hoofdstuk 2

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik ren, zo hard als ik kan, door het bos. "Je speelt vals!" Hijgt Keaton uitgeput. Zweetdruppeltjes blinken op zijn voorhoofd en zijn adem gaat onregelmatig. Hij kijkt me recht in mijn ogen aan en zakt neer op de grond. "Keaton!"
Ik loop naar hem toe, hij ligt bewegenloos op de grond. Ik schud hem heen en weer, om hem wakker te krijgen. "Komaan, dit is níet grappig!"
Tranen springen me bijna in de ogen, als ik een kleine grijns op zijn gezicht zie. Hij springt op en laat me hard verschieten. Ik schrik hard en val achterover op de grond. Hij begint me uit te lachen en tranen springen in zijn ogen. "Wat moet dit?!" Zeg ik boos. "Je had verdomme dood kunnen zijn!" Hij steekt me een hand uit, maar glimlacht nog steeds van mijn reactie. Ik sla zijn hand weg en sta zelf op. "Jij..." Met mijn vinger priem ik en zijn borstkas. "Doe dat nooit meer", zeg ik streng. Hij steekt zijn handen in de lucht en zet een stap dichter naar me toe. "We zullen zien", grijnst hij naar me. Mijn wangen worden warm en kleuren licht roze. "Bloos je nu, Everynn?" Vraagt hij. Zijn blik gefocust op mijn gezicht. "Nee," zeg ik, "ik bloos níet." De zin komt als haperende woorden uit mijn mond waardoor ik nog harder bloos. Verslagen draai ik me om en ren lachend verder.

Ik staar naar het plafond met een brede glimlach. Aan alles wat ik denk of doe, mijn gedachten dwalen steeds af naar hem.
Zijn donkerblauwe ogen, als diepe oceanen, die altijd vol plezier staan.

"Waar denk je aan?"
Ik schrik op en zie mijn zus in de deuropening staan. "Niks...niks", stotter ik. Met een scheve glimlach kijkt ze me aan en zegt: "Ik ken je al langer dan vandaag zusje." Ik zucht verslagen. "Het is Keaton, niet?" Haar ogen glunderen van plezier. "Nee," zeg ik snel, "helemaal niet, gewoon vrienden, niks meer." Ze trekt haar wenkbrauwen op en stoot met haar schouder tegen de mijne. Ze steekt haar vinger streng voor haar uit en zegt: "Geen leugens, Everynn."
Ik laat me achterover vallen op het bed. "Misschien...een beetje", zeg ik zacht. "Ik wist het!" roept ze enthousiast. Ze springt op en omhelst me stevig. "Oh nee..." ze kijkt me bezorgt aan. "Wat is er?" Vraag ik ongeduldig. "We moeten je trouw nog plannen, je kleed uitzoeken en...-" Ik onderbreek haar: "Ten eerste ik ga níet trouwen, ten tweede ik heb geen enkel kleed nodig, ik heb er al genoeg en ten derde, ik weet niet eens zeker of ik het hem ooit zal vertellen." Met grote ogen kijkt ze me aan. "Voel je je wel goed?" Ze legt haar hand op mijn voorhoofd. Ik neem haar hand van mijn hoofd en zeg: "Ik voel me prima." Bedenkelijk kijkt ze me aan. "Jij," zegt ze, "de -o- zo grote romanticus, wilt niks met Keaton?" Met een nadenkende blik kijkt ze me aan. "Het is gewoon...," zucht ik, "dat ik onze vriendschap niet kwijt wil, begrijp je?" Ze glimlacht kort en neemt me in haar armen.

"Miss Everynn, Miss Elena," de dienstmeid gaat lichtjes door haar knieën, "jullie kunnen komen dineren." Ik glimlach en zeg: "Bedankt, we komen er zo aan."

Ik prik wat met mijn vork in het gaar gebakken stuk vlees. "Alles oké?" vraagt mijn vader bezorgd. Ik knipper met mijn ogen en kom uit mijn trance, mompelend komt er uit mijn mond: "ja..." Mijn moeder werpt me een bezorgde blik. "Het spijt me, maar ik heb niet zo'n eetlust", zucht ik diep. Mijn moeder knikt goedkeurend en ik sta op van tafel.

Voorzichtig plof ik op mijn bed en grijp een kussen vast. Mijn hoofd lijkt elk moment te ontploffen, net als mijn rug. Alsof kleine naaldjes in mijn ruggengraat prikken. Voor ik het weet, beginnen mijn knokkels raar onder mijn huid te bewegen. "Mam, pap?" roep ik bang, maar ze reageren niet. De pijn wordt erger en een soort edelsteen vormt zich op de plaats waar mijn knokkels zitten. Net hetzelfde gebeurd er met mijn ruggenwervel.
De pijn ebt stilaan weg. Ik trek mijn slaapkamer uit en draai me op naar de spiegel: een soort zwart, rotsachtig gesteente ligt in een lijn over mijn ruggengraat. Bovenop het zwarte gesteente zijn edelstenen te zien, die precies de weg volgen van mijn nek tot aan het einde van mijn rug. Ik trek mijn slaapkleed onmiddellijk weer aan en bestudeer mijn knokkels: ook hier hetzelfde, alleen maar op de plaats van het gewricht. Uit paniek schreeuw ik: "Help!" Tranen banen zich een weg over mijn gezicht. Zo snel als ik kan, ren ik naar buiten, naar de stallen. Ik spring op mijn paard en loop zo de stal uit.

De wind ruist langs mijn lichaam en doet mijn haren achter me wapperen. Het galop van de hoeven die in de zachte bosgrond sporen achterlaten. "Komaan Felix, sneller", zeg ik, als ik een andere ruiter achter me aan hoor komen. In volle galop sprint Felix door de bossen, maar de andere ruiter raak ik niet kwijt. De hoeven hoor ik vlak achter me, tot ze verdwijnen. Langzaam komen we tot stilstand. Bemoedigend geef ik een paar klopjes op Felix' hals. Ik kijk schichtig om me heen. Niks.

Op een onverwacht moment springt een donkerbruin paard over een struik heen. Uit schrik deins ik naar achter en hou mijn hand voor mijn gezicht. "Alsjeblieft, doe me niks", smeek ik naar de onbekende ruiter. Zijn voetstappen komen dichterbij, in mijn richting. "Everynn?" vraagt een onbekende stem. Voorzichtig haal ik mijn hand weg voor mijn gezicht en kijk ik recht in de ogen van...

:))))

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro