Kom je bij me terug?

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Fred en ik staarde de man ongelovig aan.
"Hoezo terug?" vroeg ik en de man grijnsde breed.
"Afhankelijk van hoe sterk hij is kunnen we hem weer een vorm en een stem geven. Ik ben er al één keer in geslaagd om iemand van zwerver naar spook te transformeren", zei hij trots. Hij keek even naar onze verbouwereerde gezichten en zei dan: "Dat is natuurlijk allemaal nog moeilijk in te schatten. Het kan jaren duren voor Draco zijn weg naar het baken vindt. Dan moet het lastigste nog beginnen."

Ik voelde mijn handen beven. Ik probeerde kalm te blijven terwijl ik me koortsachtig afvroeg hoe ik nu verder moest. Fred nam mijn hand vast en ik was dankbaar dat hij bij me was.

"Om in te schatten in hoeverre ik met hem kan werken zou ik graag wat details van je weten, Joanne", zei Hayat. Ik reageerde niet en dus ging hij voort: "Was hij bang op het moment van zijn dood?"

"Ja", antwoordde Fred en Perkamentus keek even verbaasd om. "Hij was bang en hij had pijn", zei Fred kort en hij keerde zich naar mij. "Naar huis?" vroeg hij en ik knikte zwakjes. Hayat wou protesteren, maar Fred's strakke gezicht deed hem zwijgen. Fred Verschijselde ons naar mijn huisje, waar hij me in zijn armen hield.

Toen Perkamentus wat later op de deur klopte, negeerden we hem. Alles was even onwezenlijk. De hele wereld leek gehuld in een waas van onzekerheid. Mijn enige zekerheid was Fred. Ik besefte dat die nog  onzekerdere gedachten moest hebben dan ik. Ik sloeg er niet in om hem te vragen of alles met hem ging. Ik sloeg er niet in om hem te zeggen dat ik van hem hield, of om het te bedanken om er voor me te zijn en me weg te halen bij Hayat. Ik was plots leeg en moe. Ik duwde me zelf dichter tegen Fred aan en hij sloot me in zijn armen.

"Wat als hij hem echt kan terugbrengen?" vroeg ik uiteindelijk met een schorre stem. Fred slikte even en zei dan schouderophalend: "Dan zal ik tevreden zijn met de jaren die ik gekregen heb."

Dat antwoord brak mijn hart. Fred zou zichzelf altijd op de laatste plaats zetten voor mij. Net daarom verdiende hij zoveel meer. Ik maakte me los van zijn lichaam en duwde mijn lippen tegen de zijne. Ik wou bij Fred zijn en een sprookje mocht me daar niet van af brengen.
"Als hij terugkomt is het als een spook, Fred. Niet als..", ik stopte met praten. Hij had zijn wijsvinger tegen mijn lippen gelegd.

"Ik ben bang dat ik je hoe dan ook weer aan hem kwijtraak. Met jullie voorbestemde ziel zou het idioot zijn om me iets anders voor te houden", zei hij en hij streelde mijn haar uit mijn gezicht. "Ik ben dankbaar voor ieder moment met jou", fluisterde hij.

Het zou jaren duren voor Draco Hayat kon bereiken, besefte ik. Hayat zou me contacteren als Draco er was. Ik kon ondertussen gewoon mijn leven leiden, want daar zou misschien nooit iets aan veranderen.

De volgende week trok ik, met mijn honden, in bij Fred en George. Ik hield mijn huisje want op vier augustus zou ik steeds daar willen zijn, wat de toekomst ook bracht. Voor ik het wist, was ik een vast onderdeel van de Wemelfamilie. Mijn leven was goed en hoewel ik steeds het gevoel had dat er iets in mijn leven ontbrak, was ik relatief gelukkig. Dit geluk groeide door de jaren en ik begon na verloop van jaren zelfs met Fred en George mee in hun winkel te werken.

Toen mijn terugkeer enkele maanden later uitlekte, was dit wel een domper geweest. De winkel werd plots veel drukker en ik besloot een paar weken niet te helpen in de winkel.

Toen de heisa wat ging liggen, ging ik ook weer in de winkel werken. Op een rustige morgen was ik de braakballen aan het bijvullen, toen ik opschrok van een kalme stem achter me:"Goedemorgen, Joanne!"

Ik verstijfde. Het geluid van die stem deed ieder haar op mijn lichaam recht staan.

"Je was moeilijk om vinden, na een langdurende zoektocht  vind ik je daar waar ik je oorspronkelijk begon te zoeken", zei hij tegen mijn rug. Ik voelde de woede in me opborrelen. Ik draaide ze nu om en keek recht in zijn koude ogen.

"Wat wil je, Malfidus?" snauwde ik bruut. Zijn dunne wenkbrauwen gingen omhoog.
"Kom op, Joanne. Niet zo vijandig. Ik was je schoonvader ooit."

Mijn kwaadheid groeide. Hoe durfde hij, waar haalde hij het lef?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro