Hoofdstuk 1

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


POV Hulstbloem

De langharige zwarte poes knipperde met haar ogen. Het was dageraad. Ze lag in haar nest, rondom het buitenste deel van de krijgshol omdat het midden voor de oudere krijgers was. Ze snoof de lucht.

Een gevoel van schuldgevoel ging door haar maag. Ze mistte haar oude Clangenoten, de jager was toen nog als leerling vertrokken uit de WolkClan om zich aan te sluiten bij de MistClan. Daar hoorde ze meer thuis. Maar Hulstbloem miste de licht grijze vacht van de-toen-nog-Stormpoot naast haar. Samen schijngevechten doen, jagen, vechten. Zij leerde toen de leerling nog jagers technieken en hij haar wat vechttechnieken. Nu had Stormpoot een andere naam gekregen, Stormklauw en had zich bij de commandanten gevoegd. Hij had een partner Ambermaan en zij verwachtte nu kits van hem. Hulstbloem zou altijd trots op hem zijn. Meer trots dan een moederkat voor haar kitten, want zij was zijn beste vriend. Ook al waren ze nu van verschillende Clans. Zij hoorde nu bij de MistClan en hij bleef bij de WolkClan.

Hulstbloem stond op en waagde zich uit het krijgershol. Fel licht scheen buiten het hol en de opkomende zon verwarmde haar vacht. 

Ochtendster zat op haar hoge rots in het gesprek met haar twee commandanten. Mistpels had zijn zwarte staart om zijn poten geslagen om naar de woorden van zijn leider te luisteren. De zon scheen door hun kamp heen en verlichte de plat gestampte bruine grond naar een lichtere zandkleur. Schaduwpoot deed een schijngevecht met Zwartpoot wat eindigde toen Schaduwpoot bovenop Zwartpoot stond. Speels gromde de Zwartpoot en met zijn wit gevlekte poot sloeg hij zachtjes Schaduwpoot van hem af.

Hulstbloem trippelde naar de volle prooihoop. Bedankt SterrenClan voor dit nieuwblad vol verse prooi waarmee de Clan kan overleven dacht ze. De Jager bukte door haar poten heen, pakte een vis en klemde die tussen haar kaken. Daarmee sprong ze terug, weg van de prooihoop. Ze plaatste zichzelf naast de hoge rots waar een schaduwrijk plekje was en begon het vlees van de vis af te scheuren.

Mistpels sprong van de Hoge Rots af nadat het gesprek tussen hem, Ochtendster en Maanstaart was geëindigd. Daarna liep Mistpels recht op Hulstbloem af.

''Delen?'' vroeg ze vriendelijk.

De zwart blauwe kater ogen glommen en hij knikte kort als bedankje. Hij ging zitten en zijn warme vacht streek langs de hare Mistpels boog zich sierlijk voorover naast Hulstbloem en begon te eten. Hulstbloem spon kort en maakte ruimte voor de commandant.

 ''SterrenClan zegent ons deze Nieuwblad'' spon Mistpels.

 Hulstbloem knikte kort. Mistpels snorde en gaf de jager vriendschappelijk een lik over haar kop.

''Ga maar, neem een ommetje en misschien vang je nog iets'' miauwde Mistpels en knikte naar de doorntunnel.

Ze trok dankbaar met haar oor en legde haar staart een seconde op de commandant zijn schouder voordat ze op stond en naar de doorntunnel rende. Een aantal doornen schraapten langs haar vacht en haar poten leidden zich naar het vertrouwde pad naar buiten. Daar klonken de vogels en hoorde ze het beekje murmelen. 

Genietend sprong Hulstbloem over een boomstam heen en klom de helling op weg van haar kamp. Ze zou de grens naar de WolkClan volgen. Langs het grote donderpad was vast wel wat prooi te vinden zijn.


POV Schaduwpoot

De jonge leerling stoof door het bos, ze was net klaar met het schijngevecht tussen haar en Zwartpoot. Haar vacht tintelde van blijheid toen ze dacht aan de leerling. Bomen flitsten haar zichtveld voorbij en de grote waterval kwam inzicht. Geluidloos volgde ze haar Clangenoot. Ze wou haar sluiptacktiek aan de jager laten zien. Om te kijken of Hulstbloem haar zou opmerken. Haar staart zwiepte behendig heen en weer. Ze zag Hulstbloem die naar de grens toe rende en een vogel ving. Een zucht verliet de mond van de jagers leerling.


POV Stormklauw

De licht grijze kater opende zijn ogen en zag dat hij in slaap was gevallen op de lagere rots naast de leiders rots. Stormklauw zag de andere commandant Kikkerblad nog in haar nest slapen, zachtjes slaakte hij een zucht.

''Nog geen enkele kat is uit hun nest'' murmelde hij. "Kikkerblad doet de patrouilles maar''

Waarop hij van zijn rots sprong en rende het woud in rende. Bomen flitsten langs hem en meerdere geursporen kruisten zijn pad. Langzaam kwam het donderpad in zicht en hij keek om naar het woud van de Mistclan.

Zou het goed gaan met Hulstbloem?
vroeg hij zich af. Verdriet als koud water rimpelde door zijn vacht. Ze was al tien manen bij de MistClan, weg van haar oude Clan. Zelfs hem had ze het niet verteld. De WolkClan had gedacht dat ze was gepakt door een vos, later zagen ze haar op een grote vergadering en werd ze benoemd als een nieuwe leerling van de MistClan. Sindsdien hadden ze alleen praatjes gemaakt op de Grote Vergaderingen. 

Een kikker sprong voor zijn poten en Stormklauw stoof erachteraan. Soepel sprong hij op de kikker en beet in het diertje zijn nek. Te laat besefte de kater dat hij zich op het Donderpad bevond. Keiharde felle lichten, die hem verblindden, kwamen recht op Stormklauw af en verstijfd van angst kneep hij zijn ogen dicht vast genageld op het Donderpad. Een harde klap kwam tegen hem aan en het bleef zwart voor zijn ogen. Een krijs klonk in de verte en Stormklauw viel neer. 


POV Hulstbloem

De zwarte poes dook onder een struik vandaan en zag net hoe Stormklauw achter een kikker het donderpad overging.

Haar ogen volgden de commandant.

Een reusachtig monster dook op vanaf het donderpad met felle lichten en verlamd van angst kneedde Hulstbloem de aarde, haar nagels vast in het mos. Een krijs van Stormklauw zijn naam verliet haar mond en een harde klap vond plaats. Een ijl gekrijs van pijn kwam daarna die de lucht vulde met spanning. De zwarte Jager verstrakte van pijn.

Stormklauw lag met een kikker in zijn bek, gestrekt over het Donderpad. Bloed vloeide van zijn vacht en de licht grijze katers ogen waren gesloten. Hulstbloem haar oren gingen naar achteren.

 ''Nee, nee, nee, Stormklauw'' jammerde Hulstbloem wanhopig, haar stem trillend van angst dat ze hem zou verliezen.

Haastig van angst rende de poes voorzichtig het Donderpad op en sloot haar kaken om de nekvel van de Clankat. Zijn bloed kleefde om haar poten en Stormklauw gaf geen reactie toen ze hem oppakte tussen haar kaken. Met moeite trok ze Stormklauw in het woud van de WolkClan en een lang bloed spoor bleef achter op het Donderpad. 


POV Schaduwpoot

Even keek Schaduwpoot naar beneden maar ze kromp ineen toen ze Hulstbloem zag verstarren na een schreeuw van pijn. De naam van de WolkClan commandant had ze geroepen en zachtjes leunde ze naar links om voorbij haar Clangenoot te kijken. Daar lag een langharige licht grijze kater op het Donderpad met een poel donker bloed om hem heen. Snel draaide de poes zich weer om en stoof naar het MistClan kamp.


''Wat zou Hulstbloem gaan doen?'' vroeg ze zich af. 

Ze zou alles aan Mistpels, Ochtendster, Maanstaart en Elandhart vertellen. Zij zouden weten wat ze moesten doen en misschien kon Ochtendster een gevechtspatrouille sturen om Hulstbloem te kunnen helpen als ze hier terug kwam of bij de WolkClan werd aangevallen. Elandhart zou ook Stormklauw helpen om hem te verzorgen hopelijk en Hulstbloem zou gezond terug keren. 

 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro