Hoofdstuk 43

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Max

"Ja lieverd, ik kan weer rennen. We hebben nu voldoende tijd verspilt. Het is tijd dat we naar Blue Water vertrekken."
Geduldig vertel ik deze feiten voor de zoveelste keer aan mijn mate. Ze is er blijkbaar niet van overtuigd dat ik redelijk genezen ben. Ze vergeet dat ik een wolf ben, en daardoor snel genees. Ik weet dat ik technisch gezien een halfwolf ben, waardoor ik minder snel heel dan gemiddeld. En dat weet ik omdat zij míj dat weer uitentreuren heeft verteld.

Ze lacht me toe en zegt zonnig: "Dan gaan we."

Kijk, progressie.
Met mij wel in ieder geval. Hoewel er nu enkele dagen verstreken zijn sinds het gevecht, heeft Jocelyn nog steeds geen teken van leven gegeven.

En behalve ikzelf, zijn er geen anderen met noemenswaardige verwondingen. Zoals ook Rosalinde fijntjes heeft opgemerkt. Ik ben weer de enige die zich in het gevaar stort. Maar ook zij weet dat als ik dat niet gedaan had, haar moeder en waarschijnlijk ook Jocelyn het niet overleefd zouden hebben.

Af en toe merk ik wat restjes paniek bij haar op als ze terugdenkt aan die ijzingwekkende momenten, en ik snap haar. Als het andersom was geweest, zou ik me ook zo voelen. Sterker nog, ik vóel het ook zo, zelfs nu zij geen noemenswaardige verwondingen heeft. Als ik alleen al terugdenk aan hoe zij zich in het gevecht stortte, stolt het bloed me in de aderen. Wij horen nou eenmaal bij elkaar, en we kunnen niet meer zonder de ander. Als er iets is waardoor ik het afgelopen gevecht dankbaar zou zijn, is het de versteviging van onze band wel.

Het is de ochtend na de derde dag dat we hier zijn neergestreken, en het is hoog tijd dat we deze plek verlaten. De vijandelijke wolven hebben we begraven en mijn wonden zijn verzorgd.

Niet lang nadat ik bijkwam, en dat was -helaas- al vrij vlot, heb ik de tweeling en Mo bijeengeroepen. Ik vroeg: "Weten jullie ook wie dat waren?"

Aan de grimmige gezichten van mijn vrienden zag ik dat zij onmiddellijk wisten wie ik bedoelde en dat dat inderdaad het geval was. Ik verklaarde aan Roos en Vivian: "De wolven waar wij net tegen vochten zijn onze bewakers in Red Sky geweest. Zij zouden nu gevangenen moeten zijn onder Samuel, degene die Vince en Alexis hebben verkozen als nieuwe Alfa van de Red Sky-pack. Als zij loslopen hier, vrees ik het ergste voor onze mede ex-slaven. We moeten zo snel als mogelijk naar Blue Water om versterking te vragen en verhaal gaan halen in de mijn."

Onze mates hebben het geschrokken aangehoord, en Vivian vroeg: "Maar ze wilden Isabel vermoorden, hun voormalige Alfa?"

Ik zei toen: "Ja, en daardoor kwam ik er ook achter. Isabel heeft ze toen in de steek gelaten. Ze is er alleen vandoor gegaan en heeft haar pack laten creperen. Ik kan me voorstellen dat ze haar dat niet in dank afnemen."

Dat klonk logisch, maar toch wilde Rosalinde tot voor kort niet weten van eerder opbreken. Ook ons opsplitsen zodat we in ieder geval íets in werking zouden stellen werd met de meerderheid van stemmen verworpen. Daardoor zouden we ons toch al kleine groepje nog kwetsbaarder maken -voor wie weet wat er nog rondsluipt in de bossen-, en met de bewusteloze Jocelyn, een -meegaande- gevangene en mij als gewonde was dat gewoon niet veilig genoeg. Aangezien ik die gewonde was, had ik het maar te slikken, en dat heb ik tot nu toe gedaan.

Maar Rosalinde geeft nu groen licht, en ik krabbel blij overeind. Ik ben me al half aan het uitkleden om in mijn wolf te kunnen veranderen, als ik merk dat de rest niet volgt. Iedereen heeft hun aandacht verlegd naar de plek waar Jocelyn ligt. Zij heeft tot nu toe niet bewogen en geen kik gegeven, dus het feit dat ze opeens enkele woorden mompelt en onrustig beweegt is een gigantische vooruitgang.

Isabel knielt naast haar hoofd, en legt het uiteindelijk op haar schoot. Dan weerhoudt ze Jocelyn ervan om zichzelf pijn te doen, want haar bewegingen worden steeds heftiger. Ze gooide namelijk haar armen alle kanten op en ontzag niemand die dichtbij genoeg was - zichzelf.

Zwijgend wachten we af, ondertussen staan we in een kring om haar heen. Vlad en Michael vinden het minder interessant dan wij en stonden al als wolven klaar voordat Rosalinde mij goedkeuring had gegeven (heb ik weer te vroeg lopen zeuren?). Zacht grommend lopen ze rondjes om ons gezelschap.

En dan slaat Jocelyn haar ogen op. Ze draaien eerst wild in de kassen, maar worden allengs rustiger. Haar armbewegingen worden synchroon kalmer, en uiteindelijk zien we dat ze zichzelf weer is. Er spreekt bewustheid uit haar blik. Intelligentie. En angst. Maar dat zal zijn omdat ze zich in het bos bevindt, terwijl haar laatste herinneringen van White Star zullen zijn. In gevecht tegen de vrouw wie nu haar hoofd en handen vasthoudt.

Beheerst laat Isabel op dat moment haar klemmende greep op Jocelyns handen los, en helpt haar rechtop zitten. Zonder moeite en kaarsrecht neemt zij vervolgens een kort moment om tot zichzelf te komen.

Er gebeurt even niks, maar dan vernauwen de ogen van Jocelyn zich en ze zegt scherp -zonder ook maar iets van zwakte te tonen-: "Ik ga niet verder met jullie mee."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro