Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Alannah en Sil galoppeerde door het bos, langs alle dorpen waar ze de afgelopen dagen langs waren gekomen. Hun tempo was flink opgehoogd, want Sil was nog steed van mening dat ze zo snel mogelijk het gebied uit moesten. Nadat ze Floralie gewaarschuwd hadden dan. Alannah was het helemaal met deze aanpak eens, want ondanks het slaapgebrek en de vermoeidheid was haar doel om zo snel mogelijk bij haar moeder te komen.

'We kunnen over een uurtje weer een slaappauze houden' zei Sil. De zon begon onder te gaan en dan zouden ze toch niet verder kunnen totdat de maan op was gekomen. Het was het beste om dan een paar uurtjes slaap te nemen terwijl ze omstebeurt de wacht hielden. Hoewel, Sil rekte haar wacht altijd langer uit.

'Fijn' antwoordde Alannah. Haar ogen begonnen al dicht te vallen. De kleine hoeveelheid slaap in verhouding met de grote hoeveelheid inspanning waren veel voor haar. Sil leek daar minder moeite mee te hebben, hoewel ook zij verlangde naar een klein uurtje haar ogen kunnen sluiten.

Even later was er nog amper genoeg licht om te kunnen zien waar de paarden hun hoeven neerzetten. Ze waren overgegaan tot stap, om de paarden op adem te laten komen en om verrassingen in het wegdek te ontwijken. Nu reden ze niet eens op een weg, maar dwars door het bos, wat het alleen nog maar gevaarlijker maakte. Sil reed voorop en inspecteerde tegelijk de grond en de omgeving op zoek naar een slaapplaats. Daarnaast moest ze ook de omgeving in de gaten houden om te kijken of ze niet tegen de baron of zijn wachters aanliepen.

'Dit lijkt me een goede plek om te kamperen' zei Sil terwijl ze met Maandanser een kleine open plek betrad. Ze stapte van haar paard af en Alannah volgde haar voorbeeld toen Sil Maandanser vastbond aan een boom net buiten de open plek. Alannah bond ondertussen de twee andere paarden vast en Sil pakte hun slaapspullen uit een zadeltas.

Zwijgend begonnen de twee vrouwen aan hun taken die de open plek klaarmaakte voor de nacht. Hoewel het zwijgen gedeeltelijk was omdat ze elkaar niets meer te vertellen hadden, was het ook uit angst dat de baron in de buurt was. Dat die reden van zwijgen terecht was, kwam Sil snel achter.

Ze hoorde zwak hoefgetrappel en bewoog zich meteen achteruit, de struiken in richting de paarden. Ze wilde Alannah wenken, maar het meisje stond met haar gezicht precies de andere kant uit. Het hoefgetrappel kwam steeds dichterbij en Sil kon nu ook horen dat de paarden galoppeerden. Ze wilde Alannah roepen, maar wist dat wie er dan ook aankwamen haar zouden horen. Het meisje moest haar plotselinge verdwijning snappen als een waarschuwing en zichzelf ook verstoppen, maar helaas deed Alannah het domste wat ze had kunnen doen.

'Sil?' vroeg ze, toen ze omkeek en haar tante niet meer zag zitten. De hoeven waren nu zo dichtbij dat Alannah het bijna wel moest horen, maar blijkbaar was dat niet bij haar doorgedrongen als een geluid van gevaar. 'Sil?' vroeg het meisje opnieuw, nu angstig, maar Sil kon niet uitmaken of Alannah bang was voor het hoefgetrappel of dat Sil verdwenen was.

Daar hoefde ze ook niet achter te komen. Het geluid van de hoeven stopten en Sil zag door de bomen tien paarden staan. Het pikzwarte ros van de baron was er niet bij, stelde Sil opgelucht vast. Maar sowieso was Alannah in groot gevaar op die open plek, te horen aan de kletterende wapenrustingen. Sil sloot daarom naar Maandanser toe, naar de tas met messen.

Tot de tanden bewapend met dolken en werpmessen sloop ze weer terug naar de open plek. Alannah had het gevaar nu ook ingezien, maar ze was te laat. Op het moment dat ze de struiken in dook kwamen de mannen de open plek op. Sil hield heel even haar adem in, in de hoop dat ze Alannah net niet gezien hadden, maar ze wist dat dat hopeloos was.

'Pak haar en doorzoek daarna alle spullen' zei de commandant van het groepje van tien gewapende mannen, waarmee hij Sils vermoeden bevestigde. Hij had Sil niet kunnen zien of horen, daarvoor was ze te vroeg weg en maakten hun wapenrustingen te veel herrie, maar Alannah hadden ze wel kunnen zien.

Toen de mannen dan ook naar de bosjes renden waar Alannah achter verdwenen was, kwam Sil uit haar positie tevoorschijn. Ze bracht zichzelf daarmee in groot gevaar, maar had Floralie een belofte gedaan Alannah te beschermen. Sil gooide meteen twee werpmessen richting de commandant van het groepje. Zo zou er verwarring ontstaan omdat er en ineens een nieuwe speler in het spel was verschenen en hun commandant dood was.

Dat effect bereikte Sil en de mannen leken even niet te weten wat ze moesten doen. Daar maakte Sil gebruik van en ze gooide nog twee messen, eentje raakte zijn doelwit recht in het hart en de man was dood voordat hij de grond raakte, de andere kwam iets lager uit, in de maag van de arme man die dubbel klapte en daarna op de grond viel. Het zou even duren, maar na verloop van tijd zou het maagzuur ook bij hem het klusje geklaard hebben.

Een derde mes dat ze wierp raakte een arm, het vierde een been en het vijfde miste en kwam trillend in een boom terecht, nog geen tien centimeter naast het slachtoffer. Terwijl Sil en paar nieuwe messen in haar hand nam om de vijf overgebleven mannen ook uit te schakelen, leken ze weer te weten wat ze moesten doen.

Vijf handen gingen naar hun zwaard en trokken dat uit de schede. Een viel dood neer voordat hem dat helemaal gelukt was, de twee andere messen die Sil gooide misten. De eerste scheelde maar een haar, alleen de man maakte een onverwachte beweging waardoor hij een paar meter achter het slachtoffer in de grond kwam, de tweede gooide Sil wel een meter over haar doelwit heen.

Daarna waren de mannen te dichtbij om nog messen naar ze te gooien en dus stapte Sil over op de dolken. Daar had ze er minder van gepakt, omdat ze hoopte dat ze langer met de dolken deed dan met de werpmessen. Ze pakte een dolk in haar linker en rechterhand terwijl ze even haar polsen ronddraaide, om de dolken even te wegen en het evenwicht te voelen. Maar ineens stopten de mannem met naar Sil toelopen.

Ze keek om, om daar Alannah te zien staan. Ze was uit de struiken gekomen met Pluisje aan haar zijde. Sil wist dat het meisje het doodeng vond om het te doen, omdat uit die struiken kruipen hetzelfde was als zelfmoord plegen of anderen vermoorden. Beiden had het meisje liever niet, maar haar loyaliteit aan Sil was sterk genoeg om haar naar buiten te krijgen. Nog voor de mannen alles op een rijtje hadden, had Pluisje zijn stof al uitgelegd over een enkele man. Hij viel meteen dood neer.

'Zij is het! Dat is de magiër die baron Deacon wil hebben!' riep een van de mannen uit. Helaas voor hem was hij het tweede slachtoffer van Pluisje. De mannen snapten ook wel dat Alannah degene was die ze te pakken kregen, maar werden bang van het feit dat het jonge meisje zonder ook maar een vinger uit te steken twee mannen had vermoord, en dan was Sil er ook nog.

De drie die nog niet gewond waren, raakten in paniek en Sil wist er nog eentje en mes door zijn hart te jagen. Dat maakte het aantal tot twee. Sil kon de winst al proeven, hoewel ze nooit verwacht had dat ze dit kon winnen. De laatste twee mannen stonden nog steeds in paniek te kijken. Sil gooide haar volgende werpmes, die helaas mis was. Alannah wist nog wel een man met Pluisjes doodstof te bereiken. Een enkele man was over, hij stond tussen de lijken van zijn kameraden en wist niet meer wat hij moest doen.

Tot Silvine merkte hoe een enorme fout ze gemaakt had. In het heetst van de strijd had ze niet meer gelet op het geluid van buitenaf. Ze had er geen seconde aan gedacht dat er mensen van achteren zouden kunnen komen. Ze vervloekte zichzelf om deze fout terwijl Alannah in een enkele slag buiten westen werd geslagen met het heft van een dolk. De vijf mannen die achter hen uit de bosjes kwamen stopten Pluisje in een zak en eentje ving Alannahs nu slappe lichaam op voordat het op de grond viel.

'Problemen?' vroeg de baas van dit groepje tegen de enige wachter die nog tegenover Sil stond. Alweer maakte Sil een fout. Ze was niet waakzaam genoeg door de weinige hoeveelheid slaap die ze had gehad. Ze dacht niet goed genoeg na, want voordat ze het wist hadden stevige handen haar polsen vastgegrepen en werden haar wapens ruw van haar afgenomen.

Sil probeerde zichzelf weer vrij te krijgen, maar de grote kerel die achter haar stond gaf geen centimeter mee. Sil probeerde nog tegen zijn enkels te schoppen, maar ook dat leek hem niets te doen. Zijn handen gingen alleen steeds strakker om haar polsen zitten.

'Doe nu maar eens rustig, dametje' zei de man, maar Sil was niet van plan op te geven. Hoewel de moed wel in haar schoenen zakte doen ze touw om haar polsen voelde glijden. Het was ruw, maar dun touw dat een andere man om haar polsen bond. 'Doe maar lekker strak, ze is een taaie' zei Sils bewaker. Dat gebeurde, de touwen zaten zo strak om Sils polsen dat haar handen bijna afgekneld werden, maar ze wist dat ze er niets mee opschoot als ze daarover begon te zeuren, Misschien werden ze dan wel strakker aangetrokken.

Nog steeds lichtelijke protesterend liet Sil zich naar een boom leiden waar het touw ook omheen ging, waarna het voor haar middel gekruist werd en achter de boom stevig vastgeknoopt. Ze keek boos toe hoe de mannen hun overwinning op de magiër die de baron zocht vierden. Sil gaf zich echter niet gewonnen.

Hoe strak de touwen ook zaten, het duurde niet heel lang tot ze los was. Haar training was streng geweest en soms werd ze vastgeketend in de kelder met alle mogelijke touwen en kettingen en moest ze zelf weer boven zien te komen. Dat duurde soms dagen, soms een week. Maar elke keer kwam Sil met meer kennis boven.

Eenmaal los moest ze Alannah en Pluisje zien te bevrijden en daarna zo snel mogelijk met de paarden wegrijden, in de hoop nog op tijd aan te komen bij Floralie om haar voor de baron te waarschuwen. Om daarna met Alannah uit het gebied weg te gaan, misschien wel uit het land. Ze zou haar hele leven voor deze mensen moeten vluchten, of in ieder geval totdat die mensen zich erbij neerlegde dat Alannah niet gevangen wilde worden.

Sil sloop in een omtrekkende beweging om de open plek heen, zo stil mogelijk in de hoop dat de mannen haar niet opmerkte en niet merkte dat ze weg was. Ze hadden de bewusteloze Alannah en de zak met Pluisje aan de rand neergelegd, bijna als een uitnodiging voor Sil om ze te komen halen. Het grote probleem was dat Alannah buiten bewustzijn was en het waarschijnlijk nog even duurde voordat ze weer bijkwam en kon lopen.

Sil moest haar en Pluisje dus tillen naar de paarden. Ze kon hen niet allebei tillen, dus begon ze met haar nichtje. Haar veiligheid was net iets belangrijker dan dat van haar krachtdier. Voorzichtig schoof Sil haar handen onder Alannahs rug en knieen, zodat ze haar makkelijk kon dragen.

Voorzichtig stond ze op om zo stil mogelijk naar de paarden te sluipen. De eerste paar meter ging goed, maar al snel stapte Sil op een takje. Hoewel de mannen veel geluid maakten, hoorden ze het toch en toen ze zagen dat de boom waar Sil aan vastgeknoopt stond leeg was, vielen de puzzelstukjes natuurlijk op hun plaats.

Een moment later zagen ze Sil met het meisje in haar armen. Een paar stappen later was de grote man bij Sil. Die zag de dolk die de man in zijn hand had niet eens aankomen, ze zag alleen ineens alles zwart worden en voelde hoe haar knieen het begaven en ze op de grond viel. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro