26. De saaie, verlaten ruimte

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Sorry, mag ik wat vragen? Het klinkt vast suf omdat de school niet zo groot is maar waar kan ik de bibliotheek vinden? Ik ben nieuw dus vandaar. De directeur zei dat je met je leerlingennummer boeken kan lenen voor twee weken. Klopt dat?'

De jongen aan wie ik de vragen stel, een van de weinige die nog niet de benauwde lokalen heeft ingewisseld voor vrijheid, kijkt me raar aan en loopt dan zonder te antwoorden door. Versteld staar ik hem na. Word ik compleet genegeerd? Ik bedwing mezelf een rotopmerking te maken door op mijn lip te bijten. Met moeite blijven de woorden slechts een gedachte. Want het mag dan wel vrijdagmiddag zijn, dat betekent verder niet dat het dan wel prima is anderen te behandelen als lucht. Ja, ik zou ook wel willen genieten van het begin van het weekend gecombineerd met lekker warm weer. Het is toch niet mijn schuld dat ik nog boeken nodig heb voor een stom werkstuk?

Ik besluit hulp te vragen bij de receptie. Een kleine vijf minuten later loop ik in de schoolbibliotheek. Er is een gedeelte met brede kasten waar alle ongebruikte boeken stof opvangen, een gedeelte met tafels en stoelen voor degenen die in rust willen studeren en helemaal rechts een paar computers op een lang bureau. Een oudere vrouw loopt heen en weer met wat papieren en een boek in haar hand, dus ik gok dat zij de boel hier in de gaten moet houden. Niet dat het nodig is: niemand was vandaag van plan zijn kostbare vrije tijd hier door te brengen.

In een snel tempo ga ik de planken vol boeken af, op zoek naar een met het thema schizofrenie. Als ik al een extreem uitgebreid verslag moet uittypen, dan het liefst over een mentale ziekte die me interesseert. Ik bedenk hoe ik de hoofdstukken zal noemen en welke bronnen van internet ik het beste kan gebruiken. Ondertussen merk ik dat de bieb geen nuttige boeken voor me heeft. Ik was weggelopen en naar huis gegaan mits alles was gebleven zoals het was. En bijna was dat het geval. Een saaie, verlaten ruimte. Tot ik plotseling het laatste zag wat ik zou verwachten tegen te komen. Niet oninteressant, maar juist extreem boeiend! Ik vergeet hierdoor zelfs heel even adem te halen.

Wat ik dacht verlaten te zijn is niet verlaten. Ik ben niet alleen. Van alle tafels is er eentje helemaal achterin bezet. Het is niet gek dat het me in eerste instantie niet is opgevallen. Ze heeft zichzelf haast onzichtbaar gemaakt met haar onopvallende kleren en slechts een boek, papier en pen voor haar neus. Haar vlecht was het enige dat mijn aandacht vroeg. Haar lange bruine haren, gevlochten in een mooie vlecht. Ik verbind dit herkenbare beeld met de foto. Halverwege het lopen ben ik er abrupt stil door gaan staan. Bedenkelijk staar ik haar aan zonder dat ze het doorheeft. Ik weet negenennegentig procent zeker dat het haar is. Dit moet haar wel zijn. Toch? De laatste twijfels ebben weg wanneer ze opkijkt. Twee groene ogen krijgen me in de gaten.

Dit is het meisje! Dit is het meisje waar Kenzo een foto van heeft! In levenden lijve zit ze voor me. Het feit dat zij de reden is dat Kenzo me praktisch aanviel op het schoolplein maakt haar zo mysterieus en merkwaardig. Daarnaast maakt zij hem nog geheimzinniger dan hij al was. Als ik de puzzelstukjes op de juiste plek leg is zij niet alleen het onbekende meisje van Kenzo's foto, maar ook de dochter van de bloemist. Toen ik hem in het magazijn van de bloemenwinkel zag heb ik niet kunnen zien wie hij aan het helpen was en toch vertelt mijn gevoel me dat het om dezelfde persoon gaat. De bloemist noemde haar dochter Adriënne. Haar dochter, die een verborgen speciale band heeft met Kenzo.

Zal ik haar aanspreken? Of is dat vreemd om zomaar te doen? Aan de ene kant is het gek, aan de andere kant ben ik mega benieuwd wat haar zo bijzonder maakt. Zal er wel echt een verhaal achter zitten? Het kan immers ook zo zijn dat Kenzo zijn privéleven op zijn eigen manier apart houdt van zijn imago en reputatie op school. Misschien heb ik teveel fantasie en is ze gewoon een vriendin. Of dé vriendin. Wie weet. Wat ik ook besluit te doen, het moet snel bepaald worden. Sinds ze doorheeft dat ik naar haar keek staren we elkaar aan. Ik nieuwsgierig, zij onzeker.

Het is vreemd dat ze het tegenovergestelde van Kenzo lijkt te zijn, terwijl ze wel met elkaar omgaan op een manier die alleen zij kennen. Hij is aanwezig, hij claimt alle aandacht, staat sterk in zijn schoenen en zegt alles zonder bang te zijn voor de reacties. Zij daarentegen draagt een simpele spijkerbroek, een makkelijk zwart T-shirt, ze draagt geen make-up en haar haren zitten netjes in de bekende vlecht. Ze is weliswaar knap, echter komt ze eenvoudig en rustig over. Iets té rustig. Je zou bijna denken dat ze niet wilt dat mensen haar zien. En iedereen had inmiddels zijn mond open getrokken en geroepen 'kan je het zien?'. Zij niet. Ik zie aan haar ogen dat ze met de seconde onzekerder wordt.

Diep adem ik in. In de war en zonder plan benader ik haar. 'Adriënne?'

Ik glimlach zacht. Ze legt de pen die ze in haar hand had neer. Gespannen voel ik mijn hart kloppen. Vraagt ze zich af hoe ik haar naam weet? Ja? Nee? Misschien denkt ze dat ik gestoord ben.

'Ja? Sorry... kennen wij elkaar?' mompelt ze verlegen. Hiermee verlost ze me uit mijn lijden. Ik had gelijk!

'Nee - ja, een soort van. Ik was bij de bloemenwinkel van je moeder een tijdje terug. Ze had het over je. Ze vertelde dat jij en Kenzo... vrienden zijn. Ik heb een aantal lessen met hem, vandaar.'

Nu kom ik zelf niet uit mijn woorden. Het was stamelend. Ik merk dat ze het nog steeds niet helemaal begrijpt en ik kan haar geen ongelijk geven. Zelfs ik snap niet wat ik precies probeer te bereiken. Ik moet met iets beters komen dan dit. Zo te zien maak ik haar alleen maar meer verlegen. Zou ze het eng vinden om met mij te praten? Dat zou toch niet?

'Sorry!' zeg ik tussen een zucht door. 'Lekker duidelijk ben ik niet he? Mijn naam is Elena. Ik ben nieuw op deze school en Kenzo is een van de weinige die ik ken op dit moment. Het was niet mijn bedoeling je te laten schrikken. Sorry dat ik je zo ineens overval. Ik stoor je ook nog eens tijdens het leren zo te zien. Stom van me.'

Hiermee geef ik haar iets meer zekerheid. Volgens mij voelt ze zich beter. Een onzekere glimlach verschijnt rondom haar lippen. 'Dat geeft niet.'

Er volgt een stilte. Ik probeer hem te doorbreken. 'Zit je hier vaak? De meesten weten niet eens waar de schoolbibliotheek is, moet je nagaan hoe weinig het bezocht wordt.'

'Daarom ben ik hier eigenlijk. Het is rustig. Ik kan studeren zonder gestoord te worden door wat dan ook. Of wie dan ook. Oh maar daarmee bedoel ik jou niet hoor! Ik bedoel gewoon dat dit de beste plek is. D-de beste plek om alleen te lezen en zo. S-snap je wat ik bedoel?' stamelt ze zonder oogcontact te maken. Door de zenuwen maakt ze een handbeweging waardoor haar pen op de grond valt. Haar wangen kleuren rood. Schaamt ze zich voor wat ze zei? Ik vind het een beetje zielig. Kon ik haar maar duidelijk maken dat het totaal niet nodig is om nerveus te zijn.

Sneller dan zij buig ik me voorover. Ik raap de pen op en geef het terug. Ze glimlacht, deze keer al iets bewuster. 'Bedankt.'

'Geen probleem.'

'Dus... hoe zijn jij en Kenzo vrienden geworden?' vraagt ze geïnteresseerd.

Hoe we vrienden zijn geworden? Alle conflicten tussen hem en mij schieten als een sneltrein door mijn hoofd. Hele "vriendelijke" herinneringen zijn het over het algemeen niet. Ik weet niet of ik erdoor moet huilen of lachen. Hoe ga ik haar dit vertellen?

Lachend zoek ik een begin. 'We...'

De tijd om mijn eerste zin af te maken verdwijnt. De saaie, verlaten ruimte wordt opgevuld met de sterke aanwezigheid van niemand meer of minder dan hijzelf: Kenzo. Het verbaast me dat hij nog op school is. Nu hij ineens achter ons staat voel ik me betrapt. Het is net alsof ik een deur heb geopend die ik dicht had moeten houden. Sinds gisteren heb ik nieuwe emoties voor hem gekregen en dankbaarheid is daar eentje van. Dit is de reden geweest dat er vanaf toen niks meer is gebeurd tussen ons. Geen ruzies, geen nare of juist leuke opmerkingen. Niets. Zelfs geen gesprek. Ik gaf hem de ruimte om te beslissen wat hij vanaf nu wilt zijn voor mij. De douchebag? Of een vriend? Het is duidelijk dat hij het zelf nog niet weet.

Wantrouwend kijkt hij me aan. 'Wat doe jij hier? Waarom praat je tegen haar?'

Zijn woorden klinken net zo fel als dat zijn ogen kijken. Ik slik. 'Rustig maar. Ik was alleen-'

'Hé je hebt het recht niet haar lastig te vallen. Ga weg en laat haar met rust. Ben ik duidelijk?'

Hij is gevaarlijk dicht tegenover me gaan staan. Ik heb zijn agressie eerder meegemaakt en toch schrik ik opnieuw. Ik heb de kans niet voor mezelf op te komen. Daarvoor is hij te vastbesloten haar te beschermen. Ergens is het lief. Tegelijkertijd oneerlijk naar mij toe.

'Ik ga al,' zeg ik gekwetst. Zachtjes volgt Adriënne 's stem daarachteraan. 'Ze viel me niet lastig Kenzo. We hadden het gewoon over school. We waren aan het praten. Er is niks aan de hand.'

Blij dat ze kon zeggen wat ik niet mocht blijf ik staan. Hij kalmeert. Ik hoor het aan zijn ademhaling en ik merk het aan zijn lichaam dat meer ontspant. Zijn ogen staan mijn kant op en lijken te willen zeggen "sorry". Meer dan die blik krijg ik niet. Zijn aandacht gaat naar haar.

'Kom, dan breng ik je naar huis. Goed?'

Het is een voorstel, geen bevel. Adriënne knikt. Ze raapt haar spullen bij elkaar en gaat naast zijn zij staan. Hij slaat een arm om haar heen. Beschermend, niet bezitterig. Zoals een broer voor zijn zusje zorgt, al weet ik dat ze geen familie zijn. Stilletjes begroet ze me. Haar ogen weerspiegelen hoop. Ik geef het haar door glimlachend doei terug te zeggen. Op de een of andere manier betekent dit simpele gesprek tussen haar en mij zoveel meer dan het voor de rest gedaan zou hebben. Ligt het aan mij, of is Kenzo de enige die ze heeft om mee te praten?

Waarom? Waarom beschermt hij haar? En waarom houdt hij zijn contact met haar geheim?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro