Proloog

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

18 november
489 na Christus
Plaats onbekend

Zachtjes sluipt ze na de kerkdienst naar buiten.
Het kleine veldje achter de kerk, daar moest ze zijn.

In haar witte zondagsjurk kruipt ze over de vieze weg om niet gezien te worden door haar vader.

Voorzichtig en elke keer omkijkend staat ze op en loopt in een haastig tempo over het modderige pad.
Hoe verder ze loopt hoe hoger het gras haar omringt.

Ze inhaleert de droge gras lucht voor een moment en loopt met haar richtingsgevoel door het dal van granen en grassprieten.

'Merdina?'

Ze verstijfd bij het horen van haar naam.

'Ghibe?' Vraagt ze aarzelend.

Met haar handen in een vuist omhooggetrokken en bevend van spanning kijkt ze om zich heen om enig spoor van haar geheime geliefde te ontdekken.

Achter haar ritselt het hoge gras.
Met grote ogen draait ze zich om en ziet een jongeman met zwart haar die haar glimlachend aankijkt.

'Ghibe!' Zegt ze met grote opluchting.

Ze loopt naar hem toe en legt haar armen in zijn nek.
'Je liet me schrikken.'

Ze drukt een zoen op zijn droge lippen en gaat naast hem staan. Ghibe pakt haar hand en samen lopen ze over het paadje, tot ze bij een kleine opening komen in het gras.

Hij gaat voor en samen verdwijnen ze in het doolhof van dorre sprieten.

Ghibe knijpt even in haar hand en trekt haar, al bukkend, mee naar een klein bergje gras.
Hij gaat zitten en Merdina nestelt zich naast hem.

Ze kijkt omhoog en kijkt naar het torende gras dat zich mooi sluit boven hun hoofden en de felle zon die in hun gezichten schijnt.

Merdina gaat liggen in het zachte gras en Ghibe gaat mee.
'Ik geniet van alle momenten met je samen.' Zegt hij.

Merdina zwijgt en kijkt dromerig naar de strakblauwe lucht.

Ghibe fronst zijn wenkbrauwen en komt iets omhoog om te zien waarom zijn geliefde niet antwoord.
'Wat is er, mijn liefste?' Vraagt hij.

Merdina zucht.
Hij merkt een lichte angst in haar gezucht.

'Je kan mij alles vertellen, liefje.'
Hij streelt haar zachte wang.

Merdina ademt diep in en draait haar hoofd naar Ghibe.
Er glinsteren tranen in haar ogen.

'O, mijn liefste,' begint ze met een trilling in haar stem 'ik draag een kind in mijn schoot. Een kind van jou.'

Geschrokken gaat Ghibe overeind zitten met Merdina achter hem aan.
Ze begint te schokken en te jammeren.

'O, het is allemaal mijn schuld.' Zegt ze snikkend.
Ghibe kijkt haar aan en krijgt een brok in zijn keel.

'God heeft mij vervloekt. We hadden moeten wachten, maar dat deed ík niet. Ik ben nu vervloekt en gestraft voor mijn daden.'

Met haar handen voor haar gezicht geslagen is ze luidt aan het jammeren en bidden tot vergeving.

'Dit schepsel is een vloek, een straf, een fout, een...'

Ghibe slikt even en trekt dan haar handen weg van haar gezicht.
Hij kijkt in haar ogen die dof staan van schaamte en verdriet.

'Het is niemands schuld. We hebben hier samen voor gekozen en zo moet het geschieden. Dit kleine schepsel is een wonder. Een wonder van ons samen. Geen vloek, geen straf. Niets.'

Hij drukt haar handen tegen zijn mond en kust ze.
Tranen glippen weg uit zijn ogen van blijdschap en hij trekt haar tegen zich aan.

Merdina is verbaasd en luistert naar de rustige hartslag van Ghibe, die haar zachtjes heen en weer wiegt.

Hij aait door haar lange blonde haren.
'Als het een meisje wordt krijgt ze jou mooie haren.'

Merdina kan een glimlach niet onderdrukken en trekt haar benen omhoog, waardoor ze volledig tegen Ghibe aanligt.

'Waarom ben je zo gelukkig?' Vraagt ze.

Ghibe lacht zachtjes en zegt: 'Omdat jij mij gelukkig maakt.' Hij tilt haar omhoog en pakt haar schouders vast. 'Ik hou van jou, Merdina.'

Merdina pakt de handen van Ghibe en houdt ze stevig vast.
Ze kijkt naar Ghibe die haar liefdevol aankijkt.

Maar dan veranderd er iets in zijn blik. Zijn mondhoeken zakken omlaag en zijn gezicht trekt wit weg.

'Ghibe?'

Merdina staart naar haar liefde die haar nog even aankijkt. Er komt een warme straal bloed uit zijn mond lopen en zijn lichaam zakt omlaag.

Merdina begint te gillen en ziet haar vader achter het lijf van Ghibe staan met een rood zwaard.

Een zwaard met Ghibe's bloed.

'Vader! Wat heeft u gedaan!' Schreeuwt ze met een schrille stem.

Ze pakt Ghibe vast die met een lege blik in zijn ogen naar de lucht staart en warm is van het bloed dat uit een gapend gat in zijn buik komt stromen.

Het sijpelt over haar kleren heen en plots zijn de tranen van blijdschap, tranen van rouw en verlies.

Ze begint te gillen en schudt haar dode geliefde door elkaar.

Het gillen stopt zodra haar vader naar haar toekomt.
Ze kijkt hem met angstige en betraande ogen aan en diep vanbinnen weet ze dat er iets gaat gebeuren.

Met een zwaai pakt hij haar haren vast en rukt haar omhoog, waardoor Ghibe's slappe lijf uit haar armen valt.

'Jij feeks.' Sist hij in haar oor. 'Je draagt een kind van de duivel.'
Hij spuugt op haar wang en gooit het meisje met een harde dreun op de grond.

Merdina schreeuwt van de pijn.
'Vader, vergeef me! Alstublieft!'

Met zware stappen komt hij op haar af.
'Onrein beest dat je bent!' Roept hij tegen haar.

Hij trapt in haar buik en pakt haar vervolgens weer op aan haar haren.

Merdina pakt haar buik vast en voelt hoe ze van onderen bloed verliest.

Haar vader smijt haar weer op de grond en Merdina klapt op haar rug.
Ze kreunt en voelt het bloed vloeien.

Ze kijkt nog een keer naar Ghibe, voordat haar vader haar oppakt, en fluistert: 'Ik hou van je en van ons overleden kind. Ik kom je zoeken.'

Dan wordt ze ruw opgepakt en in haar oor fluistert haar vader: 'Je zal verbranden in het hellevuur en de helhonden zullen je vlees verscheuren.'

Dan gooit hij zijn halfdode dochter op de grond en een luid gekraak klinkt.

Hij loopt naar het lijf van zijn kind en ziet dat het bot in haar nek naar buiten steekt.

Hij gromt en spuugt op haar lijk.
'Moge je nog lang branden in het vuur des hels.' Zegt hij spottend en hij kijkt in haar ijskoude blauwe ogen.

Met doffe voetstappen loopt hij naar Ghibe toe en pakt het bebloede zwaard.
Ruw steekt hij het in Ghibe's buik en loopt dan naar het paadje.

Hij neemt een laatste blik op het veld der verderfenis en loopt dan weg, met het bloed van twee geliefdes aan zijn handen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro