46. Een leuke dag

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


Studiedag is een klein geschenk uit de hemel. Middenin een vermoeiende schoolweek wordt ons een rustdag gegund. Terwijl de docenten urenlang moeten vergaderen over saaie onderwerpen, mogen wij uitslapen en genieten van de vrije tijd.

Na meerdere nachten waarin meer is gepiekerd dan geslapen, heb ik er afgelopen nacht een heerlijk lange slaaptijd van gemaakt. Tot laat in de ochtend heb ik mezelf in bed laten liggen. Het felle licht vanuit het raam, de geluiden van de douche en de woonkamer, het zachte gepraat van anderen en de piepende meldingen van mijn telefoon heb ik volkomen genegeerd. Voor een nacht heb ik mezelf op de eerste plek gezet. Volledig uitgeslapen ben ik rond de middag opgestaan. Tevreden en zonder wallen begin ik aan de dag. 

Zoals beloofd heeft Mike me opgehaald. Voor hij me zijn idee van "een leuke dag" gaat geven, heb ik hem moeten zweren dat ik al het gedoe van gisteren en de dagen ervoor even vergeet. Ik mag er niet aan denken, ik mag er niet over praten en ik mag mijn gevoelens er al helemaal niet door laten beïnvloeden. Hoe dwingend zijn regels ook allemaal overkwamen; een normale dag waarin alleen maar leuke dingen in voorkomen is heel verleidelijk. Rust in mijn hoofd, rust in mijn hart. 

Als Mike me naar de eerste plek van de dag heeft gebracht, blijf ik sprakeloos stilstaan. Ik heb onderweg hierheen continu bedacht wat hij als leuks gekozen zou hebben, maar dit idee zat er absoluut niet tussen. Ik ben erdoor verrast en ik weet absoluut niet wat ik ervan moet vinden. Ik kan er als meisje niet echt een mening over hebben. Zo is het cliché om een romantisch etentje of een dagje dierentuin te verwachten, maar dit is wel het hele andere uiterste...

Stilstaand sta ik voor de ingang. Mike staat aan mijn zij. Als ik fronsend naar hem omkijk zie ik zijn brede grijns die verraadt hoe erg hij van mijn reactie geniet. Ik kan niet ontkennen dat een grijnzende Mike je hart raakt.

'Mike,' mompel ik voorzichtig,' ik wil niet ondankbaar klinken maar wat ben je van plan met een bouwmarkt?'

Wachtend op een reactie als deze laat hij zijn lach gaan. Genietend slaat hij zijn arm om me heen. Automatisch loop ik met hem mee. Ondertussen probeer ik een helder beeld van hem te krijgen. Hoe langer ik hem observeer hoe meer ik interesse voor hem krijg. Zijn serieuze blik, geheimzinnige daden en emotieloze houding van de laatste weken zijn nergens te bekennen. De 19-jarige Mike heeft zijn last van zijn schouders afgeschoven. Zo lijkt het tenminste.

Zijn geheimzinnigheid van vandaag is niet duister, maar plagerig. Ik zou het bijna flirten willen noemen. Ook zijn opgewekte ogen, brede grijns, gloednieuwe jack en sterke mannelijke deodorant zijn een voor een kenmerken van de vroegere Mike. De flirterige Mike met zijn uitdagende jongensgedrag. De jongen die me keer op keer heeft verleidt en ingepakt. Een tikje mysterieus, een tikje uitdagend en zelfs wat ruw. Ik ben er anderhalf jaar geleden als een blok voor gevallen. Hij had mijn hart gestolen.

Zwijgend en nog altijd sprakeloos loop ik met Mike mee de winkel in. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik zo close met hem ben en toch voel ik me zenuwachtig worden. Op een of andere manier is hij anders vandaag. Hij is soepeler, vlotter en vrolijker. Het doet wat met me. De echte problemen zijn verdwenen en de typische tienerdillema's komen ervoor in de plaats. 

Om het nerveuze gevoel de baas te zijn, leid ik mezelf af en breng ik de aandacht naar de bouwmarkt. In de brede gangen is het koel. Zonder logische verklaring is het altijd fris in bouwmarkten. Er hangt een kenmerkende geur van hout en verf in de lucht. Aan de wanden ligt van alles. Er zijn honderden soorten gereedschap, verfmateriaal, kant en klare bouwpakketten en ga zo maar door. 

Kort gezegd is de winkel een paradijs voor iedereen die graag klust. Aangezien ik nog geen spijker in de muur kan slaan zonder mijn duim te breken en ik Mike nog nooit heb zien klussen, begrijp ik niet wat we hier doen. Als hij mijn dagje vrij gaat gebruiken om een stom vogelhuis in elkaar te klussen is hij er geweest...

Middenin een lange gang blijven we staan. Mike haalt zijn arm van me af en komt in beweging. Hij buigt voorover de stapels zwaar uitziende pakketten en tilt gemakkelijk drie pakken op. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan. 

'Gaan we planken kopen?'

'Ja schoonheid, wij gaan planken kopen. Correctie; ik ga planken kopen. Jij geeft geen cent uit vandaag.'

Waarom is hij toch zo lief vandaag? Ik kan een glimlach niet onderdrukken. 'Oké prima, maar wat is precies je plan? Ik kan me niet herinneren dat mijn ouders een nieuwe houten vloer willen.'

Nu is het Mike die lacht. 'Wacht maar af Sophie. Ik reken dit af en dan breng ik je naar een andere plek. Eentje waar je je wel thuis voelt. Dan zal het duidelijk worden.'

Ik laat het allemaal maar gebeuren. Terwijl Mike zijn kracht kan laten zien door de zware pakken naar de kassa's te sjouwen, ga ik er benieuwd achterna. Tegen mijn verwachting in begin ik deze dag oprecht leuk te vinden. En dan weet ik nog niet eens wat we uiteindelijk gaan doen. Maar dat heb ik al snel geaccepteerd. Het heeft geen zin om in zijn hoofd te kruipen. Het is een onmogelijke taak dezelfde gedachtes als de zijne te hebben. Daarvoor is hij te beheerst. 

Nadat Mike netjes heeft betaald zijn we binnen enkele minuten weer buiten. Voor een herfstdag is het bijzonder mooi weer. De lucht is zonder te overdrijven strakblauw en ook de zon laat zich zien. Fris is het wel, maar dat stoort me niet. Het is bijna alsof moeder natuur heeft besloten Mike een handje te helpen. Het mooie weer, het goede humeur: het is allemaal positief. 

Zwijgzaam laat ik me leiden. De eerste stappen zijn volledig onbekend. Af en toe geeft Mike de richting aan. Soms vraag ik hem hoe ver het is. Meestal geeft hij een onduidelijk antwoord. Hoe langer we lopen hoe bekender de omgeving wordt. De stenen paden, het verkeer en de massa mensen nemen af. De drukte dooft uit. Gewilde rust komt beetje bij beetje tevoorschijn. Als ik van afstand de eerste bomen zie staan is het met duidelijk. We gaan naar de speciale plek. 

Ergens voel ik me er ongemakkelijk bij. Aan de ene kant is het een prachtig bos met een mooie herinnering. Een plek met rust. Een stukje liefde tussen Mike en mij. Nooit maar nooit zal ik onze kus bij de brug vergeten. Aan de andere kant komen er nare beelden bij naar boven. Mijn daad van de afgebrande brug zal permanent in mijn geheugen zitten. Mike weet dit.

Ik doe een poging voor uitleg. 'Waarom gaan we-'

'Nog even geduld. Vertrouw me nou maar,' zegt hij kalm en onderbreekt hiermee mijn vraag. 

Ik zeg niks meer. Wetend waar hij heen wilt loop ik voorop. De bladeren op de grond kraken onder mijn voeten. Diep adem ik in. Ik blijf de zuurstof hier puur vinden. Of het nou door het bos komt, of een rare gedachte is maakt me niet uit. Deze plek heeft een kalmerende sfeer waar Mike en ik duidelijk gehecht aan zijn. Niemand lijkt het bos te kennen en daarmee kunnen we er in alle rust heen, zonder gestoord te worden door anderen.

Bij hét punt blijf ik staan. De enige dode plek in het bos staat recht voor me. De resten zwarte as is moeilijk om naar te kijken, wetend dat ik het heb veroorzaakt.

'Ik weet dat je je schuldig voelt,' zegt Mike opeens. Als ik me omdraai legt hij de pakken op de grond. Opgelucht van het zware gewicht af te zijn beweegt hij zijn armen in losse bewegingen. Hij buigt en strekt ze een paar keer. Er rolt een zweetdruppel langs zijn voorhoofd. 

'Ik heb een brug afgebrand. Dat is een misdaad. Hoe kan ik me niet schuldig voelen?'

Hij knikt. 'Dat klopt,' zegt hij neutraal. 'Maar fouten kan je altijd herstellen.'

Ik kijk hem aan. Hij kijkt terug. Dit blijven we volhouden tot Mike het staren onderbreekt en daarmee in beweging komt. Hij buigt zich voorover, scheurt een van de drie pakken open en haalt een lange houten plank tevoorschijn. Alsof hij dagelijks met bouwprojecten bezig is loopt hij richting het afgebrande punt. Nadenkend legt hij de plank op de grond.

Ik grinnik. 'Zeg me alsjeblieft niet dat dit is wat ik denk dat het is.'

Met een serieuze blik kijkt hij me aan. 'Wij gaan een nieuwe brug maken. Eentje met betekenis.'

Verbluft kijk ik hem aan. 'Mike ben je wel helemaal lekker? Jij denkt met planken van de bouwmarkt een brug te kunnen maken? Als je daar een stap op zet val je het water in.'

Hij houdt zijn hoofd scheef. Uitdagend lacht hij me toe. 'Schat je hoeft er niet op te staan. Het gaat niet om die brug. Het gaat om jou.'

'Om mij?'

Meer uitleg krijg ik niet. Uitnodigend blijft hij me aankijken. Zijn bruine ogen zijn te lief om te weigeren. Diep vanbinnen vind ik het een raar idee, maar als hij denkt me hiermee te helpen dan moet het maar. Een brug afbranden en vervolgens herstellen met vloerplanken van de bouwmarkt? Ik grinnik. Waarom ook niet? 

Onhandig volg ik Mike's voorbeeld. Met twee handen schuif ik een plank uit het pak en til het zware stuk hout omhoog. Het is al vrij snel duidelijk dat Mike's getrainde armen net iets geschikter zijn voor het tillen van de planken... Twee tellen nadat ik de eerste plank heb opgetild voel ik mezelf wankelen. Ik dreig samen met de plank om te vallen, tot Mike in een snelle beweging achter me staat. Met zijn linkerhand grijpt hij de plank beet. Zijn andere hand gaat vliegensvlug achter mijn rug.

'Pas op schoonheid. Misschien moet je mij laten tillen oké?' 

Zijn stem klinkt lichtelijk buitenadem. Het hese randje en zijn aanraking doet meer met me dan ik wil. Opslag heb ik het warm. Mijn hart gaat ongevraagd sneller kloppen. Niet in staat een goed antwoord te geven knik ik.

Het volgende uur is belachelijk en tegelijkertijd geniaal. Zoals afgesproken zit ik aan het water de planken naast elkaar te leggen, terwijl Mike heen en weer loopt om me nieuwe planken aan te geven. Als een professioneel klusjesteam gaan we te werk. Bedenkelijk klik ik het ene stuk hout vast aan de ander. Elke keer dat Mike een nieuwe plank aangeeft, kan ik mijn gedachtes niet tegenhouden. 

Dit is een plank. Een houten plank van de bouwmarkt. Hier leggen mensen hun vloeren mee aan. Vloeren in de woonkamers en dus geen brug in een bos.

Hoe vaker ik het me bedenk hoe leuker ik het begin te vinden. Ik snap niet hoe Mike op het idee is gekomen maar eerlijk is eerlijk: het is geweldig. Ook hij lijkt er plezier in te hebben. Als twee normale tieners, voor zover je het normaal kan noemen, gaan we aan het werk en voeren we ondertussen de langste gesprekken. Herinneringen van vroeger worden besproken en zonder het goed te beseffen is er een sprankje hoop vanbinnen. Heel langzaam begint het te groeien. Een vraag van vroeger wordt opnieuw gesteld: is er hoop? 

Na een tijdje staan Mike en ik tegenover elkaar. Hij aan de ene kant van het water, ik aan de andere kant. Lachend kijken we elkaar aan. 

'Klaar?' Vraagt Mike. Ik knik.

Geconcentreerd kijken we naar de lange rij planken die aan elkaar zijn geklikt. Het heeft ons een halfuur gekost om de zelfgemaakte brug over het water te schuiven, maar dat is uiteindelijk gelukt. Elk verstandig mens weet dat je daar niet over moet lopen. Nou zijn Mike en ik iets te vrolijk om daar over na te denken. Wat is bovendien het ergste wat er kan gebeuren? 

Als een echte baas zet Mike een eerste stap op ons prachtige kunstwerk, dat de scheve planken eruit zien alsof een 3-jarige het heeft gemaakt vergeten we maar even. Hij blijft staan. Er gebeurt niks vreemds. Niet zo heel gek, aangezien dit stuk nog boven de grond is. Maar dan komt het: de volgende stap is boven het water. Gespannen kijk ik toe. Twijfelend stapt Mike naar voren. Hierna gaat alles snel. Heel erg snel. 

In de eerste seconde verplaatst Mike zich van de grond naar het water. De seconde daarna zakt hij in. Met open mond kijk ik toe hoe er een gat in het hout is ontstaan. Het leukste plaatje is Mike die het water in is gevallen. Er klinkt het gespetter van water. Mike's kleren zijn doorweekt. Er zitten druppels langs zijn gezicht. Zijn ogen worden groot, als een klein kind die in de war is. 

'Nou, zo goed zitten de planken dus niet vast,' mompelt hij.

Wat is het toch ook een ongelooflijke sukkel. Even hou ik mijn adem in. Na Mike's woorden gier ik het uit. Tranen gaan van het lachen mijn wangen over. Ik schaam me voor mijn dierlijke en daarmee totaal niet aantrekkelijke lach. Als ik het probeer te stoppen proest ik het er drie keer harder weer uit. Het is niet te stoppen.

'Mike je ziet er echt belachelijk uit,' schater ik. 'En onze brug is echt super lelijk,' ga ik gierend door. Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld als nu. 

Zwijgend stapt hij het water uit. Doorweekt komt hij op me aflopen. Zijn serieuze blik wordt speels. Als hij zijn natte armen spreidt begin ik te gillen. 'Nee Mike niet doen!' Roep ik door mijn lach heen. Hij negeert me. 

Ik ren maar Mike is sneller. Het zal een keer niet zo zijn. Vliegensvlug slaat hij zijn armen om me heen. Ik gil door zijn kleding die koud en nat aanvoelt. Hij grijnst. 'Eigen schuld mop. Had je me maar niet moeten uitlachen.' 

Nog altijd lachend draai ik me naar hem om. Met mijn lippen die omhoog zijn gekruld breng ik mijn hand naar zijn gezicht. Voorzichtig strijk ik zijn natte haarplukken naar achteren. Op deze manier kan ik zijn ogen beter zien. Zijn betoverend bruine ogen. 

Vanaf nu wordt het geluid gedempt. De stilte heerst. We zijn beide gestopt met lachen. In een omhelzing blijven we staan. Het maakt me algauw niet meer uit dat Mike doorweekt is door het water. Zijn knappe gezicht wordt er alleen maar schattig door. Zijn sterke lichaam voelt veel te goed en zijn ogen zijn veel te mooi. 

Ik voel hem ademen. Hij voelt mij ademen. Samen blijven we staan. Samen luisteren we. Samen kijken we.

Ademend zijn we hier. Hier op de plek die ons altijd samen weet te brengen. Hier op de plek die het echte in mij naar bovenhaalt. Alles wat ik wil maar normaal gesproken verborgen hou komt hier naar boven. Er wordt meer nagedacht en meer gevoelt. Elke aanraking is intenser en elk woord heeft meer betekenis. 

Soms is er een mooie brug met een kus.

Soms is er vuur en woede.

Soms is er een kunstwerk van planken en een doorweekte Mike. 

En soms, heel soms is er een kans.

Ik glimlach. 

Een kans op hoop. 




Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro