Hoofdstuk 8

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De jongens kijken me met gemengde gevoelens aan. Aan de ene kant hebben ze constant een binnenpretje, maar aan de andere kant voelen ze zich ongemakkelijk bij mij. En ik voel me zegevierend! Want ze hebben dat gevoel omdat ze me knap vinden. Maar weten dat ik een man ben. Die mascara heeft zeker geholpen, en ik heb snel wat meer make-up bij de drogist gehaald. Verslavend dat spul.

En nu maken ze me om en om belachelijk en kijken ze verward.
Genieten.
De beledigingen glijden -daardoor- makkelijk van me af en ze weten dat het me niks doet. De overhand hebben geeft een heerlijk machtig gevoel en ik gedij daarbij.

Maar de oefenperiode is voorbij. Charlotte heeft ons geslaagd verklaard, en hoewel ik het daar niet helemaal mee eens ben, vind ik het eigenlijk wel prima.
Het is tijd voor actie.

Weerwolfprinses Alexis heeft me het idee gegeven van een rugtas die ook gedragen kan worden als we ter plekke in ons alter ego veranderen. Toen ik dat aan Charlotte doorspeelde, is ze ermee naar een speciaalzaak gegaan, en trots laat ze nu het resultaat zien die er mag zijn.
Behalve kleren en andere nuttige zaken, is het voor mij belangrijk dat ik mijn lenzen bij me heb, en de tweeling en ik nemen ook extra haarverf mee. Ik heb zelfs een haarstukje in diezelfde kleur zodat het lijkt alsof ik lang haar heb. Het weet zich prima vast te klikken aan mijn echte haar. Gelukkig vind ik een kapper wat minder interessant dan Mo dat vindt, waardoor ik een flinke pruik heb van mezelf.
We weten niet wat ons te wachten staat daar, en hoe lang, dus we proberen zo voorbereid mogelijk te starten.

Zodra we het bos in gaan, zullen we in weerwolven veranderen. Over de totale afstand zullen we zo'n drie dagen doen, denken we, en daarna zijn we bij onze bestemming. Maar eerst Blue Haven verlaten.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb een wantrouwen ontwikkeld naar het echtpaar, en wil dat ze ons niet weg zien gaan. Maar dat blijkt onmogelijk, want ze zijn werkelijk constant in de buurt. De enkele keer dat ik ze niet in het hotel zag rondhangen, was toen ze achter ons aanliepen, de stad door.
Ze hebben de haren van drie personen zien veranderen van kleur, en misschien de sekse van eentje. Ik hoop met heel mijn hart dat ze dat laatste niet door hebben gehad, maar zoveel wolven waren er niet ingecheckt, dus ik heb met mezelf afgesproken dat ik met het slechtste scenario rekening moet houden, met een beetje mazzel valt het dan mee. Maar die zure blikken bemoedigen niet echt, en ik hoop van harte dat ze geen spionnen van Isabel zijn.

Mo lachte me uit toen ik daar over begon. En waarschijnlijk zie ik ook spoken.
Veel kan ik er niet aan veranderen, op een moord of ontvoering na, en dat gaat zelfs mij te ver.

Met onze schaarse bezittingen in de enkele tas per persoon gepropt, lopen we uiteindelijk open en bloot het hotel uit, chagrijnig nagestaard door het echtpaar.
Janna komt ook nog gedag zeggen, oprechte tranen blinken in haar ogen. Ze ziet mij ondertussen als een echte vriendin hoewel ik haar vooral onzin en heel veel leugens op de mouw heb gespeld.

We nemen geroerd afscheid. Kamiel gedraagt zich als een echte broer en is vooral ongeduldig. Wat natuurlijk goed uitkomt, want ik heb onderhand moeite met al mijn verzinsels uit elkaar te houden. En mij nu betrappen op een leugen is niet praktisch.

We lopen gezamenlijk de stad uit en wandelen een uur in het bos als Kamiel het welletjes vindt. Hij schudt zijn tas van zich af en maakt zich klaar voor een middagdutje. Hij is zo anders dan Mo, Kamiel praat af en toe zelfs terug, dus ik ben blij met de rust. Maar hoe moet ik mezelf vermaken in de tijd dat we moeten wachten?

Ik kleed me helemaal uit, en ben blij dat ik me in mijn alter ego mag veranderen.

Kamiel zegt, zijn ogen al dicht en zijn handen gemakkelijk achter zijn hoofd gevouwen: "Doe voorzichtig he! We zijn nog in mensengebied."

Ik grom bevestigend, en verander in één keer. Het bos om mij heen komt tot leven. Niet de dieren, die houden zich van angst nog stiller. Maar met mijn versterkte zintuigen hoor, voel, zie en merk ik zoveel meer, dat ik nu al tegen het moment op zie dat ik weer mens moet worden. Die enkele verandering in mijn besloten hotelkamer was niet voldoende.
Uitgelaten jank ik. Maar één keer natuurlijk, want we zijn nog te dicht bij de bewoonde wereld.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro