Het ruikt naar vanille en amandel. Ik kijk om me heen om te zien waar mijn mate is. Om me heen staan vijf wolven, aan hun ogen te zien zijn ze aan het mindlinken met iemand, waarschijnlijk hun alfa. Ik kijk om me heen, opzoek naar mijn mate. Dan zie ik hem. Hij komt net tussen de bomen door lopen. Hij is in wolf-vorm, is groot en zwart en heeft rode ogen. En hij kijkt me recht aan. "Hallo, wie ben jij?" Hoor ik in mijn hoofd, het is de grote zwarte wolf, mijn mate. Alleen zijn stem al bezorgt me rillingen van plezier. "Ik ben Amy" mindlink ik terug. Hij knikt "kom mee naar mijn pack" Ik schud nee, want ik kan mijn vrienden niet zomaar achterlaten. "Meekomen" bromt hij verveelt. "Neem tenminste afscheid van je vrienden Amy" zegt Amelia tegen mij. Ik zucht en loop de grot binnen. " Waar ga je naartoe?" Het is de zwarte wolf weer. Ik besef nu dat ik zijn naam nog niet weet. " Ik ga mijn vrienden gedag zeggen" "oke" antwoord hij. Ik loop naar mijn vrienden toe. "Wie is daar?" Het is Samuel. "Het zijn wolven van een pack. De Alpha is mijn mate"
mindlink ik naar hem. Hij knikt. "Wees voorzichtig hè? Wij blijven hier, voor als je ons wilt opzoeken" "Dankjewel. Dat waardeer ik heel erg. Vaarwel dan, voor nu" zeg ik. "vaarwel" Ik neem afscheid van iedereen en loop naar buiten toe, naar de Alpha en de andere 5 wolven.

De zwarte wolf maakt een gebaar dat ik hem moet volgen. Ik volg hem en de andere wolven komen achter mij aan. "Wat is jouw naam eigenlijk?" Vraag ik aan de zwarte wolf. "Ik ben Elijah. De Alpha van de blackmoonpack" Zegt de wolf.

Ik heb echt iets met alpha's joh.