2 - De Stille Broeders

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

"I hope you find someone you can't live without. I really do. And I hope you never have to know what's like to have to try and live without them."
-Kiera Cass

Lisa kwam uitgeput aan in het Instituut, de deur stond nog wagenwijd open. Ze moest Jonathan niet zoeken, ze kon gewoon het roodzwarte bloedspoor volgen. Dat wordt weer een tof opkuiswerk. Het spoor leidde naar de ziekenzaal, Anna lag in een bed en Jonathan zat naast haar. Buiten adem plofte Lisa in een stoel.

'En?' Ze keek Anna onderzoekend aan.

Jonathan zuchtte: 'Ik denk dat we beter de Stille Broeders oproepen, zelf kan ik de tand er niet uit halen.'

'Laat mij eens kijken,' Lisa rolde de broekspijp van Anna's tenue op en keek naar haar onderbeen, het zag helemaal blauwpaars. Ze beet op haar lip, dat zag er niet goed uit. Haar nek was er al even erg aan toe. Jonathan schuifelde ongemakkelijk op zijn stoel. 'Ik had beter gezwegen over dat geamputeerd been.' Lisa pakte de tand beet en begon er lichtjes aan te trekken. Niet zo een goed idee: de tand had weerhaakjes en ze maakte het alleen nog maar erger.

Anna kwam met een gil terug bij bewustzijn, hierdoor moest Lisa ook gillen. Anna's voorhoofd was helemaal bezweet, haar blonde haar was geklit en ze ademde zwaar.

'Anna! Gaat het?' Stomme vraag, het is nogal duidelijk dat het niet gaat. Ze antwoorde niet, haar ogen waren terug gesloten en het was niet duidelijk of ze het bewustzijn terug had verloren.

*

Dit was niet de eerste keer dat er iemand gewond was geraakt in een gevecht. De ziekenzaal was haast hun tweede slaapkamer. Al was het nog nooit zo erg geweest.

'Ik ga de Stille Broeders oproepen.' Jonathan had er duidelijk genoeg van, hij stond recht en liep de ziekenzaal uit.

De Stille Broeders dienden als de archivarissen en geneesheren van de schaduwjagers. Hun nogal speciale uiterlijk jaagde de meeste mensen angst aan, zelfs Jonathan, maar Lisa niet. Zij wou toen ze klein was zelfs een Stille Broeder worden, maar zoals hun naam al voorspeld laten ze alleen mannen toe. 

Lisa pakte haar cilinder terug uit haar wapenriem, en tekende snel een iratze op haar arm en been. De cilinder, die leek op een lang zilveren potlood, brandde sierlijke zwarte strepen - runen - op haar huid. Ze leken op tattoos, al hadden de runen wel een doel. De wonden gingen weer dicht dankzij de iratze en waren er precies nooit geweest, op de littekens na natuurlijk. Jonathan kwam weer binnen.

'Ze komen af.' Hij wierp een blik op haar cilinder. 'Ah, jouw cilinder is nog heel, kun je me even helpen met een rune?' Lisa schudde haar hoofd, hij kon geen enkele cilinder heel houden.

'Kan je nu ook al zelf geen iratze meer tekenen?'

'Ik kan er nu moeilijk zelf één teken op mijn nek en rug, hé?' Ze zuchtte en tekende zorgvuldig een genezende rune op zijn nek. De iratze deed zijn werk, de wonden in zijn nek en wang verdwenen.

'Doe uit,' zei Lisa, wijzend naar zijn tenue, 'het zit trouwens onder het wondenvocht.' Jonathan grimaste.

'Kijk naar jezelf.' Hij had gelijk, haar tenue zat ook onder het bloed van de demonen, ze voelde het brandden op haar huid. Hij deed de bovenste helft van zijn leerachtige tenue uit en ontblootte een diepe wond op zijn rug. Lisa leunde met haar elleboog tegen zijn schouder, terwijl ze een iratze op zijn rug tekende. Ze hoorde hem naar adem happen toen de brandende cilinder op zijn huid kwam.

'Oké klaar.' Ze duwde zich af tegen zijn rug en stond op. 'Ik ga me snel even omkleden,' zei ze met blozende wangen. 

'Wacht, ik kom mee, ik heb best ook een nieuwe T-shirt nodig.' 

Lisa schudde haar hoofd. 'Jij kunt beter bij Anna blijven, ik zal wel een T-shirt voor je meenemen.'

Zonder een antwoord af te wachten, draaide ze zich om op haar hiel en liep naar haar kamer. Daar deed ze haar tenue uit en gooide hem op de grond. Lisa trok een propere T-shirt over haar hoofd en trok een nieuwe jeans aan. Onderweg naar Jonathans kamer stopte ze even om in de kamers van Maxim en Lotte te kijken, tot haar grote verbazing en opluchting sliepen ze gewoon. In Jonathans kamer griste ze één van de vele T-shirts van de grond dat er vrij proper uitzag. Ze vervloekte hem toen ze struikelde over een schede van een zwaard terwijl ze de kamer verliet.

Terug aangekomen bij de ziekenzaal stond Jonathan buiten en vertelde haar dat de Stille Broeders er al waren. Het idee dat Jonathan met ontblootte romp de Stille Broeders had ontvangen, had Lisa normaal lachwekkend gevonden hebben. Als Anna's leven niet aan een zijden draadje hing. Ze gooide hem zijn T-shirt toe, dat hij snel aandeed.

Ze had veel vertrouwen in de geneeskunde van de Stille Broeders, maar toch...'Ik wil naar binnen.' Ze keek smachtend naar de deur.

'Ik mocht niemand binnenlaten.' Lisa liet zich gewonnen op de grond vallen, Jonathan kwam naast haar zitten.

'Heb jij een idee vanwaar al die Raums kwamen?' Die vraag had haar al de hele terugweg geteisterd.

'Ik heb geen idee,' zei hij traag. Lisa begon nerveus met haar hand op de vloer te tikken.
Jonathan legde zijn hand op de hare, zodat ze zou stoppen. 'Het komt wel goed met Anna, je weet hoe sterk ze is.' Hij keek haar vriendelijk aan. Jonathan moest zelf ook doodongerust zijn, het was dan ook zijn zus. Lisa mompelde iets.

De deur van de ziekenzaal vloog open en twee Stille Broeders stapten naar buiten. Lisa trok haar hand terug en ze stonden tegelijkertijd recht. Ze hadden, zoals alle Stille Broeders, een perkamentkleurige mantel aan. Ze deden hun kappen naar beneden en onthulden een kaal, met runen bedekt hoofd. Hun ogen en mond waren dichtgenaaid, waardoor ze niet konden praten. Lisa had het altijd bewonderenswaardig gevonden dat ze telepathische krachten hadden, je hoorde hun stem in je hoofd.

We hebben de Raumtand kunnen verwijderen en een tegengif toegediend. Ze zal nog wat rust nodig hebben, maar zal volledig genezen, zei één van hen. Als ze niet altijd zo formeel en akelig deden, was Lisa hen om de hals gevolgen.

'Bedankt voor jullie hulp, Broeder Haggai en Broeder Baruch.' Zonder nog een woord te zeggen - voor zover ze dat konden - vertrokken ze. Lisa kon zichzelf niet meer houden en liep de ziekenzaal in.

'Anna!' Tot haar vreugde was ze wakker, ze zat zelfs rechtop in haar bed. Zonder verder na te denken vloog Lisa haar om de nek.

'Auw,' kreunde Anna, 'je doet precies alsof ik dood was.' Haar stem was zwakjes, maar ze sprak een glimlach.

'Dat was je ook bijna,' verdedigde ze zichzelf.

'Meisjes, jullie hebben de Stille Broeders gehoord: Anna heeft rust nodig. En wij ook.' Jonathan wilde Lisa meenemen naar boven, maar Anna zwierde haar benen over het bed.

'Ik ga boven in mijn eigen kamer liggen,' zei ze vastberaden. Ze stond recht, met een nogal pijnlijke blik op haar gezicht.

'Zou je, dat wel-'

'Met mij is alles in orde,' kapte ze Lisa af. Anna's wil was wet, dus kon ze haar maar beter helpen dan tegenspreken. Lisa ondersteunde haar en samen stapten ze de gang in. Jonathan was al weg, bezorgd als hij was.

'Hoe is dit allemaal gebeurd?' zuchtte Lisa. Ze hoopte dat Anna wat meer kon vertellen over de Raums.

'De sensor gaf een zwak signaal aan van demonenactiviteit in de Kruipersstraat, toen we daar aankwamen was er niets of niemand te zien. Plots werden we omsingeld door tientallen Raums.'

'Voor zover ik weet zijn Raums kuddedemonen?' Ze hoorde Anna zachtjes lachen.

'Bestaat dat woord echt?' Toen Lisa haar schouders ophaalde, verdween haar lach weer. Haar vriendin zuchtte vermoeid: 'Blijkbaar niet.'

'Ik had met jullie mee moeten gaan,' verzuchtte Lisa.

Anna schudde haar hoofd. 'Er moest iemand op de kleintjes letten.'

'Waarom moet ik dat altijd doen?' vroeg ze, plots geïrriteerd. 'Je weet dat ik niet de baas over hen kan spelen, ik ben hun zus niet.' Eigenlijk wist ze het antwoord op die vraag al: ze kan niet zo goed vechten als Anna en Jonathan, maar dat zouden ze nooit toegeven.

'Is alles in orde met hen?' vroeg Anna, haar vraag ontwijkend.

'Ja, ze slapen. Lot had Max wel weer opgesloten-' 

Anna maakte een gefrustreerd geluid. 'Max moet zichzelf maar eens leren verdedigen, hij is bij de Engel ouder dan Lot.'

*

Ze waren aangekomen aan Anna's slaapkamer, Lisa deed de deur voor haar open. 'Kom, ga jij nu maar slapen. Morgen is een belangrijke dag.'

'Ja, inderdaad.' Ze hinkte naar haar bed en grimaste. 'Mam en pap gaan boos zijn,' zei Anna gepijnigd.

'Dat bedoelde ik niet, maar je ouders zullen niet zo boos zijn.' Al geloofde ze dat zelf amper.

'Ja, dat zeg jij.' Beiden geeuwden ze. 'Ik weet niet wat jij gaat doen, maar ik ga slapen.' Anna draaide zich om in haar bed en deed haar ogen dicht. 

Lisa snapte niet hoe Anna nu kon slapen, terwijl ze net bijna waren vermoord. Ze sloot zo stil mogelijk de deur en liep naar haar slaapkamer, die vlak naast die van Anna lag. 

Ze ging ook in haar bed liggen en klopte drie keer op de muur, als antwoord kreeg ze drie klopjes terug. Ze wist dat Anna elk moment in slaap kon vallen, zelf werd ze wakker gehouden door nachtmerries over demonen.

______________
Wat vond je van het tweede hoofdstuk? Laat het zeker weten in de comments!

Wat gaat er de volgende dag gebeuren? Hoe gaan Anna en Jonathans ouders hierop reageren?
Ontdek het in het volgende hoofdstuk -->
Onthoud ook: Vertrouw niemand

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro