7. Daag je me uit? Kom maar op.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Gadverdamme, het stinkt hier naar zweet.'

Ik kijk Kiara aan. Ze houdt afkeurend haar neus dicht en ik kan haar geen ongelijk geven. Buiten was het lekker warm en fris, hier in de kleedkamers hangt er een walm aan muffigheid en gras. Erg lekker is het niet. 

Het is dinsdagochtend en vandaag belooft net zo warm te worden als gisteren. Samen met een heleboel anderen heb ik het eerste uur gymnastiek. Door de warmte wordt de les op de buitenvelden gehouden, in plaats van de gymzalen in het schoolgebouw. Ik vind het prima. Sporten is geen hobby van me, maar om een keer in de week wat meer te bewegen dan normaal is niet verkeerd. 

Ik prop mijn witte jurkje in mijn sporttas. Mijn favoriete spijkerjasje gaat op een haakje aan de muur. Omdat het bijna tijd is moet ik net als andere meiden opschieten. Vlug strik ik de veters van mijn sportschoenen. In een korte sportbroek en een wijd T-shirt ben ik er klaar voor. Bij de spiegel die tegen de muur aanhangt bind ik mijn haren in een hoge staart. De meiden om me heen doen hetzelfde. Niks is namelijk vervelender dan losse haarplukken die constant voor je gezicht wapperen. 

Tijdens het omkleden vragen sommige aan me of ik nieuw ben. Verlegen geef ik antwoord en stel ik me voor. Ik voel me meteen stukken beter wanneer ze aardig reageren. Ze vertellen hun eigen namen en ze geven advies. Ik word er automatisch een stukje zelfverzekerder door. Het realiseert me dat niet iedereen hier zo debiel is als Kenzo.. 

Zijn sms'je van gisteravond ben ik zeker niet vergeten. Ik twijfelde of ik erop moest reageren maar dat heb ik uiteindelijk niet gedaan. Het leek me beter om het te negeren. Als ik niks doe gaat de lol er algauw van af toch? Laten we het hopen. Ik ben tenslotte niet beschikbaar, hij zoekt maar iemand anders om te irriteren.

Buiten klinkt er gefluit en geschreeuw. 'Meiden we gaan beginnen! De jongens zijn allang klaar!'

Kletsend lopen we als één groep naar buiten. De eerste zonnestralen schijnen op onze huid. Een briesje gaat langs ons heen. Ik vind het heerlijk. 

Naast de grasvelden blijven we staan. We komen naast de jongens op de banken zitten. Tot mijn grote teleurstelling zie ik Kenzo ertussen. Lang hou ik me er niet mee bezig. De vrouw die ons net heeft geroepen trekt onze aandacht. Met een luide stem stopt ze al het geklets.

'Goedemorgen jonge lui! Nederland heeft ons voor een keer niet teleurgesteld met zijn weer. We gaan lekker in de open lucht sporten! Ik wil graag dat jullie zelfstandig drie groepen van negen maken. Jongens en meisjes gemixt.'

'Mogen we dan ook weten wat we gaan doen? Anders kunnen we onmogelijk een team samenstellen. Je wilt toch alleen met goeie zitten?' zegt Cassey brutaal. 

'Zou ik jou eens wat vertellen mevrouw bijdehand? Als je eerst voor je had gekeken had je die vraag niet hoeven te stellen. Pionnen, doeltjes, gekleurde lintjes en hockeysticks. Wat maak jij ervan? Inderdaad: we gaan ons bezighouden met hockey.'

Ik weet nu al dat ik deze docente aardig ga vinden. De twee redenen hiervoor zijn: ze is niet bang om fel op de uitspraken van "populaire kinderen" te reageren én ze laat ons mijn minst erge sport doen. Ik heb een tijdje op hockey gezeten en hiermee is het waarschijnlijk de sport die ik het beste kan. 

'Dus zoals ik al zei,' zegt de vrouw kalm, 'maak drie groepen van negen. Jongens en meisjes gemixt. Kies met je groep een van de drie plekken waar ik alle benodigde attributen al heb neergezet. Begin individueel met het draaien van een bal, om de rij pionnen heen. Nadat jullie mij horen fluiten mogen jullie elk tegenover een ander gaan staan. Sla de bal dan niet al te hard over en weer. Omdat jullie met negen zijn is er één groep van drie. Wissel dan af. Het gaat erom dat je de bal goed naar de overkant brengt en de bal ook weer goed aanneemt.' 

'Gaan we ook een wedstrijd houden?' vraagt het meisje waarvan ik in de kleedkamers hoorde dat ze Fleur heet. 

De docente knikt. 'Tot slot gaan twee van de drie teams een wedstrijd houden. Hierbij spelen er acht tegen acht. De overige twee zijn wissel en het andere team is publiek. Uiteraard gaat het derde team ook nog spelen. De belangrijkste regels bij hockey: speel de bal alleen met de platte kant van je stick, speel niet als de bal hoger komt dan je schouder en gebruik je lichaam niet om andere spelers van de bal af te houden. Ga dus niet kinderachtig mensen omver duwen of trappen. Oké?'

Iedereen snapt het en dus staan we op. Teams worden gemaakt. Ik hoor iedereen druk overleggen: wie is er goed in hockey? Wie zit er op hockey? Wie houdt er überhaupt van gym en wie kunnen we beter niet bij de groep laten? Het is duidelijk dat deze klas fanatiek is met sport. Je hebt in dit geval enorm pech als je niet goed bent in gym.

'Kan jij een beetje hockeyen?' hoor ik Kiara aan me vragen. Achter haar staan onder andere Cassey en Kenzo. Ze kijken me allemaal afwachtend aan. Het voelt ongemakkelijk.

'J-ja, ik kan wel hockeyen.'

'Dat is niet wat ze vroeg,' zegt Kenzo hard. 'Iedereen kan met een stick tegen een bal aanslaan. De vraag is of je er goed in bent.'

Zijn toon ergert me kapot. Angst voor hem heb ik nog steeds, maar ik laat me niet voortdurend zo door hem behandelen. Hij denkt dat hij kan doen en laten wat hij wilt, bij alles en iedereen. Ben ik de enige die daar na iets meer dan een dag al helemaal klaar mee is?

Vastbesloten kijk ik hem aan. 'Ja Kenzo, ik kan aardig goed met een stick tegen een bal aanslaan. Ik wil het je best laten zien op het veld?'

Om me heen hoor ik mensen grinniken. Ze zijn het niet gewend dat Kenzo een goed weerwoord krijgt. Ik verras mezelf er ook behoorlijk mee. Heb ik dat echt tegen hem gezegd? Nooit geweten dat ik dat zou durven.

Kiara is overtuigd. Glimlachend roept ze: 'Elena zit in ons team!'

Met z'n negenen slenteren we naar een van de drie plekken achterin het veld. Ik voel en ik zie dat de grond uit kunstgras bestaat. Gelukkig, dat speelt fijn. Nu ik Kenzo praktisch heb uitgedaagd moet ik namelijk goed spelen. Eerst bij de twee oefeningen en dan bij de wedstrijd. Als ik het verpest ga ik dat nog vaak horen.

Er liggen negen hockeysticks klaar. Ik wil bukken om er eentje op te rapen. Het geroep van mijn naam stopt me. 'Elena!'

Geschrokken kijk ik op. Kenzo gooit hardhandig een stick in de lucht. In een reflex strek ik mijn arm. Met een bonkend hart vang ik het op. In drie stappen staat hij voor me. Zijn ogen staan waarschuwend.

'Laat maar zien wat je kan.'

'Die stick had ook op me kunnen vallen,' zeg ik verbaasd.

Hij lacht. 'Wat is het probleem? Als je goed kan hockeyen ga ik ervan uit dat je ook een beetje kan vangen.'

Ik maak mijn stem hard. De twijfels en de onzekerheid hou ik voor mezelf. 'Oké. Wat je wilt kan je krijgen.'

Een grijns verschijnt rondom zijn lippen. 'Ik ben erg benieuwd Elena.'

Met een knipoog loopt hij van me weg. Verhit knijp ik in mijn stick. De warmte in me gloeit, mijn hart gaat hevig tekeer en een stoot aan adrenaline knalt door me heen. Vastberaden glimlach ik. Diep adem ik in, rustig blaas ik uit. 

Wacht maar af arrogante douchebag . Ik zal je laten zien wat ik kan. Jij denkt dat je de koning bent? Ja, dat denk je. Jij denkt dat je de baas bent van deze school en jij denkt dat je mij kan intimideren omdat ik nieuw ben. Dit dacht je fout. Ik zal het je laten zien.

Kom maar op. 



Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro