3.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik loop naar mijn kluisje en doe mijn boeken in mijn tas. Ik loop naar mijn fiets en begin te fietsen. Het regent een beetje. Na een minuut of twee zie ik Liv voor mij fietsen, ik fiets wat sneller en al snel fiets ik naast Liv.

"Hey Liv!" Liv draait haar hoofd en glimlacht.

"Hey Max." Ze kijkt een beetje rond. Er is niemand in de buurt, zoals wel vaker. Er fietsen hier niet zo vaak mensen. Alleen als je hier echt langs moet fiets je hier langs en dat zijn niet veel mensen. Het enige wat je hier tegenkomt is het treinspoor en auto's. Vooral 's avonds zijn er behoorlijk wat auto's. Ik kijk weer naar Liv, haar ogen zijn een beetje rood, het lijkt alsof ze gehuild heeft.

"Liv? Is er iets? Vraag ik lichtelijk bezorgd.

"Nou, vandaag waren ze er weer." Ze snikt. Er is dus echt iets.

"Wie?" Vraag ik.

"D-de mensen, ze waren vandaag met elf. Ze duwden mij en ik viel. Toen hebben ze mijn boek v-verbrand.." Ze probeert haar tranen in te houden, maar dat mislukt. Mijn ogen worden groter. Hoe kunnen mensen dat doen? Hoe?

"Jeetje, doen die mensen dat soort dingen vaker?" Mijn stem trilt een beetje.

"Soms, maar ik wil dat je niks zegt, dat heb ik ook al geprobeerd. Het werd alleen maar erger." Ik voel een steek in mijn buik. Ik weet dat je dit soort dingen zou moeten zeggen, maar als Liv het niet wil, kan ik niks doen. We zijn bijna bij de splitsing waar ik moet afslaan.

"Ik help je Liv, als er iets is kun je altijd bij mij komen. Maar ik moet hier afslaan, tot morgen, denk ik." Ik zie Liv glimlachen. Dan sla ik af.

Wat gaat er mis als mensen dat doen? Wat maakt dat mensen elkaar zo veel pijn kunnen doen? Liv was heel anders dan gisteren, ze was kwetsbaar, gisteren leek ze haar gevoel te verbergen, nu niet.

Die middag fietste ik weer naar huis, ik dacht na over wat Liv vertelt had en over het weekend. Soms lijkt er zo veel te gebeuren in een week.

Na een weekend te hebben uitgerust fiets ik weer naar school, voor op de vroege ochtend zijn mijn hersenen best actief. Vaak slaap ik nog half als ik fiets, maar de kou heeft mij nu wakker gemaakt.

De wind verpest mijn haar genadeloos, met een klein beetje hulp van de regen. Erg leuk, naar school fietsen. En dan vooral als het regent.

Gelukkig heb ik wind mee. Als je wind mee hebt lijkt het soms alsof je vliegt, alsof niet alleen de wind aardig doet, maar ook de rest de wereld. Dan lijkt het alsof het leven je vriend is, voor heel even.

Maar met tegenwind is het precies andersom, het lijkt soms alsof de je door de grond zakt, als het leven je haat, voor heel even

Oké, misschien was dat een beetje overdreven. Het leven is in het algemeen wel aardig. Of tenminste, soms.. Voor Liv zal het leven wel lijken alsof er constant tegenwind is. Alsof alles wat er gebeurd haar langzaam opeet.

Vlug fiets ik de bocht door, ik ben wat laat. Gelukkig is het niet lang meer fietsen. Slechts een paar bochten en ik ben op school. Fietsen lijkt altijd te lang te duren.

De wind duwt mijn haren in mijn gezicht. Mijn hand legt de pluk haar weer op zijn plaats. De laatste paar meters, ik fiets het plein op en stap van mijn fiets af. Mijn sleutel stop ik weer in mijn tas en ik pak mijn kluissluitel.

Nog twee minuten voor de bel gaat, genoeg tijd. Ik loop naar binnen, de school in.

~ Eline

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro