2. Een slecht begin

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De deur achter me valt met een luide klap dicht. Zoals verwacht is het binnen leeg. Ik sta middenin een lange gang met links en rechts een ruimte en kluisjes tegen de muren aan. In tegenstelling tot mijn school zijn de kluisjes hier blauw. Na vier jaar een geel kluisje te hebben gehad is het wennen. 

Zoekend kijk ik om me heen. Waar is de receptie?  Ik ben aan het begin van de zomervakantie al drie keer op gesprek geweest en toch kan ik me niet meer herinneren waar ik heen moet. Fijn, mijn geheugen laat me weer eens in de steek. Dan maar gokken. En dus kies ik zonder logica voor rechts.

Onderweg kom ik een lange man tegen. Hij is de eerste persoon die ik ontmoet. Zijn bruine leren tas, zijn geblokte overhemd en de kop hete koffie zeggen meer dan genoeg: hij is een docent. Als hij me ziet gaan zijn wenkbrauwen verbaasd omhoog. Begrijpelijk, welke leerling is er nou zo vroeg op school? 

Voordat hij wegloopt spreek ik hem aan. 'Meneer? Kunt u mij helpen?'

Hij knikt en schenkt me een vriendelijke glimlach. 'Natuurlijk.'

Terwijl hij zijn tas op de grond zet praat ik verder. 'Ik ben nieuw hier. In mijn laatste gesprek met de directeur zei hij dat ik hem moest opzoeken aan het begin van de eerste schooldag. Hij zou me mijn rooster geven en begeleiden naar de eerste les. Het probleem is dat ik niet meer weet waar ik heen moet.'

'Bij de receptie hebben ze antwoord op alle vragen. Weet je waar dat is?' 

Ik schud mijn hoofd. 'Nee.' 

'Oké, dan breng ik je wel even. Ik zal me nog even voorstellen,' mompelt hij en steekt zijn arm uit. Beleefd schud ik zijn hand. 'Ik ben meneer Polsen. Ik geef Nederlands.'

Hij pakt zijn tas en samen lopen we naar rechts, de lange gang uit. Hoe meer we zwijgen hoe ongemakkelijker het op de een of andere manier lijkt te worden. Meneer Polsen denkt blijkbaar hetzelfde als ik, aangezien hij de stilte verbreekt door een vraag te stellen.

'In welk jaar zit je nu?' 

Automatisch antwoord ik. '5-havo meneer.' 

Hij trekt zijn wenkbrauwen omhoog. 'Oh? Beetje vreemd om je examenjaar op een andere school te doen. Is dat wel verstandig?'

Het kost me moeite om niet diep te gaan zuchten. Ik had de vraag zien aankomen en ik weet dat ik het nog vaker ga horen. Ik heb geprobeerd om van te voren een goed antwoord te bedenken, maar die is er niet. De reden van de schoolwisseling is te persoonlijk om zomaar te vertellen.

Zenuwachtig zoek ik naar een smoes. Gelukkig verwacht hij al geen antwoord meer. Precies op het juiste moment zijn we bij de receptie aangekomen. De vrouw achter de balie kijkt ons verwachtingsvol aan. Ik herhaal mijn verhaal en niet veel later schud ik weer iemands hand. Ik bedank meneer Polsen en hij vertrekt. De receptioniste lacht me toe. 

'Wat is je naam?' 

Ik schraap mijn keel. 'Elena van Doorn.'

Met een pen in haar hand krabbelt ze mijn naam op een stuk papier. Hierna toetst ze vlug een nummer in. Drie seconden later heeft ze de directeur aan de lijn. 'Ik heb hier een meisje die met jou een gesprek zou hebben? Elena van Doorn, 5-havo.'

Ze wacht, knikt en hangt weer op. Ze perst een nieuwe glimlach op haar lippen. 'Hij komt zo bij je. Als je even een momentje hebt?'

Ik knik. Een beetje ongemakkelijk staar ik om me heen. De vrouw vindt me al snel niet interessant meer. Vanachter het bureau werpt ze haar aandacht terug naar de computer die voor haar staat. Om me heen zie ik de eerste tieners op school aankomen. Meerdere herkennen elkaar. Ze groeten enthousiast, meiden omhelzen elkaar, jongens slaan elkaar lachend op de schouder. Er wordt gevraagd hoe hun vakantie was. Iedereen heeft wel iemand. 

Iedereen op ik na. Alles is onbekend. Ik voel me een buitenstaander. Hét nieuwe meisje.

'Goedemorgen,' hoor ik achter me. Als ik me omdraai zie ik de man die iedereen hier kent als de directeur van de school. Ik heb hem vlak voor de zomervakantie drie keer gesproken. Er moest het een en ander geregeld worden voor mijn overplaatsing van school. De reden deed hem afschrikken, maar mijn goede cijfers hebben hem uiteindelijk overtuigd.

Bijna automatisch glimlach ik. 'Goedemorgen meneer.'

Hij reikt een vel papier. Nadat ik het heb aanpakt zie ik een rooster. Tenminste, ik ga er vanuit dat het een rooster is. Tijden, lessen en lokalen staan afgekort in een schema. Het lijkt wel een soort codetaal... Wat ingewikkeld! Op mijn vorige school stond alles heel anders. Hij had het me net zo goed in het Italiaans kunnen geven. Ik begrijp er niks van.

'Is de boekenbestelling gelukt?'

'Ja meneer. Ik wist alleen niet welke boeken ik vandaag mee moest nemen.'

Hij kijkt me verbaasd aan, alsof het een grote schande is om op je eerste schooldag de goede boeken niet bij je te hebben. Het irriteert me en het liefst zou ik hem willen vertellen dat mijn rug op het huidige moment dood gaat door mijn rugzak, aangezien ik zoveel boeken als mogelijk is erin heb gepropt! 

'Ik had mijn rooster nog niet,' mompel ik uiteindelijk zacht. Meteen herstelt hij zich. Zijn beleefde, "vriendelijke" glimlach is weer terug.

'Ach natuurlijk. Wat stom van mij. Nou ja, dat kan gebeuren. Leg het even uit bij de vakken van vandaag, dan zullen de docenten daar vast en zeker rekening mee houden. Voor vandaag kan je vast wel even meekijken met een klasgenoot. Goed: wat geeft je eerste uur aan?'

Ik kijk naar mijn rooster. Mijn ogen worden duizelig van de kleine lettertjes. Ik probeer er iets van te maken. 'Ehm, ik heb volgens mij wiskunde. Lees ik dat goed? Eronder staat "SDG, 1.64".'

'Dat klopt. In dit geval heb je wiskunde van mevrouw de Groot in lokaal 1.64. Ik zal het meteen maar even uitleggen: elke gang heeft een bepaald nummer. Zo heb je de 40-gang, de 60-gang en de 80-gang. Elk lokaal heeft dan weer een extra nummer, bijvoorbeeld 0.43. Als het op de begane grond is staat er een 0 voor. Als het op de eerste verdieping is krijg je er een 1 voor. Snap je dat?'

Fantastisch, hij heeft me zojuist de werking van het rooster vertelt... In tien seconden. Ik weet dat ik zijn informatie binnen nu en vijf minuten compleet vergeten ben, maar om de directeur een plezier te doen knik ik overtuigend. 'Ja, ik snap het.' 

'Mooi. Volg mij maar, dan weet je zeker dat je voor de eerste les op tijd bent.'

We gaan de trap op. Achter me is de verlaten, lege school verandert in een drukke. We zijn tien minuten verder en het begint al redelijk druk te worden. Sommige groepjes staren me aan. Is het dan zo duidelijk dat ik nieuw ben? Zo te zien zijn het vooral eerstejaars, want die willen net als ik op tijd bij hun eerste les zijn.

Bij de eerste verdieping is het nog makkelijker om te verdwalen dan op de begane verdieping. Er zijn nog meer gangen en nog meer lokalen. Echt super, de kans dat ik de komende dagen veel tijd ga besteden aan het vinden van de lokalen is zojuist met 100% verdubbeld. 

Ergens aan de linkerkant van de school, halverwege een lange gang, is mijn eerste les. De directeur wijst naar het bordje naast de deur en inderdaad: het geeft lokaalnummer 1.64 aan. Nu het me met hulp gelukt is om bij de eerste les te komen, vraag ik me af wat de volgende stap is. Verwacht de directeur dat ik hier minstens twintig minuten blijf wachten tot de eerste bel van het schooljaar gaat rinkelen? 

Blijkbaar wel. Niet wetend wat hij anders moet doen steekt hij lachend zijn arm uit. Ongemakkelijk schud ik zijn hand. Voordat hij me achterlaat geeft hij me nog zijn standaard praatje: 'Elena van Doorn, nogmaals welkom op het Graaf van Hoog College. Ik wens je namens de gehele school een prettig en leerzaam jaar. Op je vorige school heb je prima cijfers gehaald. Ik hoop uiteraard dat je hier ook zulke scores gaat maken. En niet vergeten: bij vragen kan je altijd bij mij of mijn collega's terecht.'

Heel eerlijk gezegd geloof ik hem niet. Als het erop aankomt is hij tevreden met de leerlingen die goede cijfers halen en hun persoonlijke problemen voor zichzelf houden. Tegelijkertijd kijkt hij negatief naar de jongens en meisjes die meer moeite hebben met het "goed doen" op school. Het is gewoon te horen in zijn zakelijke stem en zijn onoprechte glimlach. Of ligt het aan mij? Wie weet. Mijn vertrouwen in anderen is sinds een tijdje in ieder geval wat minder geworden. Maar dat is dan weer iets persoonlijks.

Zoals het hoort bedank ik hem voor zijn "peptalk" en zoals ik had zien aankomen gaat hij er meteen vandoor. In rustige passen verlaat hij de gang. Een beetje verslagen blijf ik voor de deur van lokaal 1.64 staan. Zachtjes mompel ik tegen mezelf. 'Oké... En nu?'

Uiteindelijk heb ik mijn rugzak op de grond gezet, leun ik zelf tegen de muur aan en dood ik de tijd door een spelletje op mijn telefoon te spelen. Het is debiel en zoals mijn ouders altijd zeggen een "nutteloos" spelletje, maar ik ben er verslaafd aan. Jaren geleden heb ik het uit pure verveling geïnstalleerd en nu kom ik er niet meer vanaf. Het heet "Happy Jump", hierbij ben je als speler een gekleurde pudding met een vrolijk gezichtje. Het doel van het spel is dat je zo hoog mogelijk komt met springen.

Of het nou dom is of niet, door het spelletje heb ik niet meer op de tijd gelet en veel sneller dan verwacht hoor ik de bel. Doordat het onverwachts is schrik ik ervan. Het scherpe deuntje galmt door het gebouw heen. Mijn hart gaat er onbewust sneller van kloppen. Het betekent namelijk dat het tijd is voor de eerste les. En de eerste les betekent dat ik me moet gaan voorstellen als hét nieuwe meisje, aan mensen die elkaar al jaren kennen. 

De tien seconden na het afgaan van de bel is het nog leeg en stil in de gang. Een berichtje via WhatsApp springt in beeld van mijn mobiel. Mijn beste vriendinnen Yara en Nadia wensen me succes. Glimlachend stuur ik een berichtje terug: "Dankjewel, jullie ook succes!". Letterlijk een seconde daarna heeft een meute zich als een mierennest hierheen verplaatst.

Het hele plaatje is aanwezig: de lange jongens met hun petjes achterstevoren en oortjes in, de giechelende en luid kletsende meiden die elkaar nooit alleen laten, de aparte gevallen die lekker hun eigen ding doen en tussen de kliekjes sjokken, de eerstejaars met rugzakken die ongeveer even groot zijn als zijzelf én natuurlijk de docenten.

Ik voel me alles behalve op mijn gemak als jongens en meisjes voor dezelfde deur als ik blijven wachten. In groepjes staan ze te kletsen. De meeste verhalen gaan zo te horen over de vakantie, wat logisch is. Over hoe geweldig Amerika was, hoe mooi de stranden in Spanje zijn en hoe warm het in Turkije wel niet is. Iedereen schept op over zijn vakantie. Ik lijk wel de enige te zijn die zijn lippen stijf op elkaar houdt. 

Een lange vrouw wurmt zich door de mensen heen. In haar handen heeft ze twee boeken, een kop thee en een bos sleutels. Ze valt op door haar korte blonde haarlokken en het getik van haar zwarte laarsjes. Na meerdere malen "pardon" en "aan de kant alsjeblieft" te hebben geroepen is ze eindelijk bij de deur. Behendig draait ze aan het slot. Met een klik gaat de deur open. De vrouw gaat aan de zijkant staan en groet iedereen die haar lokaal in gaat bij de naam. Blijkbaar geeft ze de meeste al een tijdje les.

'Goedemorgen Tim. Hallo Jasper. Fijne vakantie gehad Nina? Niet zo boos kijken Rachel, wiskunde is minder erg dan je denkt!'

Ze krijgt haast alleen maar leuke reacties terug. Het laat beter zien hoe goed iedereen elkaar hier kent. Het betekent niet per se dat ze allemaal elkaars beste vriend zijn, maar het komt hier nauwelijks voor dat ze vreemden zijn. Dat maakt het voor mij ongemakkelijker. Ik woon al wel mijn hele leven in de buurt van de school en daarmee ook in de buurt van al deze mensen, maar ik ben toch een buitenstaander.

Om te voorkomen dat iedereen naar me staart als ik naar binnenloop, zorg ik ervoor dat ik als een van de eerste het lokaal in ga. Ik ben bang dat ik me moet gaan voorstellen maar dat gebeurt niet. De vrouw glimlacht als ze naar me groet en verder niets. Zo te zien is het normaal dat ze niet iedereen kent.

Binnen moet ik snel een keuze maken: waar ga ik zitten? Er zijn rechte rijen die vanaf de voorkant, oftewel de kant waar het schoolbord hangt, naar achteren toelopen. De tafels en stoelen zijn in tweetallen neergezet. Vliegensvlug kijk ik naar de lege plekken. Mijn blik valt op een stoel links achterin bij het raam. Daar val je niet op én je kan naar buiten kijken als de les niet interessant meer is. In een woord is het perfect.

Snel ga ik erop af. In een paar vlugge passen sta ik er. Blij dat ik een goede plek heb ga ik zitten. Ik wil automatisch mijn wiskundeboek erbij pakken, tot ik me bedenk dat ik die niet bij me heb. Shit! Dat is waar ook. Dan moet ik met iemand gaan meekijken. Als er iemand naast me komt zitten...

Ik kijk hoe het lokaal steeds drukker wordt. Het geroezemoes vult de ruimte. Ondertussen hoop ik dat er iemand in zijn eentje de deuropening in verschijnt. Het gebeurt niet. Wat me opvalt is dat er naar me wordt gestaard. En niet een of twee keer. Zowat iedereen merkt dat ik nieuw ben en dat niet alleen. Ze staren me aan alsof ze eigenlijk willen zeggen: "meid, wat in hemelsnaam ben jij nou weer aan het doen?". Ik begrijp er niks van. Wat doe ik verkeerd? Heb ik iets raars? Zit mijn jurkje binnenstebuiten?

'Het is dom om daar te zitten.'

Ik kijk opzij. Een meisje is twee meter van me af op een stoel gaan zitten. Het valt me gelijk op dat ze haar uiterlijk belangrijk vindt. Je hebt de mensen die nadenken over hun outfit en je hebt de mensen die drie uur de tijd nemen voor niet alleen de kleding, maar ook het haar en make-up. Zij is het laatste geval. En ik moet toegeven: ze is mooi. Typisch zo'n meisje waar iedereen stiekem jaloers op is.

Nonchalant zwiept ze haar lange, donkerbruine haren naar achter. Haar grote groene ogen kijken me aan. De lege tafel naast me is het enige tussen ons in. Het duurt even voor het tot me doordringt dat ze het tegen mij heeft. Wat ze met haar opmerking bedoelt snap ik niet.

'Wat bedoel je?' mompel ik.

Ze zucht. 'Mensen staren je aan en zo te zien weet je niet waarom. Ik geef je het antwoord: het is dom om daar te zitten.'

Ze wenkt naar de plek. Ik kijk van haar naar de stoel waar ik op zit. Mijn wenkbrauwen trek ik omhoog. 'Wat is er mis met deze plek?'

'Zie je de letters rechts op de hoek van de tafel?' vraagt het meisje. Ondertussen tikt ze verveeld met haar roodgelakte nagels op tafel. Ik zoek naar wat ze zegt. Rechts zie ik de letters "K" en "J" achter elkaar in het hout gekrast.

'Ja ik zie het.'

'Dat heeft Kenzo jaren geleden met zijn zakmes gedaan. "KJ" staat voor zijn naam, Kenzo de Jong. Met andere woorden: je zit op zijn plek. En niet om je bang te maken of zo, maar het is beter als je hem niet lastigvalt. Af en toe kan hij behoorlijk snel boos worden. Een beetje te vergelijken met een meisje die ongesteld is, als je snapt wat ik bedoel.'

Bij haar laatste woorden moet ze lachen. Ik daarentegen snap het nog altijd niet. Dit is iemands vaste plek en omdat ik er nu zit kijkt iedereen me verbaasd aan? Serieus?

Ik herinner mezelf aan de gedachte die ik vanochtend had: voorlopig zal ik problemen ontwijken. Al vind ik het alles behalve normaal, ik besluit toch een andere plek te kiezen. De klas is ondertussen al volgeraakt. Hier en daar zijn nog wat overige lege plekken. Gelukkig is de tweede bel nog niet gegaan en praat iedereen daarom luidruchtig door. Het valt nauwelijks op wat ik doe.

Maar dan blijkt het te laat te zijn. 

Precies op het moment dat ik de stoel naar achteren wil schuiven om op te staan komt er een jongen naar binnenlopen. Ik weet niet hoe of waarom, maar ik voel gewoon meteen dat hij Kenzo is. Hij is de jongen waar het meisje me voor waarschuwde. Ik kan het zien aan de zelfverzekerde manier waarop hij als laatste de klas in komt, met zijn groepje vrienden om hem heen. Ik kan het horen aan de enthousiaste reacties die hij krijgt. Sommige roepen lachend zijn naam, anderen kijken hem alleen aan. Ik staar, observeer en onbewust hou ik mijn adem in op het moment dat hij me in de gaten heeft. 





Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro