1 - De Raum

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

"Heroes aren't always the ones who win.
They're the ones who lose, sometimes.
But they keep fighting, they keep coming back. 
They don't give up. That's what makes them heroes."
-Cassandra Clare

Lisa was naar de Kruipersstraat gelopen, zo snel als ze kon. Ze had hoop gehad, hoop dat Anna en Jonathan in orde waren. Hoe dichter ze kwam, hoe kleiner die hoop werd.

Nu stond ze oog in oog met een Raum en wist ze niet meer wat hoop betekende. Ze nam haar boog steviger vast en legde een pijl aan. 

De Raum had een witte geschubde huid en keek haar aan met zijn grote, zwarte ogen. Hij haalde uit met één van zijn tentakels, van dichtbij kon ze de giftige rode tandjes erop zien. Lisa kon net op tijd opzij springen en schoot een pijl in de rug van de Raum. Hij brulde en haalde weer uit met een tentakel. Ze liet haar boog vallen, de huid was veel te taai om met een pijl te doorklieven. Lisa nam een serafijnendolk uit haar riem, hij was ongeveer even lang als haar onderarm.

'Remiel,' ze riep de naam van een Engel, waardoor de dolk wit oplichtte. De Raum deinsde even terug voor het felle engelenlicht, maar haalde dan weer uit. Met één uithaal sneed Lisa de tentakel af, die op de grond nog wat spastische bewegingen maakte en daarna zwarte as werd.

De ontarmde Raum krijste van de pijn en sprong op haar af, Lisa dook weg en landde op de grond. Ze voelde de adrenaline ruisen door haar aderen en was nu al buiten adem. Ze ontweek weer een tentakel door opzij te rollen. Lisa stond recht en rende terug naar haar boog, draaide zich om en richtte op de demon, die achter haar aan kwam lopen. Deze keer mikte ze gerichter. Ze loste haar pijl, hij belandde in één van de zwarte ogen van de Raum. Hij brulde het uit, zwart wondenvocht spoot uit zijn oog. De Raum leek zichzelf op te vouwen, totdat hij helemaal weg was.

'Terug naar waar je hoort,' zei Lisa, 'de Hel'.

De omgeving werd weer een beetje helder en nu pas zag ze dat er een hele hoop van die demonen een beetje verder stond, ze zag ook de glinstering van een zilveren lemmet.

'Jonathan!' riep ze hoopvol. Dat had ze misschien beter niet gedaan, want nu hadden sommige Raums haar opgemerkt en kwamen recht op haar af. Lisa sprong op een bankje en begon pijlen af te schieten naar de demonen, sommigen werden geraakt, maar de meesten kwamen te dichtbij. Ze wou haar serafijnendolk weer pakken, maar plots werd ze onderuit getrokken en viel hard van het bankje.

Het was één van de Raums, die zijn tentakel om haar been had gedraaid, en nu haar keel wilde omvatten met zijn tentakels. Het leek wel alsof haar been in brand stond. Lisa probeerde haar boog te gebruiken om hem zo ver mogelijk weg te houden. Met één hap van zijn haaiachtige tanden brak hij haar boog in tweeën.

'Mijn boog! Dat zet ik je betaald!' Lisa pakte een dolk uit haar wapenriem en stak het in de borst van de Raum. De demon brulde en loste op als een sneeuwman in de zomer. 

Lisa keek snel even naar haar been, er zat een rode tand in van een tentakel, ze trok hem eruit. Nog meer Raums kwamen op haar af, ze stond recht en pakte haar tweede serafijnendolk.

'Camael!' Ze haalde uit naar één van hen, maar hij ontweek de aanval. Hij ging in de tegenaanval en sneed met zijn tentakel in haar arm. 

Niet aan de pijn denken, gewoon doorgaan, wees een echte schaduwjager. Lisa ontweek een tweede tentakel en maakte de demon een kopje kleiner met haar serafijnendolk. Zo werkte ze zich een weg naar Jonathan, die nog steeds met andere Raums aan het vechten was. Waarom probeerde hij niet naar haar te komen? En waar was Anna?

*

Lisa was nu bijna bij Jonathan, ze kon hem al beter zien. Hij had een grote snee in zijn wang, arm en been. Zijn normaal lichtblonde haar zat onder het zwarte wondenvocht en zijn tenue was gescheurd. Er waren nog maar een tweetal Raums over, die het blijkbaar te druk hadden met Jonathan dat ze geen oog hadden voor haar. Lisa pakte nog een dolk uit haar wapenriem en gooide het onhandig naar één van hen. De dolk vloog onbedoeld ver langs de kop van de demon en raakte bijna Jonathan.

Nu had een Raum haar wel opgemerkt en kwam op haar af. Lisa slikte, ze wou nog een dolk pakken maar ze waren op, haar boog was in twee gebroken en haar serafijnendolken lagen ergens op de grond. De demon sprong op haar af. Lisa pakte snel één van haar pijlen en hield hem recht voor haar uit. De Raum landde op haar en werd gespiesd door de pijl. Zwart wondenvocht brandde door haar tenue. Ze stond recht en zag dat Jonathan de andere Raum al had vermoord en nu met zijn rug naar haar toe gehurkt zat.

'Jonathan!' Lisa rende naar hem toe, en zag Anna op de grond liggen. Ze zakte op haar knieën, haar vriendin zag er helemaal niet goed uit. Ze had een snede in haar voorhoofd en was precies verdoofd.

'Wat is er gebeurd?' zei ze ademloos. Ze wierp een zijdelingse blik op Jonathan, op te controleren of hij niet gewond was. 

Hij was allesbehalve in orde, zijn tenue was opengescheurd en hing onder een mengeling van zwart demonenbloed en zijn eigen bloed. Ook waren zijn ogen rood, was hij aan het huilen?

'We werden opeens overvallen door tientallen Raums, Anna werd langs achteren geraakt en kon niet meer stappen. Ze wilde versterking vragen via mijn telefoon, maar viel bewusteloos.' Toen hij Lisa's vragende blik zag, verklaarde hij: 'Ze heeft zo'n rode tand van een tentakel in haar been en nek gekregen en is gevallen. Ondertussen hadden die smerige demonen ons natuurlijk al omsingeld.' Lisa keek angstig van Anna naar Jonathan, ze zag hoe hij zijn kaken op elkaar klemde.

Lisa wreef over haar onderbeen, ze hoopte dat ze de tand snel genoeg verwijderd had. 

'Zo'n tand is giftig, we moeten haar zo snel mogelijk terug naar het Instituut brengen,' zei ze bezorgd.

'Misschien eerst een iratze?' Jonathan reikte naar Lisa's cilinder in haar wapenriem.

'Nee! Geen genezende runen! Daardoor gaat de huid alleen maar over de tand heen groeien. Ze moet naar het Instituut.' Jonathan pakte Anna gehoorzaam op, Lisa ging snel nog haar twee halve bogen pakken en ze begonnen naar het Instituut te lopen.

'Je mankt,' merkte Jonathan op. Zijn blik gleed over haar zere been naar haar ogen.

'En Anna's been moet waarschijnlijk geamputeerd worden. Kunnen we doorlopen alsjeblieft?'

Hij zuchtte geïrriteerd. 'Ik hou me in voor jou! Ik had er al kunnen zijn,' kaatste hij terug.

'Bij de Engel, loop dan door. Of wil je dat Anna sterft omdat je beleefd wilde wachten?' riep ze opgehitst.

'Ik zorg altijd goed voor mijn zus.'

'Ja, dat zie ik!' Maar hij deed alsof hij haar niet hoorde en liep er als een speer vandoor. Hoofdschuddend bleef ze doorlopen. Zelfs met Anna in zijn handen was hij sneller dan haar, realiseerde ze tot haar grote frustratie. Ze kon hen al niet meer zien en probeerde haar pas ook te versnellen, wat moeilijk was met het demonengif in haar been.

______________
Wat vond je van het eerste hoofdstuk? Laat het zeker weten in de comments!

Kunnen Lisa en Jonathan Anna redden?
Ontdek het in het volgende hoofdstuk -->
Onthoud ook: Vertrouw niemand

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro