Hoofdstuk 8

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het diner duurde veel te lang. De zon was al lang onder gegaan toen het dessert werd opgediend en Deacon had het nog niet gehad over wie zijn bruid zou zijn over precies een week. Alannah kon het niet permitteren dat ze niet genoeg tijd zou hebben voor haar moordpoging.

Ze had de afgelopen weken zich helemaal voorbereid op de moord vannacht. Tegelijkertijd had ze ook met haar dienstmeisjes bruidsjurken uitgezocht, voor als zij uitgekozen zou worden als bruid. Alleen Alannah wist dat ze die jurk beter zwart konden gaan kleuren. Baron Deacon zou nooit trouwen.

'Voordat jullie van een kopje koffie of thee genieten of jullie terugtrekken op jullie kamers, wil ik graag nog een belangrijke mededeling doen' begon Deacon terwijl hij opstond uit zijn stoel. Alannah legde haar gouden lepeltje neer waarmee ze zojuist de laatste hap van haar dessert had genomen. Ze wist, net als alle anderen in de ruimte, wat de mededeling was.

'Zoals ik jullie allen beloofd heb, ga ik volgende week met een gelukkige vrouw uit deze zaal trouwen. Wie die gelukkige is, heb ik uiteindelijk kunnen beslissen' legde Deacon uit, zoals Neva en Vere verteld hadden. 'De gelukkige die zich over precies een week mijn vrouw mag noemen, is Macy Greenfort' besloot hij.

Alannah wist niet of ze daar blij mee was of niet. Ze had geen idee wat ze eigenlijk verwacht had, maar achteraf leek Macy inderdaad de beste keuze. Op haar na kwamen alle meisjes uit het weeshuis. Macy was de enige was een redelijke komaf en die keuze zouden de edelen dus makkelijker goedkeuren.

Aan tafel werd er geklapt voor Macy. Die keek met een grote glimlach naar Deacon, maar hij beantwoordde die glimlach niet zo enthousiast. Blijkbaar was Alannah de enige die dat opviel. De meeste meisjes bleven nog voor een kop thee of koffie, maar Alannah vertrok iets na de baron richting haar kamers. Want hoewel de baron natuurlijk nog klaarwakker was, waren er andere zaken waar haar plan vanaf hing.

In haar kamer had ze de kleding die ze aan zou doen al klaargelegd. Ze had haar dienstmeisjes vrijgegeven vannacht, zodat ze ongestoord haar werk zou kunnen doen. Ze gaf de meisjes wel eens vaker vrij, zodat het nu niet op zou vallen. De kleding had ze gedeeltelijk in de kast gevonden, gedeeltelijk met smoesjes laten maken door haar dienstmeisjes.

De kledingstukken waren allemaal zwart en zo gemaakt en uitgezocht dat als je ze allemaal aan had, er in de schaduwen amper een menselijke vorm te onderscheiden was. Nadat Alannah haar jurk gewisseld had voor de broek en top, ging ze naar de badkamer om daar haar haren in een strakke vlecht bijeen te binden. Zo zou het haar niet in de weg zitten.

Ze vond het geen fijn gevoel, om met zo weinig wapens zo'n belangrijke missie op te gaan. Maar ze wist dat ze in de kamer van de baron dolken zou vinden. Dan was het te hopen dat hij al sliep als ze binnen zou komen, want de dolk die nu in haar riem zat had ze nodig om de wachten voor zijn deur af te leiden.

Alannah was vroeg vertrokken, maar ze had tijd nodig om de route die ze bedacht had ook daadwerkelijk uit te voeren en te kijken of het inderdaad klopte. Daarna zou ze op tijd moeten zijn voor de wisseling van de wacht, zodat ze uit kon rekenen wanneer ze haar afleidingsmanoeuvre wilde uitvoeren.

Nadat Alannah de deur van haar kamers achter zich had gesloten, liep ze de gang in. Niet de hoek om, richting de kamers van de andere meisjes, maar de andere kant uit. Het deel van de gang in dat niet bewoond werd. Uit gesprekken van bedienden had Alannah opgevangen dat er aan het einde van deze gang een nooduitgang naar het dak was, en dat er ook een in de buurt van de slaapkamer van de baron zat.

Ze wist niet precies waar het ding zat of hoe het eruit zag, maar ze moest maar zoeken. Het was de beste manier die ze had kunnen bedenken om ongezien bij Deacons kamer te komen. Door het kasteel wandelen was geen optie, niet in deze kleding. Er zouden nog allerlei bedienden rondlopen en die meisjes van de harem en zussen van de baron konden elk moment terug naar hun kamer lopen. Bovendien verwachtte de wacht niet dat er iemand vanaf het dak zou komen.

De trap naar het dak bleek gewoon aan het einde van de gang te staan. Niet echt verborgen, gewoon een houten trappenhuis. Via deze trap kon je ook naar de verdiepingen onder die waar Alannah opstond gaan, maar de trap die ze vannacht nodig had liep naar het dak. Dus pakte ze de tredes vast en klom ze zo via de trap omhoog. In het plafond zat een luik en door die te openen kwam ze zo op het dak terecht.

Meteen trok Alannah haar kleren strak om zich heen toen ze het luik uit geklommen was. Er waaide een stevige en koude wind. Ze moest zorgen dat ze het niet te koud kreeg en dat ze niet van het dak af zou waaien. Toen ze het luik gesloten had, keek Alannah even rond om te herkennen waar ze precies moest zijn. Al snel had ze met de plattegrond in haar hoofd berekend welke kant ze op moest.

Stug liep ze de juiste kant uit, hoewel het lastiger was dan gedacht met de wind. Alannah bleef goed in het midden lopen, zodat ze niet te dicht bij de rand zou komen als een windvlaag haar uit evenwicht bracht. Dat zorgde ervoor dat ze veilig bij het luik aankwam waarvan ze dacht dat het die het dichts bij Deacons kamer moest zijn. Ze was enkele keren op het dak gevallen, maar niet dicht genoeg bij de rand van het dak gekomen dat ze eraf zou vallen.

Zo zachtjes mogelijk opende Alannah het luik en keek ze er doorheen. Ze had geen idee waar ze precies uitgekomen was en of ze daar veilig naar beneden zou kunnen. Tot haar verbazing bleek dit ook een doodlopende en stille gang te zijn, terwijl ze nog meters dak naast haar had. Maar waarschijnlijk had elk landhuis zo zijn geheime ruimtes.

Voorzichtig liep Alannah op de houten trap weer naar beneden. Ze keek goed om zich heen, maar er was echt niemand te bekennen. Ze sloot het luik geluidloos en liep toen de rest van de trap af, tot ze op het tapijt beneden stond. Er was nog steeds nergens beweging te zien en geen enkel geluid te horen.

Geluidloos en met oren en ogen gespitst liep Alannah naar het einde van de gang. Om de hoek zouden de kamers van de baron moeten liggen, als haar berekeningen en mentale plattegrond klopten. Aan de hoeveelheid wachters die voor de eerstvolgende deur stonden te zien, klopten die inderdaad.

Alannah pakte alvast de dolk in haar hand die ze zou moeten gooien. Het was een lastig schot, want het moest eruit zien alsof de dolk vanaf een andere kant gekomen was dan waar ze stond. Ze moest de dolk als het ware met een boog in de deur van Deacons kamers gooien. Het was zeker een uitdaging en ze had maar een enkele kans, maar het was niet onmogelijk.

Ze ademde diep in en uit en gooide de dolk toen weg. Ook als het gevest niet precies de kant uit stond die ze gepland had, was het goed genoeg. Zolang het gevest maar niet haar kant uit wees. Alannah kon niet naar het schot kijken, omdat de wachters meteen alle kanten uit zouden kijken als ze de dolk in de gaten kregen.

Met ingehouden adem wachtte ze af. Meteen klonk het geluid van een wapen dat tegen de deur aan botste en daarna op het marmer viel. Ze hoorde de mannen voor de deur verschrikte geluiden maken en zachtjes met elkaar overleggen. Tot haar opluchting hoorde Alannah na niet al te lange tijd voetstappen de andere kant uit gaan en na nog beter luisteren hoorde ze ook dat alle vier de wachters die voor de deur hadden gestaan die andere kant uit liepen.

Alannah wierp nog een blik om de hoek en toen ze ook met haar eigen ogen zag dat het veilig was, liep ze snel naar de kamer toe. De deur zat niet op slot, zoals ze al verwacht had. Terwijl ze de deur geluidloos achter zich sloot, wist ze dat ze snel moest zijn, maar nog steeds zonder Deacon of iemand anders te wekken.

Ook in het donker vond Alannah de weg naar de kast waar Deacon zijn dolken opgeborgen had. Aan de regelmatige ademhaling te horen sliep hij al, dat maakte het alleen maar makkelijker voor Alannah. Met een dolk in haar hand en een andere aan haar riem sloop ze naar het grote bed waar de baron vredig in lag te slapen.

Alannah vroeg zich af of hij wakker zou worden als ze op zijn bed zou klimmen. Ze vroeg zich af of hij zou gillen als hij wakker werd van pijn, met een al bebloede keel. Ze vroeg zich af of hij haar zou proberen aan te vallen terwijl hij stervende was. Ze vroeg zich af of hij ooit nog zijn ogen zou openen.

Hoewel in haar gezicht nog geen spoor van twijfel te bekennen was, protesteerde haar hart toen Alannah naar het bed sloop. Het was alsof iemand een hand strak om haar hart gelegd had, die haar dwong het niet te doen. Nog maar minuten geleden zat ze nog vol met wraakgevoelens en was ze vastbesloten dat Deacon zijn ogen nooit meer zou openen. Maar zijn vredige ademhaling, gesloten ogen en rustende gezicht deden meer met haar dan ze gehoopt had.

Maar volledig op het beetje wilskracht dat ze nog over had, liep ze door. Het was alsof ze door heuphoge modder ploeterde, maar ze kwam vooruit. Steeds een stapje dichter bij het grote bed waar ze vier weken geleden nog met de baron in lag. Dat vond ze fijn. Het was fijn die nacht. Alannah deed haar best om die gedachten uit te zetten, om haar verstand op nul te zetten. Maar in de stilte van de donkere nacht, klonken haar hersenspinsels nog harder en waren ze niet stil te krijgen.

Maar nog steeds liep ze door. De hand met de dolk was ondertussen bezweet, dus die veegde ze even af aan haar kleding. De wandeling van de kast naar het bed leek uren te duren, maar het kon amper een halve minuut geweest zijn. Alannah stapte op het bed. Ze moest nu niet meer aarzelen, ze kon niet meer aarzelen, want van deze bewegingen kon Deacon makkelijk wakker worden.

Alannah zat boven Deacons lichaam, haar dolk geheven. Ze telde tot drie, en liet het ding naar beneden vallen. Twijfel en aarzeling overvielen haar, waardoor ze de dolk enkele millimeters boven de keel van de baron stil liet hangen. Ze wist dat ze al gefaald had, maar ze wist ook dat ze niet zover gekomen was om gewoon op te geven.

Deacons ogen opende en Alannah wist dat ze nog maar enkele seconden had voordat hij alarm zou slaan. Hoewel haar hele lichaam tegenwerkte drukte ze de dolk nu echt tegen Deacons keel aan. Ze keek toe hoe een klein stroompje bloed uit de zojuist gemaakte wond stroomde. Deacon gaf geen kik.

'Moet ik nu alarm slaan?' vroeg hij. Alannah keek hem met grote ogen aan. Ze had gefaald, ze was te laat en nu hij echt wakker was, kon ze het niet aan haar dolk alsnog helemaal tot in zijn keel te laten doordringen. 'Je bent diep gezakt, Alannah' voegde hij toe.

'Jij niet dan?' vroeg Alannah. 'Een baron die tegen zijn moordenaar praat terwijl hij alarm zou kunnen slaan' voegde ze toe. 'Ik ben nooit van hoog gekomen' sloot ze af.

'Waarom probeer je me te vermoorden, Alannah?' vroeg Deacon. 'Is het vanwege mijn bruiloft met Macy?' suggereerde hij.

'Absoluut niet' antwoordde Alannah. 'Het enige waarom ik op dit vervloekte landhuis van je ben, is om wraak te nemen voor het vermoorden van alle familie die ik ooit gekend heb' legde ze uit.

'Ik heb je al verteld dat ik daar spijt van heb' zei Deacon, ineens op een heel boze toon. Dat wakkerde Alannahs woedde ook weer aan en het lukte haar om de dolk nog wat verder in Deacons keel te steken. Aan zijn gezichtsuitdrukkingen te zien deed dat hem wel echt pijn.

'Pleisters doen niets tegen schotwonden' fluisterde Alannah. 'Het gat dat jij in mijn hart hebt aangericht is niet te repareren met spijt en sorry. Het enige doel dat ik nu nog in mijn leven heb ik wraak nemen' voegde ze toe.

'Doe het dan' fluisterde Deacon. 'Vermoord me dan, ik ga toch dood' voegde hij toe. Die woorden maakte Alannah nog meer aan het aarzelen dan alles wat ze zelf had kunnen bedenken. Hij vroeg om de dood, maar dan ineens kon ze het niet. Voorzichtig haalde ze haar dolk van Deacons nek af en legde die naast de andere dolk op zijn bed.

'Dat kan ik Macy niet aandoen' fluisterde ze, terwijl er een traan over haar wang gleed. 'Ze leek zo blij dat je haar had uitgekozen' voegde ze toe, waarna ze zonder om te kijken Deacons kamer weer uit liep. Ze wist dat het veilig was, de wachters waren nog niet teruggekeerd.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro