Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De grond, dat is het enige wat ze de hele tijd zag. De stenen grond waar ze met haar blote voeten overheen liep. Waar ze elk steentje kon voelen en de grassprietjes tussenuit zag steken. Ze voelde zag aan, de enkele grassprietjes waar ze op stapte. Terwijl de stenen ruw en hard waren. Waar het eelt van haar voeten op schuurde, waar ze elk stukje goed voelde zonder dat het onder haar voeten kietelde. De handen van Vince hadden de hare nog steeds vast en zonder enig tegenspraak liep Locus mee. Steeds verder van haar voordeur, die nog op een kier open stond. Kijkend naar de grond, naar haar blote voeten. Naar elk huidschilfertje dat te zien was met het blote oog. "Je hand trilt helemaal," merkte de jongen op waardoor Locus even opkeek. Hij liet zijn vriendelijke grijns weer zien, maar Locus beantwoorde die grijns niet. Ze was met haar gedachten met andere dingen bezig. Met de consequenties van het verlaten van het huis, van de angst die door haar lichaam stroomde, met de vragen die ze altijd al had gehad. Welke straffen er zijn als haar vader hier achter kwam. Opsluiting, strafwerk, schoonmaken? Of iets anders waar Locus niet eens op zou kunnen komen. Of waar ze het woord niet van kende. "Ik had niet na-na-naar buiten moeten g-g-gaan," zei ze zacht en met een kleine stotter die te horen was. De vriendelijke grijns van de jongen verdween langzaam en maakte plaats voor een bezorgde blik, waar Locus niet naar keek. 
Haar ogen waren gericht op het gras die haar voeten nu raakte. Het prachtige groene gras waar ze al zo vaak naar had gekeken. Waar het dauw nog op lag, dat nat maar zacht was. Dat kietelde onder de voeten zonder dat ze een lach maakte. Dat fijn voelde tussen de tenen en waar ze van kon genieten. Elke spriet van het gras voelde ze, elk individu ervan. Allemaal een andere maat, andere grote, andere dikte en natheid. "Je lijkt zo verwonderd. Alsof je nooit het gras hebt gevoeld en gezien," zei Vince zacht tegen haar en stond na even stil. Stil, midden op het gras van haar tuin, waar ze het pad van de voordeur nog goed konden zien en waar ze uitzicht hadden op de rest van de tuin. Waar het gras het zachtste aanvoelde en de zon het meeste scheen. Locus keek nog even naar de grond waarna ze weer naar Vince zijn ogen keek. De ogen waar ze elk uur, elke seconde van de dag in kon verdrinken. "Ik ehmm..," was het enige wat uit haar mond kwam. Ze wist niet wat ze precies moest zeggen. Welke woorden ze moest gebruiken. Of ze hem überhaupt moest vertellen dat ze al tijden niet buiten was geweest. De stilte na haar enkele woordje bleef hangen, alsof het uren duurde, maar zonder de ongemakkelijkheid. 

"Kom," zei Vince plots waardoor Locus uit haar trance kwam en haar hoofd even schudde. De jongen was op de grond gaan zitten en had naast zich geklopt op de grond, op het lichte gras waar ze nog steeds op stond. Met een vriendelijke glimlach op zijn gezicht bleef hij haar aankijken terwijl ze zweeg. Na enkele twijfel momenten nam ze plaats op het gras naast hem. Al was het voor even nog stil, het leek voor haar een dag te duren. Een dag dat ze buiten kon genieten van de lucht. De frisse lucht en de zon op haar huid. Het zachte gras tussen haar tenen en vingers, en iemand naast haar die geen vragen leek te stellen. Nog niet, dacht ze er direct achteraan. Alsof ze het vertrouwen er een beetje in verloren had. Al had hij haar wel meegenomen naar de vrijheid waar ze naar verlangde, maar voor hoelang? Hoelang kan ze nu genieten van de vrijheid, van de frisse lucht en de zon, voordat ze weer naar binnen moet. Zittend achter een raam, starend naar buiten, naar de bomen en de lucht. Naar het gras en de mensen die langs liepen of de dieren die soms in de bosjes verdwenen. 
"Wat is er Locus? Je lijkt zo afwezig," zei Vince zacht tegen haar en streek haar haar achter haar oor. Locus keek hem aan, in stilte met een kille blik. Een blik waarin je niks van kon aflezen. Ze kende hem nog nauwelijks maar toch leek ze naar hem te verlangen. Dat ze naar elkaar toegetrokken werden als magneetjes. De min en de plus pool samen, in het gras zittend. Ze voelde zijn zachte hand even op haar wang rusten en dan weer op zijn schoot belanden. "Denkend aan dingen," zei ze uiteindelijk kort, maar rustig. Het was een antwoord die niet de gehele vraag had beantwoord, maar het was het enige antwoord waar Locus voor nu bij zou komen. Eerst wilde ze hem beter kennen, weten wie hij is. Nu wist ze enkel een naam, een naam waar ze nog niet op vertrouwen kon. 

De stilte kwam weer terug, de ongemakkelijke maar rustige stilte. Alsof de zachte wind die mee terug had genomen en langs hun schouders had geblazen. Langs hun handen, waardoor Vince zijn hand op haar been was beland. Langs haar wangen die ze voelde tintelen. Niet van blozen of iets anders, maar van de wind die wat kou achter had gelaten op haar blote wangen. Met haar handen bleef Locus door het gras strijken. Ze hoefde niets meer dan hier zitten, niets meer dan zitten en even genieten van de lucht. Van het gras en de lucht. En stiekem, kon ze wel genieten en waarderen dat Vince naast haar zat. Dat zijn hand geruststellend over haar been wreef, maar ze zei er niks over. Ze keek er enkel naar, naar zijn zachte hand waar de duim rustig rondjes van draaide. 
Locus wilde wat zeggen. Iets waar ze niet over nagedacht had, maar een geluid weerhield haar. Het geluid van een auto, remmend. Remmend en dan toeterend voor haar huis. Ze keek om naar het pad voor haar voordeur, die nog op een kier stond. Kijkend of er iemand kwam, of haar vader eraan kwam. Een nachtmerrie, haar gedachtegang werd werkelijkheid. Haar vader liep het pad op en keek haar strak aan, zonder nog een woord te zeggen keek hij naar het tafereel waar zijn dochter in zat. 


------------------------------
{Hoofdstuk 7 alweer!! Duurde even, vind hem redelijk goed gelukt, niet heel erg. Maar goed genoeg! Hopelijk vinden jullie het wat en oh nee :O Haar vader is er, wat nu? Komen we vanzelf achter. Feedback, likes en comments zijn altijd welkom} 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro