24. De dunne lijn tussen haat en liefde

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Iedereen uit 5HAVO en 6VWO die geschiedenis in zijn of haar vakkenpakket heeft is aanwezig in een van de twee bussen. Vanaf het Graaf van Hoog College is het niet meer dan 10 minuten rijden naar het plaatselijke museum, maar de docenten zagen het niet zitten om met zo'n chaotische groep te fietsen. Ik neem het ze niet kwalijk. Er zouden tenslotte altijd wel een paar leerlingen zijn die dan ineens een lekke band hebben zodat ze "helaas" niet met het geschiedenisuitje mee kunnen. Helaas voor hen: daar is over nagedacht.

Het is nu 4 dagen geleden dat ik bij Kenzo thuis tegen de hoofdpijn en misselijkheid vocht. Tijdens het eten werd er nauwelijks gesproken. We waren dan ook niet bepaald beste vrienden die veel onderwerpen hadden om over te praten. Ergens was ik blij dat hij me had geholpen, daarentegen was en is er diep van binnen nog steeds de angst dat zijn agressieve gedrag van ervoor terugkomt. Zijn bruutheid en zijn haat wat volgens hem geen haat is.

Ik bijt op mijn lip. "Waarom haat je me zo erg?" vraag ik onzeker.

Hij grijnst. Mijn hartslag stijgt als hij met zijn vinger langs mijn wang streelt. "Ach meisje toch. Wie heeft ooit gezegd dat ik je haat?"

Op school heeft hij me minder lastig gevallen dan gewoonlijk. In een kinderachtige bui gooide hij propjes papier door de klas op maandagmiddag. Een ervan raakte mijn hoofd, maar iets ernstigs gebeurde niet. Ik wachtte af. Ik wachtte op een moment dat herkenbaar zou zijn. Op kleding die werd gestolen, op vreemde sms'jes of giftige blikken en waarschuwende uitspraken. Het kwam niet. Integendeel.

Tijdens de lunchpauze dinsdag kreeg hij ruzie in de aula met een jongen uit 5VWO. Het schelden, de bedreigingen en het geschreeuw van vrienden kwam boven al het andere geluid uit. Ze zouden gevochten hebben als de conciërge zich er niet mee bemoeide en ze uit elkaar haalde. Toen Kenzo verhit wegliep kwam hij onderweg mij tegen. Bijna botsten we tegen elkaar aan. Ongewild hadden we oogcontact. Hij was boos en ik verwachtte een rotopmerking. In mijn hoofd hoorde ik al "kan je het zien?" maar in werkelijk bleef het weg. Hij zweeg en liet me met rust.

Woensdag liep ik samen met Kiara naar de les. Ze was ervan overtuigd dat lichtroze lippenstift mij heel goed staat omdat ik blond haar en blauwe ogen heb. Cassey onderbrak het gesprek door in mijn bijzijn aan Kiara te vragen waarom ze met mij omging. Ik was volgens haar namelijk de nieuwe die doet alsof ze zielig en onschuldig is. Allemaal voor aandacht. Het was kwetsend bedoeld. Kiara en ik konden allebei niet antwoorden omdat iemand anders dat al deed. Vanuit het niets stond Kenzo naast ons. Hij gaf een brutale reactie zoals alleen hij dat kan. Cassey werd er stil van en verdween. Ik begreep het niet. Ik begreep er niets van. Zo snel hij kwam zo snel was hij ook weer weg.

Kiara sloeg lachend haar arm om me heen en zei: "zie je? Zo groot is het verschil tussen haat en liefde niet. Je bent blind als je niet ziet dat hij je leuk begint te vinden."

Ik schrik. De bus remt onverwachts hard bij het stoplicht. We zijn bijna bij het museum. Tijdens het rijden heb ik uit het raam gestaard en nagedacht over de afgelopen dagen. De stoel naast me is leeg. Eline claimde Kiara, zodat zij achterin bij het "coole groepje" kon zitten met onder andere Floris, Mo en natuurlijk Kenzo. Ik vind het niet erg. Zolang er niemand in de buurt is hoef ik mijn bezorgde uitdrukking niet te verbergen. Mijn stress voor het feit dat dit niet de eerste keer is dat ik dit museum bezoek. Het is hoogstens 5 minuten van mijn oude school vandaan. We zijn vlakbij dé locatie waar ik veel herinneringen aan heb. Goede en hele nare.

'Oké we zijn er! Rustig uitstappen en bij de ingang wachten alsjeblieft!' roept meneer Schouten.

Zo gezegd zo gedaan. Ik stap als een van de eerste uit. Buiten adem ik de frisse lucht in. Links, rechts, voor en achter me staan jongens en meisjes die door elkaar heen praten. Mevrouw van Dam, de geschiedenisdocente van het VWO, roept drie keer tot de hele groep stil is.

'Zoals verteld gaan jullie niet zomaar naar de kunstwerken kijken. Jullie krijgen per groepje een blad met daarop een aantal opdrachten die uiteraard met geschiedenis te maken hebben. Het is de bedoeling dat je het werk uit het museum combineert met je kennis wanneer je de antwoorden noteert. Jullie moesten allemaal papier en een pen meenemen. De slimmeriken die niks bij zich hebben kunnen naar meneer Schouten. Voor alle opdrachten samen hebben jullie anderhalf uur de tijd. Duidelijk? Mooi. Maak groepjes van 4 alsjeblieft.'

Ik kijk om me heen. Kiara loopt naar me toe. 'Doen we dit samen?'

Opgelucht haal ik adem en glimlachend knik ik. Het goede gevoel verdwijnt snel wanneer Kiara me meeneemt naar Mo en Kenzo. Nee he. Gaan we met hen? Kenzo kijkt nadrukkelijk van mij naar Kiara. Hij stelt haar duidelijk zwijgzaam dezelfde vraag die ik dacht. Ze heeft het niet door of ze doet alsof. Mo vindt het volgens mij niet zo boeiend. Ik krijg niet te horen dat ik niet welkom ben, wat wel gebeurde tijdens Floris 's feest. Kenzo zegt niets. Niet met woorden in elk geval.

We gaan naar binnen. Voor we de entreetickets krijgen moeten we onze telefoons inleveren. Natuurlijk wordt daar heftig tegen geprotesteerd. Er mogen geen foto's gemaakt worden en de docenten willen dat we ons concentreren op de opdrachten, in plaats van Instagram. Jassen en dus ook de telefoons gaan in een kluis achter de balie. Sommige weigeren hun telefoons uit hun zak te halen. Ze gaan een discussie met mevrouw van Dam aan, terwijl meneer Schouten zegt dat de rest kan beginnen. Hij zal rondlopen voor vragen.

Midden in een lange gang met aan beide muren allerlei kleurrijke portretten staan we stil. 'Opdracht 1,' leest Kiara hardop voor. 'Zoek de collectie schilderijen die gericht zijn aan de Tweede Wereldoorlog. Kies als groep een schilderij uit, noteer de naam en beschrijf twee kenmerkende aspecten uit deze periode die terug te vinden zijn in het gekozen werk.'

Ze zucht. 'Oftewel: bla, bla, bla. Wat vreselijk saai! Hallo we leven nu, niet duizend jaar geleden. Waarom is het nodig om al die miljoenen feitjes te kennen?' moppert ze. De jongens halen lachend hun schouders op.

Kenzo pakt het blad uit haar handen. 'We begrijpen het honey: je hebt een zwaar leven.'

'Plaag me niet! Alsof jij hier wel zin in hebt. Jij vindt het al moeite om je schoolboeken bij je te hebben.'

'Want tien kilo op je rug vind jij niet kut?' kaatst hij terug.

Overdreven hard kuch ik. Drie paar ogen gaan mijn kant op. 'We kunnen erachter komen wie van jullie het zwaarste leven heeft, of we beginnen gewoon met die opdracht. Hoe eerder we klaar zijn des te beter.'

Ik vind het verrassend dat niemand me tegenspreekt. Zonder erbij na te denken pak ik het blad uit Kenzo's handen en onbewust neem ik de leiding. We volgen een aantal bordjes, gaan een trap omhoog en vinden uiteindelijk de werken die we moesten zoeken. Ik kies een willekeurig schilderij uit. Het duurt tien minuten voor we een antwoord hebben. Ik denk, Kiara schrijft en de jongens zijn aanwezig. Ieder zijn eigen taak.

Moeizaam gaan we door naar de tweede opdracht. Als ook deze klaar is moeten we splitsen. We moeten zoeken naar een schilderij, beeld of voorwerp dat het beste het vierde tijdperk in de geschiedenis aangeeft. Elk tweetal moet met iets anders komen. Na mijn uitleg wordt Kiara door Mo meegetrokken, waardoor hij automatisch beslist dat Kenzo en ik partners zijn voor deze opdracht.

Zij aan zij lopen we zonder echt te kijken door. Ik heb zijn wrede en zijn enigszins aardige kant gezien in een paar weken. Hij heeft iets mysterieus, zoals het vreselijke verhaal over Claire maar ook het meisje op de foto en die keer dat ik hem in het magazijn van de bloemenwinkel zag. Het riskante is dat ik simpelweg niet weet wat echt is en wat niet. Wanneer is hij werkelijk hem en wanneer doet hij alsof? De beschrijving van Kiara en die van Adriënne 's moeder kunnen onmogelijk over dezelfde jongen gaan.

'Je bent zenuwachtig.'

Ik voel me betrapt. 'Wat?'

'Maak ik je nerveus?' vraagt hij, al hoor ik aan de toon dat hij het antwoord weet.

'N-nee.'

Zijn mondhoeken krullen omhoog. 'Je liegt.'

Haastig probeer ik zijn aandacht ergens ander op te richten. Ik wijs naar het eerste stenen beeld dat we tegenkomen. 'Deze?'

Hij stopt niet eens. Kalm blijft hij doorlopen. Verbaasd volg ik hem. 'Hallo ik vroeg wat' zeg ik geïrriteerd.

'Oh ik hoorde je.'

Verward staar ik hem aan. 'Maar?'

'Maar wat je aanwees heeft niks met tijdvak vier uit de geschiedenis te maken. Misschien ben je toch niet zo goed in geschiedenis als je denkt?'

Hoe meer hij zegt hoe bozer ik word. 'Hé ik probeer het tenminste. Jij doet niks. Moet ik je eraan herinneren dat dit ons examenjaar is? Ja Kenzo, dan moet je dingen weten.'

In een flits verandert zijn houding. Zijn lichaam staat gespannen en zijn gezichtsuitdrukking koel. Het is een waarschuwing. Een teken voor mij. Ja, ik begrijp het: vanaf nu moet ik oppassen met wat ik zeg.

'Hier gaan we niks vinden. We gaan naar een andere afdeling.'

Hij neemt de leiding. Op de bovenste verdieping rechts achterin is nog een open gang waar Afrikaanse kunst te vinden is, een trap voor de mensen die naar beneden willen en een deur die op een kier staat. Aan de dikte te zien en de kracht die Kenzo moet geven is de deur zwaar. Vanaf het moment dat ik binnen ben weet ik dat het niet klopt.

'Leuk gezocht, maar hier gaan we niks vinden. Dit is sowieso geen gedeelte voor bezoekers. Ik denk dat het voor personeel is. Het lijkt wel een schoonmaakhok.'

Een klap. Ik draai me met een ruk om. Hij heeft de deur laten dichtvallen voor ik was uitgepraat en voor hij kon zien wat ik al zag.

'Wat doe je? Sukkel!' roep ik beschuldigend en wijs daarbij naar het bordje aan de muur. 'Er staat toch duidelijk "deur niet sluiten"! Nu zitten we waarschijnlijk opgesloten!'

Ik been langs hem heen en duw tegen de deur. Er komt inderdaad geen beweging in. Ik hoor hem schelden. Hij duwt me aan de kant en geeft hierna een flinke klap tegen de deur. Er gebeurt niks. We zitten echt vast. En nu? Moeten we wachten tot iemand van het museum heel toevallig de deur opent om te gaan schoonmaken? Dat kan eeuwen duren. Lekker is dat! Ik zit hier in een klein hok met mijn frenemy / douchebag omring door bezems, een stofzuiger, stoffer en blik en alle andere middelen die met schoonmaken te maken hebben. De deur is op slot en onze telefoons hebben we niet. Typisch een rotdag uit mijn rotleven.

'Deed je het expres?'

'Ja hoor Elena. Hier met jou zijn en de geur van bleek inademen is wat mijn dag goed maakt' zegt hij sarcastisch. 'Kom op zeg. Wat denk jezelf,' voegt hij er spottend aan toe.

Ik laat me op de grond zakken. Het lampje aan het plafon is te zwak om de ruimte goed te verlichten waardoor het een beetje schemerig is. Ik krimp ineen als er opeens iets met hoge snelheid op me afkomt. Met ingehouden adem en een hoge hartslag kom ik erachter dat ik met mijn voet tegen een bezemsteel aankwam, die op deze manier omviel. Voordat het me raakt grijpt Kenzo het in een reflex beet. Tegelijkertijd stelt hij de vraag die hij al sinds zaterdagavond wilde stellen.

'Wat heeft Tim gedaan? Tim, je wiskundeleraar.'

'Wil je dat alsjeblieft vergeten? Alsjeblieft? Ik... ik kan er niet over praten.'

Hij haalt zijn schouders op, zet de bezem goed en komt naast me op de grond zitten. 'Zolang je er niet over praat blijft het een trauma.'

Ik frons mijn voorhoofd. 'Wie zegt dat ik een trauma heb?'

'Je schrikt snel, aan je wallen te zien slaap je moeilijk, je vermijdt hét probleem. Heb je nachtmerries? Hoe vaak heb je moeten zeggen dat je er niet over wilt praten? Meer dan goed is gok ik.'

Is het zo helder? Ben ik zo doorzichtig? Ziet hij werkelijk alles wat ik probeer te verbergen? Ik zwijg en toch hoort hij mij reageren. Of hij is veel slimmer dan hij je laat geloven, of ik ben nog zwakker dan ik denk.

'Luister. Ik weet dat ik de laatste persoon op Aarde ben waar je tegen wilt praten. Ik weet dat je bang voor me bent vanwege.. mijn gedrag in het begin. Maar misschien weet je ook dat ik geen recht heb om vooroordelen te hebben. Niet in zo'n geval. Jouw verhaal is groot genoeg voor anderen om een mening over te hebben, zonder dat zij luisteren naar degene die het verhaal als enige heeft beleefd. Geloof me. Ik weet hoe dat is.'

Hij lacht, maar zijn ogen staan serieus. Bijna ernstig zelfs. Meent hij het?

'Hé als je liever hebt dat ik geen fuck geef dan doe ik dat. Ik vind gewoon dat je moet beseffen dat een trauma niet voor altijd is. Het kan ook gewoon een herinnering zijn, als dat is wat je wilt.'

'Ik stond een onvoldoende voor wiskunde Kenzo. Daar begon het mee.'

Waarom weet ik niet. Er zit geen logica achter. Er is geen geheime reden. Ik hoor dezelfde woorden die mijn ouders, Nadia en Yara vaak hebben uitgesproken. Als ik er over praat gaat het weg, beweerden ze. Ik luisterde niet. Niet naar hen. Waarom geloof ik het nu wel? Waarom wel bij Kenzo? Ik weet het niet. Zijn stem is overtuigend. Alleen nu en alleen hier heeft hij iets betrouwbaars gekregen. Iets geloofwaardigs. Het voelt doodeng en tegelijkertijd bevrijdend om het woord voor woord hardop te zeggen. Alles. Van begin tot eind.

'Mijn ouders wilden dat ik meer uitleg zou vragen in de les. Ik moest beter mijn best doen. Die extra aandacht vatte mijn leraar verkeerd op.'

Zonder hem aan te kijken ben ik eraan begonnen. Ergens schaam ik me diep. Pas wanneer ik weer normaal kan ademen vertel ik verder.

'In het begin dacht ik dat het per ongeluk ging. Dan raakte hij heel kort mijn schouder aan, of mijn arm. Later was het duidelijk dat het niet onopzettelijk gebeurde. Hij... hij betastte me midden in de les.'

Ik herleef alles. Automatisch sla ik mijn armen om me heen. De eerste tranen schieten in mijn ogen. 'Maar het ergste kwam toen ik moest blijven zitten in de pauze. H-hij p-probeerde me aan te randen. Ik rende weg. Ik durfde niet meer naar school. Wat hij deed was... het was walgelijk. Toen ik thuis kwam waren mijn ouders opvallend vrolijk. Ze hadden het zogenaamde goede nieuws gehoord.'

'Het goede nieuws?'

Woedend zoek ik Kenzo's blik. 'Wat bleek? Meneer der Rijn, die altijd tegen zijn leerlingen zei dat zij hem Tim mochten noemen, had mijn toets nagekeken en ik had een 8. Het probleem was dat die toets niet bestond! Het was zijn manier van chanteren. Op die manier zou het lijken alsof ik mezelf "aanbood" in ruil voor een goed cijfer. Ik werd er ziek van, letterlijk. Ik kon een week niet naar school! Na die zeven dagen... De hufter had serieuze psychische problemen. Ik stond op een parkeerplaats vlakbij de school toen hij me aanviel. Hij wilde me meenemen naar zijn huis. Zonder de getuigen in de buurt-'

De tranen stromen over mijn wangen. Mijn lip trilt.

'Ik werd gered door een man en vrouw die naar hun auto liepen. Ze zagen wat er gebeurde. Tim vluchtte. Die dag vertelde ik mijn ouders alles. Ik moest wel. Nadia en Yara waren erbij omdat ze waren gekomen om me beterschap te wensen. Ze wilden allemaal dat ik aangifte deed. Tim werd gearresteerd en ontslagen. De hele school had het erover. Iedereen bedacht zijn eigen verhaal, zijn eigen theorie over wat Tim had gedaan. Drie keer raden welke theorie het populairst werd. Juist: degene waarin ik het slachtoffer ben. Blijkbaar had iemand me gezien bij het politiebureau.'

'Dus ging je voor je laatste jaar naar een andere school,' maakt Kenzo het verhaal af.

'Je snapt wel dat ik zo'n reden niet met de klas deel tijdens jouw spel.'

Hij legt zijn hand op mijn schouder. 'Hé. Het spijt me. Ik had niet zo moeten doen. Het waren mijn zaken niet.'

Ik denk er niet bij na. Hevig begin ik te huilen en snikkend zak ik in elkaar. Mijn lip trilt, mijn hart klopt pijnlijk en mijn adem schokt. Kenzo spreidt zijn arm. Ik ben te zwak om te weigeren. Mijn hoofd rust op zijn borst. Ik voel zijn spieren, zijn kalme ademhalingen en zijn arm om me heen. Zijn stem klinkt zwaar, vastberaden en kalmerend.

'Het is oké. Haal adem schat. Rustig maar. Wat Tim bij je deed gaat nooit meer gebeuren. Nooit meer. Je bent veilig. Geloof me. Kan je dat?'

Ik sluit mijn ogen. Diep adem ik in. De laatste tranen bevochtigen mijn wangen.

Ja.

Ja, dat kan ik.




Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro