25. De nieuwe ik

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De afgelopen avond en nacht is te vergelijken met een kleine tour door regelrechte hel. Een tijdelijk bezoek aan de pit van het vagevuur. Zonder er controle over te hebben ben ik door het rijk van de duivel gegaan. Het was alsof ik werd vastgegrepen door onzichtbare handen en werd meegesleurd tot het eind. De pijn is gevoeld als diepe messteken tot diep op het bot. Tranen vloeiden als een overstroming wat niet is tegen te houden. Bovenal is een wond middenin mijn hart opengegaan en heeft het gebloed tot er simpelweg niets meer overbleef.

Mike heeft me opnieuw achtergelaten en dat is aangekomen als een reusachtige klap. Zijn daad heeft grote schade aangericht. Voor urenlang heb ik geprobeerd ermee om te gaan. Te bedenken wat er is gebeurd en wat er gedaan moest worden. Met de tijd mee heb ik er alles aangedaan om mezelf rustig te krijgen. Om te stoppen met mezelf fysiek pijn te geven, in de hoop de wond in mijn hart niet te voelen. Ik wist dat ik mezelf bij elkaar moest rapen en moest vechten tegen de pijn.

Het gaat niet om jou. Het gaat om Serena. Denk aan je dochter. Bedenk een oplossing. Bedenk wat je moet doen als Mike niet meer terugkomt. Hoe ga je Serena het ontbrekende deel van een vaderfiguur geven als je tegelijkertijd ook al moeder bent?

Zoveel frustrerende vragen waarvan ik het antwoord niet wist.

En hoe ga je het zelf redden? Zonder hem zijn er geen veilige armen die je beschermen tegen kwaad. Tegen de nachtmerries. Tegen de angst alleen te zijn. Hem nodig te hebben. Hoe negeer je dat? Hoe ontwijk je de hevige gevoelens die op dezelfde dag zijn aangewakkerd, als de dag dat Mike het heeft verwoest?

Het was duidelijk. Hoe sterk ik ook wilde zijn, hoe erg ik ook mijn best deed de Sophie te blijven die iedereen van me verwacht: het was teveel. Na de fase waarin ik op zo'n jonge leeftijd moeder ben geworden en de aanrijding van Charissa was de klap die Mike heeft veroorzaakt teveel. Te sterk en te heftig. Fysiek en mentaal. Ik ging door hel tijdens de poging alles op te lossen, tot ik wist wat ik moest doen om mezelf te beschermen. Ik zag geen andere optie. Het was de enige manier om de brandende pit van het vagevuur te ontwijken en niet langer meer te lijden aan de pijn en het verdriet:

Het was tijd om mijn emoties stop te zetten.

De gedachte kwam vlak nadat het huilen ophield. Alle tranen waren verbruikt. Er was niks meer over. De duisternis uit mijn nachtmerrie leek vervormd te zijn tot een nieuwe vriend in de realiteit. Een vriend die me een pad liet zien dat daarvoor nog volledig onbekend was. Het was een belofte dat ik deze tijd door kan gaan zonder de open wonden te voelen. Een pijnloze manier. Het waren geen klauwen die zich aan me vastklampten - zoals het wel in mijn nachtmerrie was - het waren twee zachte handen die vertrouwd voelde. Vertrouwd en veilig. Mijn tranen stopte en de pijn verdween het moment dat ik zijn handen vastpakte.

Ik volgde hem naar het begin van het pad. Het pad zonder pijn. Een plek waar het bloeden van de open wond werd gestopt en er op mijn hart niets anders overbleef dan een lelijk litteken. Een litteken waarvan je weet dat het er is maar er niets meer van voelt. Helemaal niets. En het is beter. Ik was overtuigd. De duisternis werd mijn nieuwe vriend.

Mijn belofte aan hem is het begin van een pijnloze periode: vanaf nu luister ik naar zijn advies en alleen die van hem. Ik zal naar hem luisteren en zijn pad volgen. Zolang ik mezelf fysiek geen pijn meer hoef te doen om die in mijn hart te vergeten is duisternis de nieuwe hoop. Zijn pad is de enige die ik zal volgen: zijn pad in de schaduw van het licht waar de emoties stop worden gezet.

Het is maandagochtend: de schooldag is begonnen.

En als er iets is waar ik normaal gesproken – toen ik nog iets gaf om emoties – moeilijk mee om kan gaan, dan is het wel het gevoel te hebben dat kostbare tijd van mijn leven volledig wordt verspild aan de meest nutteloze onderwerpen. Totaal niet boeiende dingen waarvan je niet begrijpt dat er überhaupt mensen op aarde zijn die het ook maar een beetje interessant vinden.

De nieuwe ik vind het nog steeds super zonde om tijd te besteden aan iets wat – naar mijn mening – niet interessant is en zo ook nu zou ik een moord plegen om te kunnen ontsnappen aan deze plek. Aan dit klaslokaal waar mijn rooster me dwingt te zijn.

Het is alsof het leven om me heen zich aan mijn humeur heeft aangepast. Alles is nutteloos, zonder energie of enig teken van iets positiefs. Dit is zo'n moment dat ik in de les zit en me voor de zoveelste keer afvraag wat het doel van het vak nou eigenlijk inhoudt. Het is zo'n moment dat de docent wel zijn best doet de leerstof uit te leggen maar ik het liefst het boek voor zijn ogen doormidden scheur, gewoon om duidelijk te maken dat het me geen fuck interesseert. De oude ik zou te beleefd zijn om daadwerkelijk te laten weten hoe weinig het vak voor me betekent. De nieuwe ik daarentegen heeft er geen enkel probleem mee haar mening te geven.

Van alle vakken kon het natuurlijk niet anders dat de nummer 1 van niet boeiende vakken op mijn rooster staat dit uur. Het lokaal, de boeken en de docent stralen een en al saaiheid uit: het lange groenige bord dat is vol gekladderd met het witte krijt – in het meest onleesbare handschrift aller tijden – en de posters aan de muren met verschillende formules waarvan ik absoluut niet hoef te weten waar ze voor dienen.

De lange man met zijn te grote gele blouse die volledig vloekt bij zijn oranje broek met wijde pijpen. Zijn grijzige haren heeft hij met een overdosis gel naar achteren gekampt, in de hoop dat niemand ziet hoe kaal hij eigenlijk is. Tot slot is zijn stem datgene wat perfect aangeeft hoe vreselijk de les is. Zijn toonloze stem die in een langzaam tempo door blijft praten over cijfertjes, kwadratische formules en allerlei andere bullshit:

Welkom bij de wiskunde les.

Onderuitgezakt op de stoel heb ik mijn hoofd op mijn handen gelegd. Steunend op mijn ellebogen staar ik zonder er echt te kijken naar de sommetjes op het bord. De uitleg gaat via de achtergrond langs me heen. Ik ben me ervan bewust dat ik in de wiskundeles zit, al ben ik in gedachte heel ergens anders. Er is geen concentratie voor de omgeving en dat is van buitenaf te merken. De wallen onder mijn ogen verraden het tekort aan nachtrust en de wazige blik is een teken van gebrek aan concentratie. Er zijn geen gevoelens die vanbinnen langs elkaar stromen, die het hart raken of gedachtes veranderen. Er is geen enkele emotie die mijn keuzes beïnvloeden. Ik voel me leeg.

Zonder opzet heb ik oogcontact gemaakt met de wiskundedocent. Zijn wenkbrauwen gaan omhoog, zijn ogen zoeken naar een wiskundeschrift en pen. Mijn boek ligt onaangeraakt op de hoek van de tafel en de bladzijdes van mijn schrift zijn nog even wit als voorheen. Een halve les is voorbijgegaan en ik heb geen cijfer op papier gezet. De docent krijgt het in de gaten. Terwijl hij mijn kant op komt blijf ik rustig in de houding dat ik al vanaf minuut 1 heb aangenomen. Ik heb absoluut niet de behoefte in actie te komen.

Hij kucht. 'Sophie? Zou ik mogen weten waarom je mijn aantekeningen niet hebt overgenomen? Is er misschien iets onduidelijk?'

Ik zucht overdreven hard. Met felle ogen kijk ik hem aan. 'Nou ziet u meneer: ik zie eigenlijk het nut niet om aantekeningen te nemen.'

De woorden zijn genoeg voor een complete stilte. Alle pennen stoppen met schrijven en ik voel op zijn minst 25 paar ogen mijn kant op staren. Nieuwsgierig wordt er gekeken en geluisterd hoe ik de les "verstoor".

'En kan mevrouw Lente dit gedrag ook nog verklaren?'

De arme man is duidelijk niet gewend dat ik me zo gedraag. Ik kan hem geen ongelijk geven, ik sta immers nog wel een 8 gemiddeld. Vanachter hoor ik mijn vrienden mompelen, 'Soof waar ben je mee bezig?'

Ik negeer ze volkomen. 'Meneer ik zal u eens een compleet eerlijk antwoord geven. De reden dat ik niks overneem is omdat het me niets interesseert waar de x vandaan komt en hoe de machten in kwadratische formules zijn te herleiden. Ziet u mijn punt? Ik begrijp sowieso al niet waarom u elke dag naar school komt in de poging tieners wiskunde te leren. Ik bedoel laten we eerlijk zijn: er is geen jongen of meisje in dit klaslokaal die later in zijn leven zal denken: "goh, wat ben ik blij dat meneer Jollen me heeft geleerd hoe ik de kwadratische formules moet oplossen." Het enige wat we hier echt leren en 30 dagen na de toets nog steeds weten meneer Jollen, is hoe we het beste spiekbriefjes moeten maken en het ongezien op de achterkant van onze rekenmachine plakken.'

Er klinkt gefluister en een mix van gelach en verbazing. Meneer Jollen schenkt me een blik alsof ik zojuist heb bekend dat ik zijn hond heb vermoord. Zonder twijfel wijst hij naar de deur.

'Eruit. Ik wil dat je onmiddellijk dit klaslokaal verlaat. Je komt dit uur maar na schooltijd inhalen. Als je er na drieën niet bent mag je je de volgende keer bij de directeur melden en wordt je nablijf tijd verdubbeld.'

Ik haal mijn schouders op en stop rustig mijn spullen in mijn tas. Vlak voor ik de deur heb bereikt hoor ik Johns luide stem, hard genoeg om elk woord uitstekend te verstaan: 'iemand is hier behoorlijk van slag. Zo kennen wij de brave Sophie niet hoor.'

Van slag? Hoe komt hij erbij dat ik van slag ben? Ik voel helemaal niks. Aangezien John mijn gedachtes niet kan horen gaat hij rustig verder.

'Ben je soms ongesteld? Of beter: krijg je weer een kind?'

Abrupt stop ik met lopen en in een soepele beweging draai ik me om. Monden en ogen verraden dat de meeste verbaasd zijn om Johns brutale opmerking maar er verder geen enkel probleem mee hebben om geamuseerd te worden tijdens de wiskundeles. Ergens begrijp ik dat wel. Alles is beter dan op te moeten letten bij de oersaaie uitleg.

Zonder om hulp te hebben gevraag klinkt de stem Josh. 'Bek dicht John. Ga ergens anders zielig zijn met je lullige opmerkingen.'

Met een glimlach kijk ik van Josh naar John. 'Oh het is oke Josh. Bovendien weten we allebei wat hier werkelijk gaande is.'

Vastbesloten stap ik op John af en hou pas op met lopen als ik slechts enkele centimeters van hem vandaan sta. Ik wil hem recht in de ogen aankijken en alle aandacht van de klas op hem hebben gericht.

'Onze kleine, mister populair John Bergkamp kan het niet hebben dat hij de aandacht niet krijgt die hij normaal gewend is. De aandacht die hij nodig heeft om hemzelf wijs te maken dat hij belangrijk is. Zonder die aandacht ontstaat er paniek in Johns hoofdje omdat hij met de weinige hersens die hij heeft beseft dat hij eigenlijk niks waard is. Hij weet dat hij geen talent heeft om respect te krijgen van de tieners om hem heen en dus probeert hij het op een andere manier. Zoals het maken van kinderachtige opmerkingen die hij zojuist heeft gemaakt. Opmerkingen die duidelijk maken wat kleine John hier eigenlijk is.'

Spottend kijk ik hem aan en met een brede lach spreek ik de laatste woorden zorgvuldig uit.

'Een onzeker jongetje met gebrek aan hersens en zelfvertrouwen, die zich opstelt als een oppervlakkige asshole.'

Een aantal leerlingen houden zich niet meer in en barsten volledig los. John knijpt zijn vuisten samen en aan zijn blik te zien moet hij moeite doen niet uit te halen. Het luide gelach van de leerlingen en het geroep van meneer Jollen, in de poging de orde te herstellen, is als muziek in de oren. Tevreden til ik mijn tas weer op en maak me klaar om dit keer wel te vertrekken. Vlak voor ik me omdraai schenk ik John nog een laatste blik dat duidelijk maakt hoe erg ik geniet van zijn afgang.

Zijn blik zegt meer dan duizend scheldwoorden bij elkaar, maar te slap of misschien te slim dat hij is blijft hij zitten en hij maakt geen agressieve bewegingen naar mij toe.

Als ik iedereen een voor een, een vlugge blik werp kom ik vanzelf de overrompelde en bezorgde gezichten van onder andere Josh en Caleb tegen. Anders dan normaal doet het me weinig en met een glimlach verlaat ik het lokaal.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro