43

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

"En?" was het eerste wat ik zei toen ik de vergaderzaal van het paleis binnen liep. Deze ruimte was kleiner in vergelijking met de meeste zalen. Een lange tafel met stoelen aan beide kanten en één stoel aan het hoofd stonden recht voor me toen ik rondkeek.
Tegen de muren stonden kasten met boeken en een groot en hoog raam had uitzicht op de grote vuurboom die op het plein voor het paleis groeide. De drie vuurelfen die me volgden, liepen mee de zaal in.

De oude man, Arlonius, kwam achter me vandaan met een stapel boeken en brieven in zijn handen.
Hij legde deze op tafel neer en ik keek er naar.

"Dit is alle geschreven informatie over de mensenrijken van West-Efea," vertelde hij en ik gebaarde dat hij mocht zitten.
Ik nam plaats aan het hoofd van de tafel en keek een van de vuurelfen aan.

"Haal de elf die de keizer doodde. De rest van jullie bewaken deze kamer," beval ik. De elfen voerden het bevel uit toen ze de vergaderzaal uitliepen en de deur achter hen dichtdeden.

"Waar zullen we beginnen?" vroeg ik en sloeg mijn handen in elkaar.
Mijn ogen gleden over de grote boeken en vele brieven heen. Zin om te lezen had ik eigenlijk niet. Arlonius merkte het aan me.

"U zei dat u prinses Munia wilde uithuwelijken aan een van de mensenrijken," begon hij.

"Ja. Als ik haar vind. En als ik haar vind, aan wie denk jij dat ik haar moet geven?"

Arlonius haalde even diep adem en pakte een paar brieven erbij.

"Met alle respect, Uwe Hoogheid, u moet weten wat Emperals positie is in dit continent. Het is niet zomaar een mensenrijk. Emperal is een bewaker," vertelde Arlonius.

"Ga door," luisterde ik naar de oude man.

Arlonius liet de brieven die hij in zijn handen had op tafel liggen en greep naar een rol perkament.
Toen hij deze uitrolde verscheen de volledige kaart van het continent Efea op tafel.
Hij wees naar Emperal dat een groot oppervlak van de kaart innam.

"Er is een verdrag tussen Emperal, de mensenrijken in het westen en de bossen in het oosten van Efea. Zoals u weet ligt Vlamwoud boven Emperal. Emperal was getraind om de vuurelfen...," Arlonius keek even naar de gesloten deur waar de vuurelfen achter stonden om deze ruimte te bewaken.

"Emperal was getraind om ze buiten hun grenzen te houden," maakte ik de zin van de oude man af.

Hij knikte en sprak verder.

"Het verdrag luidt dat Emperal er voor zorgt dat er geen oorlogen tussen de mensenrijken en Oost-Efea uitbreken. Emperal is een bewakende bufferzone. Zij houden het westen en het oosten gescheiden,".

"Oké," zei ik. "En dit land dan? Zuidland?"

Ik wees naar een land op de kaart dat onder Emperal lag. Ik keek naar de getekende bergen die de zuiderlijke grens van Emperal aangaven. Ook zag ik dat de Zuiderlijke Buitenpost van Emperal zich daar bevond.
Zo was dat aan elke kant van het land. Ik dacht aan de Noorderlijke Buitenpost die ik verwoest had. Jammer, maar dat gebied was nu toch al niks meer waard. Alle vuurelfen waar die buitenpost zich tegen beschermde waren hier.
Een grijns verscheen op mijn gezicht door die gedachte.

"In Zuidland leven rebellen. Het is een en al chaos," vertelde Arlonius.

"Wat is dat voor een landschap? Woestijn?"

"Droogte, Uwe Hoogheid. Zuidland had eerst prachtige groene bossen, maar door de droogte dat 70 jaar geleden kwam is alles verdord. Het meer is opgedroogd. Er heerst dus een grootschalig watertekort en sindsdien is er al een strijd tussen de rebellen en de Emperanen. Ze proberen de grens over te steken,"

"Rebellen...,"

"Er staat een muur tussen de gebergten die de grens bewaken. Daar bevindt zich de Zuiderlijke Buitenpost. Al 70 jaar voeren ze hun taak erg goed uit,"

"Vertel me eens meer over Oost-Efea. Ik zie dat het bossen zijn," zei ik en begon de namen op te lezen. "Het Heilige Woud, Niemandswoud, Zwarte Hazenwoud, Reuzenwoud,".

"Erg veel bosgebied.. en regenwoud. De bossen hebben hun eigen volkeren en eigen culturen. In het Heilige Woud leven de dienaars van de heilige leider Bagu. Hij woont in de Oude Stad in een grote tempel. Hij schijnt 500 jaar oud te zijn als het niet ouder is,"

Ik lachte bespottelijk. "Is hij magisch?"

"Nee. Ik betwijfel ook of het echt waar is. Ze hebben een spirituele leefstijl en misschien zijn de paddestoelen naar hun hoofd gestegen," reageerde Arlonius. Ik zag dat hij het gesprek mild probeerde te houden.

"En het enige wat Emperal verbindt aan Oost-Efea is deze brug?" vroeg ik en wees naar het oosten van Emperal waar een zee, genaamd de Koude Zee, het land scheidde van de bossen.

"Ja, die brug is 100 jaar geleden gebouwd vanwege het verdrag met het Zwarte Hazenwoud," zei Arlonius. "Boomburcht is de hoofdstad van dat bos. Romahn Zuidster heerst over dat gebied. Hij is net als Emperal een bemiddelaar, een bewaker, maar dan voor de wouden,".

"Romahn Zuidster," zei ik hardop.

"Hij levert ook hout aan Emperal. Dat was een onderdeel van het verdrag, wat de grootvader van keizer Razall had vereist," legde Arlonius uit. "Dan is er nog Zwaanfort,".

Het was even stil en ik werd meegezogen in mijn gedachtes.
Er was zoveel om aan te denken.

"Mijn excuses Uwe Hoogheid, ga ik te snel?" vroeg Arlonius toen hij me zag denken.

Ik wreef langs mijn voorhoofd en schudde mijn hoofd.

"Nee, het is oké. Ga verder," was mijn antwoord en de oude man vertelde me dat Zwaanfort een grote stad in Emperal was dat nog geen dag rijden hier vandaan lag. Het was bijna net zo'n grote stad als Emperals Paleis met een half miljoen inwoners. Arlonius vertelde ook dat hier de Genezingstempel lag waar Genezers hun lessen kregen.

"Dank je wel," zei ik en stond op. "Dit was... informatief,".

"Het was me een genoegen, Uwe Hoogheid," reageerde hij.

Rebellen in het zuiden. Mensenrijken in het westen en bosbewoners in het oosten. Dat was de enige samenvatting die ik nu kon maken.

"Er is een maaltijd voor u voorbereid, Uwe Hoogheid," sprak een dienstmeisje me aan toen ik naar ze troonzaal wilde lopen.
Hierdoor draaide ik me om en vond mijn weg naar de eetkamer.

"Wat is het?" vroeg ik toen ik diverse gerechten op tafel zag staan. Het personeel van de keuken legden alles voor me klaar.

"Uiensoep met gebakken brood, gebraden lamskoteletten en op zuur gemaakte Emperaanse groentes," vertelde de kok die toekeek hoe zinn personeel zorgde dat ik gelijk kon dineren.
Ik voelde me koninklijk. Het feit dat er mensen eten voor je maakten, was voor mij een van de dingen waar ik enorm van kon genieten.

Na het eten ging er een gedachte door me heen dat ik naar alle buitenposten brieven moest sturen. Nee. Brieven waren te voorspelbaar. Wat als die soldaten zouden vluchten? Een opstand zouden beginnen?
Nee. Ik moest er troepen naartoe sturen om te zorgen dat ze hun werk zouden blijven doen.
Ik had namelijk een andere missie.
Het bij elkaar houden van het continent zonder dat er oorlogen zouden uitbreken leek mij een bijzaak.

Daarom stuurde ik 4000 man naar elke buitenpost, wat gemengd was met 500 vuurelfen. Dit was de zekerheid die ik mezelf gaf, mocht er een gevechten uitbreken. Gaven ze zich over? Dan zette ik van elke groep die ik er naar toe had gestuurd één van hen aan de macht om als nieuwe leider over de buitenpost te heersen.
Het idee van de brieven paste ik aan. De brieven zouden naar alle koninkrijken in het westen en de bossen in het oosten gestuurd worden. Ik was nu de keizer en als ze ook maar zouden durven om hier verandering in te krijgen zouden ze hier zwaar voor boeten. Als ik een buitenpost al binnen een halfuur weg kon vagen, wat zou ik dan met hun heilige kasteeltjes kunnen doen? Precies.

Nu zou de wereld er achter komen dat er een nieuw regime was.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro