Tijd heelt alle wonden, behalve de mijne

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Vanaf die dag was zeker dat ik de juiste beslissing genomen had. In het geroezemoes van het normale leven zou ik Draco nooit gehoord hebben. En nu, in mijn afzondering, was hij luid en duidelijk. Ik praatte tegen Draco alsof hij nog leefde en we net op tijd waren gevlucht. Gevlucht van Voldemort, van Lucius, van Perkamentus en iedereen.

Ik kon geen contact hebben met mensen, want dan zouden ze ons vinden en dan zou Draco wel sterven. Een half jaar ging weer voorbij. Ik liep af en toe langs de dorpsrand met de drie honden achter me aan. Op een dag sprak de dreuzel die me Ploke gebracht had me aan, hij was onder de indruk en blij. Ploke was net zo trouw als Mayjin en Garner, alledrie liepen ze zonder leiband met me mee de straat over. Ik schudde hem snel af. Wanneer hij sprak hoorde ik Draco niet.

Op vier augustus werd ik wakker en zei ik: “Het derde jaar nu, Draco.” Mayjin maakte een stil kreunend geluidje en ik liet hem buiten. Ik besefte die dag dat het enkel in mijn gedachten was dat Draco bij me was. Want hoewel ik al een half jaar in mijn illusie leefde, maakte deze datum alles weer pijnlijk duidelijk. Ik had Draco geen enkele keer nog zo duidelijk gehoord als een jaar eerder.

Ik sloeg Draco's mantel om me heen, ook al was het niet koud, en volgde Mayjin naar buiten. Hij liep naar een heuveltje aan het meer en ging daar zitten. Ik bleef er uren zitten terwijl ik dacht aan Draco. Aan zijn grijns en zijn aanraking. Gezoute tranen ontsnapten aan mijn oogleden en mijn schouders schokte. Mayjin, die in tussentijd neerlag, ging rechtop zitten. Hij gooide zijn mooie hoofd omhoog en huilde als een wolf. Zijn gehuil was prachtig en triest te gelijk. Ik zat naast hem en snikte zachtjes mee.

Na een tijdje schreeuwde mijn stem mee door de stilte, ik schreeuwde zoals ik dat gedaan had met Draco’s lichaam in mijn armen. Want dat was het moment dat ik me zo duidelijk herinnerde. Ik herinnerde me hoe zijn gezwollen ogen uitgedoofd waren toen Voldemort hem vermoordde. Ik herinnerde hoe hij zijn spijt betuigde en me zei dat hij altijd van me zou houden. Altijd had maar een paar seconden meer geweest.

Ik begon terug te snikken, mijn keel brandde en mijn stem was weg van mijn emotionele getier. Mayjin ging weer liggen, hij legde zijn hoofd op mijn schoot. Garner kwam nu ook naast me liggen en legde zijn hoofd naast dat van Mayjin. Ploke zat achter me, een beetje in de war.  Ik legde mijn handen op de kopjes op mijn schoot en aaide hen, in de hoop dat het ook mij troost zou brengen. Dat deed het niet. De pijn was zo echt, zo diep.

Ik had geen honger of dorst terwijl de dag verstreek. Ik was gewoon. Ik zat op de heuvel als een lege zak. Ik voelde me leeg en nutteloos. Even bedacht ik me dat ik alles en iedereen had achter gelaten voor dit leven. Een leven waarin ik kon teren op herinneringen en een keer per jaar zou me duidelijk worden dat dat leven niks waard was.

Toen het bijna donker werd ging ik pas weer naar binnen. Ik keek naar de stapel brieven op het kleine ronde tafeltje, er zat een laag stof op. De bovenste had gerimpelde rondjes van mijn tranen. Ik nam Draco’s brieven uit de kast. Ik kende ze wel van buiten, maar ik wou zijn geschrift zien. Zien hoe hij echt geweest was, hoe hij “ ik hou van je” of “ik zie je graag, Joanne” geschreven had. Ik viel in slaap in de zetel, met zijn brieven in mijn hand.  

 De dag daarop dronk ik een kop koffie, nog steeds in Draco mantel gewikkeld. Ik praatte tegen Draco. Net toen ik mijn kopje leeg had schrok ik op. Er werd op de deur geklopt.

De honden liepen mee naar de deur die ik, zodra ik ze geopend had, ook weer bijna meteen dicht smeet. Ik was te hard geschrokken om snel te reageren en Perkamentus gaf me de kans niet. Hij wandelde rustig binnen en ik keek hem verbluft aan.
“Heb je toevallig een kopje thee voor een oude man?” 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro