37. ~Party hard.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Aline.

Ik glimlach zenuwachtig, niet wetende wat ik moet zeggen nu ik alleen ben met Keith. Ik vond hem altijd al knap, en hij leek me best een toffe gast, maar praten met hem leek me toch niet zo'n goed idee. Vooral omdat ik niet echt zo'n vlotte prater ben.

Hij neemt mijn zenuwachtigheid helemaal verkeerd op. "Je vindt Lieze toch niet leuk, hé? Of wel?" vraagt hij een beetje bezorgd.

"Nee, nee, helemaal niet. Zo'n volgertje," stel ik hem gerust.

Hij lijkt weer meer op zijn gemak. "Ja, afgrijselijk, hé? Ze zat ook al bij mij in het lager. Ze moet zichzelf gewoon uitnodigen om nog een beetje bij deze groep te kunnen horen."

"Ja, dat heb ik ookal gehoord. En ze wilt overal haar mening over geven, hoewel ze er niets over weet," pik ik enthousiast in. Het is vreemd hoe makkelijk het is om te roddelen over mensen. En het is eens niet onaangenaam stil.

Keith vertelt me nog een half uur grappige verhalen over vanalles en nogwat, en uiteindelijk, na een lang afscheid, zit ik alweer op mijn fiets naar huis. Ik heb maar één klein zakje van de Alibama, een geweldige accessoire winkel, met een zilveren kroontje gemaakt uit allemaal kleine blaadjes. Hier en daar zit en een klein rood steentje in verwerkt, en toen ik het zag had ik meteen en outfit van thuis voor ogen. De perfecte combi!

Ik kom thuis en merk dat er niemand is. Op de keukentafel ligt een briefje.

Mijn ouders zijn blijkbaar gaan wandelen met Senne. Ze komen pas laat terug thuis en ik mag al eten als ik wil. Vreemd. Mijn ouders gaan nooit wandelen en Senne al helemaal niet.

Ik haal mijn schouders op en loop naar boven. Mijn kamer is nog steeds één grote pijnhoop, en ik ontwijk alle brokstukken en loop naar de enige kast die nog rechtstaat: mijn klerenkast.

Ik haal het rode blousje eruit en leg de diadeem erop. Helemaal zoals ik me het had voorgesteld. Vanavond wordt geweldig.

Voor ik het besef is het al tijd, en snel kleed ik me om. Ik ben niet echt zo'n meisje dat drie uur aan haar make-up zit, en om eerlijk te zijn weet in niet eens het verschil tussen conditioner en foundation.

En voor de derde keer vandaag zit ik weer op mijn fiets. Dit keer echt alleen.

Ik rij voorbij het huis van Tessa en bedenk dat zij eigenlijk de eerste was die me uitgenodigd heeft voor de fuif.

Ik schud mijn hoofd, en verbeeld me dat daarmee ook al het schuldgevoel van me afgleid, en fiets verder.

De fuif gaat door in de scoutslokalen, die in het midden van een groot, modderig veld liggen. Er branden gekleurde lichten door de ramen van het gebouw en ik voel de muziek tot hier door mijn benen trillen.

Ik zet mijn fiets langs enkele andere fietsen en sluit hem af. Met knikkende knieën loop ik op het gebouw af. Plots wens ik dat ik met iemand had afgesproken om samen binnen te gaan, zodat ik ongeveer een idee had van hoe zoiets in zijn werk zou gaan, maar daarvoor lijkt het me nu te laat.

Ik trek de zware deur open en kom terecht in iets wat sommige mensen als de hel zouden aanzien. Overal stinkt het naar zwetende lijven, en er hangt een vreemde mist in de ruimte, die de dansers allemaal wazig maakt. De muziek bonkt door de ruimte en verscheurt mijn trommelvliezen bijna, en ik sta nog steeds alleen in de deuropening.

Een deel van mij heeft zin om naar buiten te rennen, mijn fiets te pakken, en hier als de bliksem weg te wezen, een ander deel van mij, het sterkste, dwingt me om nieuwsgierig rond te kijken en iemand bekend te zoeken.

Langs een kant van de ruimte, tegen de muur, staat een lange tafel vol met drank. Langs mijn kant staat een grote soepkom met een papieren bordje.

Gratis.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor wat u in deze pot gooit, of als u ziek wordt van de inhoud. Neem gerust een kijkje aan de bar voor een drankje waarin je meer vertrouwen kan hebben.

Geweldig. Niemand had me gezegd dat de drank betalend zou zijn, maar als ik erover nadacht, lijkt me dat eigenlijk alleen maar logisch.

Er komt een enorme, stevige man op me af, en verschrikt zet ik een stapje opzij om hem door te laten, maar de man is er niet voor de deur, maar voor mij.

"Heeft u een pasje?" vraagt hij met een diepe brom in zijn stem.

De adem stokt in mijn keel. Een pasje. Je had een pasje nodig. En ik had niets.

"Geen pasje is geen toegang," gaat de man verder.

"Laat maar, Fred, ze hoort bij mij," komt Keith kalm tussenbeide.

Dankbaar kijk ik hem aan. Hij glimlacht flauw terug.

Fred lijkt zijn interesse in mij helemaal verloren te hebben en een beetje onbeholpen waggelt hij door de mensenmassa.

"Niet op Fred letten. Het is een simpele ziel, maar hij schrikt wel mensen af," stelt Keith me gerust.

"Dat heb ik gemerkt, ja," mompel ik ademloos.

Keith grinnikt. "Kom mee, ik breng je naar de rest."

Dankbaar knik ik opnieuw. De deuropening is niet echt zo'n goede vriend van me.

"Hey," groeten enkele van mijn groepje me vrolijk als Keith en ik erbij gaan staan.

Ik glimlach terug.

"Wow! Dat is echt een zot cool blousje!" roept Orphee uit.

Ik grinnik. "Dankje. Jij staat ook niet mis in dat kleedje van je."

Ook Orphee grinnikt even.

"Kom we gaan dansen!" Laetitia trekt me opgewonden de mensenmassa in. En ze begint enthousiast enkele pasjes te dansen op een liedje dat ik niet ken.

Een beetje onbeholpen probeer ik mee te doen, maar echt goed gaat het me niet af. Ik heb eerder het gevoel dat ik tegen mensen aanbots dan dat ik dans.

Jack en Keith komen er ook bij. Ze zijn aan het discussieren over iets, en zijn het duidelijk niet met elkaar eens.

"Madrid, zeg ik je," zegt Jack verhit.

"Barcelona," antwoordt Keith kortaf.

"Niet weer praten over voetbal! Kom gewoon een beetje gezellig meedansen," komt Laetitia tussenbeide. "Waarom komen jullie eigenlijk hierheen als jullie toch over voetbal gaan praten? Blijf dan aan de kant."

"Zou jij graag daarnaast staan?" Jack wijst over zijn schouder naar Dean en Orphee, en eigenlijk begrijp ik hen wel. Die twee zijn elkaar, zachtst uitgedrukt, bijna letterlijk aan het opeten.

Gegeneerd wend ik mijn blik af.

"Oké, ik snap het. Maar hier moet je dansen!" gaat Laetitia vrolijk verder, maar juist als ze dat zegt stopt de muziek.

"Nu gaat dat moeilijk, hé," grapt Jack, maar dan springt de muziek alweer aan.

Iedereen roept "ooh," en "aah," en ik kijk om me heen op zoek naar de oorzaak.

De trage klanken van 'Love is the way' van Lesley Ryan klinken door de boxen.

"Er valt niets te zien, sukkeltje. Het is gewoon een slow," fluistert Keith lachend in mijn oor.

De vlinders in mijn buik worden gek en hyperactief als hij zijn handen rond mijn middel legt, en ik de mijne om zijn nek.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro