hoofdstuk 29: Het hol van de leeuw

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

En inderdaad, James en ik gingen naar de rouges toe. Ja, het was niet verstandigste plan, en ja, het was gevaarlijk, maar ik zou Zara terugvinden; kosten wat het kost. De pack zou een stuk minder goed georganiseerd zijn als ze er niet was. Ava vermoedde wel wat, maar ik vertelde haar dat er niets aan de hand is; als ze zou weten wat we gingen doen wou ze mee, en ik kan niet nog iemand van wie ik hou zichzelf in gevaar laten brengen, alleen omdat ik ook weer is een gevaarlijke stunt wil uithalen. 

Twee dagen later was het zover; James en ik gingen naar de rouges. Rond 12 uur s'nachts kwam James naar mijn huis toe met een handjevol kleding. Ik kijk hem verbaasd aan en hij legt uit dat als zijn ouders morgen naar hem gaan zoeken en zien dat er kleding mist, dat ze dan denken dat hij samen met mij is. Ik knik en doe de deur naar de tuin open; als we via de tuin gaan zijn er minder mensen die ons kunnen zien. Ik klim over de schutting heen en James geeft me het laatste zetje. Vervolgens springt ook hij er soepel overheen ''We moeten transformeren naar wolf vorm,'' Zeg ik. ''Zo zijn we er een stuk sneller.'' James denkt even na en knikt dan. Ik ren naar de dichtsbijzijnde  boom om te transformeren. Als ik klaar ben staat James al op me te wachten. Ik knik als teken dat we kunnen gaan en we begin richting de rouges te lopen.

We lopen naar het veldje waar nog geen week geleden het heftige gevecht had plaatsgevonden. De enige die de locatie van het rouge kamp wist was Dean, en die is met Zara ernaartoe gegaan. We zitten dus met een probleem. Ik ga op de plek staan waar ik in een rechte lijn naar ze toe was gerend en loop alles na. James volgt me en houd de omgeving in de gaten zodat er niet iemand is die ons stiekem kan aanvallen. Twijfelachtig zet ik een poot in de dichte bosjes. Gingen ze hier erin? Ik weet het niet meer precies. Ik schud mijn kop en doe het toch. James volgt me zonder enige twijfel. Het doet me goed om te zien dat hij me blindelings vertrouwt, maar ik ben tegelijkertijd ook bang dat ik daar onbewust gebruik van maak. James voelt dat er iets aan de hand is en komt naast me lopen. ''Waar denk je aan?''  Vraagt hij via de mindlink. Ik denk even na om een passend antwoord, iets dat hem niet afleid van deze missie. ''Gewoon over wat ik tegen Zara ga zeggen als we haar en Dean weer hebben,'' Ik grinnik. ''Ze komt er niet levend vanaf.'' James lacht. ''Dat geloof ik best. Ik ken die Dean niet goed, maar ik ga hem wel vertellen dat het niet zo'n goed ding is als je je mate nadat je haar net pas gevonden heb regelrecht naar het gevaar toe leid.'' Ik glimlach en loop stug door. Er komt heus wel een keer een eind aan deze bosjes. Hoop ik.

Heb je wel eens van die momenten waarvan je denkt, komt er ooit een eind aan de natuur? Vast niet, tenzij je in of bij het bos woont, dan denk je het waarschijnlijk dagelijks. Ik ben opgegroeid en woon naast het bos, dus dat is weg degelijk iets waar ik dagelijks aan denk. Ik denk er nu ook aan, nu ik ruim een uur door deze bosjes loop. Alhoewel, ik weet niet zeker dat het een uur is, het lijkt alleen zo. James blijft stilstaan, en het duurt nog geen seconde voor ik ook stilsta. ''Hoor je dat?'' Fluister ik. Hij knikt en zakt door zijn poten om zo stil mogelijk te zijn. Ik volg zijn voorbeeld en sluip naar het geluid. ''Zie je iets?'' Vraag ik. Hij schud zijn hoofd en ik spits mijn oren. Ik sluip zachtjes om hem heen, en hij bevriest en kijkt naar me. Ik knik als teken dat het goed is en langzaam volgt hij me. Na een tijdje heb ik nog steeds geen naderende vijanden gezien en ik loop weer rustig door. ''De kust is veilig,'' Zeg ik via de mindlink. Als ik achter me kijk zie ik James behoedzaam knikken. 

Verkeerde keus. Nog voor ik iets kan zeggen merk ik de aanwezigheid van iemand voor me. Ik sta doodstil, en James lijkt het vaag door te hebben dat er iets aan de hand is. Ik tel fluisterend af, en de personen die voor me staan komen steeds dichter naar ons toe. Bij 1 springt ik met een beweging naar links, dieper het bos in. James volgt me met slecht een seconde twijfelen en we sprinten het bos door. Degene die ons beslopen waren in mens vorm en ik hoor ze zachtjes in de verte vloeken. Plotseling dringt het tot me door: we zijn in het rouge gebied en staan op het punt om tegen een gevallen boomstam aan te knallen. Uit instinct zet ik me af en spring over de stronk, iets wat James niet lukt. Hij probeert nog af te remmen, maar botst toch tegen het ding aan. Gelukkig ging hij niet zo snel als ik, anders zou hij nu flinke hoofdpijn hebben. 

Ik ren zo snel als ik kan naar hem toe en help hem overeind. Samen lopen we weer om de boomstam heen. Ik zie mijn omgeving pas als James me geschrokken aankijkt. Tenten, overal tenten. En dat is nog niet alles. Rouges. We zijn midden in het rouge gebied terecht gekomen. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro