26. Allemaal jouw schuld

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Opgelucht dat ik niet langer meer naar de onzin van meneer Jollen hoef te luisteren, slenter ik kalmpjes naar mijn kluis. Terwijl ik de boeken er iets te hardhandig in gooi voel ik een paar ogen op mijn rug branden. Met een strak gezicht draai ik me om en kijk hierdoor recht in de ogen van Julia, het meisje die haar kluisje naast mij heeft en het altijd gezellig vindt om een praatje te maken.

'Hé Soof, hoe is het met je?' klinkt Julia's irritante stem, altijd op een vriendelijke en onschuldige toon. Al probeert ze het uit beleefdheid te verbergen: de vraagtekens in haar blik zijn overduidelijk. Ik zie hoe ze mijn uiterlijk onopvallend probeert te observeren. Zonder schaamte haal ik mijn hand door mijn haren. De gekrulde plukken vallen in een natuurlijke beweging langs mijn gezicht. Van de nette paardenstaarten of natuurlijke looks is niks meer te zien. Wilde haren, mascara en rode lippenstift is de nieuwe instelling.

'Helemaal prima Julia. Alles gaat helemaal prima. Hé, wees even de brave meid die je altijd bent en hou mijn tas even vast.'

Zonder op instemming te wachten duw ik mijn tas in haar handen, haal de rode lippenstift tevoorschijn en ga er geconcentreerd mee langs mijn lippen. Ik zet nog een stapje dichterbij het spiegeltje die sinds vanmorgen in mijn kluis hangt, tuit mijn lippen en schenk mijn spiegelbeeld een tevreden glimlach. Zo. 'Perfect.'

'Ik wist niet dat je zo'n fan was van make-up. Het staat je wel hoor. Anders en een tikje uitdagend, maar wel mooi.'

Mijn aandacht gaat nauwelijks naar haar woorden en zonder erop te reageren trek ik in een vlugge beweging mijn jas aan, sluit ik de kluis en gris ik mijn tas weer uit haar handen. In een zelfverzekerde houding loop ik van haar weg, wetend dat ze me nu vragende blikkende toewerpt.

Eenmaal buiten koop ik een blikje cola en een zak paprika chips in de kleine supermarkt vlakbij de school. De luide beat van een populair dansnummer dreunt door de oortjes van mijn telefoon en zachtjes maar verder onopvallend beweeg ik mee in het ritme. Onderweg kom ik een paar onbekende jongens tegen. Een ervan geeft me een veel betekende grijns. Ik hoef er geen seconde over na te denken of ik geef hem een flirtsignaal in de vorm van een knipoog terug. Hij heeft het gezien, blijft me nog een paar lange secondes aanstaren en loopt uiteindelijk toch verder. Jammer.

Tijdens het wandelstuk van de supermarkt naar de school slenter ik langs een klein winkeltje met allerlei pracht en praal. Een klein potje met diepblauwe nagellak en een laagje glans vraagt onmiddellijk mijn aandacht. Abrupt stop ik met lopen en zet geïnteresseerd een paar passen terug. Door de etalage heen bekijk ik de spulletjes. Er liggen onder andere ontelbaar veel potjes nagellak in allerlei kleuren. Verder ligt er een uitgebreid schap aan lippenstiften, mascara, eyeliner, poeder, sieraden en ga zo maar door. Het is het droomwinkeltje voor elk meisje en ik kan maar niet begrijpen dat ik in 5 jaar schooltijd nog nooit hier naar binnen ben geweest.

Het feit dat de oude ik zou bedenken dat geld beter bewaard kan blijven voor "nuttige dingen" is hier waarschijnlijk de reden voor. Ik grinnik bij de gedachte en haal mijn schouders op. De oude ik is ondertussen het verre verleden. Met andere woorden iemand waarvan haar mening er niet meer toe doet. En met die woorden heb ik mezelf overtuigd en stap glimlachend naar binnen.

Bij de kassa wordt niet alleen het potje diepblauwe nagellak afgerekend, maar ook een flesje parfum, roze lippenstift en twee soorten mascara. Zonder een gevoel van enige twijfeling of spijt rits ik mijn portemonnee open. Wat ik echter niet had verwacht is dat er alleen nog een envelop in zit. De envelop waarin een deel van het werkloon wordt bewaard voor Serena, voor als ze bijvoorbeeld nieuwe kleding nodig heeft. Het is geld dat ik alleen maar in het belang van Serena zou uitgeven, dat heb ik streng met mezelf afgesproken.

Ben ik niet compleet harteloos om geld uit te geven aan make-up terwijl het later misschien nodig is in het belang van Serena? Mijn eigen dochter?

De vraag galmt door mijn hoofd. Het voelt als een proef. Een eerste echte test die ik op het pad in de schaduw van het licht moet doorstaan. Het is alsof mijn nieuwe en gelijk enige vriend - de duisternis - een toets voor mijn neus heeft gelegd. Dit is vraag 1. Kan je iemand zijn die niet meer geeft om anderen? Ben je in staat je hart te laten kloppen zonder de menselijke emoties eromheen? Voor een seconde sluit ik mijn ogen. Sneller dan het licht verban ik de vragen in mijn hoofd en vervorm ze tot strakke feiten zonder een sprankje aarzeling.

Ik geef alleen nog maar om mezelf en niemand anders. Ik kan haast voelen hoe de handen van de duisternis de druk op mijn schouders verlichten. Ik heb zijn eerste test doorstaan en mag als beloning een stapje verder op het pad zetten. En dat voelt goed.

Het scheuren van de envelop klinkt als muziek in mijn oren en genietend, bijna trots op mezelf, geef ik de vrouw achter de kassa een briefje van vijftig. De meest domme vraag die ooit aan me gesteld is in bepaalde situaties is een gevaar voor mijn goede humeur.

'Wilt u er een tasje omheen?'

'Nee ik ben van plan alles op mijn hoofd te balanceren.'

Het sarcasme is in volle toon te horen en toch kijkt de vrouw me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Is ze echt zo dom of doet ze alsof? Acterend dat ik het allemaal maar als grapje bedoelde begin ik spontaan te lachen.

'Ja meid, ik zou graag een tasje willen.'

Wat verward stopt ze de make-up in een plastic tasje en reikt haar hand. Ik knik. 'Helemaal perfect.'

Eenmaal terug op school ga ik op een rustig tempo naar de een van de tafels vooraan de aula: de vaste plek voor de vriendengroep en mij. De les is bijna afgelopen en het zal niet lang duren of de gangen en aula stroomt zich vol met de massa leerlingen. Nou heb ik niet de behoefte de vriendengroep daadwerkelijk om me heen te hebben maar ik wil ze best een kans geven om de steunende ik-ben-er -altijd-voor-je vrienden te zijn. Niet dat hun woorden me iets zullen doen. Het is eerder als vermaak om te kijken hoe ver ze zullen gaan om tot me door te dringen en wanneer ik niks anders kan dan ze eens flink duidelijk te maken dat ze moeten accepteren wie ik nu ben.

Om mezelf het zo simpel mogelijk te maken zit ik languit op een van de stoelen. Ik heb een van de oortjes ingedaan om naast de bullshit die gaat komen ook nog naar lekkere uitgaansmuziek te kunnen luisteren. Voor de honger die ik altijd lijk te hebben kraak ik overdreven hard op een handje vol paprika chips. De zak ligt geopend op tafel met daarnaast het blikje cola dat ik pasgeleden heb gekocht.

De bel is gegaan en precies zoals verwacht lopen ze als een opgestelde beschermingsgroep op me af. De jongens voorop - Caleb en Josh zijn per slot van rekening degene die me hebben gezien tijdens de wiskundeles - en de meiden erachteraan. De bezorgde blikken is om van te lachen.

'Heey Soof,' begint Lexi rustig en gaat net als de andere om me heen zitten. Terwijl er op de achtergrond het luide geroezemoes van de tieners klinkt is het aan onze tafel een ongemakkelijke stilte. Een voor een kijken ze elkaar aan op een manier dat ze niet weten wat ze moeten zeggen. Ik ben absoluut niet van plan het kinderspel voor ze te maken en kauw rustig door.

'Josh en Caleb vertelden dat je de wiskundeles uit werd gestuurd. Je reageerde vrij fel op de docent.'

Als Lexi merkt dat ik er niet op reageer gaat ze verder.

'Wij denken eigenlijk dat het niet aan meneer Jollen ligt. Wij, ehm, wij denken dat je ergens mee zit en dat toen op meneer Jollen hebt afgereageerd. Kan dat kloppen? Voel je je misschien niet zo goed?'

Ik besluit nog steeds niet te reageren en wacht geduldig af tot er gezegd wordt wat ik allang in hun bezorgde ogen kan zien. Josh is uiteindelijk degene die merkt dat Lexi's woorden niet helpen en stelt vervolgens de vraag die niemand anders durft te stellen.

'Sophie heeft dit te maken met Charissa die in het ziekenhuis ligt?'

Voor het eerst geef ik een vorm van reactie. Ik draai me om en kijk Josh in de ogen. Met een strakke blik schud ik mijn hoofd. 'Nope.'

Vanuit het niets voel ik een aanraking bij mijn schouder. Licht geschrokken draai ik me om. Caleb heeft zijn hand op mijn schouder gelegd. Zijn blauwe ogen staan anders. In tegenstelling tot Lexi, Lola, Josh en Anouk kijkt hij niet naar me alsof ik een gewonde puppy ben. Zijn uitstraling is rustig en kalm. Hij weet zelfs te glimlachen terwijl hij me aankijkt.

Hij schuift de lege stoel naar achteren en komt naast me zitten. Ik voel zijn vingers die voorzichtig mijn hand vastpakken. Warmte. Ik voel zijn warmte die in aanraking komt met mijn lichaam. Zijn ogen en aanraking dwingt me naar zijn stem te luisteren. Zijn woorden die de alarmbellen in mijn hoofd doen rinkelen, omdat ik weet dat als er ook maar iemand is die mij nog van het emotionele pad af kan sleuren het Caleb wel is.

'Het is oke Sophie. Je hoeft niet te doen alsof. Charissa is aangereden en ligt met ernstige verwondingen in het ziekenhuis. Dat heb je ons zelf verteld. Je maakt je ontzettend veel zorgen en wij begrijpen dat. Je bent bang dat er nog iets mis kan gaan en je iemand waarvan je heel veel van houdt verliest. Die onzekerheid is verschrikkelijk eng en dat begrijpen we. Dat begrijp ik. Maar je moet het leren te beheersen Soof. Je hebt de angst omgezet in iets anders wat niet bij jou past. Je hebt jezelf laten veranderen in iemand die jij niet bent.'

'Alsof jij weet wat er in mij omgaat.'

Ik schrik. Was dat nou woede in mijn stem? Heeft Caleb vanuit het niets emotie in mij opgewekt?

'Je bent boos,' gaat hij rustig verder. 'En dat is te begrijpen. Het is niet erg om boos te zijn. Je hoeft niet te glimlachen en chips te eten alsof er niks aan de hand is. Wat er ook in je omgaat en hoe jij je ook voelt: wij zullen er altijd voor je zijn. Soof laat ons je helpen.'

Zijn woorden herhalen zich als een echo door mijn hoofd. Ondertussen zijn de andere nog dichterbij komen zitten. Ze merken dat Caleb meer tot me doordringt dan Lexi en Josh tot nu toe hebben geprobeerd. Hoopgevend kijken ze me aan. Het zijn kalme glimlachen die ik het liefst van hun gezichten af sla. Als een lichtflits in het donker begin ik weer te voelen en met alle kracht die ik heb probeer ik het te onderdrukken.

Nee.

Nee, dit gaat niet gebeuren.

Ik mag ze absoluut niet mijn gevoelens laten terugbrengen.

Voor even was het hem gelukt. Voor even. Tot nu. Ik heb me hersteld. Calebs poging mag misschien sterk zijn maar de aanraking van de duisternis - van zijn handen - is altijd nog krachtiger. Daarbij moet er niet worden vergeten dat ik al op het pad in de schaduw sta. Een sprankje licht sleurt me daar echt niet zo makkelijk vanaf. Ook niet als dat beetje licht afkomstig is van de jongen waar ik een onvoorstelbare hechte band mee heb. Of moet ik zeggen: had.

Het beetje opgelichte emotie in mijn ogen wordt verdooft als een zwak kaarsje in het water. Na mezelf weer onder controle te hebben kijk ik Caleb opnieuw aan.

'Caleb, schat, je kan je adem en advies besparen voor iemand anders. Oké? Als ik jou was zou ik het opgeven als een winnaar en ermee stoppen. Niet alleen omdat het je mannelijke status volledig omlaag brengt door zo extreem gevoelig te doen, maar ook omdat het geen enkele zin heeft. Ik hoor het toch niet. Misschien heb je gelijk maar wat dacht je hiervan: het boeit me geen fuck. Oké? Mooi! Dan is dat duidelijk voor iedereen.'

Met een glimlach stop ik een chipje in mijn mond en begin er overdreven hard op te kauwen. Wanneer ik de stomverbaasde blikken zie hou ik de open zak hun kant op.

'Iemand chips?'

'Sophie dit is niet wie jij bent...' probeert Caleb nog. Ik open mijn mond om hem perfect duidelijk te maken dat dit precies is wie ik ben, tot het rinkelde geluid van mijn telefoon me weerhoudt te reageren. Zuchtend open ik het bericht en hardop begin ik te lezen.

"Hallo lieverd,

Sorry dat ik je moet storen op school maar ik vind dat je het nieuws over Charissa van papa en mij moet horen en niet van de dokters. Volgens de dokters in het ziekenhuis moet Charissa opnieuw een zware operatie ondergaan om zo het benodigde percentagegetal van haar veiligheid te garanderen. Ik vind het vreselijk om zo'n heftig bericht via de sms aan je door te geven maar ik wist geen andere manier. Lieverd, ik begrijp het volkomen als je zusje belangrijker is dan school op dit moment. Misschien dat je een afspraak met school kan maken. Ik hoor het wel lieverd.

Kusjes, mama."

Voor een paar secondes blijft het stil, waaronder ikzelf. Mijn ogen gaan vliegensvlug over het scherm. Pas wanneer het bericht goed tot me doordringt begin ik hardop te denken.

'Hmm. Dat heeft mijn moeder nog eens in beleefde woorden weten uit te drukken. In andere woorden staat er dus dat de mensen die zichzelf dokters noemen glashard hebben gelogen. Ons werd verteld dat Charissa vanaf nu buiten levensgevaar is maar hé: blijkbaar is liegen iets wat ik in de mensen om me heen naar bovenhaal. Maar goed. Het punt is dat dat het helemaal niet zo goed gaat als werd gezegd en mijn zusje simpel gezegd elk moment dood kan neervallen.'

Het medelijden is in de ogen van vrijwel iedereen te zien. Zelfs Lola die normaal zo'n moeite heeft om haar begrip voor anderen op de juiste manier te laten zien kijkt me aan alsof ze me het liefst omhelst en alle pijn van me overneemt. Helaas voor haar heb ik daar geen behoefte aan. Bovendien is er geen pijn meer om weg te nemen. Dat heb ik zelf al laten gebeuren. Nu is er niets op een pijnloos pad na.

'Nou jongens: dan is dit het moment dat ik dramatisch van school wegloop om mijn zusje nog een laatste keer in mijn armen te hebben. Tenminste, zoiets gebeurt altijd in van die kutfilms of boeken. Tot ziens!'

Soepel breng ik mijn tas om mijn schouder en been met een emotieloze gezichtsuitdrukking de aula uit.

'Oh en Caleb mag de chips hebben! Hij heeft het hardst zijn best gedaan,' roep ik ze nog na.

------------------------------------

Opnieuw houdt hij haar in de gaten.

Tijd is verstreken. Een boel zaken zijn verhelderd. Meer vragen zijn beantwoordt.

Op veilige afstand observeert hij het meisje met bruine krullen en opvallend groene ogen. Hij ziet hoe ze in een harde houding het schoolplein afloopt.

Het bericht wordt verstuurd:

Link met MM wederom bevestigd. Doelwit staat op punt van breken. Verdere verbanden onbekend.

Onmiddellijk krijgt hij een bericht terug:

Begin met bedreigingsprocedure stap 1. Toestemming is bevestigd.

Hij weet wat hij moet doen. De opdracht is duidelijk. Zonder emotie of begrip voor alles en iedereen buiten zijn opdracht gaat hij aan de slag: het is tijd voor een bezoekje.

Een bezoekje aan niemand minder dan onze kleine, onschuldige slachtoffer Charissa Lente.

------------------------------------

Vanaf het moment dat ik de deur open zwaai en het schoolplein oploop, voel ik de koude wind van de herfst. Uit pure verveling en onbewust wordt er gedacht aan gisteravond. Hoe ongelooflijk triest ik toen was en hoe sterk ik nu ben geworden. De overgang is bespottelijk snel gegaan in 1 nacht. Ik ben er trots op. Om alleen maar voor te stellen dat ik me nog steeds zo zou voelen als gisteravond...

Ik voel me ellendig. Koude rillingen rollen constant over mijn lichaam. Het gaat van top tot teen. Als vanzelf krimp ik ineen. Zeurende pijn blijft in mijn hoofd steken. Het geeft een zwaar gevoel. Elke beweging, elke stap wordt moeilijker. Mijn keel voelt droog en pijnlijk bij praten of slikken. Mijn benen krijgen niet de nodige energie om het hele gewicht te dragen. Alles voelt slap. Ik voel me ziek. De kou maakt het erger. Het is alsof alle warmte is verdwenen. Hoeveel kledingstukken ik ook over elkaar trek en hoe diep ik ook onder de dekens kruip: mijn huid blijft koud aanvoelen. IJskoud.

Het is alsof het gewicht van mijn lichaam te zwaar is geworden. Het zware gewicht drukt als het ware tegen me aan, terwijl er vanbinnen alleen maar leegte is. Pure leegte rondom mijn hart. Geen warmte. Geen energie. Niets. Er is helemaal niets.

Ik voel het vanbinnen en straal het naar buiten uit via mijn ogen. De doffe ogen. Alles is gewoon verlamd. Ik heb het nodig. Ik heb hém nodig. Hij is als een drug. Een verslavend middel. Alles is perfect als hij er is, maar wanneer hij verdwijnt en de drug is uitgewerkt komt de realiteit terug met zijn nare bijwerkingen. Het gevoel niet zonder te kunnen. Het lege gevoel van nutteloos zijn en geen doel meer te hebben om te functioneren. Het voelt zo ellendig. Zo vreselijk.

En het ergste is misschien nog wel dat niemand anders het begrijpt. Het is mijn drug met mijn effecten. Anderen voelen het niet. Anderen zien niet hoe gelukkig ik ervan word en kunnen dus onmogelijk begrijpen hoe ellendig het zonder is. Voor hen zullen mijn gedachtes als overdreven worden gezien. Ze zullen me zien als een drama queen die niet moet zeuren.

Ik voel me ellendig en er is niemand aan wie ik mijn zorgen kan delen. Er is niemand die naar me kan luisteren en me begrijpt. Er zijn geen vrienden die me door de zware periode heen slepen, er is geen familie waar je nog steeds het kleine meisje van jaren geleden kan zijn en boven alles zijn Mike's armen er niet om me overeind te houden of op te vangen. Het stukje kracht is uit mijn lichaam gerukt met als gevolg dat de grond onder mijn voeten verdwijnt. Ik ben gevallen in het donkere gat. Te slap dat ik ben heb ik me aan de duisternis toe gegeven. Ik heb de pijn in hel ontweken door de emoties stop te zetten en simpelweg niet meer te geven om menselijke gevoelens.


Nu sta ik er alleen voor. Alleen met de enige vriend die ik nog kan vertrouwen: de duisternis. Het pad in de schaduw van het licht. Het laatste beetje emotie dat nog ver weg zat verstopt wordt verbruikt. Ik balk mijn vuisten. Voor de laatste keer vandaag wordt mijn hart geraakt door woede. Het laatste sprankje emotie. Voor de allerlaatste keer voelt mijn lichaam het voor ik me volledig overgeef en laat meesleuren. Ik zal me laten gaan, op zoek naar genot voor mezelf en mezelf alleen. Genot en plezier puur in eigen belang, zonder het besef of de mensen om me heen er last van hebben of niet.

Hopend dat mijn woorden op een of andere manier gehoord worden beginnen ik te praten. Hard en duidelijk. Kalm en emotieloos, maar zo dat de klanken toch nog waarde hebben. De boodschap moet voor eeuwig herinnerd blijven.

'Dit alles Mike: dit komt allemaal door jou.

Dit,

Dit is allemaal jouw schuld.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro