hoofdstuk 16

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

LET ALSJEBLIEFT GOED OP!
Dit hoofdstuk kan niet fijn zijn voor mensen die last hebben van paniekaanvallen. Lees dit hoofdstuk dan dus NIET.

Mijn chat staat altijd voor iedereen open voor diegenen die gezellig willen kletsen, maar óók voor mensen die iets kwijt willen of een serieus gesprek nodig hebben!

P.O.V. Norah

Midden in de nacht is mijn behoefte om te slapen ineens weg. Mijn dekbed sla ik nog verder om me heen en probeer weer te gaan slapen. Mijn ogen sluit ik alvast. De nacht is stil en donker, dus een perfecte combinatie voor mij om naar dromenland te vertrekken.

Slapen lukt alleen niet, want mijn gedachten gaan alle kanten op.

Wat gebeurt er als ik 'mijn vorige ouders' tegenkom?

Zou het kunnen dat, zodra mijn broer en zijn vrienden klaar met me zijn, ze me wegsturen?

Moet ik ooit nog terug naar het ziekenhuis, als er blijkt dat er iets grandioos mis is?

Wat vinden mijn échte ouders van me?

Hoe ben ik weggehaald bij hen?

Ben ik wel écht hun dochter en is Niall bovendien wel écht mijn broer?

Wil Niall me eigenlijk wel als familie hebben?

Zo blijf ik steeds maar denken en denken. Te laat heb ik door dat mijn ademhaling weer veel te snel gaat en de tranen stromen over mijn wangen.

Mijn hart heeft een onrustig ritme en ik raak in paniek. Er komen zwarte vlekjes in mijn zicht dansen, zodat ik niet meer goed kan zien. Ik knijp met mijn handen in de lakens in de hoop dat mijn behoefte om te gillen weg gaat, maar de frustratie blijft.

Paniekerig denk ik aan de vorige nacht toen dit ook gebeurde in het ziekenhuis. Door in mijn geheugen te graven probeer ik om me te herinneren hoe ik toen van mijn paniekaanval af kwam, maar mijn geheugen lijkt wel leeg te zijn. Ik krijg niet genoeg zuurstof binnen en ik voel me weer veel te licht en onwijs duizelig worden in mijn hoofd.

Hierdoor heb ik totaal niet door dat mijn deur zacht open wordt gedaan en snelle voetstappen naar me toekomen.

"Norah!"

Ik probeer me te focussen op de stem, maar het lukt me niet. Alles gaat heel erg langzaam en ik krijg bijna niets mee van mijn omgeving. Het lijkt wel één grote waas.

Ik voel heel erg vaag dat ik overeind wordt getild en mijn handen worden vast gepakt.

"Focus je alsjeblieft op het ritme van mijn hartslag, Angel. Ik weet dat je het kunt." Iemand pakt me vast en drukt me tegen zijn borst aan. Vaag voel ik dat iemand in-en-uitademt en ik probeer uit alle macht om dat ritme te volgen.

In...

Uit....

In...

Uit...

Het lukt me alleen totaal niet, mijn ademhaling gaat nog steeds veel te snel en de druk in mijn borstklas blijft maar beven. Ik voel me alsof ik in een donker gat word getrokken. Langzaam voel ik me wegglijden uit de sterke armen die me vasthouden.

Dan dringt er nog maar één ding tot me door. Een regelmatig gebonk. Het klinkt als het ritme van iemands hart. Ik probeer me erop te focussen.

Klop, klop. Het gebonk blijft doorgaan en het klinkt rustig, geruststellend. Langzaamaan wordt mijn ademhaling al wat minder snel.

Als we zo een paar minuten hebben gezeten, heb ik mijn ritme van ademen al iets meer onder controle. Mijn zicht is nu ook weer wat beter en de persoon voor me begint al duidelijker te worden.

Ik kijk in twee felle, smaragdgroene ogen die me nu pas goed opvallen. Hoe kan het dat ik hem zo vaak al heb gezien, maar dat ik zijn ogen nog nooit echt góéd heb gezien?

Harry kijkt me bezorgd aan. "Gaat het een beetje?"

Ik knik voorzichtig. "Paniek-aan-aanval?" vraag ik stotterend aan de jongen met de mooiste groene ogen die ik ooit heb gezien. Harry knikt instemmend.

Hij houdt me nog even stevig vast, waardoor ik tegen zijn borst aangedrukt zit. Ik kan zijn stevige spieren voelen en zijn hartritme horen. Mijn hoofd laat ik moe tegen zijn borstkas aanleunen.

"Gebeurt het vaker?" vraagt Harry aan me.

Ik schud mijn hoofd. "Dit is de tweede keer..." vertel ik. "Weet je wel, dit is de eerste keer nadat het gebeurde in het ziekenhuis." Harry knikt begrijpend.

"Hoe wist je trouwens dat er iets met me was?" vraag ik aan hem.

"Ik, eh... Ja, ik wilde naar beneden lopen en dus kwam ik langs jouw kamer. Ik hoorde dat je wakker was," antwoordt Harry vaag.

Ik kijk omhoog naar zijn gezicht en scherpe kaaklijn. Harry kijkt me aan. Hij kijkt alsof hij nog iets wil zeggen, maar toch houdt hij zijn mond gesloten. Vragend kijk ik hem aan, maar voorzichtig schudt hij zijn hoofd.

"Zal ik bij je blijven?" vraagt Harry terwijl hij een plukje haar achter mijn oor stopt.

"Ik wil je niet tot last zijn..." zeg ik zacht.

"Hé, onthoud: dat ben je nooit. Echt niet," zegt hij lief. Dan laat hij me los, zodat ik weer in mijn bed lig. Zelf gaat hij naast me liggen. Hij trekt me naar zich toe, waardoor ik zijn warme lichaam tegen de mijne voel. Nu lig ik met mijn rug tegen zijn borstkas. Ik voel hoe hij ademhaalt.

"Alles oké?" vraagt Harry aan me.

"Alles oké," bevestig ik.

Hij slaat zijn armen om mijn buik en ik we houden elkaars handen vast.

"Ben je niet moe?" vraag ik als we zo een poosje in stilte wakker hebben gelegen.

Ik voel in mijn rug hoe Harry zijn hoofd schudt. "Nee. En bovendien, ik ga pas slapen wanneer jij ook slaapt," zegt hij.

"Als je moe bent, ga je gewoon slapen, hè," antwoord ik stug.

"Ik slaap pas het beste, als ik weet dat jij ook goed slaapt," houdt hij vol.

Ik krijg een kleine glimlach op mijn gezicht. "Dank je," zeg ik.

"Anytime," antwoordt hij eenvoudig. Ik probeer om zo snel mogelijk in slaap te vallen zodat Harry dat dan ook kan doen.

Mijn ogen gaan dicht en ik nestel me nog even verder tegen Harry aan. Hij slaat zijn armen iets steviger om me heen.

"Welterusten," fluistert hij zacht.

"Jij ook," mompel ik nog.

Dan voel ik me wegglijden en val ik in slaap met Harry's geruststellende ritme van zijn hart achter me.

P.O.V. Harry

Een glimlach komt op mijn gezicht wanneer ik merk dat Norah in slaap is gevallen.

Heel misschien heb ik niet de hele waarheid gezegd over hoe ik wist dat ze niet in orde was. Ik lag al een poosje wakker in mijn eigen bed, omdat ik, tja... een soort van voelde dat er iets mis was. En aangezien Norah dat nooit uit zichzelf zou vertellen of hulp zou gaan halen, wilde ik naar haar toe. Bovendien, ik kijk sowieso bijna elke keer om het hoekje van haar deur om te kijken of ze slaapt.

Dan kom ik weer terug in de realiteit: Norah zegt, of eigenlijk mompelt, wat. Bezorgd wend ik me tot haar.

"Harry..." zegt ze heel erg zachtjes.

"Hm?" fluister ik terwijl ik een zacht kneepje in haar hand geef. Dan is ze weer stil.

"You don't have to say you love me," fluister ik zacht, "you don't have to say nothing, you don't have to say you're mine. Honey, I'd walk through fire for you. Just let me adore you..."

Ik slaap pas oké, als ik weet dat Noor dat ook doet. Met deze gedachtes en een glimlach op mijn gezicht, val ik in een diepe slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro