1e opdracht:

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


Voor de wedstrijd van  @Jeva



Mijn inzending van de schrijf wedstrijd:

Belasting van onze rijkdom

De wind waaide zachtjes en ons haren dansten door de draf van de paarden. Af en toe reden we klein stukjes galop, maar we moesten al snel er mee stoppen doordat het te druk was op de weg. Heel eventjes glipte Kim het pad af naar een bospaadje. Ik volgde haar. We hadden er scheid aan dat Heer Selby niet wilde dat we het bos in gingen met zijn paarden. Kim op een zwarte hengst, Nightlock en ik op Coconut kwamen steeds verder de dichtbegroeide bossen in. Het was wild en ruig, de grond was modderig en het pad verdween langzaam.

'Het is mooi hier,' zei ik lachend. Kim rijdend op Nightlock beval het paard om stil te staan en zo deed ik dat ook. Coconut, de bruine merrie was iets koppiger en daarom duurde het langer voor dat hij stil stond. Kim neuriede het liedje wat ze vanochtend zong en ik stapte van mijn paard af. 'Zullen we ergens zitten?' Zei ik, maar het antwoord was eigenlijk niet nodig geweest.

Het boeide ons niet dat onze schoenen nat werden en onze jurken vies. Het was mijn verjaardag en dan gaat het om de plezier. En zo boeide het Kim ook niet om nog een keer te zingen ander lied wel. Een lied diep geworteld in ons. In onze familie en dode ouders. In ieder geval dat nam ik aan, ik had ze nooit echt gekend. Het lied van de Sirene.

Ships sink, Ships clash

The only rocks, the sailormen

Sinking in the sound

Flowing with the see

Reassure your children

Your father belongs to me

Onze stemmen klonken mooi, maar het lied had een duistere betekenis. Maar toen we zongen deed de betekenis er niet toe. Als het maar mooi was en onze stemmen zuiver klonken. Ik bracht een hogere stem in het melodietje en Kim probeerde dat ook. Het werd een wedstrijdje wat verbazingwekkend hoog eindigde, maar uiteindelijk stopte het in schor gekrijs.

En we begonnen hard te lachen, zo hard dat we elkaar bijna van de boomstam afduwden. Kims blonde haren belanden in de modder en ze trok me even hard naar zich toe. 'Nee!' Gelukkig redde ik mezelf net. Kim begon nog harder te lachen en ze doet een slappe tweede poging. Het is aanstekelijk.

'Roxanna Kalbor,' klonk een zware stem. Ik draaide me om. Een grote man met kort bruin haar in arme kleding kwam naar me toe gelopen. Ik griezelde van hem. 'We moeten hier weg,' fluisterde ik dan ook tegen Kim. Ze kwam onmiddellijk overeind en liet zich zakken in de modder. Ik gaf haar een knie zetje en ze steigerde op. Niet zonder de man in de gaten houden natuurlijk.

'Probeer maar weg te komen,' zei hij lachend.

'Jullie dachten natuurlijk dat niemand jullie stemmen konden horen.'

Angstig zwaaide ik met al mijn kracht mijn been over het paard en beval hem om om te draaien. Maar Coconut bleef staan. En kim.. Kim stond er nog! 'Kim ga,' roep ik wanhopig. Ze gaat niet. Ze. Gaat.

'Kim!'

'Nightlock gaat niet,'

'Maar,'

En op dat moment hield de man de teugels van Coconut vast. Mijn hart bonkte. In mijn hoofd gilde ik. Wat moest ik.. Ik gaf hem een schop met mijn teugels, maar hij liet geen pijn zien. 'Jullie gedrag is dan misschien niet zo mooi,' zei hij dan ook, 'maar jullie stemmen zouden prachtig zijn.' en hij gaf een klap in mijn zij terug. Ik trok een grimas. Hoe kon ik.. Heel zachtjes aaide hij mijn benen van boven naar onder. 'Dat dit jouw lichaam is... ik had nooit... Jullie stemmen zijn zo.. Hypnotiserend..' En meteen wist ik dat dit over moest zijn. Ik moest iets doen.

Wanhopig liet ik mezelf dan ook vallen in de modder en kroop ik overeind. Meteen begon ik te rennen en vlak daarna keek ik om naar Nightlock. Kim was al ontsnapt. De man holde achter me aan, maar ik zette door. Niet omkijkend. Ik probeerde dezelfde route te nemen als de route die ik en Kim namen toen we hier naar toe gingen.

Mijn jurk veranderde langzaam aan de onderkant in bruin en ik struikelde er voortdurend over. Maar de man was weg. De struikrover was weg. Ik had hem niet meer gezien.

Ik zag Kim bij de weg staan wachten toen ik net het bos uit kwam. Mijn pas werd door vreugde steeds sneller.

'Kim!' Ze keek om en ze begon te schitteren. 'San!' En we omhelsde elkaar. Naar de omhelzing keek ik, onzeker als de man wel of niet ons achtervolgt had, om. Nee, hij was nergens meer te bekennen. Hij had vast al genoeg aan de paarden. Arme Heer Selby. Een paardenkar werd al snel zichtbaar op de weg en we wisten allebei wat we moesten doen.

Toen de kar dichtbij ons kwam, vroegen we aan de man of we in de kar mochten. Hij ging akkoord en we zeiden dat we vlakbij Londen afgezet moesten worden. Maar tijdens de reis voelde ik dat we de verkeerde kant op gingen.

'Meneer, het duurt wel erg lang,' zei ik. Kim sliep al van de spanningen en ik zag niks wat me bekend voor kwam. 'Het gaat ook niet zó snel met deze paarden hoor,' antwoordde hij. 'Zo snel als wat?' vroeg ik nieuwsgierig. De meneer zei niks.

'Ships sink, Ships clash,' mompelde ik. Schepen zinken, schepen botsen.. De enige rots... 'Ja dat is het lied van de sirene,' antwoordde de man. Lied van de Sirene.. Sirene. 'Alleen sirenes kunnen die hoge noten halen,' vervolgde hij.

De meneer riep plotseling halt en we stopten. 'Jullie hebben geen idee waar jullie van ontsnapt zijn,' zei hij. 'Van wat dan?' Wat ik toen nog niet wist is dat ik heel iemand anders was dan ik dacht dat ik was. En ik was niet de enige. Nee Kim ook.

'Van de belasting van jullie rijkdom.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro