Deel 9

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik heb gegild.
Geschopt.
Geslagen.

Maar uiteindelijk laten ze me drie uur in een afgesloten doodskist zitten. Zonder eten of drinken en zonder te vertellen of ze nog wel in de buurt zijn om mij eruit te halen.

Na een tijdje is mijn hyperventilatie gestopt en kan ik alleen nog maar stil huilen en wensen dat ik nooit met Neal mee was gegaan. Dit hele gedoe komt allemaal door hem.

Ik maak een belofte met mezelf.
Als ik uit de kist kom, is Neal de eerste die er zelf eentje nodig heeft. Want hij is dood als ik hem ooit weer onder ogen kom.

Ik probeer rustig te blijven maar elke keer als ik denk dat het niet zo erg is gilt er een stem dat dit wel zo erg is en raak ik in paniek.

Na een tijdje gaat de doodskist open. Ik zeg een tijdje. Ik ben er in de avond ingegaan. Het is al dag, door het raam van het huisje zie ik de zon schijnen.

William heeft het gore lef te glimlachen. Ik zou het liefste alle tanden uit zijn mond slaan. Hij grijnst.

Matthew neemt dit keer het woord. 'Denk je dat je je nu kan gedragen of heb je nog behoefte aan een ander soort lesje?'

Ik kan amper zelf overeind komen. Nathaniel helpt me eruit. Ik hoef zijn hulp niet en zou liever vallen en alles breken dan dat ik zijn hulp accepteer.

Ik besef me redelijk laat dat ze een antwoord willen. Ik overweeg alle opties. Ik kan naar ze spugen maar dan moet ik die kist weer in. Ik kan boos worden maar dan moet ik de kist weer in.

Het beste is "berouw" tonen voor mijn acties (want ik voel me toch niet schuldig!) Wat jammeren over hoe ik het niet meer zal doen en hun ego's en waarschijnlijk hun ballen strelen met mijn nep submissie.

Dus doe ik mijn meest treurige bekje trekken en doe ik zogenaamd alsof ik erg veel spijt heb. 'Ja, ik zal het niet meer doen.' Beloof ik plechtig en een beetje bibberend. 'Mag ik terug naar de woonkamer?'

Ze delen alle drie een blik en hebben duidelijk in stilte een overleg met elkaar. Het is al hatelijk om aan één bloedzuiger vast te zitten maar ik zit er met drie opgescheept.

Zuchtend en nog steeds erg gedesoriënteerd en moe strompel ik Nathaniel achterna die naar de keuken of woonkamer gaat.

Matthew loopt vlak achter me en ik kan hem horen lopen. Het herinnert me aan Nog een doodeng feitje over Vampiers: Ze halen geen adem. Matthew is stil.

'Wat doe je?' Heeft deze man nooit van persoonlijke ruimte gehoord?

Matthew fronst, ook boos.
'Ik loop.' Nee echt?

Ik moet me inhouden.
'Dat kan ik zien. Kan je afstand houden?'

Hij lacht alsof hij dat wel grappig vind. Achter ons houdt William ons scherp in de gaten net als Nathaniel die is teruggelopen.

Matthew zet expres een stapje dichterbij. 'Nee, je bent mijn bloedeigendom.' Ik wil hem slaan.

Nathaniel trekt zijn lip bijna op.
'Ons bloedeigendom.' Sist hij.

Williams ogen worden dreigende spleetjes. 'Ik wist niet dat je zo bezitterig was over dit meisje. Eigenaardig.' Merkt hij op en ik vloek.

Ik zet een stap maar zak al door mijn been voor ik mijn hele gewicht erop heb gezet. Nathaniel is zo bij me en vangt me op.

Ik voel me nog rotter en ben kotsmisselijk. De andere twee zuigers gaan vooruit, wat Mij wat alleen tijd geeft met Nathaniel.

'Dank je,' mompel ik slijmerig.

Nathaniel rolt zijn ogen. 'Doe beter je best en gehoorzaam ons. Ik wil je niet elke keer beschermen.' Ik heb zijn stomme bescherming niet eens nodig!

Ik voel me bozer dan normaal.
'Wat dacht je ervan als jullie menselijke regels voor mij hadden? Dan zou ik goed luisteren!'

Nathaniel kreunt alsof ik hem hoofdpijn geef. 'Je bent van ons. Wij bepalen de regels. Je kunt je neerleggen erbij of je kan het jezelf lastig maken.'

Hij vervolgt.
'Matthew en William zijn erg sadistisch. We hebben honderden meisjes zoals jij verslonden in ons leven. Letterlijk.' Ik voel me opeens niet meer zo heel speciaal.

'Je leeft alleen nog omdat we je bloed nodig hebben.' Dat was me ook wel duidelijk.

We komen terug in de woonkamer waar William al onderuit gezakt zit in de luie stoel. Nathaniel pakt mijn hand beet en neemt me mee naar William.

Hij grijnst treiterend naar me. Hij weet dat ik het haat om te voeden. Op schoot te zitten en bloed te geven aan een monster zoals hij. 'Matthew verlangt je eerst, Sterveling. Wees lief en voedt je meester.'

Sterveling.
Ik kan hem wel wurgen.
Nathaniel neemt me mee naar Matthew die al klaar zit op de bank. Hij heeft zijn scherpe tanden al zichtbaar gemaakt en likt ze. Hij zou verleidelijk kunnen zijn als het geen eikel was.

Hij kreunt hoorbaar. Ik trek mijn nek een stukje los en voel bezorgd hoe groot de wond is. Matthew tikt me op mijn achterhoofd en drukt zijn mond weer op de wond voor hij het bloed eruit zuigt. Hij gromt genietend als een beest.

Hoe langer ik zit, hoe meer ik me realiseer dat dit allemaal te veel voor me is. Tranen dreigen te vallen maar ik doe net alsof ik niet huil. Ik weiger als een klein kind te snotteren.

Matthew hijgt opeens in mijn nek en begint een nieuwe wond. Hij bijt genadeloos hard voor hij zijn bebloede handen aan mijn jurk afveegt. Hij duwt me van zich af en ik beland op de grond.

William staat op van de stoel en knielt bij me neer. Hij heeft een hongerige grijns en ik zie zijn scherpe tanden. 'Wil je dat ik je op de grond eet, kleine sterveling?'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro