hoofdstuk 3.1

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Treinen zijn merkwaardige, maar ontzettend interessante dingen, besloot ik. Zeker die supermoderne en super snelle modellen uit het Capitool. Technologie is altijd wel een interesse van mij geweest, maar helaas ben ik niet in Vijf geboren en heb ik het nooit kunnen ontwikkelen. Daarom verwonderde ik me maar over de snelheid waarmee we door het landschap rijden, waarmee we morgenochtend in het Capitool aan zullen komen.

Katherina had ons allereerst naar onze kamers op de trein gestuurd, waar we ons konden omkleden als we dat wilden en konden douchen. Ik besloot uiteindelijk om me om te kleden. Ik vond het lastig om het pak van mijn opa uit te trekken, maar de kleding in de kast zag er een stuk comfortabeler uit.

Nadat ik me omgekleed had, ging ik in een andere wagon zitten op een hele zachte stoel. Katherina had me al wat te eten of drinken aangeboden, maar ik had het afgewezen. Ik wist wel dat het verstandig was om nu te eten en drinken zodat ik wat voorraad had voor de spelen, maar ik wist gewoon dat ik niets door mijn keel kon krijgen.

'Ik verwacht dat Lisse en Flower er zometeen ook zijn, dan gaan we eerst even kennis maken en daarna kijken we de herhaling van de boete,' zei Katherina. Misschien verbeeldde ik het me, maar ik meende dat ze vriendelijker klonk dan eerder.

Ik knikte en liet me stilletjes wegzakken in mijn gedachten. Katherina bleef ook stil en daar was ik blij mee. Ik had momenteel even rust nodig. De hoeveelheid mensen was me te veel geweest en ik wist dat me nog een drukke paar dagen te wachten stonden.

Even later kwamen inderdaad Lisse en Flower ook binnen. Lisse nam schuin tegenover mij plaats, naast het raam. Flower nam de stoel naast haar en Katherina ging naast mij zitten. Een lichtelijk ongemakkelijke stilte volgde.

'Lisse en Dan dus,' begon Flower onzeker. Het was de eerste keer dat ik Flower echt van dichtbij zag. Het viel me op dat ze er sterk en gezond uit zag, veel meer dan de gemiddelde zeventienjarige uit Zeven. 'Vertel eens iets over jezelf.'

Lisse en ik keken elkaar aan, in een stille conversatie. Uiteindelijk deed ik als eerste mijn mond open. 'Ik ben Dan Green, woon in Factor 3. Ik ben achttien jaar en heb drie jongere zussen. Blight en Ivy van zestien en Rosa van vier. Mijn ouders zijn allebei overleden,' zei ik. Het verhaal over mijn arm kwam later wel.

Flower knikte en verplaatste haar blik naar Lisse.

'Ik ben Lisse Donner, vijftien jaar en ik heb twee zussen van zeventien. Een tweeling. Al mijn hele leven ben ik ontzettend ziek en de genezers van Zeven weten niet waarom, het is geluk dat ik nog leef,' zei Lisse. 'Ik woon in Factor 5,' voegde ze toe.

Flower knikte weer. 'Ik ben Flower Symphony, zeventien jaar oud en ik heb een broertje van vijftien, Kaj. Ik ben de winnaar van de 98ste hongerspelen en woon nu in de winnaarswijk in Factor 1. Voorheen woonde ik in Factor 9,' vertelde ze. 'Mijn vader is overleden en mijn moeder woont nog steeds bij ons, maar ze is na de dood van mijn vader slechts een schim van wie ze ooit was,' voegde ze toe, een erg persoonlijk detail.

Ik sloeg de informatie op in mijn hoofd. Ze had in Factor 9 gewoond, iets waar ik me niet bewust van was geweest. Die stad was de armste en beruchtste uit Zeven. Het was een papierstad, overschaduwd door fabrieken waar velen ziek werden van de rook. Ik was er zelf maar één keer geweest, toen ik vijftien was en Roan en ik mee mochten om een lading hout naar de papierfabrieken daar te brengen. Ik had daar beelden gezien die ik nooit meer uit mijn hoofd zou krijgen. Vieze, zieke en gewonde mensen die overal bedelde. Magere, vieze kinderen op blote voeten door de straten op weg naar hun werk in de fabrieken en prostituees op elke hoek van de straat, sommige meisjes nog jonger dan ik toen was. Dat Flower daar gewoond had... Ik hoopte dat ze in de fabrieken had gewerkt.

Als laatste sprak Katherina. 'Ik ben Katherina Knot, zoals jullie wel weten. Ik ben 39 jaar en woon in het Capitool. Ik ben al tien jaar begeleidster van District 7 voor de hongerspelen,' zei ze snel en lichtelijk kortaf, al het vriendelijke wat ik minuten hiervoor in haar stem gehoord had was verdwenen.

Er viel weer een stilte. Ik wist niet zo goed wat ik nu nog moest zeggen, ik wist niet wat we nu gingen doen. Ik besefte me dat ik geheel onbekend was wat er allemaal op de trein naar het Capitool gebeurde. Ik had het ook niet willen weten, tot nu.

'Laten we nu de boetedag kijken,' verbrak Katherina de stilte. Ze pakte een klein apparaatje op en drukte op een knop waardoor de televisie tegen de muur aan ging. Een televisie kende ik wel, die hadden wij thuis ook, maar die konden we niet zelf aan en uit zetten. Die van ons ging automatisch aan voor mededelingen vanuit het Capitool en daarna weer uit. Rond deze tijd zou de televisie thuis ook wel aan gaan voor de herhaling van de boete.

Ik vroeg me af of Luna, Roots en mijn zussen al thuis waren, of ze de boete samen terug zouden kijken, of ze alle luiken van ons huis gesloten hadden zoals gebruikelijk was als een tribuut was getrokken voor de hongerspelen.

De uitzending begon met District 1, die hun boete 's ochtends vroeg hadden. De ceremonies waren zo gepland dat men ze in theorie achter elkaar zou kunnen kijken, maar in de praktijk konden alleen de mensen uit het Capitool dat. In de districten moest iedereen naar hun eigen boete.

De echte uitzendingen van de boete duurden een uur per district, wist ik. Deze herhaling was echter een stuk korter. Dat bestond enkel uit het opnoemen van de namen van de twee tributen, het vragen om vrijwilligers en de tributen die elkaars handen vasthielden, vergezeld met opmerkingen en commentaar van de presentatoren.

Al meteen bij District 1 gebeurde er iets opmerkelijks. Tegen ieders verwachtingen in stond er, toen de vrouwelijke tribuut werd gekozen, geen vrijwilliger op om haar plaats in te nemen. Normaal gezien zouden er in een beroepsdistrict als District 1 een tiental vrijwilligers opstaan. Daar trainde kinderen om zich vrijwillig aan te bieden voor de spelen. Ik vroeg me af wat het verhaal was van het meisje uit District 1.

Van de meeste tributen sloeg ik het gezicht een soort van op en vergat de rest meteen weer. Maar enkele bleven hangen, zoals de sterke jongen uit Vier met stralende groene ogen en prachtige bruine krullen, of de magere jongen uit Vijf met een muisachtig gezicht en de dertienjarige jongen uit Zes met de diepe blauwe ogen waar zo'n onschuldige en jonge blik in stond.

Toen kwam District 7 in beeld. Zenuwachtig keek ik naar het scherm. Dit was hoe het hele land mij gezien had vandaag, dit was het beeld dat ik had neergezet. Ik hoorde voor de tweede keer vandaag hoe Katherina mijn naam voorlas van het briefje, ik zag hoe de camera moeite had mij te vinden tot ik na een kleine vertraging in mijn lichaam, in mijn bewustzijn, eindelijk naar het pad begon te lopen. Ik zag er goed uit, er was niet te zien dat ik gewond was aan mijn arm, enkel mijn geschokte blik in mijn ogen, wat de presentatoren ook opmerkten.

'Hij kijkt wel wat van mijn stokje gebracht, denk je niet?' vroeg de ene presentator. De andere stemde daar knikkend mee in. Maar niets over mijn arm, mooi. Daarna las Katherina Lisses naam voor en in tegenstelling tot mij, had de camera haar meteen gevonden. Alsof de cameraman al wist dat Lisse getrokken zou worden. Terwijl Lisse naar het podium liep praatten de presentatoren over hoe mager en ziek ze eruitzag en ik voelde woede in me naar boven komen. Ze presenteerde haar als een extreem zwakke kandidaat, hoewel wat ze zeiden natuurlijk wel waar was.

Op het moment dat Katherina om vrijwilligers vroeg merkten de presentatoren en de cameramensen mijn blik naar Roots op.

'Naar wie zou hij staan te kijken, denk je?' vroeg de eerste presentator aan zijn collega.

'Geen idee,' zei de tweede. 'Oh wacht, de camera kijkt nu naar de jongens.'

'Naar welke van deze jongens zou hij staan te kijken?' vroeg de eerste weer.

'Misschien kunnen we het even pauzeren, dan kunnen we kijken,' zei de tweede weer, waarna het beeld stopte en de twee zich voorover bogen om naar de jongens van District 7 te kijken.

'Als ik me niet vergis,' zei de eerste. 'Was dit de jongen naast wie hij daarnet stond.'

De tweede presentator knikte. 'Ja, degene wiens hand hij vast had,' zei hij.

'Wat denk jij, wat zijn ze van elkaar?' vroeg de eerste.

'Wellicht geliefden?' stelde de tweede voor.

De eerste presentator moest lachen. 'Nee, zo doen ze dat niet in de districten. Ik dacht eerder aan een vriend, broer misschien?'

'Een broer zou wel kunnen, wellicht een tweeling,'

'Ze lijken wel op elkaar, niet?'

'Nu je het zegt, ik zet mijn geld in op broers,' zei de tweede presentator.

Ik moest lachen. Lachen omdat ik op dat moment druk bezig was met Roots ervan te overtuigen om mijn plaats niet in te nemen en zij aan het speculeren waren wat voor een relatie Roots en ik hadden. 'Nou, ze hebben bijna gelijk,' zei ik.

'Je zei net dat je drie zussen had,' merkte Flower op.

'Hij is mijn halfbroer, mijn vader heeft in dezelfde tijd mijn moeder en zijn moeder zwanger gekregen,' zei ik luchtig.

Ondertussen hielden Lisse en ik elkaars hand vast op het scherm. De eerste noten van het volkslied klonken en de uitzending van District 8 begon.

In stilte bestudeerde ik de gezichten van degene tegen wie we het zouden opnemen, de kinderen die het podium op klommen. Het prachtige zeventienjarige meisje uit Negen met lange, bruine haren, de grote, stille jongen uit Tien, het kleine, maar sluw kijkende veertienjarige meisje uit Elf en als laatste een twaalfjarig meisje uit District 12. Volgens het commentaar van de presentatoren familie van een van de rebellen uit de tweede revolutie.

Als laatste klonk het volkslied terwijl de twee tributen uit Twaalf elkaars hand vasthielden, waarna de uitzending afgelopen was. Er waren erg weinig vrijwilligers dit jaar en ik kwam er maar niet uit of dat een goed of slecht ding was.

'Laten we gaan eten,' zei Katherina nadat er weer een korte stilte was gevallen.

Ik stond op en liep naar de tafel die iets verderop stond. Blijkbaar was die gedekt toen wij naar de boete zaten te kijken, maar ik had niets gehoord of gezien. De tafel stond helemaal vol met eten in alle soorten en maten, veel meer dan ik ooit bij elkaar had gezien. Dit was hoe ze dat ik het Capitool deden, bedacht ik me. Zeker omdat Katherina er niet van onder de indruk leek.

'Eet smakelijk,' zei Katherina terwijl ze naar mij en Lisse glimlachte. Haar glimlach bereikte haar ogen niet helemaal.

Flower glimlachte veel hartelijker naar ons, terwijl er in haar ogen pijn stond. 'Het is belangrijk om veel te eten in de dagen voor de spelen. Beter om de arena binnen te gaan met te veel eten in je buik dan te weinig,' zei ze.

Ik wachtte tot Katherina en Flower iets te eten gepakt hadden en begon toen zelf mijn bord vol te scheppen met van alles wat er op de tafel lag. Ik kende zeker twee derde niet en twijfelde er sterk aan hoeveel ik lekker zou vinden, maar ik besloot me daar overheen te zetten en gewoon een hele boel te eten, kijken wat ik het lekkerst vond en daar meer van eten.

'Waar is William Johnson eigenlijk?' vroeg Lisse, die ook haar bord vol geschept had met eten.

Katherina en Flower wisselden een veelbetekenende blik, maar Flower besloot uiteindelijk antwoord te geven. 'Hij heeft zich opgesloten in zijn kamer,' zei ze. 'Hij zal zich vanavond wel even komen voorstellen, denk ik. Het is zwaar voor hem, al 22 jaar kinderen naar de spelen begeleiden en ik ben de enige die teruggekomen is.'

Ik knikte. William had op achttienjarige leeftijd de 76ste spelen gewonnen, het jaar na de tweede rebellie. De opstand en de gevechten lagen waarschijnlijk nog scherp in zijn geheugen, misschien had hij wel mee gevochten. Waarschijnlijk had hij geloofd dat het over zou zijn met de hongerspelen, tot hij ze won. Ik kon me voorstellen dat hij elk jaar moest denken aan wat het zou kunnen zijn.

'Gaat hij ook actief mentor zijn voor ons of neem jij al het werk op je?' durfde ik nog te vragen. Ik voelde wel dat het een gevoelig onderwerp was, maar ik wilde ook graag antwoorden.

Flower moest daar even over nadenken. 'Ik zal het meeste doen. Ik zal jullie tips geven voordat jullie de arena in gaan en daarna zal ik proberen zoveel mogelijk sponsoren te werven. William vertelt mij weer hoe ik dat het beste kan doen,' legde ze uit.

Ik knikte en ging verder met eten. Ik voelde er niet zo heel erg veel voor om haar nu al uit te horen over tactieken in de arena en ik nam aan dat zij geen behoefte had om ons een winnende strategie uit te leggen omdat het toch al duidelijk was dat geen van beide kans had om te winnen. Hoewel, in ieder geval Katherina wist nog niet van mijn arm en was waarschijnlijk nog in de illusie dat ik een sterke achttienjarige was.

'Mijn vader is zes jaar geleden overleden,' begon ik. Flower en Katherina keken lichtelijk geschrokken op van hun bord, ze hadden waarschijnlijk niet verwacht dat ik met zo'n heftig en persoonlijk verhaal zou komen. 'Hij werd aangevallen door een beer uit het bos buiten het district vlak nadat hij een gat opmerkte in het hek naast de plek waar een groep kinderen aan het spelen was,' ging ik verder. 'Mijn zussen en ik waren daar ook aan het spelen.' In mijn gedachten werd ik teruggegooid naar dat moment terwijl ik het verhaal bleef vertellen.

Ik had de beer opgemerkt op ongeveer hetzelfde moment als mijn vader hem opmerkte. Twee witte ogen tussen het struikgewas achter het gat in het hek, een gat dat tot nu toe nog onopgemerkt was gebleven door de vredebewakers. Alsof iemand het gat expres gemaakt had en de beer daar naartoe gelokt had.

Meteen toen ik de beer gespot had wierp ik een angstige blik naar mijn zusjes, Ivy was pas negen jaar oud en Blight tien. Mijn blik gleed door naar de andere kinderen van school die op het veld aan het spelen waren. Ik dacht snel na over wat ik in hemelsnaam kon doen tegen die beer en toen ik me weer omdraaide en naar het gak keek.

Toen sprong de beer. In een enkele sprong was hij door het gat.

Dat was het moment dat ik mijn vader zag, hij kwam aangerend tussen de bomen vandaan, zijn blik woedend en angstig omdat zijn kinderen in gevaar waren, recht op de beer af. Mijn vader was snel, zijn benen goed getraind door jarenlang zwaar werken in de bossen. Maar hij was niet snel genoeg.

Ik was een dapper twaalfjarig jongetje, maar Ivy was een nog veel dapperder negenjarig meisje, roekeloos zelfs. Voordat ik iets had kunnen doen was ze voor mij en Blight gaan staan, een boze blik in haar ogen en een stok voor haar uitgestoken. Snel probeerde ik in te schatten of het het waard was om nog te gaan rennen, maar de beer was al bijna bij ons en mijn vader ging het nooit meer halen.

Vanaf dat moment waren mijn herinneringen vaag. Ik zag die beer met opengesperde kaken op ons af komen rennen, op Ivy af komen rennen die dapper met haar stok voor ons stond. Ik voelde mijn doodsangst, ik voelde mezelf trillen en ik zag hoe ik op het laatste moment een sterke stok van de grond pakte en Ivy opzij duwde om de beer een klap op zijn kop te geven.

Maar de beer maakte een onverwachte beweging naar rechts en in plaats van dat ik hem sloeg met mijn stok, beet hij zich stevig vast in mijn rechter onderarm. Ik hoorde mezelf schreeuwen van de pijn en ik meende me te herinneren dat ik de botten in mijn arm heb horen breken, maar mijn oren waren ook gevuld met het gegil van mijn zusjes en de beestachtige kreet die uit mijn vaders keel was gekomen. Dat was het laatste geluid dat ooit uit zijn keel zou komen, want het volgende moment rende hij tegen de beer aan en raakte met het beest in gevecht.

De beer liet mijn arm los en ik viel op de grond. In de verte vocht mijn vader met de beer en ik hoorde mensen schreeuwen, maar ik was zo moe en mijn ogen vielen langzaam dicht. Het laatste wat ik hoorde voordat het donker werd voor mijn ogen waren geweerschoten.

Ik was wakker geworden in ons huis. Luna had haar uitstekende best gedaan om mijn arm weer terug te zetten, maar ik was kleine stukjes bot verloren en het was lastig geweest, was me verteld. Ze vertelden ook dat mijn vader was overleden. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro