8. Hard tegen hard

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Geconcentreerd sta ik vooraan. Een slinger pionnen ligt opzettelijk scheef op het veld. De bedoeling is dat we er met bochtjes omheen gaan en zo het balbezit met onze sticks oefenen. Het is een onderdeel dat ik bij de trainingen tig keer heb gedaan. Ik sta onder druk door de hoge verwachtingen van Kenzo en de rest, maar dit moet lukken. Het kan niet fout gaan.

De docente fluit. We mogen beginnen. Ik hou de stick op een juiste manier vast en rustig sla ik de bal naar voren. Achter me hoor ik Kiara overdreven enthousiast roepen: 'Go Elena!'

Mijn mondhoeken schieten omhoog. De zenuwen worden minder. De bal rolt de goede kant op en net voor hij te ver naar links dreigt te gaan, verander ik zijn richting. Soepel sla ik de bal om de pionnen heen. De stick in mijn handen doet precies wat ik wil. Het gaat goed en binnen enkele secondes sta ik aan de overkant.

De mensen achter me volgen mijn voorbeeld. In een rijtje spelen we om de pionnen heen. Sommige nemen het serieus, andere richten hun aandacht meer naar een leuk gesprek. Op afstand zie ik dat Kenzo als laatste gaat. Vlak voor hij tegen de bal aanslaat kijkt hij me aan. Zijn ogen twinkelen. Vlot en moeiteloos maakt hij dezelfde bewegingen als ik heb gedaan. Hij heeft overduidelijk vaker hockey gespeeld.

Wanneer hij klaar is gaat hij naast me staan. 'Dat deed je goed,' zegt hij neutraal.

Ik kijk hem verrast aan. 'Jij ook,' mompel ik.

Hij haalt zijn schouders op. 'Kinderspel. Ik ben nog altijd benieuwd naar jouw manier van spelen tijdens de wedstrijd. We zitten dan wel in hetzelfde team maar weet dit: ik ben je grootste tegenstander. Nu, de rest van de dag en alle dagen erna.'

Het was te verwachten dat hij zoiets zou zeggen. Ik zwijg en ik draai me van hem weg. Hij hoeft ten slotte niet te zien hoe jammer ik het vind dat hij mijn vijand wilt zijn. Heel eventjes hoopte ik dat hij zou stoppen met zijn stomme spel. Ik weet gelijk beter. Ik moet me niet zo makkelijk door hem laten beïnvloeden en ik moet me simpelweg gaan concentreren op de volgende oefening.

We moeten een partner kiezen. Dit is het enige moment dat ik volledig onzeker ben. Wie moet ik kiezen? Is er iemand die met mij wilt? Kiara gaat sowieso met Cassey, dus zij is geen optie. Verder ken ik niet zoveel mensen. Met de douchebag wil ik beslist niet. Hij denkt daar helaas anders over.

'Stop maar met zoeken. Jij en ik gaan deze oefening samen doen.'

Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Is dat een commando?'

'Twijfel je daar over Elena?'

Hij knipoogt. Nieuwe energie stroomt door mijn aders. Ik erger me suf aan zijn geplaag en geflirt. Zwijgend kom ik tegenover hem staan. Er zit ruim tien meter tussen ons in. Kenzo heeft de bal en dat betekent dat hij begint. 

Fel haalt hij uit. Met een klap schiet de bal mijn kant op. Mijn hart bonst. Vliegensvlug breng ik mijn stick in beweging en nog net op tijd hou ik de slag tegen. De bal is afgeremd en ligt nu stil. Opgelucht dat ik hem juist heb aangenomen kijk ik naar voren. Hij lacht.

'Jij bent.' 

Het geluid om me heen vergeet ik. De volgende drie secondes laat ik beheerst en snel voorbijgaan. Volledig gefocust kom ik in beweging. Mijn handen hou ik bij elkaar, diep zak ik door mijn knieën en tot slot schuif ik de stick tegen de bal aan. De flats is een goede manier van spelen als je hard wilt slaan. Kenzo spant zijn spieren aan, sneller dan het licht schiet zijn stick naar voren en net als ik heeft hij een slag tegengehouden. We zijn aan elkaar gewaagd. We vergeten het nut van deze oefening.

Onze ogen vinden elkaar opnieuw. Nu ben ik degene die zegt: 'jij bent.'

Zo gaat het nog drie keer verder. Naast ons wordt er lang niet zo hard en fel geslagen als hier. Wanneer de lerares langs ons loopt blijft ze geïnteresseerd toekijken. Ze knikt, als teken dat ze onder de indruk is. 'Zo te zien hebben we hier twee ervaren hockeyers,' zegt ze. 'Vergeet alleen niet dat het geen wedstrijd is. Hard slaan mag, maar het doel is dat jullie juist leren slaan en aannemen. Ik zou haast denken dat jullie willen dat de partner de bal mist.'

Kenzo grijnst. 'Natuurlijk niet mevrouw. We dagen elkaar een beetje uit, dat is alles.'

Ik heb geen zin er wat van te zeggen. We gaan verder tot de oefening stopt. De les is halverwege en dat betekent dat het tijd is voor het leukste gedeelte: de wedstrijden. Van te voren is gezegd dat wij team 1 zijn. We mogen als eerste spelen tegen team 2, terwijl de derde groep tijdelijk publiek is. Ik vind het best. De tegenstanders zijn niet echt mijn tegenstanders. Ik heb maar één vijand waar ik me mee bezig moet houden en dat is Kenzo. 

De doeltjes zijn klaargezet. Team 2 draagt gele lintjes zodat we duidelijk zien wie bij wie hoort. Met een toss is bepaald dat wij de beginslag mogen nemen. Fleur vroeg gemotiveerd of zij dat mocht doen. Niemand geeft negatief antwoord. Ze gaat in het midden van het veld staan en met haar slag begint het spel.

Er wordt op een leuke manier gespeeld. Mensen willen winnen. De bal wordt naar elkaar overgespeeld. Eerst hadden we het balbezit, tot een snelle jongen van team 2 de bal onderschept. Meteen wordt er geroepen: 'Lars, speel over man!'

De jongen die naar Lars roept staat vrij. Ik herken hem meteen. Het is Floris; hij was er bij toen Kenzo me voor schut zette in de wiskundeles. Mijn ogen schieten van de ene naar de andere jongen. Als ik ren kan ik het redden.

Bezweet knalt Lars de bal richting zijn vriend. Ik sprint, steek mijn stick uit en kom tussen de twee in. Met een klap en een draai heb ik het balbezit overgenomen. Vlot ga ik ermee vandoor. Om me heen proberen mensen me aan te vallen. Tussen de gele lintjes door zoek ik naar iemand om de bal naar te spelen. Linksvoor zie ik Kiara staan, maar ze staat te ver weg. Rechts is Kenzo met me mee gerend. Ik ben nog aan het bedenken of ik naar hem ga spelen tot hij de keuze zelf al heeft gemaakt.

Totaal onnodig slaat hij de bal van me weg. Abrupt kom ik tot stilstand. Lachend gaat hij er met de bal vandoor. Hij sprint, hij klemt zijn handen onder elkaar om de stick heen, hij zet zijn linkerbeen naar voren en hij haalt uit. Met een perfecte lage backhandslag gaat de bal het doel in. De meiden uit ons team joelen enthousiast. Het staat 1-0 voor ons en ik ben er alles behalve blij mee.

Cassey rent naar Kenzo toe. Ze geven elkaar lachend een high five. 'Lekker hoor,' zegt ze tegen hem. Kiara is ondertussen naast me komen staan. 'Wil je winnen?' vraagt ze.

'Ja, natuurlijk wil ik winnen. Dat wilt iedereen toch in een wedstrijd?'

Ze lacht. 'Ik had het niet over de wedstrijd.'

Het kwartje valt. Ze bedoelde niet het hockeyen, ze bedoelde de "strijd" tussen Kenzo en mij. Verward dat ze precies weet wat ik denk vraag ik haar advies. 'Hoe dan? Hoe win ik van hem?'

Ze legt haar hand op mijn schouder. Haar groene ogen staan vertrouwd. 'Wees niet bang. Vergeet het verhaal dat ik je gisteren heb verteld. Hij valt je aan? Prima, vecht dan terug. Vergeet de angst die je voor hem hebt. Je wint makkelijker van hem dan je denkt. Geloof me.'

'Kiara!' roept Cassey. We kijken beide op. Kiara rent naar haar vriendin toe. De bal wordt op de middenlijn gelegd. Er wordt gefloten. Lars neemt uit en de wedstrijd gaat verder. In gedachte hoor ik de bemoedigende woorden van Kiara galmen. En weet je wat? Ze heeft gelijk. Ik heb tegen Kenzo gezegd dat ik hem zou laten zien wat ik kan. Zonde om zo'n belofte niet na te komen toch? Wat hij wilt kan hij krijgen. Het is hard tegen hard.

Ik ren op Lars af. 'Daar heb je haar weer,' zegt hij grijnzend. Aan zijn stem te horen bedoelt hij het niet vervelend. Ik kan er wel om lachen. Ook hij blijkt goed te kunnen hockeyen. Hij maakt een draaiing en te snel is hij langs me heen. Ik geef het niet op. Hij speelt de bal door aan een meisje. Bij haar weet ik de bal wel over te nemen. Haastig sprint ik terug naar het doel waar ik moet scoren. In mijn ooghoek zie ik Kenzo op me af komen.

'Elena!'

Ik reageer op het geroep. Zonder dat ik het doorhad is Kiara bij me in de buurt gebleven. Ze staat vrij en ik kan makkelijk naar haar spelen.

En dan gaat het snel.

Kenzo botst tegen me op. Ik voel hoe zijn bovenlichaam met flinke kracht tegen de mijne beukt. Bijtend op mijn lip onderdruk ik de pijn. In een flits sla ik de bal nog net op tijd naar Kiara, zij rent naar het doel en kijkt me daarbij verwachtingsvol aan. Zonder ook maar één keer naar Kenzo te kijken zet ik het op het lopen. Hopend op een sprankje geluk draai ik mijn stick naar achteren. Kiara geeft de voorzet. Ik adem diep in en ik sla. De bal vliegt het doel in. 

'Ja!' gil ik blij. Er wordt gefloten. Dat ik als een klein kind sta te springen maakt me niet uit. De docente roept: 'en team 1 heeft opnieuw gescoord!'. Fleur lacht me toe. Lars komt bij me staan om te zeggen dat ik een mooie slag maakte. Adrenaline vloeit in overschotten door mijn lichaam. 

Kiara bespringt me nog net niet. Uitgelaten slaat ze haar arm om me heen. 'Goed gedaan meid! Damn ik wist dat je het kon.'

Ik kan alleen maar lachen. Mijn lippen willen niet anders staan. Het voelt goed. Ontzettend goed! Onbewust zoek ik Kenzo. Hij staat een paar meter verder. Zijn ogen stralen geen echte emotie uit. Ik kan niet zien hoe hij zich voelt op dit moment maar het feit dat hij zwijgt voelt voor mij al als winnen. Al is het maar voor even.

Kennelijk heeft Kiara wel de behoefte om mijn "overwinning" in zijn gezicht te wrijven. Spottend spreekt ze hem toe: 'lekker voor je Kenzo! Je bent verslagen door Elena! En waar sloeg dat sowieso op? Als je iemand uit je eigen team aanvalt weet je duidelijk niet hoe hockey werkt. Spijtig.'

De mensen om ons heen grinniken. Ik vind het een erg gewaagde uitspraak van haar. Is het slim om hem boos te maken?

Hij zegt niks. Hij kijkt Kiara niet eens aan. Zijn bruine ogen maken zich niet van mij los. Nerveus slik ik. Iets in zijn lichaamshouding vertelt me dat hij het hier niet bij laat.











Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro