Hoofdstuk 16

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De twee jongens zitten nog op school, maar hebben wel strafwerk voor de eerste twee maanden gekregen, naast het feit dat Ron ook nog een brulbrief van zijn moeder heeft ontvangen die door de gehele school werd gehoord. En toch, de jongens houden zich koest en zijn druk bezig met school. De punten stromen voor Griffoendor binnen, vooral dankzij Hermelien, maar ook dankzij de andere leerlingen.

Lara merkt echter een aanwezigheid op die ze niet helemaal kan plaatsen. Ze weet niet wat, maar er is iets in het kasteel dat er niet hoort te zijn. Zouden de legendes waar zijn? Zou Zalazar Zwadderich daadwerkelijk een echte basilisk in het kasteel verborgen houden? Ze voelt de aanwezigheid ervan, alsof het haar roept. Alsof het wil dat zij het bevrijd van de plek. Zou het een slang zijn? Moet haast wel. En het enige monster dat Zwadderich ooit zou kunnen gebruiken is natuurlijk de basilisk. Maar waarom zou dat monster ineens wakker geworden zijn? Zou het al eens eerder wakker zijn geweest? Is het wel een basilisk? Ze besluit er niet over na te denken en alle rare dingen te negeren.

Samen met haar vrienden zit Lara geregeld in de Kamer van Hoge Nood, waar ze niet alleen studeren, maar ook geregeld in hun gebruikelijke faunatenvorm veranderen. Zo brengen ze de tijd door. Na een paar uurtjes besluiten ze om terug te keren naar de leerlingenkamers, waarvoor ze ieder een eigen kant uit moeten uiteindelijk. Onderweg besluit Lara aan de anderen te vertellen wat haar dwars zit.

"Jongens, ik voel een aanwezigheid van een monster. Het is niet dat ik dat ben, maar ergens verborgen in het kasteel. Volgens mijn familiegeschiedenis zou Zalazar Zwadderich een geheime kamer hebben gemaakt met een monster erin. Hij zou een hekel hebben een dreuzelgeborenen, en willen dat de erfgenaam van Zwadderich de taak af maakt en het monster los laat op hen. Ik heb geen idee of..." Verder komt Lara niet. Ze hoort de slang aangeven dat hij wil moorden en bloed ruikt, wat inhoud dat het los moet zijn in het kasteel. Ze hoort duidelijk dat het zich verplaatst. "Het is los?" Lara blijft even staan, maar besluit achter het geluid aan te rennen. Ze houdt haar oren gespitst. De anderen roepen haar terug, maar rennen achter haar aan, niet wetend wat ze anders zouden moeten doen.

"Lara! Wacht even, waar heb je het o...?" Ook Caitlin kan haar zin niet afmaken. Het groepje ziet Harry, Ron en Hermelien ook verbaasd kijken, eerst naar de grond en het raam alsof ze iets volgen. Liam ziet het ook: spinnen die vluchten. Ook de anderen zien het. Dan gaat hun blik naar de tekst in spiegelbeeld op de grond en kijken naar de muur. Dan zien ze ook mevrouw Norks, de kat van Vilder hangen. Stijf, alsof het een standbeeld is. Alle acht de leerlingen snakken naar adem, en terwijl Harry de fout maakt om dichterbij te gaan, doet Lara dat ook.

"Foute boel! Potter, maak dat je weg komt. Ik weet niet wat jou en je vrienden hierheen gelokt heeft, maar hier wil je niet bij zijn als anderen het zien. Je gaat enorme beschuldigingen op je krijgen. Ik denk te weten wat dit betekent en ik ben hier zeker niet blij mee."

"Want? Wij vonden per toeval ook mevrouw Norks," reageert hij en precies op dat moment komen alle andere leerlingen erbij. Geschokte reacties doen de ronde. Alleen merendeel van de Zwadderaars blijven rustig, en grijzen.

"Nu is het jullie beurt, modderbloedjes." Malfidus is degene die dit uitspreekt, en na een boze blik en gevaarlijke blik van Lara houdt hij snel zijn mond dicht, het besef dat hij door haar al eens is aangevallen komt terug en hij wil niet nog eens gered worden door een Huffelpuffer.

Achter Lara wordt Harry door Vilder beschuldigd van moord op zijn kat, maar de jongen ontkent. De zwadderaars genieten ervan, maar Lara absoluut niet. Terwijl Lara zich ermee bemoeit dat de snul zijn mond moet houden en niet zomaar iemand moet beschuldigen, komen de docenten en het schoolhoofd die Vilder tot de orde roept. Met tegenzin laat Vilder de jongen meteen los.

"Ze is niet dood, Argus. Je kat is versteend, maar hoe kan ik niet zeggen." Perkamentus laat zijn blik naar de kat gaan, en daarna naar de conciërge die staat te trillen van woede.

"Vraag het hem, hij heeft het gedaan. Hij heeft mijn kat versteend!"

Harry weert zich, en terwijl Perkamentus de andere leerlingen naar de leerlingenkamer stuurt, besluit Lara zich ermee te bemoeien die de hele tijd heeft staan nadenken. Het is echter Sneep die suggesties doet waarom hij vindt dat Harry wel degelijker schuldig is, maar Smalhart komt voor Harry op door te zeggen dat hij bij hem was vanwege strafwerk en hen beide de tijd uit het oog waren verloren en daarmee ook dat het dinertijd was. Dan besluit Lara het er maar uit te gooien.

"Professor, ik denk te weten wat het geweest kan zijn. Geen enkele spreuk kan voor verstening zorgen, hooguit verlamming en Harry kwam met zijn vrienden tegelijkertijd hier aan als wij, en wij waren even goed op weg naar de leerlingenkamer. Mevrouw Norks hing er al toen we hier voorbij wilden lopen." Lara laat even een stilte vallen tot ze weer verder gaat. "Als het waar is wat mijn familie zegt dat Zalazar Zwadderich een geheime kamer in dit kasteel heeft gebouwd met een monster, en die kans is groot als mevrouw Norks nu versteend is, durf ik met zekerheid te zeggen dat het een basilisk moet zijn geweest. Een echte, geen faunaat. Alleen een echte basilisk, een reuzeslang met giftanden en dodelijke ogen, kan dit doen. Normaal sterft het wezen dat de slang direct in de ogen aan kijkt, maar als je via een camera, spiegel of zoals nu door het water de slang in de ogen aan kijkt, versteen je."

De docenten kijken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Het is duidelijk dat ze het goed moeten verwerken, vooral dat er juist een monster in hun kasteel schuilt. Het is Vilder wederom die de stilte verbreekt, en hij wil wraak.

"Nou, dan ben jij de dader, want jij kan in een basilisk veranderen!" Snauwt Vilder die het zich nog goed herinnert van het voorgaande jaar. Lara rolt echter met haar ogen.

"Natuurlijk niet, ik ben een faunaat. Omdat ik als faunaat in een basilisk verander heb ik misschien wel de giftanden, maar de gele ogen van mij in mijn faunatenvorm is niet eens dodelijk, het kan niet eens voor verstening zorgen. Faunaat basilisken kunnen dat niet, alleen echte basilisken. Al moet ik wel eerlijk toegeven dat ik de aanwezigheid van het beest voel, en het lijkt me zelfs te roepen. Toch reageer ik er niet op," legt Lara uit. "Maar hoe kan het enorme beest door de school sluipen als het zo groot is?"

"Natuurlijk," fluistert Hermelien. "Zalazar Zwadderich was een sisseltong, en alleen zijn nakomelingen of erfgenamen zijn in staat zijn met slangen te praten. En jij bent zijn erfgenaam, toch?"

Lara glimlacht zwakjes. "Ja, dat ben ik, maar houd hetvoor je alsjeblieft. Behalve Liam is de rest van deze groep evengoedafstammelingen van een stichter. We willen dit echter geheim houden om tevoorkomen dat mensen met kwade bedoelingen. En hoewel ik een erfgenaam ben, benik niet degene die het monster op mevrouw Norks heeft losgelaten of zelfs diekamer geopend heeft. Er moet nog een erfgenaam zijn, of een voorgaandeerfgenaam moet een duister dagboek hebben achtergelaten. Volgens mijn vader zouer vijftig jaar terug ook aanvallen zijn geweest, iemand die van duistereelementen hield."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro