33. Sorry

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Er zijn drie dingen die me bezighouden in het moment dat ik ontwaak.

Allereerst de zeurende hoofdpijn wat als een oneindig gedreun om aandacht vraagt. Het is een van de maar al te bekende symptomen die aangeven hoe slecht ik mezelf heb behandeld.

Vervolgens de afschuwelijke beelden van een terugkerende nachtmerrie die mijn geheugen sterk probeert te blokkeren. Kleine delen van een doorlopend verhaal zijn achtergebleven en geven me hiermee meteen een reden om de dag prikkelbaar en een tikkeltje bedroefd te beginnen.

Ten slotte het rare maar sterke gevoel terug te zijn veranderd tot de echte ik. Sophie Lente, gisteravond wakker geschud door de meest frustrerende jongen die ik ooit zal kennen en na een lange nacht rust weer hersteld. Weggetrokken uit de roekeloze daden van mijn eigen gecreëerde, vreselijke versie van mezelf. Iemand die we allemaal - inclusief ik - nooit meer terug hoeven te zien.

Het is vreemd wakker te worden op deze manier. Ik voel me apart. Ik voel me anders. In de war. Heel gek is dat niet. Je hoeft geen genie te zijn om uit te vogelen dat ik er slecht aan toe ben. De afgelopen dagen zijn als een groot en onbekend geheel in mijn geheugen geprint. Niet dat er puzzelstukjes in het totaal ontbreken. Sterker nog, ik herinner me alles wat ik heb gedaan. Elk groot of klein dingetje tot aan de laatste details. Alle afschuwelijke woorden die zijn uitgesproken tegen de mensen waar ik het meest om geef, alle krankzinnige daden waarvan ik de gevolgen moet trotseren en de complete transformatie tot iemand die ik beslist niet hoor te zijn.

Er is geen stukje vergeten. Ik weet het allemaal nog. Verse herinneringen, zo helder aanwezig als de scherpte van een mes. Het feit dat ik het ben geweest, en niet een of andere tiener die nodig een bezoekje moet brengen aan de psychiater, maakt de hele gebeurtenis een grote warboel. Een puinhoop in mijn geest die ter bescherming is bedekt met onwetendheid. Een deken die het ergste probeert te verhullen.

Te moe om in beweging te komen blijf ik roerloos liggen. De deken dat nog geen minuut geleden om me heen is geslagen weerhoudt de warmte om te ontsnappen. Mijn haren hangen verwilderd en slap langs mijn gezicht. Een afwijkend plukje valt voor mijn ogen. Er dringt een lichte geur van haarlak mijn neus binnen. Hiernaast voel ik de geïrriteerde wimpers. De tranen die een paar minuten geleden zijn gekomen hebben vast en zeker een spoor van mascara achtergelaten.

Via mijn neus adem ik diep in. Op een of andere manier doet het pijn. Het is alsof er een blokkade heeft gestaan tussen het geheugen en mijn lichaam. De terugkerende emoties herstellen die breuk weer tot een. Als een soldaat die de strijd zojuist heeft verloren laat ik het gebeuren. Verslagen en overwonnen door de vermoeidheid sluit ik mijn ogen. Het is een heel proces wat me ongelooflijk verzwakt.

Een nacht zit tussen het moment dat ik brak en de realiteit in. Zo onstabiel dat ik was heb ik me door Mike laten optillen. Behoedzaam als een beschermer heeft hij de deken om me heen geslagen en de fles uit mijn hand gepakt. Mijn slappe vingers konden niet anders dan het toe te laten. In stilte heb ik losgelaten. Letterlijk en figuurlijk. De woorden van Mike hebben de diepste plekken van zwakheid geraakt. Pijnlijk, maar het was nodig. Het heeft gewerkt. Gedwongen of niet, ik heb naar hem geluisterd. Zoals hij al zei: de keuze is aan mij. En ik heb beslist. Ik heb ervoor gekozen te doen wat juist is. Wat er ook op me staat te wachten.

Hoe heb ik dit kunnen laten gebeuren?

Ik kan het maar niet begrijpen. Ik ben me ervan bewust dat het geen droom, fantasie of nachtmerrie is. Het was de realiteit. Het ís de realiteit. Zo echt als maar kan, pure werkelijkheid. Ik heb het echt gedaan. Alle hoop was weg. Ik verloor mezelf. Opgesloten en gebroken heb ik me laten gaan. Voor even. Tot gisteren. Mike heeft me teruggebracht. Het is terug. Ik ben terug. De echte ik heeft mezelf weten te heroveren. Teruggevonden. Alles op de juiste plek gezet. Het goede en het slechte is weer in balans. En dat doet verschrikkelijk veel pijn.

Het geeft een helder beeld en gevoel van de schade die ik heb aangericht. Aan mezelf en aan anderen. Vanaf het moment dat ik uit de slaap was ontwaakt is het aanwezig. Het schuldgevoel en de spijt, wetend dat ik niemand anders als schuldige kan aanwijzen op mezelf na. Hoeveel redenen ik ook had om het makkelijke pad te kiezen. Hoe slecht de dagen er ook voor mij uitzagen. Ik had nooit op moeten geven. Ik had moeten bedenken dat ik niet de enige ben. Dat ik er niet alleen voor sta. Zo'n simpele gedachte die zo moeilijk was te vinden in die tijd.

Ik kon er niet opkomen. Het lukte gewoon niet. Als een echte egoïst kon ik maar niet begrijpen dat ik niet als enige tiener, als enig mens op planeet aarde, een vervelende periode doormaak. Maar dat is nou eenmaal hoe het is. Iedereen maakt het mee. Het gelukkigste mens van de wereld ervaart het. Slechte dagen in een zee van dagen, weken, maanden en jaren. De minpunten van tijd. Het belangrijkste is dat je dan de goede niet vergeet. Je moet de pijn niet de overhand geven. Het heeft zo weinig zin om je mentaal alleen maar op het slechte te concentreren. Het geeft alleen maar ongeluk. Het is het niet waard om de goede te vergeten en de slechte zo meer kracht te geven tot je breekt.

Het is precies wat Mike geprobeerd heeft te zeggen toen hij de kans had. Niet opgeven als het even niet gaat. Hoe donker het ook is. Er is altijd licht aan het eind van de tunnel. Hij heeft me gewaarschuwd. Met zijn armen veilig om me heen geslagen op de brug waar nu niks meer van over is. Ik heb zijn boodschap vernietigd en op laten branden in vlammen.

Wat ben ik toch ook een bitch.

Ik heb me zo vreselijk gedragen. Het ergste is dat daar niemand verantwoordelijk voor is op ikzelf na. Ook de duisternis is niet iets om de schuld naartoe te schuiven. De schaduw met zijn zogenaamde testen voor het pijnloze pad die ik in het donker aan het bewandelen was. Ik weet beter nu. Het is er nooit geweest. Het was allemaal maar schijn. Het was geen recht pad. Ik dacht dat ik controle had. Dat ik zonder gevoelens in een rechte lijn naar voren kon. Dat ik het verdiende om een leven te leiden zonder daarbij te geven om anderen. Nu weet ik dat het onzin is. Ik had geen controle. Beter nog: ik was verdwaald. En ja, ik heb geen pijn gevoeld. Maar wat voor waarde heeft je leven als je de pijn uitsluit? Bovendien is er zonder pijn geen liefde. En zonder liefde is er geen gevoel. Zonder gevoel is er niks meer om van te genieten.

Ik kan het zien nu. De duisternis was mijn vriend niet. De schaduw heeft geen proeven voorgesteld. Ik stel zelf de vragen. Er is niemand anders in mijn hoofd. Ik stel de vragen zelf, demonen bestaan niet. Ik ben mijn eigen duisternis geweest. Ik had sterk moeten blijven, ik had moeten vechten. Mike heeft gelijk. Hij zag het. Hij heeft me altijd al meer gesnapt dan ikzelf. Emoties loslaten maakt mij niet sterk. Dat zit niet in mijn karakter. Het heeft me niet sterk gemaakt de afgelopen dagen. Het was een verlies in een strijd met mezelf. En ik weet beter nu. Verliezen van jezelf is de grootste zwakte die er bestaat.

Ik moet het goedmaken. Alles wat ik heb verwoest. Ik moet de breuken zien te lijmen. Een voor een. Hoe moeilijk het ook wordt en hoelang het ook zou kunnen duren. Ik moet mijn uiterste best doen het goed zien te maken.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro