Hoofdstuk 5.3

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het leven is leeg zonder hem. Het zijn pas zes dagen dat hij niet meer bij haar is, maar nog nooit hebben zes dagen zo gevoeld. De minuten gaan voorbij als stroop: langzaam en plakkerig op een manier dat het idee dat ze alleen is en altijd zal zijn, haar niet achterlaat. Het gat dat Finn in haar leven had gecreëerd was iets dat niemand ooit meer kon helen – Daila niet, haar moeder niet, of wie dan ook.

En precies op het moment dat Gaby herinnerd wordt aan haar vriendin, komt ze het café binnenlopen. Ze draagt een sneeuwwitte lange jas en draagt haar handtas over haar arm. Dat Gaby haar nu weer ziet, geeft haar een vertrouwd gevoel. Achter haar vriendin aan loopt echter een oudere man die haar onbekend is, maar die recht op haar af loopt. Is dat Matthijs? Zoals hij op haar afloopt, zou ze denken dat hij precies weet wie zij is, maar zij heeft deze man nog nooit eerder gezien.

'Daila,' zegt Gaby en ze steekt een arm in de lucht om haar aandacht te trekken. Dat lukt; Daila loopt op haar af en trekt haar jas uit om hem over de stoel te hangen.

Daila's gesprek met Kyle is Daila nog niet vergeten; sterker nog, ze weet zeker dat het de komende dagen nog door haar hoofd zal spoken en dat ze ieder gesproken woord terug zal spoelen terwijl ze zichzelf en haar beslissing van hem weg te gaan in twijfel trekt. Ze weet ook niet of ze Gaby over haar aanvaring moet vertellen; zij is wel degene die haar heeft geholpen toen zij en Kyle nog een relatie hadden, maar Daila beseft zich dat ze niet op veel medeleven kan rekenen van haar vriendin op dit moment. Zij heeft ook genoeg aan haar hoofd met het verliezen van haar broer, dus besluit Daila het niet te doen.

'Hey, Gaby,' zegt ze daarom met een flauw lachje. Ze laat haar crème kleurige tas van haar arm glijden en zet het neer op de grond terwijl ze tevreden constateert dat Gaby hetzelfde plekje heeft uitgekozen als altijd, bij het raam. Daar zaten ze graag omdat ze uitzicht hadden over het dorpsplein en voorbijlopende mensen.

Gaby's blik is op iemand anders gericht; de man die recht op haar afloopt en die haar net ook al was opgevallen. 'U bent Matthijs?' vraagt ze terwijl ze hem opneemt.

Hij steekt zijn hand uit en Gaby neemt die twijfelend aan. Ze moet eerst zijn uiterlijk nog op haar laten inwerken. Hij draagt een stoffig oude jas zoals je je in zou beelden bij Sherlock Holmes en heeft vooral oude kleding die al jaren uit de mode zijn, zoals zijn bruin-grijze broek. Het is vooral erg muf en geeft hem een armoedige uitstraling – iets wat ze niet had verwacht bij de stem die ze gisteren over de telefoon had gehoord, waardoor ze er aan moet wennen. Hij verzorgt zichzelf niet zoals de meeste mensen in haar omgeving dat doen: zijn gezicht is vies en er zit vuil onder zijn nagels. Zijn zwarte haren staan stijf van de klitten.

Dus... Dat is Matthijs.

'Fijn om kennis met u te maken,' zegt Gaby beleefd. Ze is vastbesloten om zijn uiterlijk geen invloed te laten hebben in haar oordeel over hem – ook al is hij ook veel jonger dan ze hem had geschat. Zijn stem had oud, krakend en raspend geklonken, maar de man voor haar, ondanks zijn keuze in kledingstijl, mist de grijze haren die ze zich had ingebeeld en moet halverwege de vijftig zijn.

'Vind ik ook,' zegt hij en hij draait zich om naar Daila. 'Ik ben Matthijs,' zegt hij tegen haar.

Daila reageert kortaf, maar schudt wel zijn hand. 'Daila, vriendin van Gaby.'

'Ze helpt me bij het vinden van Elliot,' licht Gaby toe.

'En hoe gaat het in die zoektocht?' vraagt Matthijs. Hij neemt plaats op de stoel tegenover Gaby, waar Daila haar tas heeft neergezet. Daar is hij zich echter niet bewust van, dus pakt Daila haar tas op, zucht ze inwendig, en gaat ze op de stoel naast Gaby zitten.

'Niet zo goed,' geeft Gaby toe. Ze weet dat Daila niet degene is die dit gesprek zal leiden, dus gaat zij in op de opmerking van Matthijs. 'We zijn in ieder geval nog niet zo ver, maar we zijn gisteren pas begonnen.'

'We hebben alleen een briefje,' zegt Daila.

'Het briefje waar je het gisteren over had,' constateert Matthijs, en in die zin herkent Gaby zijn stem weer zoals die gisteren ook geklonken had.

'Inderdaad,' zegt Daila.

Gaby pakt het briefje erbij en schuift het over de tafel om het te laten zien aan Matthijs.

'Dat is mijn nummer,' bevestigt Matthijs. Hij fronst. 'En mijn handschrift.'

'Uw handschrift?' Die opmerking intrigeert Gaby. Nu ze Matthijs heeft ontmoet, weet ze zeker dat hij Elliot niet kan zijn – Matthijs zou niet zomaar op een quad springen om de sporen uit te wissen of, als hij wel Elliot is, zou niet toegeven dat het zijn handschrift was – maar dit is nieuws voor haar. 'Hoe kan dat?'

Hij haalt zijn schouders op en denkt even na. Er valt een lange stilte en Gaby wacht op zijn verlossende antwoord. Even waant ze zich in de gedachte dat ze de juiste man heeft gevonden, iemand die haar verder kan helpen.

Zijn antwoord is echter simpeler dan ze verwachtte. 'Ik heb het niet aan jullie gegeven,' zegt hij.

Gaby onderdrukt een zucht en wil met haar ogen rollen, maar weet dat dat onbeleefd is, dus houdt het gebaar voor haarzelf. 'Maar u hebt het wel geschreven,' dringt ze aan.

Daila legt een hand op Gaby's onderarm die op tafel ligt. Zo wil ze haar vriendin vertellen niet gelijk zoveel druk te leggen op deze onbekende man.

De man klemt zijn tanden op elkaar en lijkt zelf gefrustreerd te raken. 'Ik...' begint hij. Hij schudt zijn hoofd en ontwijkt de ogen van Gaby. 'Ik kan zo niet nadenken.'

'Heeft u iets nodig?' vraagt Daila. Als ze zijn gepijnigde blik ziet, begint ze zich zorgen om hem te maken. Het lijkt hem al snel te veel te worden en ze vraagt zich af of er misschien meer aan de hand is.

Hij wil iets zeggen, maar bedenkt zich dan. 'Een koffie, alsjeblieft,' zegt hij. Hij legt zijn handen op tafel en vouwt ze in elkaar, waarna hij ze één voor één aankijkt. 'En als de koffie er is, kunnen we weer verder gaan.' Hij schenkt hen allebei een glimlach alsof er niets aan de hand is.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro