Herfst l

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

 Herfst 1711

Het moet in een herfst geweest zijn, toen ik werd gecreëerd. De eerste sneeuwvlokjes waren al gevallen, zoals elk jaar. Net niet genoeg om de aarde te bedekken met een wit laken, zoals gewoonlijk het geval was in de winter. De sneeuw smolt na aanraking met de aarde onmiddellijk weg, en liet alleen natte plekken op de grond achter. Het was herfst, en wel de herfst waar ik ontstond. Een Zweedse familie, met als doel om de oorlog te ontvluchten, vond een woonplaats. Een woonplaats waar ze een lang en gelukkig leven zouden hebben. Ik vraag me af of ze ergens anders heen waren gegaan, als ze hadden geweten hoe ver ze daar naast zaten. Op dat moment vroeg ik me dat al af, en dat doe ik nog steeds. Een man en een vrouw, waren het. Drie van de kleine soort, kinderen. De vrouw was in verwachting ook, dat wist ik al voordat ze het vertelde aan haar man. Dat wist ik al voordat ik was geworden wat ik nu ben. Spoedig waren ze met z'n zessen geweest, de familie. Spoedig waren ze z'n zessen geweest, als het noodlot niet had toegeslagen. Ik kan niet uitleggen hoe ik dat wist, hoe ik nog altijd veel weet. Het zit in de wortels, daar waar ik uit ben ontstaan. Daar waar ik ben ontstaan uit de aarde, het water en de planten. De grondstoffen die altijd al een grote rol speelden in de wereld, om later vernietigd te worden door het vuur.

Hoe ik ben ontstaan, is een lang, maar niet moeilijk te begrijpen, verhaal. De oude wortels van de bomen moesten het leven laten. Ver onder de grond verspreid hadden deze geen nut meer nadat het paar de bomen had gekapt. Het hout was een begin van wat ik ooit zou zijn, zou worden. Een woonplaats voor een gelukkig paar. Twee verdoemde mensen, drie verloren kinderen. En het vierde zou er nooit zijn. De bomen, de zaden, waren tot op dat moment mijn ouders, mijn makers. Echter veranderde dat toen ik een geheel werd, hervormd door de mensen. Ik houd van hen, noch haat ik die mensen. De mensen die met de keuzes die ze tot op dat moment hadden gemaakt hun eigen graven al gegraven hadden. Geen graf onder de grond, nee. Een graf van as, weggeblazen in de lucht. In de herfst, voordat het noodlot haar intrede had gedaan, toen ik er nog niet volledig was en enkel een skelet van balken en planken, leefden de mensen het gelukkige eind dat zij voor ogen hadden. De vrouw had al een zwelling op haar buik gehad toen ze hier kwam, het begin van leven. Het begin van iets wat nooit zou kunnen zijn. Het eerste dat de mensen hadden gedaan, nog voordat ze waren begonnen met het kappen van de eeuwenoude bomen, was het graven van twee gaten in de aarde. Twee gaten, waar ze water uit konden halen. Later zou deze voor iets anders worden gebruikt, iets wat ik nog steeds niet begrijp. De herfst, de dode bladeren die vielen, de mensen. Het was allemaal voorbestemd, dat is het nog steeds. De herfst, dat waar ik ben ontstaan. Dat waar meer dan één enkeling zijn of haar eind zou vinden. En bovenal, het seizoen dat niet alleen het eind is, maar ook het begin daarvan. De herfst, mijn ontstaan.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro