H36. Renske

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Iedereen is naar hun eigen huis gegaan om spullen in te pakken. Op dit moment loop ik als een toerist over straat met een grote koffer en een rugzak op mijn rug. Ik zou eerst meer meenemen, maar ik weet dat ik het soort persoon ben die teveel nieuwe spullen koopt en dus met twee keer zoveel spullen thuiskom.

Mensen die ik voorbij loop kijken me aan, maar ik gun ze geen blik. Ik ga gewoon naar Barcelona dus I don't care wat ik nu allemaal doe. Ze zien me de komende maanden toch niet meer terug.

Het is nog ongeveer vijf minuten lopen naar Lieke haar huis. Ik vind het best wel knap dat ik nu loop, want ik haat lopen.

Als ik bij haar huis aankom ga ik via de achterdeur naar binnen, aangezien ik weet dat Lieke de deur expres niet open gaat doen waardoor je alsnog om moet lopen.

'Hey Liek!' Roep ik terwijl ik naast haar op de bank spring. 'Sinds wanneer ben jij zo snel klaar?' Vraagt Lieke lachend. Ik kijk haar beledigd aan. 'Shut up,' mompel ik lachend.

'Hallo tomatoes!' Roept Lenora. Ookal zou je haar stem vervormen, je weet dat het Lenora is.

Even later is Nienke er ook en besluiten we een taxi te bellen. We hebben namelijk geen zin om te lopen met de spullen.

In de taxi gaan we als irritante kinderen meezingen met liedjes. Ik denk dat ik een taxichauffeur nog nooit zo blij heb gezien toen wij de taxi uitstapten. Hij was zo blij dat hij ons ook nog uitzwaaide.

We komen Schiphol binnen en doen alle nodig dingen voordat we het vliegtuig inlopen. Ik heb vliegtuigen nooit echt fijn gevonden, maar ik overleef het wel. Tenminste dat hoop ik.

Ik zit naast Nienke. Lieke en Lenora zitten ergens voor ons. Na ongeveer twee uren zijn we geland in Barcelona.

Lenora en Lieke rennen het vliegtuig uit. Stelletje kleuters. 'Ik was eerder!' Horen we Lieke roepen. 'Ze hebben vast en zeker een wedstrijd gedaan over wie als eerste het vliegtuig uit was,' zegt Nienke waardoor ik knik.

Nadat we onze koffers hebben gepakt lopen we wat rond. We hebben namelijk geen flauw idee waar we nu heen moeten.

'Dit is echt typisch iets voor ons,' zegt Lenora lachend. Een man kijkt ons de hele tijd aan. 'Vinden jullie die man ook niet eng?' Vraagt Nienke die de man ook heeft opgemerkt.

'Ja hij is eng ja,' antwoord ik. 'Welke man?' Vraagt Lenora. 'Achter je,' zegt Lieke. Lenora draait zich om en kijkt de man aan voordat ze naar de man gaat zwaaien als een gek.

Nienke facepalmt zichzelf. 'Lenora,' mompelt ze zodra de man onze kant opkomt. 'Moeten we nu rennen of niet?' Vraagt Lenora terwijl de man steeds dichterbij komt.

'Misschien,' zeg ik. We draaien ons tegelijk om en lopen langzaam weg. 'Wacht!' Horen we iemand roepen. Waarschijnlijk die man.

We draaien ons weer om naar de man. 'Zijn jullie Lieke, Lenora, Renke en Nienke?' Vraagt de man. 'Dat ligt eraan,' antwoord ik.

'Waarom ligt dat eraan?' Vraagt de man verbaast. 'Nou het ligt eraan wat u van plan bent,' zegt Lieke. De man zucht. 'Willen jullie nog naar de jongens of niet?' Vraagt hij.

'Wat als we nee zeggen?' Vraagt Lenora. Wat doen we deze man aan? 'Dan moeten jullie ze zelf zoeken,' antwoordt de man.

'En wat als u zegt dat u ons naar de jongens stuurt, maar u ons in werkelijkheid ontvoert?' Vraag ik nu. 'De jongens hadden ook wel kunnen zeggen dat jullie zo vreselijk irritant zijn,' mompelt de man.

We kijken elkaar grijnzend aan en geven elkaar een high five. Irritant zijn is gewoon ons ding. 'We gaan mee, maar als er ook maar één teken is dat u ons wilt ontvoeren, dan schreeuwen we keihard,' zegt Nienke. De man knikt en zegt dat we hem moeten volgen.

Als we buiten zijn stappen we in de auto nadat we onze spullen in de kofferbak hebben gedumpt. En ik moet lekker voorin zitten naast de enge man waarvan we de naam niet weten. Wat een feest.

'Hoe heet u eigenlijk?' Vraagt Lieke. 'Mijn naam is Dave. We knikken en genieten van de omgeving. Na een halfuurtje komt de auto tot stilstand bij een groot, luxe hotel.

'De jongens zijn op de bovenste verdieping en dan kamer 351,' zegt Dave zodra we het hotel inkomen.

We gaan de lift in, wat een hel is voor Nienke aangezien die claustrofobisch is. We zorgen ervoor dat ze kalm blijft totdat de lift op de bovenste verdieping stil gaat staan en de deuren opent.

We stappen uit en lopen naar de juiste kamer. We horen de jongens praten door de deur. Dave klopt op de deur en we wachten geduldig totdat iemand de deur open maakt...

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro