Hoofdstuk 4

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De aanleiding van Sils uithaal naar de magiër was Alannah helemaal ontgaan. Het enige wat zij had gezien was dat de magiër haar gesprek met Silvine had afgesloten en was weggelopen. Nog voordat ze volledig voorbij Zonnebries was gelopen, had Sil de magiër al vastgepakt en drong ze haar een steeg in.

Alannah wist niet wat ze moest doen, maar het beste leek haar om met de paarden het zicht op de steeg te verstoren. Dus pakte ze snel Maandansers leidsels en bracht ze de twee paarden tot de ingang van de steeg. Enkele mensen keken op, maar de meeste marktgangers waren dit soort opstandjes gewend en besteedde er geen aandacht meer aan.

Angstig ging Alannahs blik van Silvine en de magiër, naar de straat achter de paarden en de zadeltas met Pluisje erin. Ze had geen idee wat ze moest doen, of ze het beste Sil kon gaan helpen, juist weg moest rijden of helemaal niets moest doen. Sil had haar vanalles verteld over wat ze in welke scenario moest doen, maar ze had er geen uitgelegd die op deze keek.

In de tas hoorde ze Pluisje piepen. Omdat Alannah wist dat de vogel erg veel herrie kon maken, stak ze voorzichtig haar hand in de zadeltas om hem gerust te stellen. Ze dacht dat de vogel de aanwezigheid van een ander magisch krachtdier voelde, en zijn instincten daar op wilde reageren.

'Stil maar Pluisje, we weten niet waar het andere krachtdier is en jij moet nog steeds goed verstopt blijven' fluisterde ze hem toe. Op geluid van achter haar keek ze om naar Sil en de magier. Het was Sil, die tegen de magiër had gesproken. Alannah probeerde te luisteren naar wat ze zeiden, maar het gepiep van Pluisje zorgde voor teveel geluid bij haar in de buurt.

Alannah bleef de straat in de gaten houden, terwijl ze ook Sil lette en Pluisje rustig hield. Ze was niet heel goed in elk van die dingen. Toen ze lette op de straat en dus haar aandacht op Pluisje en het gevecht achter haar verslapte, namen beiden een andere wending. Pluisje ontsnapte uit de tas door het gat dat Alannah met haar arm gecreëerd had en achter haar greep de magiër Sil bij haar keel. Dat gaf Alannah alleen nog meer stress en omdat ze echt niet meer wist wat ze met de situatie aanmoest, brachten haar herinneringen haar in een trance die enkele seconden duurde.

Het was een paar dagen na de brute moord op Alannahs vader, Bradan. Haar moeder had het krachtdier van haar man gevonden in de velden achter de boerderij. De bruine kat, Forest genaamd, was ongeveer tegelijk met zijn eigenaar gestorven. Zo ging dat met krachtdieren. Als het krachtdier overleed bleef de eigenaar doorleven, maar een krachtdier kon niet overleven zonder zijn eigenaar.

'We zullen Forest heel erg missen op de boerderij, Alannah' legde haar moeder uit, toen ze na de begrafenis van de twee weer terug naar de boerderij liepen. 'Forest at alle muizen op de boerderij op' legde Floralie uit. Alannah, die op het moment vijf jaar was, begreep dat niet helemaal.

'Dan vragen we de muizen toch vriendelijk om weg te gaan?' stelde ze voor. Floralie glimlachte naar haar lieve dochter. Ze had graag gewild dat dat een optie was, dat ze de muizen niet zou hoeven te doden en dat ze samen in vrede konden leven.

'Dat kan helaas niet, Alannah. De muizen spreken onze taal niet en wij die van de muizen niet' legde Floralie uit. Dat leek Alannah enigszins te begrijpen, maar het deed haar jonge hersens ook aan het denken zetten.

'Als ik later groot ben ga ik de taal van de muizen leren, dan kan ik de muizen vragen weg te gaan' zei Alannah. Daar kon Floralie niets tegenin brengen. Zij wist dat niemand de taal van dieren kon leren spreken, maar ze vond het een goed bedachte oplossing van haar dochter.

Haar dochter, die zelfs niet de kans zou krijgen om een andere taal te leren spreken. Waarschijnlijk zou ze met een jongen uit de buurt trouwen en samen met hem kinderen krijgen. Het hoogste dat ze zou kunnen komen was in de middenklasse komen, of met een heel uitzonderlijke kans kon ze als bediende in de hogere klassen komen.

'Maar tot die tijd zou het fijn zijn als je op je vader lijkt' zei Floralie. Dat deed Alannah weer denken, ze snapte niet wat Floralie daarmee bedoelde.

'Moet ik doodgaan?' vroeg ze uiteindelijk. Maar Floralie schudde haar hoofd.

'Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik bedoelde dat ik hoop dat jouw krachtdier ook een poes is, zodat jouw krachtdier verder kan gaan met de muizen van de boerderij verjagen' legde Floralie uit. Alannah knikte begrijpend, opgelucht dat ze niet dood hoefde te gaan. Door deze uiting van haar moeder, wilde Alannah zelf ook graag een kat krijgen als krachtdier. Ze had altijd met veel plezier met Forest gespeeld.

Na een paar seconden was Alannah uit de herinnering. Ze had geen idee waarom ze aan dit moment gedacht had, maar wist wel dat ze nu meteen in actie zou moeten komen. Ze rende eerst achter Pluisje aan, terwijl ze controleerde dat de paarden ongeveer op hun plek bleven staan.

Pluisje was verdwenen in een nis, die Alannah nooit had opgemerkt als haar krachtdier er niet ingerend was. het leek op het eerste ook in de muur van een huis te zitten, maar in werkelijkheid was het een soort tweede steeg naast de eerste. Nadat Alannah twee bochten om was gerend en een keer tegen de muur aan was gelopen, kwam ze Pluisje eindelijk tegen.

Het was echter niet alleen Pluisje die ze tegenkwam, voor haar doodsfeniks stonden wel liefst twee krachtdieren. Twee dieren waarvan alannah geen idee had wat hun officiële naam was en wat ze deden, maar ze snapte wel dat twee krachtdieren betekende dat er twee magiërs waren. De ene was met Sil aan het vechten en Alannah liep nu waarschijnlijk loodrecht in de armen van de tweede.

'Pluisje, kom terug!' riep ze. Waarom Pluisje zich zo aangetrokken voelde naar deze twee krachtdieren wist ze niet. Wat ze zich ook niet realiseerde, was dat ze de dood letterlijk aan haar zijde had staan. Alannah had zich nog nooit afgevraagd wat Pluisje als doodsfeniks kon doen.

'Grappig, grappig' zei een stem die uit het niets leek te komen. Alannah keek verwoed om zich heen, kijkend of ze de persoon zag die het stemgeluid had geproduceerd. Er was echter niemand in de steeg, behalve zijzelf, Pluisje en de twee krachtdieren. Alannah was vrij zeker dat krachtdieren niet konden praten, en bovendien kwam het geluid helemaal niet van de kant van de krachtdieren. Het geluid leek wel uit de muur te komen.

Alannah snapte al snel hoe dat kon komen. Toen het krachtdier dat nog het meeste op een vos leek met zijn twee staarten zwaaide en er klonen van hem en het andere krachtdier achter hem verschenen, snapte Alannah dat het om illusie moest gaan. Ze besefte zich, dat ze er niet meer vanuit kon gaan dat alles van dit echt was. Alles kon een illusie zijn, de muren, Pluisje, de krachtdieren. Echt alles.

'Je bent net zo onbegaafd als we dachten met dat krachtdier van je' zei de stem uit de muur weer. Nu verscheen er ook een man die uit de muur kwam lopen. Of misschien wel de illusie van een man, die uit de illusie van een muur kwam lopen.

'Hoe, hoe bedoel je?' vroeg Alannah geschrokken. Geschrokken dat de man zo dicht bij haar was opgedoken uit het niets. Geschrokken dat hij het over haar had alsof de magiërs alles over haar wisten, terwijl Sil en Floralie hadden gezorgd dat ze geïsoleerd opgroeide, zodat de magiërs haar juist niet te pakken zouden krijgen.

'Deze krachtdieren waren mooi lokaas voor jou en je vogel. Als jullie een goede mentale band hadden en jij hem opdrachten kon geven die hij gehoorzaamde, dan lagen die krachtdieren nu dood op de grond' legde de man uit. 'Dat is waarom we je bij de magiërs school willen hebben, om dat jouw te leren en de wereld te beschermen tegen een wilde doodsvogel' zei de man op een vriendelijke toon. Alannah kreeg kriebels van die vriendelijke toon.

'Jullie gaan mij daar niet helpen, jullie gaan mij op de academie houden tot ik volledig aan jullie gehoorzaam. Jullie gaan de wereld tegen mijn krachten beschermen en ermee pronken' zei Alannah. 'Nee bedankt, ik leef liever mijn eigen leven' voegde ze eraan toe.

'Wie heeft je dat verteld?' vroeg de man terwijl hij Alannah strak in haar ogen aankeek. Alannah werd daar nerveus van en kreeg het idee dat hij haar zo kon beheksen of zo, dus wendde ze haar ogen van hem af.

'Mijn tante Silvine' antwoordde Alannah. 'En zij heeft altijd gelijk, want Sil heeft het meest van de wereld gezien dan wie dan ook in de omgeving' voegde ze er snel aan toe toen ze man zijn mond opende om wat te zeggen.

'Misschien heeft je tante Silvine dan ook wel gelijk, maar om het haar te vragen zul je toch eerst twee doorgeleerde magiërs moeten verslaan' zei de man met een glimlach die Alannah iets minder vriendelijk leek. 'Of je kunt gewoon meteen met ons meekomen, om te leren hoe je je krachten kan inzetten voor het land' voegde hij eraan toe.

'Dan zal ik jullie allebei verslaan' besloot Alannah. Hoewel het aanbod van de man toch wel aantrekkelijk leek, wist ze dat ze niet op de woorden van een vreemdeling moest vertrouwen. Op Sil kon ze altijd vertrouwen, dat wist ze. Sil zou de hele wereld vernietigen als dat ervoor zorgde dat Alannah veilig was.

'Probeer maar' nodigde de man Alannah uit. Hij was erg zeker van zijn zaak en had niet door hoe een snelle leerling Alannah was. Op het moment dat de man had gesproken over een mentale band met Pluisje, was Alannah daarnaar op zoek gegaan. Hoewel ze niet veel wist over magiërs en magische krachtdieren, was de mentale band tussen Alannah en Pluisje in de zeven jaar dat ze samen waren toch gegroeid.

Doordat die band sterker was geworden zonder dat Alannah dat in de gaten had of expres deed, duurde het niet heel lang voordat ze hem vond en daarmee de connectie met haar krachtdier. Ze voelde dat ze een zekere mate van controle over Pluisje had. Meteen liet ze Pluisje de man aanvallen. Die verdween echter doodleuk in de muur, waarna er misschien wel tien kopieën van hem de muur uit kwamen. Alannah en ook Pluisje hadden geen idee wie de echte man was, dus moest Alannah van strategie wisselen.

Haar band met Pluisje vertelde haar dingen over hem die ze nog niet had geweten. Zo vertelde de band, of misschien was het Pluisje zelf wel, haar dat hij de dood beheerste als de gewone Feniks het leven beheerste. Hij kon niet over het land vliegen waarbij hij met magie mensen slaap, en dus energie en leven, bracht, maar Pluisje kon wel met zijn magie dood achterlaten overal waar hij kwam.

Alannah vroeg Pluisje om die magie uit te oefenen op de man, maar de band vertelde haar dat de man te magisch was om erdoor aangetast te worden. De krachtdieren waren dat gek genoeg niet, dus besloot Alannah die als doelwit te nemen. Ze stuurde Pluisje eerst op de vosachtige af, die zichzelf nog verder kloonde om Pluisje en Alannah in de war te maken, maar zijn stof des doods bereikte alle kloons en schakelde daarmee het echte krachtdier ook uit.

Toen het beest omviel verdwenen ook alle kloons. Alannah hoorde een verschrikte kreet en toen ze achter zich keek, zag ze dat het de man was die in alle macht probeerde om zijn illusies in stand te houden. Zijn krachtdier was echter op slag dood van Pluisjes stof en daarmee waren alle gaven die de man had gehad meegegaan in het graf van het krachtdier.

Terwijl Alannah via Pluisje zijn stof tot het tweede krachtdier bracht, dat iets weghad van een hond, hoorde ze weer een kreet achter haar. Dit keer was het echter geen verschrikte kreet, maar iets wat Alannah niet thuis kon brengen. Ze draaide zich om en zag de man op de grond vallen. Door het verlies van zijn krachtdier en zijn gaven, waar hij zo op had leren steunen, kon hij een hartaanval krijgen.

Spijt vloeide over Alannah heen, maar ze kon niets meer doen op de man te redden. Het tweede krachtdier viel ook neer en Alannah voelde alsof er een hand om haar hart klemde toen ze bedacht dat de andere magiër het verlies van haar krachtdier waarschijnlijk ook niet zou overleven.

De laatste kreet van de man met de illusies stierf weg, maar Alannah hoorde het niet. Ze had haar oren gesloten voor al het geluid van buiten haar hoofd. Ze zag alleen dat de muur richting de steeg waar Sil stond verdween, die was ook een illusie geweest. Alannah zag dat Sil tegen de muur gedrukt werd door de vrouwelijke magiër.

Haar ene hand was naar haar borst gegrepen, waarschijnlijk werd de vrouwelijke magiër net zo geraakt door het verlies van haar krachtdier. Maar ze had haar hand zo strak om Silvines keel gesloten, dat Sil alsnog geen lucht kreeg. Alannah wist dat ze Sil moest redden, maar ze wist ook dat ze Pluisjes stof niet op de magiër kon gebruiken.

Daarom stuurde ze Pluisje aan om Sils dolk van de grond te rapen, die ze daar had laten vallen. Toen Alannahs krachtdier terug kwam met de dolk, pakte ze die aan. Alannah had nog nooit een dolk gegooid, maar toch probeerde ze het. Ze moest het proberen. Ze gooide de dolk op gevoel, en zag tot haar geluk dat die de magiër raakte.

De magiër viel opzij nadat de solk haar raakte. Sils lichaam viel echter slap op de grond, nadat Alannah haar ogen had kunnen zien wegdraaien. Haar hulp was toch te laat gekomen. Ze voelde de tranen achter haar ogen opwellen en liet zich huilend op haar knieen zakken, haar handen voor haar gezicht. Ze had twee mensen en twee krachtdieren vermoord. Voor niets had ze hen vermoord, want haar hulp was voor Sil te laat gekomen. Helaas zag Alannah door de handen voor haar ogen niet dat Sil zich al snel weer bewoog. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro