Hoofdstuk 29

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

"Zullen we gaan kijken wat er aan de hand is? Dit is normaal nooit het geval. Ik geloof dat het dementors zijn en gezien wij de enige zijn van deze gehele trein die de patronus bezwering kennen, zal het wel handig zijn als we de trein doorlopen," reageert Edward die het meteen koud krijgt bij het idee dat er dementors in de trein zijn.

"Goed idee, mijn kat kan wel op onze spullen letten. We zitten ongeveer in het midden van de trein, dus als we ons opsplitsen," antwoordt Caitlin direct en ook Liam trekt zijn toverstok. De enige die blijft zitten is Finley.

"Ga- gaan j-jullie- m-maar. I-ik ben voor de d-dood van d-d-dementors," stottert de huffelpuffer die de plek van Caitlin overneemt in de coupé. Ik ben niet goed in het toveren van de patronus bezwering, laat staan in het bijzijn van die monsterachtige dingen.

"Er kan niks gebeuren, Finley. Wij zijn bij je. Als je met mij en Liam meegaat heb je twee dappere griffoendors bij je, dapperdere mensen kun je niet bij je hebben," probeert Caitlin met een knipoog naar de andere drie. Liam reageert helemaal niet en zowel Lara als Edward fronsen alleen hun wenkbrauwen, maar blijven stil. Ze weten heus wel dat Caitlin alleen Finley probeert over te halen om mee te gaan. Toch besluit Lara in te grijpen.

"Het is beter als je met twee van ons meegaat, Finley. Dementors zullen merken dat je te zwak bent en angstig, en dus ben je goed voer voor hen. We kunnen niet ingrijpen als je hier blijft. Daarnaast, adem in en adem uit, zo rustig mogelijk en verberg je angst. Als je je angst niet kan verbergen kan je ons allemaal in gevaar brengen. Het lijkt misschien niet zo, maar wij zijn allemaal bang, Finley."

Finley kijkt op, en een zwak glimlachje verschijnt op zijn gezicht en dan staat hij op. "Goed, ik zal mijn angst overwinnen en met jullie meegaan." De anderen knikken goedkeurend en glimlachen terug. De groep verlaat hun coupé, en splitsen zich op. Lara en Edward lopen richting voren, terwijl Liam, Caitlin en Finley naar achteren lopen.

Toverstokken gereed, lopen de twee groepjes van elkaar weg. Iedere coupé bekijken ze kort onder het lopen, om op die manier sneller bij de coupé te komen die in nood is als dat zo zou zijn. Lara en Edward merken op dat er leerlingen met hun hoofden buiten de coupé hangen, sommigen zitten weggedoken in hun coupé.

"Wat is er aan de hand? Weten jullie dat?" vragen enkelen.

"We weten dat hier dementors zijn, maar waarom weten we ook niet. Gezien mogelijk niemand de juiste spreuk kent om die dingen te verdrijven en wij in ieder geval wel, lopen we even door de trein heen. Alles in orde hier?" antwoorden beide leerlingen om de beurt wanneer de andere leerlingen vragen wat er aan de hand is.

Dan komen de twee leerlingen bij de coupé van Malfidus en zijn maatjes die meteen reageren. "Zo zo, zijn we weer de held aan het uithangen, Rowlee?"

Lara trekt haar wenkbrauwen op. "Kan jij je dan verdedigen tegen een dementor? Laat het dan maar eens zien." Malfidus en de anderen reageren niet, en vinden het ook niet nodig. "Zorg dan maar dat je nooit in de buurt komt van dementors, anders zou je een heel gemakkelijke prooi zijn. En zo iemand beweert uit een goede volbloedfamilie te komen. Alleen goede volbloedfamilies kunnen een dementor weren," sneert Lara en ze loopt verder. Edward barst in lachen uit, en ook andere leerlingen die het gehoord hebben moeten lachen. Malfidus trekt bleek weg, en gaat terug in zijn coupé zitten. In de tussentijd merken Lara en Edward niks bijzonders op.

Liam, Caitlin en Finley merken eveneens op dat leerlingen nieuwsgierig zijn maar in hun coupé blijven. Ze zijn er zelf alleen maar meer blij mee, want niemand kan de patronusbezwering, en dat zou betekenen dat de leerlingen alleen maar meer zichzelf in gevaar brengen. Ze lopen verder, en zien dan een dementor lang bij een coupé staan met de deur open. Andere leerlingen in de buurt is het ook al opgevallen, maar durven niet in te grijpen. Snel vuren ze met z'n drieën de patronus bezwering af om de dementor te verjagen, en vanuit de coupé lijkt iemand hetzelfde te doen. De dementor wordt verjaagd door vier patronussen.

Even blijven de drie leerlingen staan met opgetrokken wenkbrauwen, maar rennen snel naar de coupé toe. Ze zien Harry op de grond liggen en zijn twee vrienden om hem heen zitten. Een volwassen man zit er ook bij. De drie leerlingen kijken elkaar verbaasd aan. "Wat is gebeurd?"

De inzittenden kijken om. "De dementor had het voorzien op Harry en hij is flauwgevallen," antwoordt Hermelien. "Dankzij professor Lupos werd de dementor verjaagd."

De gezichten draaien zich om naar de man. "Dus u bent de nieuwe docent 'Verweer Tegen de Zwarte Kunsten?" vraagt Finley.

"Dat klopt," antwoordt de man met grijze haren. De leerlingen zien nu dat hij littekens heeft op zijn gezicht. "Het was niet alleen mijn patronus die de dementor verdreef. Er waren er nog drie. Jullie hadden die opgeroepen?" vraagt hij. De drie leerlingen knikken en de man geeft een glimlach. "Goed werk." Hij draait zich om naar Harry die inmiddels weer is gaan zitten op de bank. "Eet de chocola op, dan voel je je beter. Ik ga een praatje maken met de machinist."

De man loopt weg, en ondertussen rijdt de trein weer en zijn de lichten weer aan. De kou is verdreven, en dat betekent dat de drie leerlingen beseffen dat ze niet meer verder hoeven te kijken. Met een knik naar het trio in de coupé draaien ze zich om en lopen terug naar hun eigen spullen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro