de dag dus

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Maar goed, om even verder te gaan over de dag.
Die begon zoals elke andere dag, met vroeg opstaan.

"Aron, ben je al klaar", ik schrik op.
"Bijna" snel trek ik mijn sokken verder aan, ik was weer eens weggedroomd.
"Kom je beneden" hoor ik mijn moeder roepen, snel knoop ik mijn vest dicht "ik kom al".
Ik pak mijn tas op en loop naar de trap, van zenuwen laat ik de tas bijna vallen.
Eenmaal beneden staat mijn moeder klaar met een bord eten, ze komt zelf ook zenuwachtig over.
"Het komt allemaal goed, ik weet zeker dat je het geweldig gaat doen vandaag" zegt ze deels om haarzelf gerust te stellen.
Ik knik "ik beloof dat ik mijn best zal doen" en ik eet snel het bord leeg.
Na mijn moeder een knuffel gegeven te hebben loop ik de deur uit, als ik achterom kijk zie ik haar snel een traan wegvegen.
Via het grondvervoer kom ik bij school aan, de rest van de klas staat er al te wachten.
Krob zwaait als hij mij ziet "Heo Aron, zin in vandaag".
Ik probeer positief te klinken "tuurlijk, het zal vast wel goed gaan".
Hij merkt mijn angst "geloof jij ook al dat ze alleen de fellers door gaan laten?".
"Nou, ik hoop dat het allemaal niet waar is maar ik maak me er zorgen over".
Hij legt zijn hand op mijn schouder "het zal vast niet zo zijn, we hebben toch ook nooit iemand terug op school gekregen na de test?".
Ik kijk mijn grijze vriend aan "dat klopt, maar de fellere mogen wel sneller een jaar eerder en mogen vaak naar hogere klassen".
Opeens springt er een derde persoon in het gesprek, "daar weet ik alles van".
Het is Mirande, een oranje meisje "vooral in de eerste klassen ging ik met de fellere mee omhoog, maar op een gegeven moment mochten alleen de heldere verder.
Er was ook een meisje, ze was fel groen als de eerste planten in de lente en zij mocht na 3 jaar al de test doen."
Ik en Krob kijken haar aan "dat was toch maar een bedacht voorbeeld om ons te motiveren".
Ze schud enthousiast haar hoofd, "zeker niet, mijn broer heeft haar zelf bij de test gezien".
"Maar er was toch een verhaal dat dat meisje zo snel omhoog ging omdat ze zo oud was", zegt Krob.
Mirande grijnst, "dat zeggen wel meerdere, maar mijn broer vertelde dat ze nog jonger dan mij leek tijdens de test".
Dan kijkt ze mij aan "wat ben je stil vandaag, meestal ben jij degene die volop tegen mij in gaat".
Ik schrik op uit mijn gedachten "euh, ja sorry, ik was even.. na aan het denken".
Mirande kijkt mij aan "je bent zenuwachtig dat je in de schepen moet werken hé".
Zoals altijd heeft ze mij weer volledig door, ik knik "ik ben de donkerste van de hele klas".
"Misschien val je daarom juist op en geven ze je een hogere baan dan ons".
Ik kijk Miranda aan, ze weet dat zij de beste kans heeft op goed werk en ze voelt zich schuldig.
"Misschien wel" ik kijk naar de rest van de klas, de kans is klein.
De meeste van onze klasgenoten zijn veel lichter of helderder, naast een paar bruine, maar die zullen vast geen probleem vormen want bruinen zijn door iedereen geliefd.
Het irritante meidengroepje van Velra bestaat vooral uit fellere, rood en geel en een blauwe.
En Velra zelf natuurlijk, fel paars, ze heeft ons er vaak mee gepest.
Rookpluim, dat is haar bijnaam voor mij.
Ik heb haar ook een keer een bijnaam gegeven, geplette lavendel, daar was ze niet zo blij mee en ik ben gestopt nadat de meester mijn moeder heeft uitgenodigd om te vertellen dat ik meisjes pestte.
Wat natuurlijk wel een beetje klopte maar bij Mirande is het vriendelijk bedoeld, en ze doet het ook terug dus dat zou geen probleem moeten zijn.
Mijn moeder heeft haar eigen manier van dingen afhandelen, ze bleef het hele gesprek stil en liet de meester zijn woordje doen, daarna kreeg ze hem stil met een gepaste opmerking en verliet ze glimlachend met mij de kamer.
Zij is toch wel een van de sterkste vrouwen die er bestaan, zeker omdat ze het zonder mijn vader moet doen en het toch goed vol weet te houden.
Krob tikt mijn arm aan en wijst naar de weg "daar komt de rolbus, we kunnen eindelijk gaan".
Als de bus aangekomen is laat ik Mirande eerst instappen, ze gaat naast Krob zitten en ik kies een stoel achter hun.
Krob kijkt even om maar zegt niks, hij snapt dat ik nu even geen zin heb in een leuk gesprek.
Ik leun achterover in de stoel, niet dat ontspannen nu lukt.
Elke keer dat ik aan de test denken zie ik de mensen staren terwijl ik het verpest.
Mensen lachen en de leider kijkt teleurgesteld, jij bent het niet waard om in ons midden te werken.
Jij gaat werken in het schip zegt hij en ik voel mezelf al door de grond zakken.
De schepen zijn de ergste plekken waar een mens kan zijn en dus ook de plek waar de meest waardeloze kleuren heen gaan.
Het is er altijd donker en benauwd en je moet lang en hard werken onder het commando van anderen.
Er zijn bijna geen pauzes en je wordt zwaar gestraft als je niet meewerkt.
De meeste kleuren worden daar niet ouder dan 20, alleen de donkerste redden het tot 40.
Niet dat dat een voordeel is, na een paar jaar werken hoop je dat het einde snel komt, gewoon om er vanaf te zijn.
Ik zucht, wie weet heb ik nog geluk en kom ik op een van de betere plaatsen.
Misschien ergens anders in de haven, of de fabriek, of zelfs in het ondergrondse vervoer.
Daar kun je tenminste rusten en van eten genieten, en als je geluk hebt zelfs thuis blijven wonen.
Je wordt dan in ieder geval ouder dan 60, en je kan nog een gezin vormen.
Alles is beter dan het schip, dat staat gelijk aan een lange, eenzame en pijnlijke dood.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro