiste kinderen, en het blijkt dat er gisterochtend een tiener is verdwenen... Iedereen gaf meteen de schuld aan het mystrieuze wezen, en ondanks dat ik niet in dat wezen geloof vraag ik me toch af wat het dan wel was.

Een brekend takje rukt me uit mijn gedachten. Zoekend kijk ik om me heen, maar ik zie niets dat het takje kan hebben gebroken. Maar een takje breekt niet uit zichzelf, en ik was het niet. Op mijn hoede loop ik naar de struik waar het takje ligt. Het geritsel en gekraak wordt steeds harder wanneer ik dichterbij kom.

"Boe!" roept iemand, die uit de bosjes springt. Geschrokken deins ik achteruit en kijk de belager aan.

"Verdomme, Tyson, ik schrok me dood." zeg ik boos en ik geef hem een zachte tik op z'n hoofd.

"Je had je gezicht moeten zien, Syd, het was geweldig!" giert hij uit. Geïrriteerd sla ik mijn armen over elkaar. -Lekkere beste vriend heb ik- denk ik, rollend met mijn ogen.

"Oh, kom op, Sydney, je kan toch wel tegen een grapje meid? Je gaat me toch niet vertellen dat de grote Sydney Brentwood, de leukste, liefste, knapste en sterkste 17-jarige van East Village, niet een heel ietsie pietsie klein beetje moet lachen om de flauwe grap van haar geweldige, beste vriend Tyson Decker?" bijna hoopvol kijkt hij me aan.

Chagrijnig staar ik terug, maar ik kan mijn lach niet inhouden. Hij schiet ook in de lach en na een paar minuten houden we ook weer op met lachen.

Wanneer we weer een beetje op adem zijn gekomen kijkt hij me onderzoekend aan. "Gaat alles wel goed, Syd?" vraagt hij bezorgd.

Ik knik:"Ja, hoor. Ik dacht gewoon even aan gisteren..."

"Je bedoeld over April? Dat meisje dat gisterochtend is verdwenen?" Weer knik ik, als antwoordt op zijn vraag.

"Weet je..." begint Tyson, maar hij wordt onderbroken door een oorverdovende gil. Geschrokken kijken we elkaar aan. Zonder dat ik het in de gaten te hebben pak ik Tysons hand vast.

"Ty... Dat kwam in de buurt van mijn huis vandaan..." mompel ik, mijn ogen groot van angst. Hij haalt nerveus een hand door zijn goudblonde lokken:"Weet je het zeker?"

Vastbesloten knik ik en ik trek hem mee in de richting van mijn huis. Bij de splitsing blijf ik stilstaan. Naar links is mijn huis, naar rechts is het oude, vervallen schuurtje van mijn ouders. Er is al jaren niemand geweest, geloof ik. Ik mocht er ook niet in van mijn ouders, ze zeiden dat ze de sleutel kwijt waren.

Gefrustreerd haal ik een hand door mijn zwarte krullen en mijn ogen vliegen over het pad.

"Ehm, Syd, is dat bloed?" vraagt Tyson met een trillende stem, wijsend naar het rechterpad. Mijn blik volgt de zijne en dan zie ik het ook.

"Heb je je zakmes bij je?" vraag ik. Tyson knikt en haalt hem uit zijn broekzak. Ik zucht diep en stap het rechterpad op, met Tyson die voor me uitloopt. Weer horen we een gil, deze keer een stuk harder. "Volgens mij komt het uit jou creepy schuur, Syd..." mompelt Tyson.

Ik bijt zacht op mijn lip en kijk hem aan. "Ik denk dat je gelijk hebt, Ty..." antwoordt ik, na een paar seconden in zijn groene ogen gestaard te hebben.

Op ons hoede lopen we naar de schuur, waarvan de deur, tot mijn verbazing, op een kier staat. Voorzichtig duw ik de deur verder open.

"Pap!? Mam?!" roep ik ontzet als ik mijn ouders zie, die bij een dood meisje zitten. Hun gezicht is besmeurd met bloed en ik kokhals als ik zie dat er ook bloed op hun tanden zit.

"Oh, mijn god, Syd..." fluistert Tyson, al net zo verbaasd als ik zelf.

"Het was een grote fout om hier te komen, Sydney." zegt mijn vader met een enge grijns. Mijn ogen vliegen door de schuur, waar allemaal skeletten liggen.

"Syd... Dit zijn alle vermiste kinderen... Het aantal klopt precies..." zegt Tyson zachtjes.

"Wat kan jij goed tellen, jongen. Maar dat klopt. Al jullie lieve vriendjes liggen hier, of in onze maag." zegt mijn vader en hij begint te lachen. -Ze zijn gestoord- denk ik. Ik pak Tysons hand, en voordat iemand ook nog maar iets kan zeggen ren ik weg, met Tyson in mijn kielzog.

"Hierkomen, snotapen! Niemand mag weten wat jullie hebben gezien!" roept mijn vader en hij rent achter ons aan. Heel ver kom ik niet, al snel struikel ik over een steentje.

Tyson draait zich om, en wilt teruggaan om me te helpen, maar ik roep dat hij door moet gaan. "Ik haal je wel weer in, ga! Ga naar de politie!" roep ik.

Ik probeer weer overeind te krabbelen, maar ik voel een scherpe steek in mijn zij. Ik draai me om en zie mijn vader staan. Hij heft zijn arm, klaar om weer toe te slaan, en het enige wat ik kan ik staren naar zijn normaal zo vertrouwde gezicht.

Ik had nooit verwacht zo te sterven... Vermoord, door mijn bloedeigen vader. Dan bedenk ik me dat er helemaal geen eng, mystrieus wezen was, maar gewoon doodnormale mensen, mijn ouders... Kannibalen...

Ik zie zijn arm weer naar beneden gaan, en hoe hij het mes in mijn hart plant. Daarna wordt alles zwart...

Aantal woorden: 1036

natura1500 hier is ie dan eindelijk, de eerste opdracht!!

Ikzelf vind het niet heel goed, maar ja... ik ben benieuwd naar jou commentaar!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro