31. De keuze is aan jou

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Mijn ouders zijn vertrokken. Overtuigd dat Mike de enige is die tot me door kan dringen hebben ze zich omgedraaid. Ik kan nog net de blik in hun ogen zien voor ze zwijgend de trap aflopen. Een twijfelende blik die verraadt dat ze niet volledig geloven in de keuze die ze hebben gemaakt. Terecht. Nou kan het mij verder weinig schelen wat ze doen, maar hoe werkt hun manier van denken als ze er werkelijk vanuit gaan dat dit het juiste is? Ze hebben hem gehaat voor alles wat hij heeft gedaan, dus waarom vertrouwen ze deze keer wel in het idee dat hij me iets kan geven wat anderen niet kunnen?

Het is me onduidelijk. Ik weet dat het respect en de waardering van hen voor Mike vele malen minder is, dan alle negatieve gedachtes die ze in de loop van de tijd voor hem hebben gekregen. In hun ogen is Mike Moore een gevaarlijke 19-jarige jongen die het hart van hun dochter meerdere malen heeft gebroken. De jongen die hun dochter achter heeft gelaten nadat de relatie was beëindigd en nooit meer is teruggekomen, ook niet nadat hun dochter had ontdekt dat ze zwanger was. Van hem. De jongvolwassen man die het leven van hun dochter zo vaak en zo erg heeft weten te beïnvloeden op een slechte manier, dat ik me haast niet kan voorstellen dat ze dit hebben gedaan.

Het is onbegrijpelijk dat ze zo zielig zijn geweest hem om hulp te vragen. Dat ze me hier verbijsterd achterlaten met iemand waarvan ik weet dat ik al mijn kracht zal moeten gebruiken om te blijven zoals ik ben. Van alle testen die ik de afgelopen paar dagen heb gehad is dit de ultieme proef. Mijn allergrootste zwakte eist alle aandacht die ik bezit en controleert hiermee of ik sterk genoeg ben. Ik weet wat ik moet doen. Ik weet dat Mike het laatste deel uit mijn verleden is waarvan ik me los moet maken. Voor even heb ik sterk geloofd dat hij sowieso al niet meer in beeld zou zijn. Niet in dat van mij in elk geval. Nu is dat idee verwoest. Hij is terug en dat is onmiddellijk te merken.

Ik kan niet ontkennen dat ik behoorlijk van slag ben nu hij hier recht voor me staat, met zijn sterke houding en vlijmscherpe blik die aangeeft hoe vastbesloten hij is. Vastberaden zijn doel te behalen. Ik ben zijn doel. Hij wilt de Sophie terug die hij en iedereen is gewend. Hij wilt dat ik mezelf weer toesta om emoties te hebben. Hij wilt dat ik weer geef om anderen en hij wilt dat ik de schaduw verlaat en weer terugkom staan in het licht. 

Dat is zijn doel en ik heb zijn woorden niet nodig om de bevestiging daarvoor te krijgen. Zijn ogen zeggen meer dan genoeg. Een ding die ik hem met alle plezier duidelijk wil maken is dat hij niet de enige is met een doel. Ik ben vastbesloten sterker te zijn en weerstand te bieden tegen alle pogingen die hij hoogstwaarschijnlijk gaat uitvoeren. Ik zal er niet aan toegeven en de allerlaatste test succesvol doorstaan. Dat is mijn doel.

Voor drie lange secondes heb ik zo gestaan. Geschrokken en in shock. Voor drie secondes lang schoten allerlei vragen en gedachtes door me heen, tot ik tot de conclusie ben gekomen dat ik me niet moet laten beïnvloeden. Ik weet dat ik sterker ben en bovendien honderd malen meer vastberaden dan hij, om te krijgen wat ik wil. Om die gedachte te bewijzen besluit ik mezelf zo snel als maar kan te herstellen. In een vlotte beweging verdoezel ik de geschrokken uitstraling en breng een spottende glimlach ervoor in de plaats. De kalmerende rust keert weer terug in mijn lichaam. De leegte en de slome hartkloppingen, zonder enige aanraking van emoties. Er is geen stress en er is geen angst. Geen adrenaline wat tot frustratie leidt. Ik heb mezelf onder controle en dat voelt goed. Het geeft me de kracht die ik nodig heb.

De korte maar toch heersende stilte wordt verbroken door mijn beheerste stem.

'Hallo Mike.'

Vrijwel meteen geeft hij reactie, alsof hij elk mogelijke scenario heeft voorbereid.

'Hallo schoonheid.'

Hij komt in beweging. Vanachter zijn harde houding kan ik zien dat hij moeite heeft om in zijn "badboy houding" te blijven. Iets waar normaal geen sprake van is. Zijn afgetrainde lichaam is goed afgekleed met een strak wit T-shirt, dat grotendeels is bedekt met een zwarte leren jas. Daaronder draagt hij een donkere spijkerbroek en de meest eenvoudige zwarte gympen. Zijn hele outfit is simpel. Het heeft weinig detail en bestaat vooral uit zwart. Het past bij zijn mysterieuze uitstraling die altijd bij hem aanwezig is. Daarbij staat het goed bij zijn lichaam. Zijn sterke lichaam dat met nog geen steen verwondt lijkt te raken.

Zijn lichaam, zijn outfit en zijn houding; allemaal punten die hem zoveel machtiger maakt dan anderen. Mij normaal gesproken ook. Alleen nu is het anders. De gedachte dat hij deze keer meer moeite heeft wordt bevestigd. Het zijn de wallen onder zijn ogen en de manier waarop hij loopt. Hij ziet eruit alsof hij toe is aan een maand slapen zonder tussendoor te ontwaken. Alsof hij zojuist een marathon van 100 kilometer heeft afgelegd en zonder pauze is teruggekeerd naar mij. Het geeft me het laatste beetje moed dat ik nodig heb om hem te confronteren met de waarheid:

Het feit dat ik hem niet langer meer nodig heb.

Terwijl hij op me afstapt blijf ik vastbesloten staan. Ik zet geen stap naar achteren - wat ik vroeger automatisch zou doen als ik me bedreigd zou voelen - en ik voel geen angst hem zo dichtbij te zien of te voelen. Beslist hem niks te geven dwing ik mezelf naar alles te kijken en vervolgens sterk genoeg te zijn om er niet aan toe te geven. Ik accepteer zijn huid wat nog net niet in aanraking komt met die van mij, zijn bruine ogen die er alles aan doen me te betoveren en zijn zwarte haarlokken die zo vreselijk aantrekkelijk in model vallen. Hiernaast accepteer ik zijn herkenbare geur van leer, rook en zoals altijd de sterke aftershave. Als laatst accepteer ik zijn zware stem die hem net dat mannelijke trekje geeft, wat je bijna dwingt om te luisteren naar elk woord dat hij zegt. Bijna.

'Beetje vroeg voor alcohol denk je niet? De middag is nog niet eens begonnen,' zegt hij rustig en doelt daarbij op het glas in mijn hand waarvan het bodempje whisky nog altijd niet is opgedronken.

'Wat maakt de avond een meer geschikte tijd om alcohol te drinken? Het is niet dat de smaak ervan anders is in de ochtend of middag. De tijd maakt niet uit. Ik kan ervan genieten op elk moment van de dag.'

Om mijn woorden kracht te geven breng ik het glas opnieuw naar mijn lippen en kloek de drank in een teug naar binnen. Wederom begint het te branden. De bittere smaak is alles behalve plezierig. Het gevoel van genot wat al snel wordt gemaakt door de alcohol dat door mijn bloed heen stroomt, is echter wel de toekomstige kater waard.

Hij lacht. Ik kan zien dat het niet uit blijdschap is. Eerder een lach uit teken van medelijden. Alsof hij begrijpt wat ik doe en me daardoor alleen maar kan aankijken als een gewonde puppy die nodig hulp moet krijgen. Hatelijk.

Voor ik hem de kans geef me een overdreven speech te geven vervul ik de ruimte opnieuw met luide muziek en vervang hiermee de overheersende spanning in een lekkere sfeer. De beat is hard genoeg om de trilling van het volume letterlijk te voelen. Een mannenstem klinkt overweldigend door de speaker. Het bekende en populaire nummer geeft me alles wat ik nodig heb om het gevoel van uitgaan en feesten terug te krijgen. Zonder schaamte zing ik elk woord mee, maak de gebruikelijke dansbewegingen en schenk Mike een blik die alleen maar bestaat uit spot en uitdaging.

Lachend kijk ik toe hoe hij me observeert. Het hysterische idee hem uit te dagen komt in me op. Ik wil hem verleiden. Ik wil hem gebruiken. Ik wil hem pijn bezorgen op de manier dat hij meerdere malen bij mij heeft gedaan. Het is een risicovol plan. Daartegenin geen lastige taak. Bovendien zijn we twee keer voor elkaar gevallen. Dat kan alleen maar betekenen dat vanachter die hard - en ruwheid er ook bij hem een teken van zwakte moet zijn. Een zwakte voor mij.

Stapje voor stapje verwijder ik de ruimte tussen ons in. Met de muziek op de achtergrond laat ik toe hoe wij in het middelpunt komen. Hoe dicht onze lichamen tegen elkaar staan. Zo dichtbij zelfs, dat ik zijn ademhaling kan voelen. En voor de verandering ben ik degene die ons in zo'n situatie als deze brengt. Hoe elke centimeter tussen ons in afneemt tot we letterlijk tegen elkaar staan aangedrukt. Voor de verandering is hij het die de controle lijkt te verliezen. 

Hij is op dit moment niet de sterkste, al is hij wel met dat idee hierheen gekomen. Duidelijk een mislukt plan. Ik heb de controle. Ik kan het merken aan zijn ogen die elke beweging die ik maak wanhopig volgen. De lust die overduidelijk controle over hem neemt. Met een brede grijns kijk ik toe hoe ik hem betover. Ik heb ondertussen een stapje verder gezet door hem aan te raken. Slechts met de toppen van mijn vingers. Eerst bij zijn wang. Vervolgens maak ik aanstalten zijn buik aan te raken. Dit is het moment waarop hij in actie komt.

Resoluut grijpt hij mijn pols beet. De omklemming is hard en ruw. Totaal niet onder de indruk kijk ik hem aan. De glimlach is nog altijd niet van mijn lippen verdwenen. De beat van de muziek, gemengd met het positieve effect van de whisky, geeft me nog altijd de nodige sfeer om in de stemming te blijven.

'Mike, dat is niet de manier waarop je een meisje behandeld he. Bovendien moet je maar niet ontkennen dat je hier niet van geniet. Vroeger had je geen enkel probleem met mijn aanraking. Sterker nog,' zeg ik grijnzend. 'Je smeekte er nog net niet om.'

Zijn felle ogen is de precies de reactie waar ik op hoopte. Alles wat ik doe irriteert hem en het is onmiskenbaar dat hij moeite heeft zichzelf te bedwingen. Ik kan er allemaal maar van genieten.

'Meisje, wanneer laat je jezelf confronteren met het feit dat dit niet is wie jij bent?'

'Laten we de rollen eens omdraaien. Wanneer gaan jij, mijn ouders en alle anderen het feit accepteren dat dit precies is wie ik ben?'

'Je liegt. Alles wat je zegt, doet en denkt is een leugen. Bullshit. Die houding die jij nu aanneemt herken ik uit duizenden. Je denkt dat je sterk bent en dat dit de manier is om alle shit uit je leven te vergeten maar je hebt het mis. Mij hou je niet voor de gek. Je ouders niet en vast en zeker je vrienden niet. De echte in ieder geval.'

Terughoudend kijk ik hem aan. Mijn ogen staren strak voor zich uit. Wantrouwend laat ik toe hoe hij zich voorover buigt om zijn woorden nog meer tot me door te laten dringen.

'De enige die je voor de gek houdt: ben jezelf.'

Ik maak me van hem los, loop terug naar het bureau waar ik de whiskyfles tijdelijk had neergezet en vul voor de derde keer het glas. Ik probeer mijn hart wat ongecontroleerd sneller is gaan kloppen te negeren. Blijf sterk.

'Ik voel niks,' zeg ik tijdens het inschenken en ben vervolgens niet bang hem aan te kijken. Starend en doordringbaar. Spottend en uitdagend. 'Helemaal niks,' ga ik verder. 'En dat is geweldig. Als je denkt dat ik jou mijn plezier laat afnemen door een paar stomme woorden van je dan heb je het mis.'

'Oh en je denkt dat ik niet weet hoe dat is?' kaatst hij terug. 'Jij denkt dat je de enige bent die door deze fase is gegaan? Geloof me ik heb het geprobeerd. Vele keren. En weet je waar ik elke keer weer achter ben gekomen?'

'Laat me raden,' zeg ik zogenaamd geïnteresseerd. 'Het is allemaal een leugen.'

Ondanks dat het sarcasme in mijn stem is te horen knikt hij als teken dat ik gelijk heb.

'Je gelooft het niet maar het ís een leugen. Je denkt dat het feesten, drinken en wild zijn de oplossing is maar de waarheid is dat je verdwaald bent. Je denkt op deze manier het medicijn voor de pijn te hebben gevonden terwijl de echte oplossing er altijd al is geweest.'

Argwanend kijk ik hem aan. 'En wat mag die geweldige, magische oplossing dan wel niet zijn?'

'De mensen die om je geven. Familie. Vrienden.'

Een overdreven lange adempauze. 'Ik,' maakt hij de zin af. Het woordje dat genoeg is voor negatief effect. Mijn ademhaling schokt. Verschrikt voel ik aan mijn buik. Een scherp gevoel van woede schiet door me heen. Of het allemaal maar in mijn hoofd zit of dat de pijnscheut werkelijk is weet ik niet. Het is niet dat ik het wil. Het is niet dat ik het mag. Maar ik voel het. Ik voel aangewakkerde woede.

'Jij? Hoe durf je dat te zeggen? Je wist dat als je me verliet ik zo zou worden. Je wist dat ik je nodig had en toch ben je weg gegaan. Je wist het gewoon. Of dacht je echt dat je mij kon kussen en me kon verlaten zonder dat het gevolgen heeft? Hallo wie denk je wel niet dat je bent? Je verliet me met het idee dat je nooit meer terug zou komen in de tijd dat ik je het meest nodig had. En je verwacht dat ik daar normaal mee om ga? Natuurlijk ben ik gestopt met emoties voelen. Het kan me geen fuck meer schelen. Duidelijk?'

'Je bent boos. Dit is goed.'

Ontzet kijk ik hem aan. 'Goed?' herhaal ik en kan de boosheid die toeneemt niet onderdrukken.

Hoofdschuddend breng ik het glaasje naar mijn lippen. Het interesseert me niet dat mijn lichaam de alcohol niet goed aankan en het niet lang zal duren tot ik flauw ga vallen. Mijn benen die moeite hebben met lopen, de duizeligheid in mijn hoofd en het verdoofde gevoel die van top tot teen overheerst: het kan me geen zak schelen. Ik wil het voelen en ik ga net zolang door tot ik eraan onderdoor ga. Mike begint zijn rol als mijn zwakte veel te goed te gebruiken. Als ik de razernij niet over wil laten gaan tot verdriet - wat er uiteindelijk voor zal zorgen dat ik me weer toegeef aan de oude Sophie - moet ik drinken. Vlug.

Sneller dan het licht springt hij voor me, rukt het glas uit mijn hand en smijt het op de grond. Niet alleen de kracht die hij tegen me gebruikt, maar ook de uiteenspattende scherven glas en de whisky dat zich over de grond verspreid, zorgt voor een schok dat als elektrische stroompjes door me heen schiet.

'Stop met deze onzin,' sist hij. Er is serieuze dreiging in zowel zijn houding als zijn stem te zien. Het maakt me razend.

'Fack you, klootzak,' reageer ik opstandig terug. In de poging terug te vechten grijp ik de fles. Als hij zo kut moet zijn om het glas op de grond te gooien, drink ik wel uit de fles.

Weer houdt hij me tegen. Het wordt een gevecht wat bestaat uit felle ogen die elkaar aanstaren en onze handen die zich stevig om de fles hebben geklemd. We trekken en duwen. Niet een maar wel duizend alarmbellen rinkelen, of nee, loeien in mijn hoofd. Terwijl mijn hoofd er alles aan doet zich te verzetten begint mijn lichaam te reageren op de aangewakkerde emoties. Niet alleen woede, maar ook het verdriet ontwaakt uit een langdurige slaap. De frustratie borrelt op en gaat gepaard met een flinke stoot adrenaline. Er is de neiging om te schreeuwen. De heftige klap haalt de grond onder mijn voeten vandaan. Het feit dat dit zijn schuld is maakt me helemaal gek. Ontspoord. Hij ziet het.

'Zeg het maar. Het is oke schoonheid. Het is oke om je zo te voelen. Gooi het eruit. Laat het allemaal tot je doordringen. Het is goed om je eraan toe te geven. Het is nooit weg geweest en dat weet je. Je hebt jezelf alleen maar laten geloven dat het er niet meer was.'

Na een flinke duw laat hij eindelijk los. De fles is nog steeds in mijn hand. Niet omdat ik sterker was, maar omdat hij het heeft toegelaten. Hij gelooft dat hij zijn doel heeft behaald. En ik? Ik weet het niet meer. Het voelt alsof ik ga ontploffen. Alsof ik in brand sta en er niets is wat ik eraan kan doen. De messen staan op me gericht en als ik de ondraagbare druk van Mike wil verminderen moet ik het zeggen. Ik moet de waarheid zeggen.

'Ik ben het zat. Ik ben het zat het zielige, zwakke meisje te zijn die altijd maar loopt te janken en andere nodig heeft om bij uit te huilen.'

Het zijn de eerste woorden van zoveel wat ik vanbinnen voel. Op zoek naar de plek waar ze horen stroomt het terug. Ik wil het niet maar ik weet dat ik me er niet meer tegen kan verzetten. De emoties stromen terug. Mijn hart wordt geraakt. En het doet pijn.

Hij knikt bemoedigend. 'Zeg het maar.'

Ik jammer. 'Mike ik ben het zat om altijd maar in jouw armen te belanden. Om altijd maar weer het grote verschil tussen ons in te voelen. Om te voelen hoe hard je jouw lichaam hebt getraind tot een emotioneel bestendige machine, die zo sterk lijkt te zijn dat geen kracht daar doorheen komt, terwijl die van mij constant klaar is om te breken. Ik word er gek van! Ik ben het spuugzat.'

Gefrustreerd loop ik heen en weer. Ik heb het razend benauwd gekregen. Mijn vingers klemmen zich nog altijd om de fles.

'Ik word schreeuwend wakker in het midden van de nacht met maar een duidelijk beeld in mijn hoofd: Charissa. Maar niet zomaar Charissa. Nee, veel meer dan dat. Haar lichaam. Dringt dat tot je door? Ik zie haar niet levende lichaam. Haar lijk. Dood. Het enige waar ik nog aan kan denken is het monster dat vrij rond loopt, wetend dat niemand naar het zoekt omdat de politie niks weet. Het bezorgt een razernij in me die ik niet aankan. Het zorgt voor een grote waas en ik weet niet wat ik ermee moet. Ik heb nergens controle over. Ik ben nutteloos.'

'Schoonheid je bent niet-'

'Laat me uitpraten,' sis ik. 'Je wilde het toch horen?'

Hij knikt.

'Ik kan haar niet helpen, ik ben een vreselijke moeder voor Serena en hoe hecht de momenten tussen ons soms ook leken Mike: het lukt me zelfs niet tot jou door te dringen. Niet op zo'n manier dat je eindelijk de waarheid vertelt. Want weetje wat? Misschien heb je gelijk en is het drinken en aandacht zoeken een zielige manier om van alle problemen af te komen. Als je maar niet ontkent dat jij geen haar beter bent dan ik. Je kan zeggen wat je wilt over mij maar we weten allebei dat jij precies hetzelfde doet. Jij hebt een muur om je heen gebouwd die er al stond voor de allereerste keer dat je het pannenkoekenrestaurant binnenliep en je mijn aandacht kreeg. Jij vlucht ook van je problemen.'

Ondanks een bom aan gevoelens die binnenin is ontploft heb ik me deels weten te herpakken. Mijn eigen woorden die hij letterlijk uit me heeft gedwongen heeft me weer nieuwe kracht gegeven.

'Dus als je het niet erg vindt,' zeg ik deze keer veel rustiger en meer onder controle. 'Stop met dit en laat me met rust. Ik ga deze fles leegdrinken en voor een keer aan mezelf denken in plaats van alle bullshit van anderen. Ik ben een 17-jarig meisje, geen beschermingsengel.'

Hij legt zijn hand op mijn vingers. Hij stopt de beweging die ik wilde maken. De fles richting mijn lippen. Hij blokkeert het verlangen van de drank. Hij eist al mijn aandacht zodanig dat ik de fles weer laat zakken. Zijn woorden prikken in mijn beschermingszone tot er niks anders overblijft dan een zwak meisje. Opnieuw.

'Dat is waar. Je bent een 17-jarig meisje. Maar weet je wat je ook bent? Je bent een dochter. Een dochter van een vrouw die alle steun kan gebruiken die ze krijgt aangeboden.'

Ik denk aan mijn moeder. Aan alle keren dat ze naar me luisterde als ik ergens meezat. Aan alle keren dat ze me heeft verzorgd als ik ziek was. Aan alle keren dat ze de verantwoordelijk als moeder waar heeft gemaakt. Aan alle keren dat ze haar eigen belangen opzij schoof en die van Charissa én mij op de eerste plek heeft gezet.

'Je bent een dochter van een vrouw die er altijd voor je is geweest en een dochter van een man die alles zou doen om zijn gezin gelukkig, gezond en veilig te hebben. Vergeet dat niet. Je bent ook een zus. De last op je schouders mag niet altijd fijn zijn maar je blijft de grote zus met de zaak op jouw jongere zusje te passen omdat je weet dat als de rollen waren omgedraaid, zij er altijd voor jou zal zijn. Vergeet dat niet. En heb je nagedacht over het feit dat je zelf een moeder bent? Het is lastig. Je hebt het moeilijk. Maar een vreselijke moeder, zoals je zei, ben je absoluut niet.'

Ik slik. Mijn vingers trillen. Mijn hart klopt sneller. Er is een sterk gevoel van benauwdheid ontstaan.

'Je bent er niet altijd voor haar. Je hebt fouten gemaakt. En laten we eerlijk zijn: ik ben ook niet de vader van het jaar geweest. Maar guess what? Het gaat niet om de fouten die je maakt. Wat er toe doet is de manier hoe je ermee omgaat en wat je ermee doet. En dan komt hier misschien wel mijn belangrijkste boodschap aan jou Sophie Lente: denk nooit maar dan ook nooit meer op zo'n negatieve manier als jij zojuist hebt gezegd. Hoor je me? Je bent niet zwak, zielig of machteloos. Ja, je kan niet alles controleren. Ja, ik heb meer tranen gezien dan je prachtige glimlach waar ik uren naar kan kijken. Maar maakt dat je zwak? Nee. Luister naar wat ik zeg. Ik meen het. Emoties laten zien is niet zwak. Het is menselijk. Sterker nog: niet iedereen is zo sterk en moedig als jij om emoties te laten zien schoonheid. Wil je weten wat pas zwak is? Ze verbergen.'

Ik bijt op mijn lip. Mijn ogen vullen zich met een van mijn grootste vijanden: tranen.

'Maar het doet pijn,' snik ik. 'Het enige wat ik voel is pijn. Ik heb het volledig verkloot. Als kind en als moeder.'

Bang kijk ik hem aan. Niet wetend wat ik moet doen. Als antwoord raakt hij me aan. Zijn aanraking is verwarmend. Alsof hij de wanhoop kan afnemen door me simpel te laten weten dat hij er voor me is.

'Ik zal je niet tegenhouden. Het is jouw keus. Als je deze fles alcohol tot de laatste druppel naar binnen wilt werken dan doe je dat. Als je de fles aan mij geeft, in bed gaat liggen en toelaat dat ik er voor je ga zijn zolang dat nodig is dan is dat ook goed. Wat jij wilt.'

Hij zucht.

'De keuze is aan jou.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro