3 ~ Het huis bij het bos

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het huis van de heks van Asedel was een kleine boerderij die afgezonderd lag van de rest van de hoofdstad. Het bevond zich buiten de stadsmuren, aan de oostelijke kant van het bos waaraan ook Asedel grensde.

De kraai, de kat en het meisje waren iets meer dan een uur onderweg. Ulvi vloog voorop en Nía lag op Nesta's schouders, terwijl deze te voet verderging. Dat ze een paard had kunnen huren in de stad, bedacht ze pas toen ze al een kwartier aan het stappen waren.

Ze had geen geld meegebracht en ook haar identiteitsbewijs was ze vergeten. Goed voorbereid was ze dus niet. De enige kleine geruststelling die ze had, was haar moeders zwaard aan haar zij. Het heette Wens, naar de zin die erin gegraveerd stond. Nesta had het ooit geweten, maar ze interesseerde zich al lang niet meer in wat haar moeder vroeger had verwezenlijkt, dus ook niet in de namen die ze aan haar wapens had gegeven.

Zodra het huis van de heks in zicht kwam, begon Ulvi heen en weer te vliegen en enthousiast te krassen. Nía miauwde dat hij rustig moest zijn, maar in zijn opwinding hoorde hij haar niet.

Nesta's hart begon steeds sneller te kloppen, naarmate ze dichter bij de boerderij kwamen. Als de heks - wiens naam ze alweer vergeten was - haar in de val wilde lokken, dan zou ze daar binnenkort achterkomen.

Toen ze eenmaal voor de deur stonden, nam het meisje het gebouw met een dubbel gevoel in zich op. Ze had verwacht dat de heks in een krakend krot zou wonen, met spinnenwebben aan alle kanten en met skeletten in kooien in de voortuin. De rustige hoeve waarbij ze beland was, paste niet in dat plaatje.

In plaats van begroet te worden door skeletten, kon ze kippen horen kakelen. Achteraan stonden twee schapen en een alpaca te grazen en aan de zijkant waren er ook nog een paar geiten te vinden. Er stonden rozenstruiken in bloei en de heks had dahlia's en zonnebloemen geplant die zich aan het klaarmaken waren voor de zomermaanden.

Aan het raam naast de deur stond een houten plaatje met de tekst Opgepast! Zwarte kat en een tekening van Nía erin gegraveerd. De kat leek te glimlachen toen ze het plaatje zag.

Ulvi bleef voor de deur vliegen. Hij wilde dat Nesta binnenging. Zelf kon hij de klink helaas niet draaien. Die was te rond om in zijn bek te passen, toch als hij er vervolgens nog druk op wilde uitoefenen.

Nesta beet nerveus op het slijmvlies van haar wang. Haar klamme hand gleed langs de pommel van haar moeders zwaard.

Nía sprong van haar schouders en liep naar de deur. Steunend op haar achterpoten duwde ze er met haar voorpoot zachtjes tegenaan. Het geduw werd vergezeld door zeurende miauwtjes.

Het meisje verzamelde al haar moed - ook al kon het het wilde kloppen van haar hart niet stoppen - en opende langzaam de deur. Door het eerste spleetje kon ze niet veel zien. Het was donker binnen, op het licht van buiten na. Pas toen de deur volledig open was en ze naar binnen stapte, kon ze de situatie helemaal in zich opnemen.

De boerderij bestond maar uit twee kamers: één grote kamer die dienst deed als keuken, woonkamer en slaapkamer en één kleinere kamer die gebruikt werd als badkamer. Langs buiten zag het er niet uit alsof er op deze locatie een gevecht had plaatsgevonden, maar langs binnen was het een ander verhaal.

Hoewel er op het eerste gezicht niemand thuis was, lagen er wel verschillende mensen - waren het mensen? - in onnatuurlijke houdingen op de vloer. Nesta hield haar afstand van de bewusteloze figuren. Ze wilde niet het risico nemen dat ze haar zouden verrassen.

Als ze beter zou kijken, zou ze zien dat het eigenlijk geen mensen waren. Geen levende mensen in ieder geval. Lang geleden, toen de koningin der duisternis nog niet opgesloten was, had de vrouw een leger gemaakt van ondoden: haar schaduwleger. Na de val van de schaduwkoningin, hadden Avélie en haar vrienden hun uiterste best gedaan om al haar soldaten op te sporen en op te sluiten, maar het was hen niet helemaal gelukt.

Ulvi had van het drietal het meeste ervaring met schaduwsoldaten. Het was daarom ook niet verrassend dat hij de eerste was die opmerkte dat één van de soldaten bewoog. De ondode man boog eerst een paar vingers en bewoog vervolgens zijn hele arm. Het gebeurde langzaam en was nauwelijks merkbaar.

De kraai probeerde dit aan Nesta en Nía duidelijk te maken met geflapper en gekras, maar deze namen het slechts voor zijn gebruikelijke opwinding. Zelf hadden ze de beweging nog niet opgemerkt.

De halfdode mensen op de vloer waren niet het enige ongebruikelijke in de kamer. De meeste meubels lagen op hun zij, er lag een vaas met bloemen in scherven op het aanrecht en in de fauteuil waarop de heks rustig had zitten lezen, was haar boek achtergebleven met gekreukte pagina's en een gebroken rug.

Nesta kon niet anders dan aannemen dat de heks van Asedel effectief ontvoerd was.

Terwijl Nía onrustig aan de fauteuil snuffelde en Nesta met grote ogen alles in zich opnam, werd Ulvi met de minuut meer gealarmeerd. Hij had de soldaat nu ook zijn been zien bewegen en dacht niet dat deze nog lang zou blijven liggen. Als hij Nesta's aandacht nu eens kon trekken.

De kraai vloog naar het aanrecht. Hij wist dat er een zilveren lepel lag. Die had hij er eerder die dag laten liggen. Normaal droeg hij het voorwerp altijd bij zich, maar in hun haast om Avélie te vinden, was hij het ding vergeten mee te nemen.

Hij nam de lepel in zijn bek en vloog ermee naar het meisje toe. Hij probeerde haar met de gekromde kant te raken.

'Auw, dat is mijn hoofd, stomme vogel!' Ze greep met haar hand naar haar achterhoofd, waar Ulvi haar net iets te hard had geraakt. Ze wierp de vogel een boze blik toe.

Ze kreeg niet meer tijd om na te denken over wat de kraai met zijn aanval had bedoeld. De ondode, die Ulvi eerder had zien bewegen, was opgestaan en trok zijn ledematen weer in de juiste positie. Het wezen had geen hoofd, alleen maar een schaduw van wat er ooit geweest was.

Nesta bleef verstijfd staan. Haar hart klopte als een gek en haar handen trilden erop los.

Ulvi's gekras bracht haar terug naar de realiteit. Als ze niet in beweging zou komen, had ze sowieso haar einde bereikt. Slungelig trok ze het langzwaard uit de schede aan haar heup. Ze had kracht genoeg om het omhoog te houden, maar niet de juiste techniek. Moest haar linkerhand bovenaan of haar rechter? En waar op het gevest moest ze ze zetten?

Ulvi kraste dat ze moest oppassen voor haar linkerkant. Het meisje draaide naar rechts, omdat de vogel zich daar bevond, en vermeed daarmee nipt het zwaard van de schaduwsoldaat.

De kraai had door hoe hij haar kon helpen: altijd vliegen en krassen aan de kant waar Nesta naartoe moest bewegen. Als hij ergens onbeschermde huid vond, kon hij er altijd aan pikken om haar aanvaller af te leiden. Helaas droegen de schaduwsoldaten een dik zwart harnas dat bijna iedere millimeter van hun lichaam bedekte.

Ook Nía wilde Nesta graag helpen. Ze klauterde op het harnas omhoog, in een poging de vijand van zijn stuk te brengen. Voor ze zijn schouders bereikte, schudde de soldaat haar van zich af. De kat vloog door de kamer en kwam met een luide bonk tegen één van de muren terecht. Buiten bewustzijn bleef ze op de grond liggen.

Nesta was er inmiddels in geslaagd om haar zwaard op een redelijke manier vast te pakken. Het was nog steeds niet de juiste manier, maar het gaf haar in ieder geval meer controle over haar wapen. Ze probeerde zoveel mogelijk slagen te pareren, maar moest vaak terugvallen op enkel ontwijken. Gelukkig was Ulvi er om haar daarmee te helpen.

Iedere slag die ze opving met het zwaard vibreerde door haar armen. Dit in combinatie met het gewicht van het wapen zorgde ervoor dat haar schouders al snel verkrampten.

De soldaat hield zich niet in.

Zweet parelde op Nesta's voorhoofd en haar rug. Haar ademhaling was hoog en snel. Ze had geen greintje controle meer over de situatie. Ulvi kraste en kraste om haar de juiste richting aan te wijzen, maar na verloop van tijd hoorde het meisje het niet meer. Het kostte haar al al haar energie om haar aandacht bij de aanvaller te houden.

Hoe vermoeider ze werd, hoe meer de soldaat haar richting de muur dreef. Ze was zo druk bezig met zichzelf te verdedigen, dat ze er nooit een eigen aanval tussen kreeg. Het was een geklungel van bukken en springen en vooral proberen het langzwaard niet uit haar handen te laten vallen.

Uiteindelijk gebeurde het onvermijdelijke. Haar rug botste tegen de muur. De soldaat torende hoofdloos boven haar uit met zijn zwaard in de aanslag. Nesta kon niet anders meer dan proberen om zijn slagen te pareren. De eerste paar keer lukte het nog, maar haar armen deden zoveel pijn, dat ze het geen derde keer meer kon volhouden. Ze hief haar zwaard nog een laatste keer, kneep haar ogen dicht en wachtte tot de klap door merg en been zou gaan.

Het gebeurde niet.

Het geluid van staal op staal weerklonk door de kleine ruimte.

Nesta opende haar ogen en zag dat iemand anders de slag voor haar had gepareerd.

Avélie dreef de schaduwsoldaat weg van haar dochter met een elegantie die ze niet meer van zichzelf verwacht had. Waar Nesta's duel klungelig geweest was, leek dat van Avélie haast een dans van aanvallen en verdedigen. De eerste paar slagen gingen niet zoals ze het wilde en ze liet meer openingen in haar verdediging dan aangenaam was, maar uiteindelijk viel ze terug in haar oude ritme - hetzij wat minder soepel dan vroeger - en maakte ze snel een einde aan het hoofdloze schaduwwezen.

Zodra ze er zeker van was dat de schaduwsoldaat niet meer zou bewegen, draaide ze zich met vlammende ogen om naar haar dochter. Die vloog haar trillend in de armen.

Zowel Nesta's wangen als die van haar moeder waren al snel nat van de tranen.

'Wat is er gebeurd?' vroeg Avélie, terwijl ze haar dochter stevig tegen zich aanhield. Het liefst zou ze haar nooit meer laten gaan. Dan moest ieder monster eerst langs haar heen voor ze aan haar dochter konden.

Het duurde even voor Nesta kalm genoeg was om alles aan haar moeder uit te leggen. Zodra ze weer regelmatig kon ademen en haar handen niet meer trilden, begon ze te vertellen. Toen ze bij het stuk kwam waarin Nía en Ulvi in de keuken waren verschenen, keek ze om zich heen om de twee dieren te vinden.

Ze onderbrak haar verhaal meteen, toen ze Nía buiten bewustzijn op de vloer zag liggen. Ulvi zat naast haar en pikte zachtjes aan haar oor, in de hoop dat ze wakker zou worden.

Toen hij opmerkte dat Nesta naar hen toegelopen kwam, gevolgd door haar moeder, stond hij snel weer op zijn poten en kraste hij zijn onbegrijpelijke commando's. Nía moest ergens zacht gelegd worden.

Nesta ging op de vloer zitten en tilde de kat op haar schoot. Ze aaide zacht over haar rug. Het regelmatige rijzen en dalen van haar borstkas stelde het meisje gerust.

Ze vertelde haar moeder de rest van het verhaal: hoe de kat en de kraai hadden duidelijk gemaakt dat ze naar Avélie op zoek waren, hoe Ulvi had opgeschreven wat er moest gebeuren en hoe ze vervolgens met Wens aan haar zij naar het huis van de heks was gekomen.

Ulvi luisterde net zo aandachtig mee als Avélie en bevestigde af en toe de gang van zaken met het nodige gekras en geflapper. Hij had zijn lepel weer in zijn poot genomen en hapte er soms naar met zijn bek.

'Dus, als ik het goed begrijp, waren deze twee... beesten op zoek naar mij en vond jij het verstandig om in je eentje mee te komen? Zonder gevechtservaring en zonder bescherming?'

Nesta kromp een beetje in elkaar en durfde haar moeder niet meer aan te kijken.

'En alsof dat nog niet genoeg was, heb je mijn zwaard meegenomen! Een zwaard dat jou even goed had kunnen spietsen met hoe je het in je handen hield daarstraks. Je weet niet hoe je moet vechten, Nesta, probeer de held niet uit te hangen.'

Ulvi begon opnieuw te krassen, dit keer in verontwaardiging, maar na één boze blik van Avélie hield hij zijn bek weer dicht.

'En jij, kraai, jij vond het een goed idee om een tiener mee te nemen naar een huis waarin net iemand ontvoerd is? Zijn jullie allemaal op jullie hoofd gevallen?'

'Ik ben sterker dan je denkt!'

'Ik heb het gezien!' Haar moeders ogen schoten vuur. 'Als ik één seconde later hier was geweest, lag je hoofd nu daar te rollen. Het zijn schaduwsoldaten, Nesta. Schaduwsoldaten! Daar kan iemand zoals jij niet tegen winnen.'

Nesta's hoofd en hals werden rood bevlekt, terwijl de tranen over haar gezicht stroomden. 'Dan had je het me moeten leren,' snikte ze. 'Als je- als je niet altijd zo met jezelf bezig was dan-'

'Genoeg! Je komt mee naar huis en we gaan het hier niet meer over hebben.'

Nesta's ogen werden groot. Ze sloeg haar armen om Nía heen alsof ze een knuffel was. Ulvi stapte dichter naar het meisje toe, alsof hij haar zo kon beschermen voor de dodelijke blik van haar moeder.

'Maar- Wat- Wat met de heks?'

'Ik ga het doorgeven aan de autoriteiten.'

Opnieuw begon Ulvi verontwaardigd te krassen. Dit was niet de heldhaftige, sympathieke, maar bovenal behulpzame Avélie naar wie hij op zoek was geweest. De laatste twintig jaar hadden haar geen goed gedaan.

'Dat kan je niet doen. Ze waren op zoek naar jou!'

'En ik ben al heel lang gestopt met vechten.'

De stilte bleef aanslepen. Zelfs Ulvi hield zijn bek dicht.

Avélie zuchtte. Ze kneep in haar neusbrug en keek haar dochter met enig medeleven aan. 'Ik begrijp dat je het niet wil opgeven, ik begrijp dat je het niet aan anderen wil overlaten, maar soms is het gewoon beter zo. We gaan naar huis. We gaan het vergeten.'

De waarheid was dat de vroegere heldin niet wilde toegeven dat ze bang was, bang voor de schaduwsoldaten en wat het betekende dat ze hier waren. Ze hadden Brenn meegenomen. De kans was ontzettend groot dat ze haar als volgende in het vizier hadden en dat kon Avélie niet laten gebeuren. In de stad waren ze veiliger dan op pad. Thuis kon ze Nesta beter beschermen voor wat er mogelijk te gebeuren stond.

'Mogen de kat en de kraai mee?' Nesta keek haar moeder met gezwollen ogen en haar zieligste blik aan.

'Als jij ervoor zorgt dat ze eten hebben en ze het huis niet vuil maken.'

Ulvi kraste verontwaardigd en voor de eerste keer had het meisje door wat hij bedoelde. 'Niet naar haar luisteren. Je bent heel netjes,' fluisterde ze. En we zullen de heks gaan redden, voegde ze daar in gedachten aan toe.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro