47. Hopeloos, maar de moeite waard

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Langzaam keren we terug naar de stad. Met zijn tweeën hebben Mike en ik een groot deel van de dag in het bos doorgebracht. Het maken van de brug, Mike die het water in viel en alles daarna zijn kostbare momenten. Alles wat we zeiden, alles wat we voelden en alles wat we deden was goed. Ontzettend goed.

Nu lopen we terug. Terug naar de steden paden, het verkeer en de massa mensen. De drukte ontstaat weer en daarmee wordt de speciale plek opnieuw een herinnering. Deze keer stoort het me niet. Met Mike aan mijn zijde komt het goed. Met hem blijf ik rustig. Hij leidt me af op de momenten dat ik het nodig heb. Als de tikkende bom, gemaakt uit angst en frustratie, ook maar een seconde de controle krijgt zorgt Mike ervoor dat het stopt. Hij laat me mijn belofte aan hem waarmaken. Ook al is het maar voor een dag.

Ik moet alles vergeten. Ik mag er niet aandenken, ik mag er niet over praten en boven alles mag ik mijn gevoelens er niet door laten beïnvloeden.

Hand in hand doorlopen we de lange winkelstraat. Zijn vingers zijn met de mijne verstrengeld. Schaamteloos houdt Mike mijn hand vast. Er is geen keer dat hij zich van me los wil maken, ook niet als er nieuwsgierige tieners voorbij komen. Ik vind het heel lief. Daarbij voelt het vertrouwd en veilig. Nu hij me vast heeft weet ik zeker dat ik niet bang hoef te zijn voor verdachte voorbijgangers. Want hoe erg ik het ook probeer te ontwijken: het blijft een feit dat er een stalker is.

'De eerst volgende die me een rare blik geeft krijgt een mep,' mompelt Mike geïrriteerd.

Lachend om zijn reactie kijk ik hem aan. Ondanks het mooie weer zijn Mike's kleren nog steeds nat. Ook zijn haren zien eruit alsof hij net een wilde douche heeft gehad. Simpel gezegd: hij is een wandelende attractie voor mensen die even willen lachen.

Nieuwsgierig kijk ik hem aan. Ik weet dat hij me naar een nieuwe plek en daarmee een nieuwe verassing brengt. Ik zou hem kunnen vragen waar hij me heen brengt maar dat heeft natuurlijk geen zin. Als er iemand koppig is dan is het Mike wel.

Hoe langer we lopen hoe benieuwder ik word. Er is van alles te zien en ik heb geen flauw idee wat belangrijk is en wat niet. Zo zie ik de duurdere winkels van de stad, de zakenlui in nette pakken en de hoge gebouwen met ontelbaar veel ramen. Ik zie kleine kinderen door de straten rennen met hun rijke ouders ver daarachter, beide zijn aan de telefoon. Ik zie het duidelijke verschil tussen de vervuilde straten van de stad en de nette opgeruimde omgeving van dit deel. Mike heeft me naar het rijkste gedeelte gebracht en ik weet nog altijd niet waarom.

Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik naar boven. Stilstaand voor een groot hotel kijk ik Mike aan. 'Wat doen we hier?'

'Ik wil je iets geven.'

Zonder nog iets te zeggen gaat hij naar voren. Twijfelend volg ik hem. Bij de ingang staat een man in pak. Op het moment dat we de draaideuren in stappen hoor ik de man spreken.

'Goede dag meneer. Fijn u weer terug te hebben.'

Wat betekent dit? Verbaasd kijk ik Mike aan. Kort en een beetje koelbloedig knikt hij terug. 'Overnacht je in dit hotel?' Vraag ik ongelovig.

Zijn geheimzinnige glimlach zegt genoeg. Het herinnert me aan vroeger. Hoe langer ik erover nadenk hoe helderder de herinnering wordt. Het feit dat ik Mike's huis nog nooit heb gezien en hij altijd in hotels lijkt te leven, brengt vragen in me op. Vastbesloten om deze dag niet te verpesten met een discussie hou ik ze voor mezelf. Vragen stellen kan altijd nog.

De hal van het hotel is gigantisch. De muren zijn hoger dan nodig is, elke meubel heeft een duur uitziende uitstraling en het ronde plafon geeft het hotel een klassieke sfeer. Het valt me op dat alle meubels zwart of wit zijn. Alleen de dierlijke beelden hebben een andere kleur. Er is een moderne indeling met hier en daar sierlijke versieringen. De grootte is indrukwekkend.

Mike pakt mijn hand. 'Kom. Ik laat je iets zien.'

Zonder tegenspraak volg ik hem. Eenmaal in de lift gaan we naar de bovenste verdieping. Als we voor de deur van kamer 954 aankomen kan ik mijn vragen niet langer voor mezelf houden.

'Mike wat doen we hier? Waarom zijn we bij je slaapkamer?'

'Ik wil je iets laten zien. Of eigenlijk wil ik je iets geven.'

In een snelle beweging heeft hij een pasje door de beveiliging van de deur gehaald. Het lampje brandt groen. Het slot gaat er met een klik vanaf. Wetend dat de deur open is blijf ik nerveus staan.

Er zijn twijfels. Al weet ik voor honderd procent zeker dat Mike nooit iets tegen mijn wil in zou doen; het idee met hem in zijn slaapkamer te zijn maakt me zenuwachtig. Gelukkig heeft hij het door.

'Wacht maar hier. Ik ben zo terug.'

Hij opent de deur. Voor drie hele snelle secondes krijg ik een glimp van zijn kamer. Het is een deel van zijn leven die hij privé houdt. Ik voel dat dit een plek is die hoort bij zijn persoonlijke leven. Zijn leven waar hij zich bezighoudt met zijn geheimen. Meteen aarzel ik. Was het een fout hier te blijven? Had ik mee naar binnen moeten gaan?

Het is te laat om iets te doen. Zoals gezegd is Mike snel in en uit de kamer. Met een gesloten hand sluit hij de deur achter zich. Veel betekend kijkt hij me aan. Wachtend op het juiste moment brengt hij zijn hand mijn kant op. Ik ontdek de spanning in zijn gezicht. Ik zou bijna geloven dat hij bang is om hetgeen dat hij verbergt aan me te laten zien.

Net als ik wil vragen wat hij in zijn hand heeft, opent hij zijn vingers. Ik schrik. Mijn ketting. De zilveren ketting met het kleine hartje rust op zijn handpalm. Onaangeraakt en alles behalve verwoest. Nooit had ik verwacht het nog terug te zien.

'Ik dacht dat ik het kwijt was,' mompel ik van slag.

'Je wilde dat ik het weggooide.'

Ik denk terug aan de dag. Dé zondagavond waarin het gebeurde. Ik was zo boos op hem. Zo ongelooflijk gekwetst nadat hij zei dat hij me ging verlaten. In een waas heb ik hem de ketting gegeven met de opdracht het weg te gooien. Nu ik het terug zie ben ik opgelucht maar tegelijkertijd in de war.

'Waarom heb je het bewaard? Waarom wil je het me nu laten zien?'

'Ik wil het je teruggeven.'

'Ja maar met welke bedoeling Mike?'

Bang om zijn woorden kijk ik hem aan. Mijn ogen gaan van hem naar de ketting. Het is lief dat hij het terug wilt geven maar we weten allebei dat dit niet zomaar is. Die ketting is geen cadeautje zonder betekenis. Het is het symbool van onze relatie. Onze relatie voor Serena en onze relatie erna. Eerst was het een sprookje en daarna een hel. Een hel waarin nieuwe kansen werden verpest.

En nu wilt Mike het teruggeven. Wat betekent dat? Wat wilt hij?

Ik wacht op antwoord. Er heerst een ongemakkelijk gevoel. Het liefst ontwijk ik hem. Een waarschuwende stem fluistert dat ik Mike's ogen moet negeren. Kijk weg Sophie. Laat hem je niet overnemen. Doe het niet. Elke seconde dat je nog langer naar hem kijkt is een seconde waarin hij meer macht heeft en je weet het. Kijk weg!

Het is een onmogelijke taak. Het is al te laat. Zijn ogen observeren me veel te diep en veel te sterk. Ik voel zijn staalharde blik over mijn lichaam gaan. Overtuigend, bijna waarschuwend blijven zijn ogen me aantrekken. De manier waarmee hij me vasthoudt is benauwend. Het voelt alsof ik geen kant op kan.

In pure stilte kijken we elkaar aan. Met onze monden die zwijgen en onze ogen die spreken, voel en hoor ik al het andere. Mijn hart klopt steeds sneller en steeds onrustiger. Op zoek naar zuurstof probeer ik te ademen. Ik raak het kwijt. Mijn ademhaling is onbeheerst. Elk stukje die Mike aanraakt begint te gloeien. De brandende plekken verraden alles wat ik voor zo'n lange tijd verborgen heb weten te houden.

'Zeg iets.'

Ik kijk hem aan. Hij reageert niet op wat ik zeg. Niet met woorden tenminste. Het enige wat hij doet is kijken. Staren, observeren en nadenken. In een trans gaat hij te werk. Het is zo moeilijk om bij te houden, dat ik geen enkele kans heb er tegenin te gaan. En dat maakt niet uit. Ik wil het. Ik wil hem laten doen wat hij wilt doen. Ik wil zien wat hij van plan is. Ergens in hem is een knop omgedraaid en hoe of waarom weet ik niet, maar het is duidelijk dat hij zich openstelt. Er rust een gloed van eerlijkheid over hem heen. Ik kan het niet negeren.

Hij komt in beweging. De ketting heeft hij in zijn jaszak gestopt. Heel voorzichtig komt hij dichterbij. Zijn ogen kijken me nog altijd aan. Als hij zijn handen op mijn schouders legt heeft hij me niet alleen mentaal maar ook fysiek in zijn greep. Het klinkt ernstig en toch is het niet dwingend. Ik voel me niet gevangen. Nee, ik voel me het tegenovergestelde van gevangen. Ik voel me vrij.

Ik kan elk detail zien. Mike is zo dichtbij gekomen dat ik de kans heb elk deel van zijn knappe gezicht te bekijken. Alles. Zijn zwarte haarlokken, zijn licht getinte huid en zijn uitdagende glimlach rondom zijn aantrekkelijke lippen. Zijn goudbruine ogen, zijn donkere wenkbrauwen en het kleine litteken in zijn nek waarvan niemand mag weten hoe hij eraan is gekomen. Alles is te zien en ik wil het allemaal.

'Mike alsjeblieft. Vertel het me. Waarom heb je de ketting bewaard? Waarom wil je het teruggeven?'

Hij glimlacht. Met een mysterieuze blik negeert hij mijn vragen. Alsof ik het antwoord zelf moet ontdekken gaat hij door. Hij is zijn spel begonnen en het is nog maar de vraag wie er gaat winnen. Misschien nog wel een veel grotere vraag: waar spelen we om?

Ik hoor de serieuze klank in zijn stem. Zijn diepe stem met het bekende hese randje. Net voor hij de woorden uitspreekt voel en hoor ik zijn ademhaling. Ik weet dat Mike sterk genoeg is om zichzelf in bedwang te houden en toch hoor ik hem moeilijker ademen. Het is bijna alsof hij wilt dat ik het hoor, puur om te bewijzen dat dit echt is. Alles wat hij nu doet is echt; het tegenovergestelde van een leugen.

'Weetje waarom ik je altijd zo aankijkt?' Vraagt hij zacht.

Automatisch schud ik mijn hoofd. 'Als je wilt weten hoeveel een jongen geeft om een meisje moet je altijd naar zijn ogen kijken. Weetje waarom?'

Hij wacht mijn antwoord af. Ik zoek naar woorden maar ik kan ze niet vinden. Wat is er te zien in de ogen van een jongen? Waarom kijken we er zo graag naar? Wat zoeken we erin?

'Als hij gewoon kijkt gaat het hem om wat hij ziet,' mompelt Mike. 'Het zal oppervlakkig zijn. Geen echte relatie met het meisje. Het is puur om de buitenkant. Niks meer niks minder.'

Zijn woorden verwarren me. Wat moet ik hiermee? Wat probeert hij me te zeggen?

Hij verschuift zijn hand. Ik voel zijn vingers omhoog gaan. Mike laat een spoor van rillingen achter als hij zijn hand naar mijn wang brengt. Het is een zachte aanraking met een ruwe mannelijke huid. Ik huiver.

'Wanneer hij zoekt in haar ogen wilt hij meer. Meer dan hij ziet en meer dan lust. Hij kijkt niet oppervlakkig. Hij neemt niet genoegen met de buitenkant. Hij wilt meer en dat is wat ik doe Sophie. Begrijp je me? Is het logisch wat ik zeg? Want ik meen het. Ik meen het echt schoonheid.'

Hij kust op mijn voorhoofd. Zachtjes fluistert hij. 'Je bent zo veel voor me dan je denkt.'

Duizenden woorden, gevoelens en herinneringen vechten door en met elkaar. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Het enige wat ik kan is kijken en luisteren. Hij zet me aan het denken. Zijn woorden raken mijn hart. Mijn hele belevenis komt in een sneltrein voorbij. Van het begin tot het eind. Als een felle, pijnlijke lichtflits zie ik het recht voor mijn ogen. De eerste dag dat ik hem ontmoette, de eerste kus en de laatste. Het doet pijn. Zoveel drukt komt op mijn schouders. Het scherpe beeld wordt wazig en hiermee verzwakt alles.

Het ene moment ben ik verliefd op hem, dan weer niet. Het ene moment haat ik hem, dan weer niet. Het ene moment zijn we vrienden, dan weer niet. Nieuwe kansen komen en nieuwe kansen gaan. Ze worden gemaakt en ze worden verpest. Het is een doordraaiende cirkel die ooit is begonnen en sindsdien in volle toeren is doorgegaan. Mike en ik blijven voor elkaar vallen en nu is het moment dat ik moet bepalen hoelang dit doorgaat.

Geef ik Mike weer een kans?

Ik zucht. Voorzichtig maak ik me van hem los. Mijn handen gaan door mijn haar. Zonder na te denken open ik mijn mond. Geen enkel woord die ik uitspreek is voorbedacht. Mijn hoofd is een grote chaos.

'Ooit meegemaakt dat je van tevoren weet hoe iets gaat aflopen Mike? Je weet dat het slecht voor je eindigt en toch begin je eraan. En als datgene waar je bang voor bent ook echt gebeurt sla je jezelf voor je kop, want je had beter moeten weten.'

Ik bijt op mijn lip. Zenuwen gieren door me heen. 'Maar zo zitten wij mensen nou eenmaal in elkaar. Zo zit ik nou eenmaal in elkaar.' Beschamend kijk ik naar de grond. Heel zachtjes spreek ik de woorden uit, bang om Mike's reactie te zien. 'En dus doe ik het mezelf steeds weer aan. Keer op keer dezelfde fout.' Diep adem ik in. Diep adem ik uit. 'Jij bent mijn fout Mike.'

'Wat, omdat je geen controle hebt? Omdat je machteloos bent? Dat heeft verliefd zijn schat,' zegt hij fel. Het aanvallende in zijn stem maakt me boos.

'Nee, omdat je me gek maakt en mijn normale leven overhoop haalt klootzak,' reageer ik opstandig terug.

Hij geeft niet op. Koppig dat hij is blijft hij volhouden. Opnieuw komt hij dichterbij en opnieuw raakt hij me aan. Zijn handen gaan bedachtzaam langs mijn arm. Ik voel zijn warmte. Ik hoor hoe soepel hij de woorden vindt om me over te halen.

'Die frustratie die je nu voelt: dat is je hoofd die vecht tegen iets waarvan je al weet dat je het wilt. Schoonheid jij en ik weten allebei dat we hopeloze gevallen zijn als het gaat om elkaar. Je hebt me net zo hard nodig als ik jou. Het is niet erg om dat toe te geven. Alsjeblieft laat jezelf dat toe.'

Vastbesloten kijk ik hem aan. 'Nee. Nee dat is het niet. Elke keer doe je dit en elke keer laat ik je mij overtuigen. Je weet dat je me zwak maakt en elke keer maak je er weer misbruik van. We kunnen niet voor de miljoenste keer proberen de relatie van vroeger terug te krijgen. Het werkt gewoon niet.'

Ik wil weglopen. Weg van zijn armen, weg van zijn ogen en weg van zijn woorden. Hij houdt me tegen. In een flits klemmen zijn vingers zich om mijn pols. Niet hard maar wel stevig genoeg. Sneller dan ik aankan trekt hij me terug. Zijn borstkas staat tegen me aangedrukt. Mijn hart maakt een sprongetje. Zijn lippen zijn dichterbij dan ooit.

Hij pakt mijn hand. Zijn ogen staan verlangend. Zwijgzaam begeleidt hij me richting zijn shirt. Ik laat het gebeuren. Er is geen kracht in het universum die mijn hand uit Mike's greep krijgt. Niet omdat hij sterker is maar simpelweg omdat ik dit diep vanbinnen wil. Vasthoudend aan deze gedachte gaat de stof van zijn shirt zacht langs mijn huid. Hierna komen zijn buikspieren. In tegenstelling tot de zachte stof voelt dit hard. Zijn vingers laten los. Mijn hand rust op zijn buik. In een soort trans, bijna betoverd, neem ik het over. Langzaam schuif ik mijn vingers naar boven toe. Nooit had ik verwacht zijn staalharde buikspieren weer te voelen. Hoe verder ik ga hoe meer ik mijn besluit van net vergeet.

'Wil je weten wat het betekent?' Vraagt hij.

Ik begrijp hem niet. Zijn ogen staan serieus. Zijn lippen vormen een glimlach. Hij buigt zich voorover. Nog net voor hij zijn ogen sluit begint hij te fluisteren: 'Zeg stop als ik te ver ga.'

Hiermee gaat het spel verder. Sneller dan het licht slaat hij zijn armen om mijn middel. Ik hoor hem dichtbij mijn oor mompelen. 'Dit betekent dat ik je onmogelijk kan laten gaan.' Mijn hart bonkt vluchtig. Als vanzelf sluit ik mijn ogen. De sfeer is om te snijden. Er gebeurt van alles. Eerst draait hij me om, dan kust hij in mijn nek. Zijn lippen raken een gevoelige plek. Ondertussen doen zijn handen mee. Er zijn geen alarmbellen die afgaan in mijn hoofd. Ik tril en met een verdovende stilte heb ik alleen maar oog op Mike's lippen, zijn gefluister en zijn handen die overal en nergens zijn.

Hij duwt me tegen de muur aan. Ik schrik. Paniek is er niet. Doordringend kijkt hij me aan. 'Je moet het zeggen Sophie. Nu. Je moet me een antwoord geven voor ik gek word.'

Zijn armen leunen langs me heen. Hij heeft me ingesloten. Ik heb het hem zonder weerstand laten doen. Hij houdt zijn hoofd scheef. Afwachtend op het moment dat ik me realiseer wat we aan het doen zijn. Hij kijkt me aan met een blik die verraadt hoelang hij op dit moment heeft gewacht. Het is duister op een mooie manier. Gestoord, maar waar.

Hij kijkt me aan, nog altijd wachtend op het moment dat ik wakker schrik. Wachtend tot het moment dat ik al zijn acties onderbreek. Hij wacht erop en ik doe het niet. Ik kan het niet. Ik kan het echt niet. Ik hoor slim te zijn en te zeggen dat we nooit meer een relatie kunnen krijgen. Maar hoe kan ik? Sinds wanneer hoort liefde slim te zijn? Het is geen wiskunde. Het is gevoel.

'Ik hou van je.'

Geschrokken kijk ik hem aan. Zo ruw als hij net is geweest, zo open en bijna zwak is hij nu. Wat hij zojuist heeft gezegd is serieus. Meer gemeend dan al het andere.

'Dit mag je niet zomaar zeggen. Niet als je het niet meent,' fluister ik.

Hij glimlacht. Ik raak het kwijt. Onzekerheid, angst en twijfel. Alles verdwijnt. Meegaand in zijn spel dat allang geen spel meer is leg ik mijn hand op zijn wang. Mijn aanraking doet hem opkijken. Van de grond, rechtstreeks naar mijn ogen.

Glimlachend kijk ik hem aan. 'We zouden gewoon vrienden blijven. Weetje nog Mike?'

Hij grijnst. Ik voel zijn vingers bij mijn gezicht. Hij strijkt een los gevallen plukje achter mijn oor. Zijn stem fluistert vlakbij. 'We zijn altijd al slecht geweest in afspraken nakomen.'

'Maar-'

Hij buigt zich voorover. Ik sluit mijn ogen. Heel langzaam voel ik Mike's lippen dichterbij komen tot het moment waarbij we elkaar niet langer meer martelen. Zonder gedachtes, zonder woorden en zonder angst laat ik hem zijn lippen op die van mij drukken. Vlak ervoor klinkt zijn stem. Het is een van de meest bijzondere momenten die ik ooit met hem heb gehad.

'Ik ben verliefd op je schoonheid. Geen gemaar.'

En dat is het moment dat hij zijn lippen op die van mij drukt. 


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro