44. Verzet

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Liefde kan niet strijden zonder te overwinnen, en kan niet verdedigen zonder te beschermen - deel 1

'Het einde was zo zielig!' jammert Adriënne.

'Echt he! Hoe kunnen ze een hond laten doodgaan, dat is echt wreed.'

Sinds we de bioscoop hebben verlaten kletsen we aan een stuk door over de film die we zagen. De film die romantisch zou moeten zijn, terwijl het in werkelijkheid tragisch is. Ik had wel een waarschuwing kunnen gebruiken: pas op, laat gevoelige mensen janken. In het raam van de C&A die we passeren controleer ik of m'n mascara is uitgelopen. De zaken zijn allang gesloten, intussen blijft het winkelcentrum zelf meestal tot laat open voor iedereen die van de ene kant naar de andere wilt. Links van het gebouw bevindt zich de bioscoop en rechts zijn een aantal bushaltes, met daarachter een park. Achter het park beginnen de woonwijken. Adriënne heeft geluk; op loopafstand is ze thuis.

De grote klok in de hal slaat net elf uur aan. Geen wonder dus dat er haast geen mens te bekennen is. We zijn niet ver van de uitgang af als we abrupt twee bekenden spotten. Op een van de houten bankjes, die geleidelijk in het midden van de brede gang geplaatst zijn, zitten Kiara en Cassey. Naast hen liggen papieren zakken van de McDonald's. Mijn gezichtsuitdrukking springt van verbaasd, naar opgetogen, naar oncomfortabel. Ik kijk van hen naar Adriënne. Haar expressieve groene ogen geven stress aan. Ik hoef niet te vragen waarom. Ik weet precies waarom.

'Hé Elena!' roept Kiara enthousiast.

Ik pers een glimlach op mijn gezicht. Onhandig zwaai ik. Ze staat op om me een knuffel te geven en het is dan dat ze opmerkt wie er half achter me is verscholen.

'Oh. Hallo Adriënne. Hoe is het met je?'

Het is een vriendelijke vraag. Toch hoor je duidelijk het onbegrip in haar stem.

'H-hoi. Goed.'

Adriënne strijkt zenuwachtig haar lange bruine haren, die ze op mijn aanbeveling los heeft zitten, naar achteren. Deze ontmoeting komt zeker in de top vijf van meest ongemakkelijke momenten. Onze positieve én negatieve connecties met elkaar is simpelweg te gecompliceerd om luchtig te doen. Wat je ook zegt, of hoe je ook kijkt, er is en blijft een lading awkwardness.

'We zijn net naar de bios geweest,' verklaar ik.

'Leuk! Wij waren eerst thuis maar Cassey had zin in de Mac. Daar was het veel te vol dus zijn we hier gaan zitten. Alles is al op helaas. Anders mochten jullie wel mee eten.'

'Spreek voor jezelf,' zegt Cassey verwerend. 'Ik deel geen eten van de Mac hoor.'

Stilte. De perfecte gelegenheid om casual gedag te zeggen.

'Goh, ik wist niet dat jullie vrienden zijn.'

En daar gaat mijn kans. Jeetje. Dat was een niet soepele overgang van onderwerp. Kiara bedoelt het niet aanvallend. Ze is nieuwsgierig. Jammer genoeg maakt dat het niet minder raar.

'Hoe kennen jullie elkaar precies? Door school?' vraagt ze verder.

Dit vormt een lastige situatie. Een dilemma. Kunnen we eerlijk zijn? Er is een reden dat Kenzo zijn band met Adriënne geheim houdt. Hij wilt voorkomen dat ze aandacht krijgt waar haar stress erger door wordt. Eerst vond ik dat een beetje gek. Inmiddels begrijp ik het heel goed. Ik word er zelf al gespannen van wanneer ze op school naar me staren, puur omdat ik met hem ben.

'Door Kenzo.'

We draaien ons richting Adriënne. Ze heeft zojuist iets groots gedaan. Dit verandert alles.

'Kenzo?' herhalen Kiara en Cassey in koor.

Ik glimlach. Ze lijkt bijna te zeggen: ik ben het zat constant zo onzeker te zijn. Dat is een goed teken. Trots leg ik mijn hand op haar schouder. Ik wil haar steunen. Ze is te lief, mooi en aardig om zo'n onzichtbaar leven te leiden. Deze conversatie is een van de kleine stappen die ze moet zetten om haar angsten te overwinnen.

'Ja. Hij stelde voor dat we gingen afspreken.'

'... want jullie zijn vrienden. Jij. Adriënne. Jij en Kenzo,' brengt Cassey er warrig uit.

Kiara straalt. 'Wauw dat is - hij heeft geluk met jou.'

'Dankjewel' zegt Adriënne blozend.

'Wacht even. Is dat waarom hij Claire in elkaar sloeg?'

De sfeer slaat in een klap om. Geïrriteerd kijk ik Cassey aan. Moest ze dat nou doen? Ik wil mijn mond opentrekken, haar laten weten dat er grenzen zijn. Ik ben er niet op voorbereid dat ik hierin gehinderd word en ik verwachtte al helemaal geen mannenstem. We draaien ons dan ook alle vier onthutst om bij het horen daarvan.

'Dames. We zoeken Kenzo de Jong. Wie van jullie kan ons helpen?'

Geschokt vergeet ik te ademen. Ik heb deze stem eerder gehoord. Ik scan vliegensvlug de drie jongens die voor ons staan, om te ontdekken dat ik gelijk heb. De middelste die heeft gesproken is Jack. Naast hem zijn trouwe handlangers, Chris en Nathan. Hier ben ik voor gewaarschuwd. Zij zijn de reden dat ik me achter een auto moest verbergen. Ze zijn de wraakactie van Claire. In andere woorden zijn ze gevaarlijk.

Hoe wisten ze ons te vinden? Wat gaan we doen? Wat willen ze? Ik vrees dat Adriënne en ik zijn gestalkt. Of misschien waren wij het niet maar Claire en Cassey. Het maakt niet meer uit. Het is gebeurd. Nee: het gaat gebeuren. Ik voel het aan alles. Messcherpe prikkels bereiden mijn lijf voor. Een pijnlijke dreiging hangt in de lucht.

'Boys. Wat gezellig' zegt Cassey nuchter. 'Waarom zouden jullie je avond verspillen aan vechten? Er zijn toch veel leukere alternatieven. Kiara's nicht geeft een feestje. Als jullie willen geef ik het adres door. Gratis bier, knappe meiden: ontbreekt niks.'

Wat moet dit voorstellen? Is ze een gesprek aan het voeren met vrienden, of is ze aan het helpen? Ik hoop vurig dat het is bedoeld als afleiding.

'Klinkt verleidelijk. Hoe eerder we dit afgehandeld hebben, hoe eerder we andere fun kunnen hebben. Dus: waar is Kenzo? In zijn huis was hij niet te vinden. Zijn lieftallige moeder kon ons niet helpen, wat betekent dat die taak naar jullie is verschoven.'

Strijdlustig staar ik ze aan. M'n handen in mijn zij gepind. Ik weiger bang weg te kijken, ook al is die drang groot. Het doet me goed dat ik niet in m'n eentje zwijg. Niemand geeft antwoord. Jack verwacht iets dat hij niet gaat krijgen. We mogen van elkaar verschillen als dag en nacht, maar we hebben stuk voor stuk één ding met elkaar gemeen en dat is dat we om Kenzo geven. We doen niet aan verraad.

De blonde jongen links zet een stap naar voren. Als respons komt Cassey fel naast haar beste vriendin staan.

'Nathan, dit is wel een gepaste afstand vind je niet?' zegt Kiara poeslief.

Hij grijnst. 'Dat zei je een paar maanden terug anders niet.'

Beschermend zet ik mezelf meer voor Adriënne. Ik voel me verantwoordelijk voor haar. Zonder overleg hebben we bepaald hoe we het beste weerstand kunnen bieden. Kiara en Cassey creëren een sterke blokkade, willen ze een van ons raken. We vormen een front. Wij. Wie had dat ooit gedacht? Dit moment zou ironisch zijn, als het serieuze gevaar ontbrak. Van ontbreken is geen sprake. De adrenaline, de verstikkende druk en de angst is echt. Twee groepen, lijnrecht tegenover elkaar. Slechts een van ons kan winnen. Het is echt. Ellendig echt.

'We weten niet waar hij is.'

De leider loopt in bewuste passen om ons heen. Scherp houden we hem in de gaten.

'Kom op, een van jullie moet toch op z'n minst een vermoeden hebben? De hele mix is compleet! Het meisje voor wie hij de jeugdgevangenis inging, het meisje waar hij verliefd op is, het meisje dat verliefd op hem is en het meisje dat hij samen met Lars als beste vriend beschouwt. Ladies. Dat moet wat betekenen.'

Fijn, ze hebben hun onderzoek gedaan. Ze weten precies wie we zijn. Het maakt geen verschil dat ik waarschijnlijk de informatie heb die ze willen. Hetzelfde geldt voor Adriënne. Als Kenzo inderdaad niet thuis is, dan is hij in de noodwoning. In de bloemenzaak. Het is slim. Deze jongens zijn doorzetters maar ze zullen er nooit op komen dat hun vijand tussen de zonnebloemen te vinden is. Ik aarzel geen seconde toe te geven aan hun eisen. Er is het instinct jezelf te beschermen en dan is er het veel krachtigere instinct de mensen te beschermen waar je van houdt. Ik hou van hem. Hij heeft genoeg geleden. Dit hoeft en zal er niet bijkomen.

Cassey schraapt haar keel. 'We willen jullie vriendelijk verzoeken ons met rust te laten en dit winkelcentrum te verlaten.'

Ze grijnzen. 'Grappig,' zegt de jongen met een grote tatoeage in zijn nek dan. 'Vooral jij zou moeten begrijpen waarom dat niet gaat. Liefje als jullie overhalen met woorden mislukt, dan moeten we andere maatregelen treffen. Ben ik duidelijk?'

'Chris. Laten we de meisjes niet bang maken,' reageert Jack met een valse lach. 'Let niet op hem. Hij wordt het opsporen een beetje zat. Zijn bedreiging is nergens voor nodig. Tenslotte geloof ik heilig dat een van jullie nu gaat praten. Het zou absoluut zonde zijn als we jullie avondje moeten verpesten. Blauwe plekken... een bloedneus, bloedlip. Klap hier. Klap daar. Zou echt zonde zijn.'

Dit is precies wat Kenzo bedoelde. Hij had gelijk. Deze jongens zijn gestoord.

'Adriënne.'

De stem van Nathan klinkt luid.

'Wilde je wat zeggen? Nu is de tijd.'

'Laat haar met rust,' sist Cassey.

Jack zucht. 'Genoeg gezeik. Begin.'

Het teken is gegeven. Ik onderdruk een gil. Chris heeft een klap uitgedeeld. Sneller dan ik kan verwerken. Cassey duwt hem razend weg. Kiara heeft een beetje bloed in de hoek van haar mond. Ik knijp mijn handen tot vuisten. Ik voel me machteloos en dat maakt de woede intenser. Feller en harder. Mijn bloed kookt. Ik span mijn lichaam aan, mijn hart snel kloppend en mijn voeten stevig de grond ingedrukt. Arme Kiara. Hoe durft die hufter haar te slaan?

'Hé, stoppen, nu!' schreeuwt Cassey. Voordat het helemaal uit de hand loopt heeft ze haar woordje klaarliggen. Haar schelle stem vult de ruimte op. Je kan niet anders dan luisteren.

'Ik hoop voor jullie dat jullie dat beetje hersenen gebruiken. Wij zijn met z'n vieren. Een van ons rent zo naar buiten, richting de bioscoop waar personeel is. We hoeven maar de woorden "poging tot verkrachting" te roepen of je hebt in no time minstens twintig mensen die bereid zijn om jullie de grond in te slaan. Is dat verdomme duidelijk? Ja, jullie zullen in de tussentijd een paar van ons hebben aangepakt. Tuurlijk! Maar die ene? Die ene komt terug met een groep vijf keer groter dan die van jullie. Niet de politie die zich aan de wet moet houden. Nee, nee: burgers die zich laten meeslepen door emoties. Minderjarige meisjes misbruiken? Kom op jongens: dat overleven jullie niet. Dus wees verstandig en rot de fack op.'

Met open mond hoor ik het aan. Haar speech is briljant. Nu hebben we een plan. Een plan in geval van nood. Bemoedigd volgen we haar voorbeeld en staren ze meedogenloos aan. Vanbinnen steun ik op het geloof dat ze vertrekken. Laat het alsjeblieft zo zijn. Bijtend op m'n lip hou ik de opkomende tranen tegen. Ik kan geen zwakte tonen.

Jack klopt op de schouders van de jongens naast hem. 'Een andere keer.'

Abrupt draaien ze zich om. 'Oh en Cassey: de eerst volgende keer dat we je alleen tegenkomen, piep je wel anders.'

Ze houdt haar lippen stijf op elkaar. Uitdagen heeft geen nut. We hebben ze net weggedreven. Geluidloos wachten we af tot ze volledig uit zicht zijn. Een zware druk maakt plaats voor opluchting. Emotioneel blaas ik uit. Bezorgd richten we onze aandacht meteen op de gewonde. Ze gaf geen kick, tot nu. Tranen bevochtigen haar wangen. Cassey veegt ze troostend weg.

'Hier.'

Adriënne pakt een zakdoek uit haar tas. Ik neem het van haar over en dep voorzichtig tegen Kiara's mondhoek aan.

'Dankje,' fluistert ze. 'Die drie zijn niet goed bij hun hoofd.'

Ik slik. 'Cassey zonder jou... je hebt ons echt gered.'

Ze glimlacht. 'Adriënne?'

Ik neem haar plek naast Kiara over. Cassey komt dichter tegenover Adriënne staan. Haar net nog fanatieke houding lijkt nu te verslappen. Ik herken de schaamte in haar ogen niet. Hoe ze haar zwarte haren onrustig achter haar oor brengt. Zoekt naar een begin. Naar de geschikte woorden.

'Het is geen excuus, maar ik snap nu pas waarom Kenzo deed wat hij deed. Ik weet hoe Claire zich tegenover jou heeft gedragen en ik weet dat ik geen haar beter was dan zij. Ik was misschien zelfs wel erger. Eerlijk gezegd heb ik mijn eigen onzekerheden. Ik weet dat ik een bitch kan zijn. Dat zijn natuurlijk jouw problemen niet,' stamelt ze, 'wat ik probeer te zeggen is: sorry. Voor alles.'

Afwachtend kijk ik Adriënne aan. Een kalme gloed ligt over haar heen. Ze is misschien wel het snelst hersteld sinds de jongens zijn vertrokken. Dat geeft aan hoe ervaren ze is met angst.

'Ik vergeef je.'

Cassey is overrompeld. 'Echt?'

Adriënne glimlacht. 'Ja.'

Ze zag het niet aankomen. Ze is verrast dat ze zo snel wordt vergeven. Ik niet. Het verbaast me niets. Ik weet hoe goedhartig Adriënne is.

'Oké kunnen we elkaar alsjeblieft een knuffel geven? Ik plas bijna in m'n broek van angst en m'n lip doet facking veel pijn, máár we hebben die motherfuckers weg gekregen zonder ze te geven wat ze wilde en nieuwe vriendschappen zijn gemaakt dus jeej!'

We schieten in de lach door Kiara's belachelijke uitspraak. Aarzelend kijken we elkaar aan. Dan openen we onze armen en accepteren we de groepsknuffel die Kiara zo graag wilt. Het voelt gek. Heel erg gek. Gek op een leuke, warmtevolle en enthousiaste manier.

Eenmaal bijgekomen besluiten Adriënne en ik verder te gaan. Cassey en Kiara gaan ook, alleen dan de andere kant op. We beloven elkaar een berichtje te sturen als we veilig thuis zijn. Ik heb de taak op me genomen om Kenzo te bellen en hem te waarschuwen. Hij zou op z'n minst moeten weten dat drie geschifte jongens hem opzoeken.

Het looptempo is hoog. We hebben geen andere keuze dan door het park te gaan. Niet ideaal in het donker terwijl het bijna nacht is. Ik dwing mezelf positief te blijven: binnen vijf minuten zijn we in Adriënne's woonkamer. We kletsen niet, we doen er alles aan geen vertraging te veroorzaken. In een flits gaan we de lantaarnpalen, grasheuvels en volgroeide bomen voorbij. De takjes breken onder m'n voeten. In m'n ooghoek zie ik het gebeuren.

Links van ons loopt een lang stuk aan struiken die groot genoeg zijn om achter te schuilen. Ik heb geen tijd het te bespreken. Ik heb geen tijd betere opties met elkaar te vergelijken. Dat wetende geef ik Adriënne een flinke duw richting de struiken. Direct erna leg ik mijn vinger op m'n lippen. Vanaf daar kan ze de weg terug nemen. Terug naar het winkelcentrum, naar de bloemenwinkel. We hebben hulp nodig. Ik zag het in een snelle waarneming. Doelgericht werden we benaderd. Op deze manier is in ieder geval een van ons veilig.

'Haal hulp. Maak geen geluid. Het komt goed.'

Ik recht m'n rug en ga de confrontatie aan.

'Elena. Lieverd, we waren al bang dat je niet meer zou komen.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro