32. Breek haar en ik breek jou

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Terug in de tijd: zondagavond.

De dag van de tweede kans. De dag van de speciale plek. De dag waarin Sophie haar oude ik losliet.

Maar hoe zat het dan met de jongen die dat allemaal heeft aangericht?

Wat ging er om in het hoofd van Mike Moore?

...

Er hangt een sfeer van treurnis in de lucht. De draagbare koelte van de herfst is samen met de dag aan zijn eind gekomen. Er is plaats gemaakt voor een onaangename, bijna niet te verdragen kou. De temperatuur is flink gedaald. Ontelbaar veel regendruppels zijn losgekomen uit de donkerblauwe lucht. Ondanks dat het regen is gestopt en de wind zich koest houdt blijft het fris. Hij ziet het niet alleen, hij kan het ook voelen.

Zijn handen voelen koud door de lage temperatuur van de beginnende nacht. Hij voelt hoe zijn lichaam er alles aan doet om hem warm te houden. Terwijl elk normaal persoon zich in zijn of haar huis bevindt, daar waar de kou niet kan komen en er warmte gevonden wordt bij de openhaard of een stapel zachte dekens op bed, laat hij zich omringen door de buitenlucht. Hij doet de moeite niet zichzelf ervan af te weren. Het maakt hem niet uit dat het houten bankje waar hij op zit geen warmte heeft, of dat er een grote kans is dat er een nieuwe regenbui gevormd wordt. Herfst heeft nou eenmaal niet het weer van de zomer of lente. Bovendien heeft hij andere dingen om over na te denken.

Het nadenken, ook wel de controle loslaten en de gedachtes zijn gang laten gaan, geeft hem onprettige spanning. Het maakt hem zelfs een tikje nerveus. Om die lichte onrust in bedwang te houden heeft hij een sigaret opgestoken. Een van de vele vandaag.

De rook vormt onzichtbare, bijna witte cirkeltjes die langzaam omhoog gaan en zich vermengen met de lucht. Zijn vingers omklemmen de sigaret waarvan hij constant een trekje van wilt nemen, ook al weet hij dat het roken slecht is. Hij is immers niet dom. Hij weet dat het troep is die zijn gezondheid in gevaar brengt. 

Toch kan hij het niet laten. Hij heeft het nodig. Hij is verslaafd en hij hoeft niet de moeite te doen om dat te ontkennen. De stoffen die erin vermengd zitten geven hem verlichting, een goed gevoel. En hij weet dat het allemaal schijn is. Hij weet dat het uiteindelijk allemaal draait om mentale wilskracht. Zolang je sterk genoeg bent in je hoofd heb je geen getraind lichaam nodig om het te weerstaan.

Hij is sterk. Daar is geen twijfel over mogelijk. Hij heeft zowel aan zichzelf als aan vele anderen bewezen dat hij fysiek én mentaal genoeg kracht heeft om zich te verzetten tegenover een heleboel verleidingen. Het roken is het enige wat hem de baas is. En dat is niet gek. Iedereen heeft zo zijn eigen ding. Bij hem is het roken, een ander kan niet zonder alcohol. Weer een ander drugs. Bij sommige is eten de oplossing. Het maakt ook niet uit wat het is. Het punt is dat iedereen een zwakte heeft. Of we dat nou willen of niet: het is menselijk. Misschien nadelig – het woord "zwakte" klinkt niet erg positief – maar hij heeft ook bedacht dat er zonder zwakte niks zou zijn om voor te vechten. Woorden die hij na enige tijd heeft geleerd. Een belangrijke les om te onthouden.

Zwakte maakt de mens kwetsbaar, maar menselijk. En vergeet niet dat de sterkte die een mens ontwikkelt, ontstaat vanwege zwakte.

Geïrriteerd kijkt hij op. Vanaf het houten bankje heeft hij perfect beeld op de zijlijn van de lange weg, waar lantaarnpalen licht uitstralen als gaten in een zwart geheel. Het liefst zou hij ze kapot maken. Met steen, of wat dan ook. Hij zou de lichten willen doven. Een voor een. Zolang de lampen blijven schijnen kan hij zich op zijn gemak voelen. Niet volledig. Voor hem moet het donker zijn. En niet vanwege de duisternis, het kwaad of iets van dat soort dramatische termen. Nee, daar moet hij niks mee. Het geeft hem simpelweg een rustgevend gevoel als hij minder goed gezien kan worden.

In het donker kan hij zich bewegen zonder dat er lichten zijn die verraden waar hij is en wat hij doet. Er is niemand die op hem let. Voor even is hij alleen, iets wat hij altijd al is geweest, maar op deze manier is het anders. Normaal gesproken is hij alleen omdat hij zich nou eenmaal niet bindt met anderen. Het is een vorm van zelfbescherming. Maar in de avond, in de nacht als hij in het donker staat zonder mensen om hem heen, is hij alleen in een positieve manier. Hij kan rustig een sigaret oproken en zijn gedachtes tevoorschijn halen. Het geeft hem rust. Als een zware last die van zijn schouders afvalt. Hij kan nadenken over onderwerpen die hij normaal moet onderdrukken, puur omdat het hem zou afleiden.

Onderwerpen die dingen met hem doen waarvan hij niet weet hoe hij erop zal reageren. Onderwerpen die hem gevoelens geven die hij dagelijks niet heeft omdat hij dat niet toelaat. Hij moet vanbuiten hard zijn om zo zichzelf te beschermen tegen het wrede van de wereld die hij kent. Hij weet maar al te goed dat zoiets niet kan als hij vanbinnen niet net zo hard is. Hard als steen. Emotieloos als een machine; een robot. Puur gefocust op wat er toe doet. Alleen maar denkend aan acties die hij moet uitvoeren en zo doelen te behalen.

Meestal lukt het hem hard te zijn. Het is als een soort knop die kan worden omgezet. Draai de knop links en hij is zo hard als nodig is. Draai de knop rechts en het hele systeem valt uiteen. Vanbuiten blijft het hard, vanbinnen brokkelen de stenen af tot de muur valt. De controle over zijn lichaam blijft terwijl hij die van zijn gedachtes verliest. Soms laat hij dat toe. Soms draait hij vrijwillig de knop om. Op momenten dat hij het nodig heeft om in aanraking te komen met menselijke gevoelens. In tijden dat hij mee wilt maken hoe het is om als een normale jongvolwassen jongen te denken over van alles en meer.

Af en toe proberen anderen het. Pogingen van vijanden die het meest kwetsbare bij hem naar boven willen brengen. Een plan waarin ze succesvol kunnen toeslaan, klaar om hem uit de weg te ruimen, klaar om zijn deelname aan de strijd te beëindigen. Een grote gedachte die tegenwoordig niks meer voorstelt. Het is normaal geworden. Het hoort bij het leven dat hij leidt. Mensen proberen hem te breken en tot nu toe hebben ze allemaal gefaald. Niemand op hijzelf na krijgt de knop omgedraaid. Niemand.

Op een iemand na.

Een meisje dat in staat is niet alleen de knop om te draaien maar het zelfs voor elkaar krijgt dat hij het harde gedeelte niet meer kan bereiken. Niet bij haar in elk geval. Alles wat zijn vijanden tig keer hebben getest doet zij in een fractie van een seconde, zonder dat ze het daadwerkelijk in bewuste staat probeert.

Haar ogen zijn genoeg. Haar prachtige groene ogen die zo nerveus oplichten wanneer ze contact heeft gevonden met die van hem. Haar vingers die zo voorzichtig in aanraking komen met zijn huid, bang dat ze iets verkeerds doet. Als hij eraan denkt kan hij een kort gegrinnik niet onderdrukken. Voor hem is het onbegrijpelijk hoe zo'n mooi meisje zo gemakkelijk kan worden beïnvloedt door iemand zoals hij. Waarom ze altijd zo voorzichtig is. Zo kwetsbaar. Aan de ene kant nieuwsgierig naar het harde in zijn houding, aan de andere kant bang ermee in aanraking te komen. Het is haar verlangen naar iets sterks om haar te beschermen en tegelijkertijd van te houden, in de vorm van onschuld en nervositeit.

En haar lach. God damn haar beeldschone lach. Die paar secondes waarin haar lichtroze lippen omhoog krullen, dat moment dat ze zo vrolijk is dat haar ogen tijdens de lach ogen oplichten uit vreugde. Het moment waarin hij beseft dat alle frustratie en pijn die hij ondergaat het allemaal waard is. Hij houdt van haar. Ze is puur en goed. Het inspireert hem. Het geeft hem sterke wil alles te doen wat nodig is om haar veiligheid te garanderen. Werkelijk alles. Ze verdient het. Hij kan het niet vaak genoeg zeggen en denken. Hij houdt van haar. 

Hij houdt van Sophie. Iets wat hij wist toen ze hem zover had gekregen een kinderpannenkoek te bestellen, toen ze elkaar kusten in de regen, het moment dat hun relatie kapot ging en de dag dat hij terugkeerde. Hij realiseerde het toen hij zijn prachtige dochter voor de eerste keer in zijn armen had. Toen hij het kleine gewichtje tegen zijn borst hield. Toen hij letterlijk de liefde in zijn armen voelde gloeien, als een klein engeltje. Het pure goede van Sophie dat over is gegaan in Serena. Hun dochter.

Hij heeft liefde gekregen voor zijn schoonheid en zijn engeltje. Het is zo hevig en zo intense, dat het gevoel zich heeft vastgeklemd tot de diepste plekken in zijn lichaam. Het zit vast en is niet meer weg te halen. Dit maakt het feit dat Sophie hem haat alleen nog maar erger. Het idee dat ze eraan onder door gaat doordat ze de levensbedreigende situatie van haar zusje en de bijbehorende nachtmerries nu alleen moet omarmen maakt hem kapot. Hij heeft haar opnieuw verlaten en ook al is het plan deze keer niet voor eeuwig: ze zal hem nooit meer kunnen aankijken zonder enige vorm van haat. En terecht. Een keer weggaan is zwaar, maar een tweede keer? Een tweede keer is onvergeeflijk.

En toch heeft hij het gedaan. Hoe mooi deze dag uiteindelijk is geworden. Hoe vreselijk goed het ook voelde om haar in zijn armen te hebben en gewoon te genieten van de natuur, staand op de houten brug waarvan niemand weet dat het bestaat. Het was hun speciale plek. In ieder geval tot een uur geleden. Tot het moment dat ze haar ketting in zijn hand heeft gedrukt en heel helder was over het feit dat ze hem nooit meer hoeft te zien.

Hij had geen keus. De problemen in zijn leven die al bestonden voor hij ook maar was geboren beginnen zich langzamerhand te verspreiden in het leven van Sophie. Hoe erg hij ook zijn best heeft gedaan het te voorkomen. Het is gebeurd. Ondanks het geheim die hij voor haar verborgen hield en nog altijd houdt. Ze hebben haar erbij betrokken. Hij weet dondersgoed dat Sophies zusje Charissa niet zomaar is aangereden. Hij weet dat het een bedreiging is. Een waarschuwing, voor hem bedoeld. Het zal slechts het begin zijn. Ze hebben ontdekt wat zijn zwakte is en ze zijn van plan het tegen hem te gebruiken.

Hij moet ze voor zijn. Hij moet sneller handelen dan voorheen en antwoorden krijgen op vragen die lang genoeg onbeantwoord zijn. Hij moet zijn verdomde taak die zijn kans op een normaal leven met Sophie en zijn dochter volledig verwoest weten te volbrengen. Het kan hem niet schelen hoe ver hij moet gaan. Hij is tot alles in staat. Hem in de weg staan is een ding, maar zijn schoonheid pijn doen is een grens waar veel te ver over heen is gegaan. Wie haar pijn doet betaalt een hoge prijs.

'We hebben hem.'

Onmiddellijk spant hij zijn lichaam aan. Vincents woorden draaien de knop om. De haast volledig opgerookte sigaret gooit hij op de grond. Sophies ketting die hij tot nu toe roerloos in zijn palm heeft laten liggen stopt hij terug in zijn zak. Het nadenken is gestopt en de automatische piloot neemt het over.

In een rustige maar beheerste beweging staat hij op. Wanneer hij zich omdraait komt hij oog in oog te staan met zijn groep. De vier jongens die hem trouw zullen zijn tot het eind. Marco, Alexander, Remco en Vincent. De laatste twee houden een lange jongen, niet ouder dan 18 jaar, in een stevige aangeleerde greep. Hij kan in een vliegensvlugge observatie zien dat de jongen geen aanstalten zal maken om te ontsnappen. Daarvoor hebben de jongens hem te goed aangepakt. Iets wat hij alleen maar kan waarderen. Het bloed bij de jongens lip en neus, de schrammen bij zijn vuisten en zijn hoofd die verslagen naar de grond is gericht; het doet hem goed.

'Lid van de groep of een mogelijke bekende voor meer aanwijzingen?' bromt hij.

'Een van de connecties van de groep,' antwoordt Remco. 'We hebben alle informatie die hij heeft uit hem geslagen.'

'En?' vraagt hij ongeduldig door en zet daarbij een stap dichterbij. De afgetakelde jongen zwijgt en durft het niet aan om oogcontact te maken.

'Hij weet niet veel. Geen locatie, geen plan en uiteraard geen naam van de leider. Ook geen-'

'Remco,' onderbreekt hij hem bruut. 'Je hoeft mijn tijd niet te verdoen met nutteloze informatie. Geef me iets waar ik wat aan heb. Begrepen?'

'Begrepen.'

'Dus? Heeft een van jullie nog iets bruikbaars of moet ik het er zelf uit gaan slaan?'

Het ongeduld is in zijn stem te horen. Dreigend komt hij naar voren, pakt de jongen bij zijn haar beet en trekt zijn hoofd omhoog. Waarschuwend kijkt hij hem aan.

'Wil je soms meer pijn voelen?' dreigt hij gemeend.

Onmiddellijk schudt de jongen zijn hoofd. 'Ik heb alles gezegd.'

'En dat is?'

'Het enige wat ik weet is dat ze een doelwit hebben om tegen je te gebruiken. Een meisje.'

'Ja, dat heb je goed. Mijn meisje wordt gestalkt en ik wil weten wie van jullie vieze hufters dat is. Geef me een naam. Nu.'

'Ik heb geen naam, dat zweer ik. Meer weet ik niet. Echt, dit is alles wat ik kan zeggen. Laat me gewoon gaan. Alsjeblieft man, ik heb een gezin.'

Hij grijnst. 'Altijd leuk als de stoere jongens beginnen te smeken voor hun leven. En please: dat hele "ik heb een gezin" bullshit werkt niet bij ons grote vriend. Maar goed. Je hebt geluk dat ik je levend bruikbaarder vind dan dood. Remco, Vincent; laat hem los.'

Verbaasd kijken ze hem aan. 'Laten we hem gaan?'

Vanwege zijn serieuze blik doen ze wat hij zegt. De jongen maakt zonder twijfel de beweging weg te rennen. Nog net ervoor wordt hij tegen gehouden. Mike blokkeert de weg, haalt uit met zijn vuist en raakt hierbij het hoofd van de jongen. Met een kreun zakt hij op de grond. Zuchtend bukt Mike over de jongen heen waarvan het bloed de grond op drupt.

'Oh, nog een dingetje voor je terug rent naar je baas. Wees een brave jongen en vertel je baas dit: een van jullie heeft mijn meisje bedreigd. Ik ga erachter komen wie. Tot die tijd wil ik dat je dit doorgeeft: waag het haar met een vinger aan te raken of ook maar dezelfde lucht als die van haar in te ademen en ik zal meer doen dan de dader slechts te vermoorden. Hoor je me? Ik zal niet zo maar afslachten, ik zal alle botten in zijn lichaam breken tot hij wenst dat hij nooit was geboren.'

De duistere woorden passen bij zijn fonkelende ogen. De jongens naast hem trekken zich niks aan van de bedreiging die hun leider zojuist heeft gemaakt. De gewonde jongen op de grond knikt als teken dat hij het begrijpt. Bang nog een keer in elkaar geslagen te worden blijft hij liggen. Pas wanneer Mike de jongens wenkt te vertrekken staat hij op en rent hij weg.

In harde passen lopen ze de straten door, op zoek naar een nieuwe aanwijzing. Een nieuwe aanwijzing voor meer antwoorden. Zoals gezegd moet hij snel handelen. Hij kan niet voor eeuwig doorgaan. In ieder geval niet 24/7.

Zijn meisje heeft hem nodig.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro