45. Ik ben er voor je

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het onmogelijke is gekomen. Of ik het nou wil of niet; nu is het moment dat Charissa de volledige versie van het verhaal krijgt te horen. Ik moet een manier vinden het haar te vertellen. Ik heb geen keus. Ik moet Charissa de waarheid geven, zonder ook maar een fractie van mijn angst aan haar door te geven. Het moet eerlijk zijn, maar pijnloos voor haar. Een onmogelijke taak dus. Hoe vertel je zoiets heftigs? Hoe vertel je je kleine zusje dat iemand haar opzettelijk heeft aangereden?

Ik pak haar hand beet. De nieuwe bedreiging van de stalker laat ik vallen. Als niets meer dan een simpel voorwerp ligt het op de vloer. Van een afstand is het ongevaarlijk. Hoe dichterbij je komt hoe duidelijker het wordt, dat het een middel is om te verwoesten. Iedereen die het aanraakt breekt een stukje. Elke extra aanraking is een extra stukje gebroken. Ik heb er nu vier gehad. Mijn kracht is met een klap omlaag gegaan. Het is nog maar de vraag hoelang ik dit blijf volhouden.

'Charissa ik weet niet hoe ik je dit moet vertellen.'

'Wat dacht je van de waarheid Soof?'

In tegenstelling tot mijn zwakke stem klinkt die van Charissa hard. Geraakt, bijna somber. Haar blik verraadt dat ze bang is. Angstig voor wat ik tegen haar ga zeggen. Alsof er een deel in haar is, ergens ver weg verstopt, wat al die tijd al heeft geweten dat haar aanrijding anders is dan alle gewoonlijke verkeersongevallen.

Als ze merkt dat ik het te moeilijk vind om erover te beginnen, herhaalt ze afwachtend haar vraag. 'Wat hou je verborgen Soof? Waarom heb je Mike's hulp nodig? Wat heeft Serena hiermee te maken en waarom kijk je me aan alsof ik een gewonde puppy ben?'

Mijn stem breekt af. Het klankgeluid is niet te herkennen. Het is niet zacht en rustig, zoals ik wilde, maar gebroken en schor. 

'Je bent opzettelijk aangereden.'

Haar ogen worden vochtig. Ik voel hoe haar vingers beginnen te trillen. In de hoop haar pijn te verzachten, hou ik haar hand steviger vast. Ze reikt haar andere arm en kijkt vervolgens naar het verband om haar pols. Ze denkt na. Haar ogen staan glazig. Het ziet eruit alsof ze herinneringen terughaalt. Vage herinneringen die nu een scherper beeld krijgen. Volledig tegen mijn verwachting in is ze meer geraakt, dan geschokt. 

'Ik dacht dat het alleen maar nachtmerries waren,' fluistert ze. 

Ik bijt om mijn lip. Zonder op reactie te wachten praat ze zachtjes verder. Haar ogen doordringend naar mij toe. 

'Elke keer dat ik sliep, droomde ik over iemand. Een vage schim in een snel rijdende auto. Ik liep over straat. Ik was onderweg naar vriendinnen en ik was er zeker van dat er niemand in de buurt was. Ik stak over en opeens was er wel iemand. Piepende banden, het gebrom van de motor, ik hoorde het als fel gepiep in mijn oren. Ik wilde me omdraaien maar het was al te laat. Een enorme klap kwam over me heen en voor ik het wist was ik omringt door doctoren en felle lichten van het ziekenhuis.'

Ze snikt. Haar ademhaling gaat onregelmatig. Het is alsof een ontlading haar treft. Aan de ene kant geraakt door een kern van de waarheid, aan de andere kant opgelucht dat ze de afgelopen week niet gek is geworden in haar hoofd. Ik wil haar omhelzen, maar ze kan de troost niet hebben nu. Het is duidelijk dat ze ook fysiek pijn heeft. Haar hand heeft ze van me teruggetrokken. Haar armen slaat ze voorzichtig om haar buik heen, in de hoop de stekende pijn van haar ribben te verminderen.

'Ik dacht dat ik gek werd,' snikt ze. 'Ik was zo bang toen ik hoorde dat niemand wist wie me had aangereden. Ik bleef er over dromen keer op keer, elke nacht! Ik probeerde me te herinneren wat ik precies had gezien maar mijn hoofd blokkeerde alles. In de nacht kwam het terug als nachtmerries en de volgende ochtend was het weg.'

'Charissa het spijt me, ik-'

'Ik herinner het me nu,' gaat ze ongestoord verder. 'Nu je hebt bevestigd dat het monster in mijn nachtmerries echt is herinner ik het me. Ik weet niet wat ik fout heb gedaan of wie ik boos heb gemaakt, maar iemand wilde me weghebben.'

Ik moet het weten. Ik weet dat ik aan Charissa moet denken nu, maar als ze zich de avond van de aanrijding kan herinneren is er misschien een antwoord op de grote vraag: wie is het monster? Wie is de stalker? 

'Wie is het Charissa? Wie zag je achter het stuur zitten?'

Spijtig kijkt ze me aan. Hopeloos schudt ze haar hoofd. 'Ik weet het niet Soof. Het ging te snel. Het geluid, de klap, alles. Eerst was het er niet, toen wel en toen weer niet. Het gebeurde in een flits. Voor ik ook maar de kans had te kijken, was de pijn er al.'

Ik knik. 'Het is oké Charissa. Het geeft niet. Het is niet jouw schuld.'

Ze waardeert wat ik zeg, ook al blijft het gevoel van verantwoordelijkheid op haar gezicht rusten. Voor even heeft ze haar hoofd naar beneden laten zakken. Zwijgzaam staart ze naar de grond, tot haar blik op de foto gaat. 

'Wat moet je me nog meer vertellen Soof? Waarom heb je Mike nodig?'

'Het maakt niet uit Charissa. Je hoeft je niet verantwoordelijk te voelen voor dit. Niks hiervan is jouw schuld oké?'

Vanuit het niets is er haar woede. Terwijl ze me aankijkt voel ik haar frustratie toenemen. Ik zie het in haar fonkelende ogen en ik hoor het in haar aanvallende stem. 'Nee Soof nu wil het horen ook! Stop met het verzwijgen en "beschermen" echt ik ben het zat! Draai er nou eens niet omheen en zeg gewoon wat je bang maakt!'

Ik haal mijn handen door mijn haar. Ik schud mijn hoofd. 'Het is niet zo simpel als het lijkt Charissa. Er zijn dingen aan de hand waarvan ik zelf nog niets eens snap wat het is. Ik-'

De bel gaat. Alarmerend kijken we elkaar aan. We weten allebei wie het is. Als ik ook nog eens gebeld word is het duidelijk: Mike staat voor de deur. 

'Weetje wat, als jij het me niet vertelt vraag ik het hem wel,' sist ze. Vastbesloten beent ze om me heen. 'Charissa wacht!' Roep ik, maar ze negeert me en rent vlug de trap af. Ik hol erachteraan. Charissa is sneller.  

De deur vliegt open. Mike's ogen staan donker. Als hij ziet dat Charissa voor hem staat probeert hij zijn houding wat te verzwakken. Normaal gesproken had Charissa zich ongemakkelijk gevoelt. Nu lijkt ze haar lichte angst voor Mike kwijt te zijn. Vastberaden en bijna onbevreesd kijkt ze hem aan.

'Waar is Sophie bang voor? Heb jij er iets mee te maken? Weet je wie mij heeft aangereden? En wat in hemelsnaam heeft Serena hiermee te maken?'

Na de eerste vraag is het Mike duidelijk dat Charissa alles weet wat ze niet mag weten. Een combinatie van boosheid en begrip gaat door hem heen. Hij laat het zien door ongevraagd hard naar binnen te stappen en de deur met een klap achter hem te sluiten, om vervolgens Charissa een kalmerende blik toe te werpen.

'Oké voor ik zoveel mogelijk van je vragen ga beantwoorden wil ik duidelijk hebben dat ik de vijand niet ben. Duidelijk?' Zijn stem klinkt als een strenge vader die het beste wilt voor zijn kind. Hij steekt zijn arm uit met de bedoeling haar te kalmeren. Meteen deinst ze naar achteren.

'Hé rustig. Charissa luister me.' Zonder terughoudenheid legt hij zijn hand op haar schouder. Slechts een stap van haar en Mike vandaan kijk ik toe. Moet ik ingrijpen? Gaat Mike te ver? 

'Ik ben niet de vijand Charissa. Ik ben slechts iemand die heel veel om jouw zus geeft. Iemand die haar helpt wanneer ze daar om vraagt. Ik ben de goede hier. Ik ben er voor Sophie, ik ben er voor Serena en als je wilt ben ik er ook voor jou. Geloof je dat Charissa? Kan je dat geloven?'

Verrast kijk ik toe. Het is me niet duidelijk hoe Mike het voor elkaar krijgt, maar het lukt. Met zijn magische "mensenexpert kunsten" heeft hij haar gekalmeerd. Als antwoord op zijn vraag knikt ze. Haar woede is ingezakt en een heleboel verwarring is ervoor teruggekomen.  

Tevreden kijkt hij haar aan. Wetend dat ze bereid is te luisteren legt hij het uit. Anders dan ik kan hij wel de juiste woorden vinden. Het is alles behalve pijnloos maar op een of andere manier kan Mike wel de knop omdraaien. Hij kan wel accepteren dat Charissa antwoorden wilt en niet zal stoppen tot ze de waarheid heeft. 

'Jouw zus heeft last van berichten.'

'Wat voor berichten?'

'Laat me uitpraten Charissa,' waarschuwt Mike. Ze drukt haar lippen stevig op elkaar, zwijgt en wacht tot Mike verdergaat. 

'Voor een onduidelijke reden is er een vreselijk iemand die Sophie lastigvalt met berichten en foto's.'

'Bedreigingen,' voeg ik eraan toe. Mike kijkt me fel aan. Ik zucht. 'Je kan bedreigingen zeggen Mike. Het is overduidelijk dat "het lastigvallen van berichten en foto's" meer is dan een grap.'

'En degene die dit doet, degene die jou lastigvalt-'

'Is ook het monster die jou heeft aangereden,' maak ik haar zin af. 

Een hoop is uitgelegd. Meer blijft onduidelijk. Elke vraag die wordt beantwoord wekt weer nieuwe vragen op. Er zullen altijd meer vragen dan antwoorden zijn. Dit geldt voor Charissa, voor Mike en voor mij. In Charissa's geval is er de waarheid verteld. Zij weet nu waarom ik Mike nodig heb. Zij begrijpt dat ik hem nodig heb voor de zoektocht, voor het vervolgen en vinden van de jager die me als zwakke prooi behandeld. 

Ze weet meer dan ze hoort te weten en in ruil daarvoor moet ze zwijgen. Het is iets wat ik haar niet wil dwingen, maar het moet. Bovendien zal Mike het nooit goedkeuren als meer erbij betrokken raken. Charissa is al erg genoeg. Hier kan ik niet tegen zijn. "Hoe meer mensen het weten hoe riskanter het wordt. Geheimen weten heeft een prijs." Zijn woorden zijn serieus en duister, maar waar. Hij heeft gelijk. Charissa is erbij betrokken en hiermee moet ze het geheimhouden tegen mam, tegen pap, tegen iedereen. Te gechoqueerd om ertegenin te gaan heeft ze toegestemd. Zonder nog iets te zeggen is ze naar haar kamer te gaan. Ik hoef me niet af te vragen wat ze daar doet. 

In mijn geval is er nog een grote vraag die ik aan Mike moet stellen. Er is een deel van de nieuwe bedreiging die ik niet kan vergeten.

... Als jij hem niet onder controle krijgt zal zij ervoor boeten ... 

Mike pakt mijn handen beet. Vragend kijkt hij me aan. 'Wat is het deze keer?' Als antwoord loop ik zwijgzaam de trap op. Achter me hoor ik Mike die me volgt. Bovenaan raap ik de foto van de vloer. Zenuwachtig geef ik hem de boodschap.

Met een kloppend hart observeer ik hem. Het is ongelooflijk hoe goed hij zijn gezichtsuitdrukking onder controle weet te houden. Terwijl hij elke letter als een deskundige observeert verraadt hij geen seconde wat er diep vanbinnen in hem omgaat. Alsof deze bedreiging net zo "normaal" is als de rest, stopt hij het opgevouwen in zijn zak.

'Heb je door wat er staat?' Vraag ik boos.

Zijn felle ogen raken me. 'Ja Sophie ik ben niet dom. Onze engel wordt bedreigd, ik weet het. Maar maak je geen zorgen. Ik-'

'Ja je regelt het altijd maar ondertussen blijf ik bedreigingen ontvangen en krijg ik nul maar dan ook nul keer iets van je te horen. Het is niet goed genoeg om elke keer te zeggen dat je het gaat regelen. Ik ben geen hond die je aan de lijn kan houden.'

'Dat ik je niks vertel betekent niet dat ik er niet mee bezig ben. Het is allemaal net wat lastiger dan je denkt Sophie. Een stalker die zich verstopt is niet zomaar te vinden.'

Ik sla mijn armen over elkaar. Wantrouwend sta ik tegenover hem. 'De stalker zegt dat ik "hem" onder controle moet houden. Als ik dat niet doe raakt Serena misschien wel gewond.'

Ik wacht af. Hij zwijgt.

'Enig idee wie "hem" is? Want sorry als ik het verkeerd heb maar de laatste keer dat ik checkte ben jij degene met geheimen,' sis ik beschuldigend. 'Ik zweer je als jij het leven van onze dochter bedreigt zal ik er hoogst persoonlijk voor zorgen dat je naar de andere kant van de wereld wordt gebracht en nooit meer in de buurt komt van haar. Ik meen het Mike. Ik ga niet meer smeken om de waarheid maar als jouw geheimen de oorzaak is van de bedreigingen en Charissa's aanrijding...'

Hij zucht, komt nog een stapje dichterbij staan en volledig onverwacht raakt hij mijn wang aan. Een flauwe glimlach rust op zijn lippen.

Wij zitten hier met een serieus dilemma en hij vindt dít een geschikt moment om met mijn gevoelens te spelen?

'Wat ben je toch een ongeloof koppig meisje,' mompelt hij. 'Maar oké, ik zal je iets geven. Ik beloof je een dag te geven waarin het duidelijk wordt. Een dag waarin ik je vertel wat hét is.'

'Dus je geeft toe dat je geheimen hebt?'

Hij negeert me. 'Als je me niet buitensluit beloof ik je dat er een dag zal komen waarin ik je alles vertel. Alles. Ik weet dat het een vage afspraak is, maar geloof me; het is meer dan ik je tot nu toe heb gegeven.

Ik weet dat hij daar gelijk in heeft. Ergens begrijp ik dat Mike's belofte een manier is om me af te leiden. Hij probeert mijn aandacht naar zijn veel betekende woorden te brengen, om zo het stalkerprobleem naar de achtergrond te brengen. Ik weet het en toch laat ik het hem doen. Hoe stom en naïef het ook mag zijn. Het voelt nou eenmaal beter om problemen te ontwijken. 

'Er zijn een boel beloftes die je ooit moet gaan nakomen Mike.' 

'En ooit zal dat komen. Misschien wel sneller dan je denkt.'

Hij wilt me omhelzen. Nog niet helemaal tevreden zet ik een stapje naar achteren. Ik kan de irritatie voor hem niet verbergen. Het is té makkelijk hem de schuld te geven voor alles. 

Hij heeft het door. 'Lieve schat stop je nou eens met verzetten.'

Zijn woorden irriteren me. 'Sorry als je die knuffel graag had willen geven, maar jij bent hier degene die elkaar aanraking kapot krijgt met je stomme fouten,' zeg ik boos. Allerlei emoties dansen door en met elkaar. Ik weet simpel gezegd niet meer welke ik wil gaan voelen nu. 

'Hé, ik ben niet perfect,' zegt Mike onverwachts. Zwijgend sta ik met mijn rug naar hem toe. Als ik gespannen afwacht op zijn woorden, hoor ik hem opnieuw naar me toekomen. Zijn stem klinkt vlakbij mijn oor.

'Ik ben verre van perfect dat weet ik. Echt ik ben niet zo dom, ik weet wel dat ik je gek maak. Ik irriteer je en ik maak je boos. Ik zeg en doe stomme dingen. Ik blijf je om nieuwe kansen vragen om ze vervolgens weer te verkloten. Ik verziek het. Geloof me ik weet dat ik niet goed in elkaar zit.' 

Voorzichtig draai ik me om. Zijn perfecte gezicht die nu zo vlakbij de mijne is maakt me nerveus. Ik voel me aangetrokken tot zijn woorden en ik kan niet ontkennen dat ik meer wil. Zijn blik die van de grond naar mijn ogen gaan, zijn zware ademhaling, onze blikken die elkaar kruizen en zijn handen die na aarzeling op mijn schouders gaan; het is onvermijdelijk.

Hij staart me aan. Diep en doordringend. Het maakt me zenuwachtig en kwetsbaar. Het is onmogelijk zijn overtuigende blik te ontwijken. 'Maar als je dat vergeet,' mompelt hij zacht, 'zal je nooit iemand vinden die meer om je geeft dan ik.' 

Hij verplaatst van plek. Zijn gewicht staat nu vlak achter me. Met de bedoeling me te kalmeren, legt hij zijn handen op mijn schouders, om ze vervolgens te masseren. Het tegenovergestelde van kalmeren gebeurt. Met een hand schuift hij mijn haren de kant. Zijn lippen drukt hij in mijn nek. Ik huiver en ik raak in paniek. Waarom kan ik het niet tegenhouden? Waarom laat ik het toe?  Ik mag niet van hem houden. Het mag gewoon niet. 

'Hoor je me Sophie?' Gaat hij verder. 'Nooit zal je iemand vinden die meer om je geeft schoonheid,' herhaalt hij. 'Nooit.' 

Mijn boze blik verdwijnt. Ik kijk naar de grond. Met een bonkend hart luister ik naar zijn zware stem. 'Dat weetje toch Sophie? Je weet hoe belangrijk je voor me bent. Hoeveel ik om je geef. Toch?' Ik draai me om. Er is onzekerheid in zijn blik. Bijna alsof hij bang is dat ik zijn woorden niet geloof. Alle pogingen me gerust te stellen, te beschermen, de keren dat ik hem nodig heb en nu ook Serena en Charissa: ik begin langzamerhand medelijden met hem te krijgen. Op een of andere manier laten zijn oprechte ogen gedeeltelijk zien hoeveel last er op zijn schouders ligt. 

Moeizaam maar gemeend krullen mijn lippen omhoog. Ik knik als bevestiging. 'Ja Mike, dat weet ik.' Opgelucht haalt hij adem. Het zijn een paar secondes waarheen hij zich volledig open heeft gesteld als het gaat om emoties. Nog verre van een open boek, maar in Mike's geval is het heel wat. Een kostbaar moment

We kijken elkaar aan. Beide zoeken we naar de verwachting van de ander. Als we na tien secondes nog steeds bewegingloos en zwijgzaam naar elkaar staren, is het Mike die zijn mond weer opent. 

'Blijf morgen lekker thuis. School kan wachten.'

Ik knik. De zware dag van vandaag gaat in gedachten voorbij. De vermoeidheid stroomt door me heen. Het is inderdaad geen slecht idee een vrije dag te hebben. 

'Ik heb geluk, morgen is het studiedag,' antwoord ik. 

'We gaan iets leuks doen morgen,' zegt hij vastbesloten. 

Ik trek mijn wenkbrauwen omhoog. 'Iets leuks? Ik wil niks leuks doen. Ik wil mijn normale leven weer terug. Een leven waarin geen stalkers en bedreigingen voorkomen.' 

De manier waarop ik het zeg geeft Mike een lach. Het gerinkel van zijn telefoon is precies op tijd om het moment te verpesten. Vlug drukt hij een kus op mijn hoofd. Nog net voor hij van me wegloopt hoor ik hem tegen me praten.

'Morgen wordt een leuke dag schoonheid. Dat beloof ik.'

Het is geen vraag, maar een bevel. Hij heeft besloten me een leuke dag te geven en is dan ook duidelijk niet van plan me de hele studiedag thuis te laten verdrinken in mijn ellende. Hoe hij me ook maar een redelijk normale en leuke dag gaat geven na alles wat er de laatste tijd is gebeurd is me een raadsel, maar ergens kan ik niet wachten tot de morgen is aangebroken. 

Hoe rot het ook allemaal mag zijn. 






Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro